Popmuziek en popcultuur: uitgelichte samenvattingen

Popmuziek en popcultuur: uitgelichte samenvattingen van (licht) wetenschappelijke artikelen over muziek, muziekcultuur en de invloeden van muziek op cultuur. Met onder andere aandacht voor de rol van vrouwen in muziek en muziek clips en de voorbeeldfunctie van artiesten.

Supporting content I (full)
Artikelsamenvatting bij Music listening in Adolescence van Ter Bogt et al. - 2011
The nature of music from a biological perspective - Peretz, 2006 - Artikel

The nature of music from a biological perspective - Peretz, 2006 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op The nature of music from a biological perspective van Peretz, I. (2006)

Inleiding

Over het algemeen wordt muziek gezien als een kunstvorm, een product van de menselijke cultuur. Daarom wordt het vaak als sociaal construct bestudeerd in cross-cultureel onderzoek. In dit onderzoek wordt gekeken naar de diverse perspectieven op muziek en de vraag of muziek biologische wortels heeft wordt beantwoord. De vraag is of muziek een cultureel product is of dat het in onze genen zit. Muziek is in alle culturen onafhankelijk van elkaar ontstaan. Alle mensen zijn muzikaal aangelegd, maar talent komt alleen voor bij een selecte groep. Muziek heeft geen duidelijk doel en is moeilijk te definiëren. Muziek wordt enerzijds gezien als iets dat aangeboren is en anderzijds als het resultaat van de omgeving. Theorievorming is hierbij belangrijk omdat het veel velden beïnvloedt, zoals hoe muziek bestudeerd wordt, hoe muziek en muzikale vaardigheden worden gebruikt en beoordeeld en bij bijvoorbeeld het bepalen van een muzikaal curriculum voor scholen. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van muziek, omdat het niet als nuttig gezien werd.

Zijn mensen van nature muzikaal?

Alle mensen zijn experts op het gebied van muziek, al zijn ze zich hier niet altijd van bewust. In onderzoek naar de vaardigheid om gelijkheid in muziek te onderscheiden kon het verschil tussen muzikanten en niet-muzikanten niet gevonden worden. Ook op andere vaardigheden die gerelateerd zijn aan muziek scoorden de muzikanten niet hoger dan niet-muzikanten. Aanleg en talent zijn bijdragende factoren aan muzikale carrières, maar voorliefde voor muziek en een muzikale omgeving zijn net zo belangrijk, zo niet belangrijker. Het feit dat alle mensen een muzikale basis hebben die uitgebreid kan worden is een nieuwe ontdekking in wetenschappelijk onderzoek.

Soorten muziek

Functionele (of populaire) muziek is de muziek die door de meeste leden van een culturele groepering wordt gewaardeerd. Muzikanten houden zich liever bezig met complexere muziek. Functionele muziek bestuderen geeft meer informatie over de populatie en dankzij dit onderzoek kunnen universele en cultuurspecifieke factoren gevonden worden. In de praktijk vallen deze resultaten tot nu toe nog tegen.

Nettl, een belangrijke ethnomusicologist, heeft een aantal universele factoren in de muziek gevonden. Hieronder vallen vocale muziek, ritme en het gebruik van drie of vier verschillende toonhoogten. Er zijn twee verschillende soorten muziek gevonden door Lomax. De eerste is ontstaan in het arctische gebied, gekarakteriseerd door mannelijke solo’s en onregelmatige ritmes. De tweede is ontstaan bij Afrikaanse verzamelaars, waar vrouwelijke meerstemmige, repititieve en ritmische liedjes centraal staan. Deze muzieksoorten hebben waarschijnlijk meer te maken met rollen van de verschillende seksen dan met andere factoren. In bijna alle culturen zijn ook schalen gevonden voor toonhoogten. Andere universele factoren zijn:

  • Verdeling van octaven in schalen

  • Een basistoon ter referentie

  • Een structuur

  • Groepering van tonen

  • Referentie tikken (ritmes)

  • Ritmische patronen gebaseerd op regelmatige tikken

  • Een speciaal genre liedjes voor kinderen

Het gebruik van vaste toonhoogten is uniek voor muziek en blijkt universeel en niet aangeleerd. Het gebruik hiervan leidt tot een ongelimiteerde hoeveelheid mogelijkheden voor het maken van muziek.

De cognitieve verwerking van muziek

Muziek maakt gebruik van vaste toonhoogtes en is hierin heel anders dan spraak. Maar is muziek dan ook aangeboren en gespecialiseerd in het brein? Dat hoeft niet zo te zijn. Het brein is plastisch, waardoor ervaringen ook de structuren in het brein beïnvloeden. Of muziek domeinspecifiek is in het brein is wel al onderzocht. Er wordt gesteld dat de basis, de toonhoogten horen, vastgelegd is in ons brein. De schalen voor toonhoogten zijn universeel en zijn allemaal gecentreerd om de centrale toon. Hierdoor kunnen we allemaal een ‘foute’ noot uit een muziekstuk halen. Deze vaardigheid helpt bij perceptie, geheugen en presteren door het voorspellen van toekomstige auditieve ervaringen. Naar de domeinspecificiteit van muziek moet nog verder onderzoek gedaan worden.

Domeinspecificiteit

Er zijn meerdere mechanismen die domeinspecifiek kunnen zijn en bij kunnen dragen aan muzikaal gedrag. Het ene mechanisme kan specifiek zijn voor muziek en het andere algemeen voor geluiden. Domeinspecificiteit kan ook ontstaan door leermechanismen of algemene principes. Er zijn dus veel mechanismen in het brein die bijdragen aan muziek, maar niet domeinspecifiek zijn. Het coderen van een bepaalde toon is een kandidaat als mechanisme achter muziekprocessen.

Wat is muziek?

De grenzen van wat muziek is zijn vaag. Zo kan rap als muziek gezien worden, of als snelle spraak. Maar dit wordt dan ook niet onderscheiden in het brein. Alle geluiden worden zowel door het spraaksysteem als de muziekverwerkingssystemen gestuurd. Het kan zijn dat muziek buiten het herkennen van tonen geen domeinspecifieke componenten heeft. Muziekverwerkingssystemen kunnen bestaan uit systemen die in andere zaken gespecialiseerd zijn. Muziek zou dan bijvoorbeeld de gebieden voor hechting activeren door de intonatie en toon waarop ‘gesproken’ wordt. Voor deze theorie is weinig steun, omdat niet duidelijk is wat eerst kwam, spraak of muziek.

Sommige gebieden in het brein moeten muziekspecifiek zijn, omdat door hersenbeschadigings-, toondoofheids- en autisme-onderzoek bewezen is dat gevoel voor muziek zich onafhankelijk van andere vaardigheden kan ontwikkelen en andersom. Er zijn bijvoorbeeld ook gevallen van hersenbeschadiging waarbij de taal niet meer herkend kan worden, maar muzikale wijsjes nog wel, of waarbij wel de tekst van liedjes opgezegd kan worden, maar het wijsje niet meer herkend wordt. Muziek en taal blijken dus onafhankelijk van elkaar te kunnen functioneren. Het komt weinig voor dat zowel taal als muziek aangetast wordt bij hersenbeschadiging (double dissociation), waardoor het vermoeden bestaat dat er een apart verwerkingssysteem is voor muziek. Dit systeem zou het coderen van toon kunnen zijn, aangezien de meeste mensen met toondoofheid (congenital amusia) niet in staat zijn een afwijkende noot uit een melodie te halen. Toch kan het zijn dat het coderen van toon niet het probleem is, maar een symptoom van een dieper liggend probleem.

Ritmeverwerking ligt ook ten grondslag aan muziek. Een stoornis hierin kan onafhankelijk van toonstoornissen optreden. Er is dus een aanwijzing voor meerdere systemen die muzikale vaardigheden beïnvloeden in het brein. Maar er is nog niet aangetoond dat dit proces muziekspecifiek is.

Is muzikaal talent aangeboren?

Er wordt algemeen aangenomen dat talent aangeboren is. Hoeveel je ook oefent, als je geen talent hebt voor muziek, wordt je nooit een Mozart. Het al dan niet domeinspecifiek zijn van muziekverwerkingssystemen zegt niets over of muziek aangeboren is. Vaardigheid in geschreven taal is ten slotte ook in het brein terug te vinden terwijl dit volledig aangeleerd is. Er is gevonden dat het FOXP2 gen gerelateerd is aan spraak. Dit is ontdekt bij een onderzoek naar de KE-familie. De helft van de leden van deze familie in drie generaties heeft een spraak en taal stoornis en er blijkt sprake te zijn van erfelijkheid. Deze stoornis bleek niet taalspecifiek te zijn, maar beïnvloedt ook mondbewegingen en muzikale vaardigheden, zoals ritmeverwerking en productie, en melodieverwerking en productie.

Ook toondoofheid bij mensen blijkt in de familie te zitten. Elke respondent met toondoofheid heeft een familielid met hetzelfde probleem. Deze data suggereert dat er twee factoren meespelen bij muzikale vaardigheden, namelijk ritmeverwerking en toonverwerking. De genetische oorsprong van deze problemen correleert met de stoornissen, maar hoeft niet de enige factor te zijn die de stoornis veroorzaakt. In verder onderzoek zal gepoogd worden te achterhalen welke genen hier ten grondslag aan kunnen liggen.

Muzikale aanleg

De meeste mensen lijken met muziek geboren te worden. Kinderen hebben al muzikale talenten en zijn gevoelig voor dissonante muziek. Kinderen tonen al een voorkeur voor ritmische, zuivere muziek, wat duidt op het bestaan van muzikale aanleg. Dit kan daarentegen ook te maken hebben met de plasticiteit van het kinderbrein. De ervaringen vanuit de omgeving worden makkelijk opgenomen in het brein, waardoor muziek toch aangeleerd kan zijn. Dit ontstaat bijvoorbeeld door slaapliedjes en kinderliedjes die gezongen worden door de ouders. Kinderen geven de voorkeur aan liedjes die gericht zijn op kinderen, ook in onderzoek bij kinderen van dove ouders. Ook verkiezen kinderen zang boven spraak. De voorkeur voor het luisteren naar muziek lijkt dus aangeboren. Dit kan aangevuld worden met door ervaring aangeleerde regels over muziek. Toch lijkt dit niet het geval te zijn, aangezien over verschillende culturen mensen dezelfde soort regels voor muziek aanhoudt. Niet alle regels blijken leerbaar, een deel is waarschijnlijk al vastgelegd in ons brein.

Muziek als menselijke eigenschap

De oorsprong van muziek in onze dierlijke wortels wordt nog onderzocht. Dit is moeilijk, omdat er nog geen duidelijk onderscheid is tussen muziek en spraak. Sommige dieren zijn in staat basale taalvaardigheden te verwerven, zoals onderscheid maken tussen verschillende talen en het leren van basale taal. Dit soort onderzoek zou ook gedaan moeten worden met muziek.

Muziek en het brein

Domeinspecificiteit hangt samen met de locatie van muziekverwerkingssystemen in het brein. Het kan best dat er geen systeem aan te wijzen is in het brein, omdat het systeem samenhangt met andere systemen. Toch moet er een aparte locatie bestaan, anders zou specifieke amuzikaliteit niet kunnen ontstaan door hersenbeschadiging. Het coderen van toon zou deze aparte module kunnen zijn en zich kunnen bevinden in het frontale brein. Toch wordt verwacht dat toonherkenning zijn wortels heeft in verschillende delen van het brein. De hoop is om het essentiële mechanisme te vinden dat hier ten grondslag aan ligt. Dit is al gedaan voor andere vaardigheden, dus het is mogelijk.

Muziek en taal in het brein

Het gebied van Broca blijkt zowel met muziek als taal te maken te hebben, al hoeft dit niet veel te zeggen over de functie van dit gebied bij muziek. Hier moet nog verder onderzoek naar gedaan worden. Het is makkelijker om de afzonderlijke functies van gebieden te beschrijven dan de overlappen hierin. Het blijkt moeilijk om muziek afzonderlijk van taal in het brein te localiseren.

De plasticiteit van het brein

De localisatie van de muzikale verwerkingssystemen biedt belangrijke informatie over de biologische gronden van muziek. Net als bij het verwerven van een tweede taal, worden bij elke persoon andere gebieden gebruikt voor de opslag van nieuwe kennis over muziek. Hierdoor is muziek niet bij alle mensen op dezelfde manier gecodeerd in het brein.

Het muzikale deel van het brein van muzikanten zou er dan ook heel anders uitzien dan die van niet-muzikanten. Één van deze gebieden is het motorische gebied, vanwege de fijne motoriek die bij het bespelen van een instrument komt kijken. Het brein wordt dus sterk beïnvloed door de ervaringen en trainingen met muziek. Toonverwerking zou aangeboren zijn, omdat dit bij alle respondenten in hetzelfde gebied gevonden werd, terwijl andere factoren van muziek plastisch zijn.

Het emotionele effect van muziek

Emotie is een belangrijk onderdeel van de muzikale ervaring, zowel voor luisteraars als muzikanten. Kinderen kunnen al onderscheiden of muziek vrolijk is of verdrietig, of angst en woede uit. Vanaf het 6e levensjaar kunnen kinderen de patronen in muziek onderscheiden die muziek vrolijk of droevig maakt. Dit hoeft niet aangeboren te zijn, maar kan door blootstelling aan muziek aangeleerd zijn. Mensen waarderen onbewust muziek die ze herkennen meer dan onbekende muziek. De rillingen die mensen van muziek kunnen krijgen worden veroorzaakt door het limbische systeem en kan geregistreerd worden in verschillende gebieden in het brein, zoals het dorsale brein, het ventrale striatum met de nucleus accumbens, de insula en de orbitofrontale schors. Dit zijn plezier en beloningscentra in het brein. De rillingen zelf worden geassocieerd met endorphines, die als beloning werken voor eten en seks. Ook de amygdala kan geactiveerd worden door muziek. Emoties opgeroepen door muziek kunnen reflexmatig ontstaan, door de werking van het limbische systeem.

Muzikale mensen

Wat is het nut van muziek bij mensen? Hiervoor zijn twee evolutionaire verklaringen. Darwin stelde dat muziek diende om seksuele partners te lokken en indruk te maken op deze partners. Daarnaast kan muziek dienen om groepsgevoel te bevorderen, door dans, religieuze rituelen en ceremonies. Dit begint al bij het zingen van slaapliedjes voor baby’s. Door emotional contagion zijn kinderen geneigd dit gedrag na te doen en zich emotioneel aan te passen. Muziek is ook geschikt om met groepen aan mee te doen, doordat het de mogelijkheid biedt tot meerstemmig in harmonie te zingen, terwijl de individuele stem toch belangrijk blijft. Muziek dient dan om zonder het Zelf volledig te verliezen op te gaan in een groep.

Conclusie

Veel vragen over muziek blijven onbeantwoord, maar er is wel bewijs gevonden voor specifieke processen in het brein die te maken hebben met de aanleg voor muziek. Muziek blijkt niet cultureel bepaald te zijn, maar gedeeltelijk aangeboren te zijn. Muziek is belangrijk in de menselijke samenleving, al heeft het evolutionair misschien weinig nut. Er is nog wel behoefte aan veel onderzoek naar de wortels van muziek in ons brein.

From the functions of music to music preference - Schäfer & Sedlmeier, 2009 - Artikel

From the functions of music to music preference - Schäfer & Sedlmeier, 2009 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op From the functions of music to music preference van Schäfer, T., & Sedlmeier, P. (2009)

Inleiding

Er zijn twee vragen belangrijk bij het onderzoeken van muzieksmaken.

  1. Waarom houdt iemand van een bepaald soort muziek, terwijl iemand anders van andere muziek houdt?

  2. Waarom is er verschil in de mate van muziekvoorkeur?

Deze tweede vraag is nog maar weinig behandeld in muziekonderzoek.

Er zijn verschillende factoren die invloed hebben op muziekvoorkeur, waaronder de eigenschappen van de muziek, bekendheid, herhaald ernaar geluisterd hebben en de ervaringen tijdens het luisteren van de muziek. Ten slotte spelen sociale invloeden mee. Maar ook persoonlijkheid, fysiologische eigenschappen, geluidsvoorkeuren in het algemeen en leeftijd lijken invloed te hebben.

Functies en voordelen van muziek

Muziek luisteren heeft verschillende functies, zoals een prettig gevoel teweegbrengen. Voor adolescenten is muziek belangrijk bij het ontdekken en uitdragen van hun identiteit. Muziek dient ook als een methode om groepen te vormen en te definiëren. In sociale context biedt muziek een medium voor communicatie, maar dient ook als onderwerp van communicatie. Muziek dient daarnaast als een copingsmechanisme. Over het algemeen wordt muziek gebruikt als een methode om onze gevoelens en emoties te reguleren.

Functies van muziek en muziekvoorkeur

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de mate van het ‘houden van’ een bepaalde muzieksoort. Er wordt verondersteld dat er een continuüm is van het leuk vinden tot het adoreren van een bepaalde muzieksoort. Deze mate van leuk vinden zou invloed kunnen hebben op de functie van de muziek. In dit onderzoek wordt gezocht naar de missing link tussen de mate van het leuk vinden van muziek en de functie hiervan. De hypothese hierbij is dat de mate van het leuk vinden van muziek wordt bepaald door de mate waarin deze muzieksoort de behoeften van de luisteraar vervult.

Methode

Eerst werd bepaald welke muziekstijlen bekend zijn. Deze gevonden stijlen werden gegroepeerd in dimensies die op dezelfde manier beoordeeld worden. Hieruit kwamen bijvoorbeeld rock, pop, rap en electro. Een voorbeeld van stijlen die op dezelfde manier beoordeeld worden zijn hiphop, zwarte muziek, R&B en rap. Deze zijn samengevoegd onder het genre rap. Muziekvoorkeuren kunnen onderscheiden worden in vier dimensies die de belangrijkste eigenschap van de muziek beschrijven, namelijk: bedachtzaam en complex, intens en rebels, upbeat en conventioneel, en als laatste energieke en ritmisch.

Onderzoek 1: Hoe bekend zijn de muziekstijlen?

170 participanten vulden een vragenlijst in waarbij ze een lijst maakten van alle muziekstijlen die ze kenden. Daarnaast gaven de participanten een schatting van hoeveel muziek ze per dag luisterden en gaven een cijfer voor hun muzikaliteit en het belang van muziek in hun leven.

Er werden 25 stijlen gevonden die bekend waren bij in ieder geval 10% van de respondenten. De eigen muzikaliteit werd gemiddeld met een 6.1 beoordeeld en het belang van muziek met een 8.2. Gemiddeld luisterden ze 3 uur per dag naar muziek. Dit nam af naar mate de respondenten ouder waren. De lijst van stijlen werd gebruikt voor het tweede onderzoek.

Onderzoek 2: De functies van muziek en muziekvoorkeur

De doelen van dit onderzoek zijn:

  1. Na gaan in welke mate mensen van hun favoriete muziek houden.

  2. De structuur van muziekvoorkeur en de dimensies hierin.

  3. Welke functies favoriete muziek kan vervullen.

  4. Hoe de functie van muziek gerelateerd is aan de mate van het houden van die muziek.

In dit onderzoek is gebruik gemaakt van 507 respondenten. Zij gaven een indicatie van de eigen muzikaliteit en het belang van muziek in hun leven. Deze resultaten kwamen overeen met de resultaten van het eerste onderzoek. In dit onderzoek werd niet gevonden dat het belang van muziek niet verminderde bij oudere respondenten, maar dit kan te maken hebben met de jongere gemiddelde leeftijd in deze groep. De respondenten werd gevraagd om in een online vragenlijst een beoordeling te geven van elk van de gevonden muziekstijlen uit onderzoek 1 door middel van het beoordelen van stellingen over deze stijl. Hieronder vielen stellingen als ‘ik vind deze muziek leuk’ en ‘ik ga regelmatig naar concerten om deze muziek te luisteren’. Daarnaast beoordeelden ze over hun eigen favoriete muziekstijl een lijst stellingen die gingen over de functies van muziek.

Resultaten en discussie onderzoek 2

De meest favoriete stijlen waren rock en alternatieve muziek, waarna klassiek, pop, rock en roll, jazz, punk, reggae, blues en ska volgden. Beat muziek, folk en electronische muziek werden negatief beoordeeld. Dit is belangrijk, omdat het bevestigd dat er verschillende dimensies, of genres, in muziek bestaan, die apart onderzocht dienen te worden.

Op basis van verdere analyses werden 6 dimensies van muziekvoorkeur bepaald. Dit waren verfijnd, electronisch, rock, rap, pop en als laatste beat, folk & country. Verfijnde muziek is bijvoorbeeld klassieke muziek en andere stijlen die als superieur gezien worden. Electronische muziek wordt met computers gemaakt en heeft vaak een duidelijke beat. Rock muziek bevat luide, snelle muziek met grote variatie. Onder rap vallen alle ‘offbeat’ ritmes en deze muziek bevat vaak een dominante stem over de muziek. Pop muziek is makkelijk te luisteren en heeft sentimentele teksten. De laatste groep, beat, folk en country zijn simpele, traditionele nummers. Opvallend is dat rock en roll ook hoog scoort in deze laatste groep.

Muziekonderzoek zou er baat bij hebben om niet alleen te kijken naar muziek die gewaardeerd wordt, maar ook naar de mate waarin die muziek gewaardeerd wordt door respondenten. De waardering van de eigen favoriete muziekstijl is te vinden in figuur 2. Het is opvallend dat er respondenten tussen zijn die een zeer laag cijfer geven aan de muziek die ze als hun favoriete stijl hebben benoemd. Dit heeft te maken met wat mensen zien als ‘favoriet’ en de waarde die ze hechten aan muziek in het algemeen.

De stellingen die beoordeeld zijn zijn onder te verdelen in twee groepen. De evaluerende stellingen gaan over hoe je muziek beoordeeld, bijvoorbeeld dat je de muziek leuk vindt, terwijl de gedragsstellingen gaan over wat je doet, zoals het bezoeken van een concert of het kopen van een cd. Op de eerste soort stellingen werden hogere scores gegeven.

De functies van muziek die genoemd werden, kwamen vaak overeen met de antwoorden van andere respondenten. De belangrijkste functie was dat muziek voor een goed humeur zorgt, waarna ontspanning, oppeppen en evalueren genoemd worden. De meeste genoemde functies hadden te maken met het beïnvloeden van humeur en emotie. Daarnaast wordt genieten van muziek als kunstvorm genoemd.

De respondenten werden ingedeeld op de dimensies op basis van hun opgegeven favoriete muziekstijl. In alle dimensies kwamen de voorgenoemde functies als belangrijkste uit de bus. Toch zijn er per dimensie ook verschillen. Zo noemen de luisteraars van verfijnde muziek vaker muziek als kunstvorm, terwijl luisteraars van electronische muziek de functie van oppeppend en dansbaar zijn noemen. Rock luisteraars noemden het uitdragen van de eigen identiteit en waarden. Rap luisteraars noemden dans en beweging vaker en de luisteraars van beat, folk en country noemden alle voorgenoemde functies.

Waarom mensen van bepaalde muziek houden werd ook onderzocht. Er werd gekeken naar de waardering voor de verschillende dimensies per persoon en de beoordeling van de functies van muziek. Hieruit bleek dat persoonlijkheid en identiteit uiten als functie het hoogst gecorreleerd was aan muziekvoorkeur. Daarnaast bleek het ontmoeten van anderen door de muziek belangrijk, wat erop duidt dat muziekvoorkeur een sociaal fenomeen is. Het laat zien dat muziek een bron van informatie is, die de mening overbrengt van de makers van de muziek en de fans. Muziekvoorkeur wordt verrassend laag gecorreleerd aan de emotionele voordelen van muziek.

Over het algemeen wordt muziekvoorkeur gerelateerd aan de functies die het vervult. Hoe meer een respondent van een bepaalde muziekstijl hield, hoe meer functies deze muziekstijl schijnt te vervullen. Voor de functies per muziekstijl, zie tabel 5.

Door een regressie analyse werd bepaald welke functies de variantie van de muziekvoorkeuren verklaarden. De volgende 7 functies verklaarden 47% van de variantie:

  • Uiten van mijn identiteit

  • Helpt me mensen te ontmoeten

  • Geeft me een extatisch gevoel

  • Drukt mijn waarden uit

  • Waardeer ik als kunstvorm

  • Bezorgt me een goed humeur

  • Geeft me informatie

Andere factoren spelen hoogstwaarschijnlijk ook mee, zoals het vaak horen van de muziek omdat je ouders het luisteren, of muziek die je hebt moeten spelen bij het leren bespelen van en een instrument. En de functies van muziek worden ook beïnvloedt door de situatie. Bij de optie om extra redenen om muziek te luisteren te noemen, werden andere interessante functies van muziek genoemd. Bijvoorbeeld dat muziek inspiratie bood, een gevoel van vrijheid ervaren door muziek en ten slotte religieuze functies, zoals aanbidding.

Veel respondenten noemden bij hun favoriete muziek dat dit de muziek is waarmee ze opgegroeid zijn. Dit is geen functie van muziek en is dus niet opgenomen in deze studie. Hier moet wel verder onderzoek naar gedaan worden, het vaak blootgesteld worden aan bepaalde muziek kan immers invloed hebben op muziekvoorkeur.

Discussie

De functies van de favoriete muziek werd sterk gerelateerd aan de mate van waardering voor die muziekstijl. Belangrijke functies waren het beïnvloeden van humeur en emoties en intellectuele stimulatie. Toch bleek dat deze functies niet het belangrijkst waren voor het bepalen van de mate van waardering voor de muziekstijl. De belangrijkste functies bleken het uiten van de eigen persoonlijkheid en waarden en het ontmoeten van anderen. Ondanks dat respondenten dit zelf nauwelijks noemen, bleek identificatie met de artiest en verkregen informatie door de muziek ook belangrijk te zijn.

De muziek die respondenten toeschrijven aan hun favoriete muziek blijken niet de functies te zijn die hun waardering bepaalt. Persoonlijke ervaringen met de muziek blijken ook invloed te hebben op de mate van waardering, maar hier moet meer onderzoek naar gedaan worden. Luisteraars van verschillende genres halen verschillende dingen uit muziek. Zo hebben electronische muziek luisteraars meer aan de dansbaarheid en waarderen luisteraars van verfijnde muziek de kunstvorm achter de muziek meer. De manier waarop mensen gebruik maken van muziek, welke functies het dus vervuld, is erg complex. Er is dus bijvoorbeeld niet te spreken van de typische metal luisteraar.

Een beperking van dit onderzoek is het verschil tussen korte termijn functies en lange termijn functies. Een opzwepend liedje kan je direct in een goed humeur brengen, maar dit heeft geen invloed op de waardering van deze muziekstijl op de lange termijn. In verder onderzoek dient een theoretisch raamwerk ontworpen te worden op basis van de onderzoeksvragen die hier behandeld zijn.

Intergenerational continuity of music taste - Ter Bogt et al., 2011 - Artikel

Intergenerational continuity of music taste - Ter Bogt et al., 2011 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Intergenerational continuity of music taste van Ter Bogt, T.F.M., Delsing, M.J.M.H., Van Zalk, M., & Meeus, W.H.J. (2011).

Inleiding

In eerder onderzoek werd besproken dat muzieksmaak bepaald wordt door socio-economische achtergrond, als een functie van economische welvaart, onderwijsniveau en sociale achtergrond. Er kunnen groepen gemaakt worden op basis van muzieksmaak, die over het algemeen dezelfde groepen vormen wanneer er groepen gemaakt worden op basis van sociale achtergrond. Variabelen als ras, klasse, geslacht en opleidingsniveau beïnvloeden de muzieksmaak, wat weer invloed heeft op de representatie van het Zelf. Daarnaast lijkt er ook sprake te zijn van een intergenerationele transmissie van muzieksmaak, dat wil zeggen dat ouders dezelfde muziek leuk vinden als hun kinderen. Dit onderzoek zal verder op deze transmissie ingaan.

De structuur van muziekvoorkeuren

Muziek wordt om verschillende redenen geluisterd, zoals emotieregulatie en het uiten van de eigen identiteit. Deze redenen hangen af van de sociale setting waar een persoon zich in bevindt. Muziek wordt ook gebruikt om groepen te vormen en jezelf te distantiëren van andere groepen. Muziekvoorkeuren lijken stabiel te zijn, mensen kiezen hun muziek uit een beperkte database, die bepaald wordt door factoren als sociale status. Er is al uit eerder onderzoek gebleken dat alle muziekstijlen onder te brengen zijn in 4 categoriën, namelijk:

  • Reflectief en complex – klassieke muziek, jazz, blues en folk

  • Intens en rebels – rock, alternatieve muziek, heavy metal

  • Upbeat en conventioneel – country, religieuze en pop muziek

  • Energiek en ritmisch – rap, hiphop, soul, funk en electronische dance.

Onderzoeken in België, Nederland en Zweden bevestigden de mogelijkheid om muziek onder te brengen in verschillende meta-genres. Hier werden pop, rock, afro-amerikaans/urban, dance en elite/highbrow muziek gevonden. In sommige onderzoeken wordt dance of urban samengevoegd met pop.

Muziekvoorkeur als persoonlijkheidskenmerk

Muziek die tijdens de late adolescentie geluisterd wordt blijft ons het beste bij en vormt de basis voor onze muzieksmaak in de rest van ons leven. Muzieksmaak blijkt redelijk stabiel te zijn, zelfs net zo stabiel als de Big Five persoonlijkheidsfactoren. Een voorkeur voor bepaalde bands wisselt, maar de favoriete muziek blijft toch binnen een bepaald genre, of een van de meta-genres zoals eerder genoemd.

Gender, klasse en opleidingsniveau

Meisjes luisteren vaker naar melodische muziek, klassiek en pop, terwijl jongens vaker naar rebelse muziek en electronische dance luisteren. Ook sociale klasse en opleidingsniveau hebben invloed op de muzieksmaak. De werkende klasse houdt meer van rock en roll, terwijl de middenklasse meer naar progressieve rock en hippie muziek luistert. Jongeren met een laag opleidingsniveau luisteren vaker heavy metal en jongeren uit hoger onderwijs luisteren meer naar pop en deze jongeren luisteren vaak naar meerdere soorten muziek. Ze zijn muzikale omnivoren en luisteren ook meer naar highbrow muziek zoals klassiek en jazz.

Muzikale socialisatie

Familie interacties zorgen voor de overdracht van culturele normen en waarden. Ook muziek wordt op deze manier overgedragen. Dit gebeurt bewust, door instructie en de kinderen meenemen naar concerten, en onbewust, door het luisteren van bepaalde muziek waar de kinderen bij zijn. Meisjes lijken gevoeliger te zijn voor de smaak van hun moeder en jongens voor die van hun vader. Toch lijken moeders meer invloed te hebben op de smaak van hun kinderen dan vaders. Tijdens de adolescentie luisteren sommige jongeren juist muziek die hun ouders te hard of vulgair vinden, om te rebelleren. Jongeren luisteren niet altijd dezelfde bands als hun ouders, maar over het algemeen nemen ze wel de patronen over, waardoor ze dezelfde soort muziek waarderen. Uiteraard is dit geen eenzijdig proces, ouders nemen soms ook de smaak van hun kinderen over.

Methode

In dit onderzoek worden de volgende hypothesen getest:

  • Er bestaat een continuïteit van muzieksmaak van de ouders toen ze jong waren en de smaak van de kinderen tijdens hun adolescentie.

  • Opleidingsniveau is gerelateerd aan de smaak van zowel de ouders als de kinderen.

Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de vaders en moeders. De onderzoeksgroep bestond uit 938 jonge adolescenten en 393 midden adolescenten uit Utrecht. 325 families werden uitgekozen om mee te doen aan de latere waves in het onderzoek. Er werd gebruik gemaakt van vragenlijsten. De sociale positie van de jongeren werd bepaald door hun opleidingsniveau. De ouders werd gevraagd om aan te geven wat ze vonden van bepaalde muziekstijlen toen ze jong waren op een schaal van 1 tot 5. Soortgelijke stijlen die momenteel populair zijn werden voorgelegd aan de jongeren. De ouders vulden bijvoorbeeld hun voorkeur in voor soul en disco, terwijl de jongeren hun waardering moesten aangeven voor hiphop en R&B, wat gestoeld is op soul en disco.

Door analyse werden hoofdgenres geconstateerd, namelijk pop, rock, highbrow en dance. Dance werd alleen gevonden in de data van de jongeren, niet in die van de ouders. Voorkeur van pop door de ouders was een voorspeller voor het houden van dance bij de kinderen. Opleidingsniveau van ouders was een voorspeller voor opleidingsniveau van de kinderen.

Resultaten

Bij zowel moeders als vaders was de meest genoemde favoriete stijl pop. Rock was minder populair en highbrow het minste. Moeders hielden minder van rock en meer van pop dan de vaders. Bij de jongeren was pop ook het populairst. Rock en dance waren minder populair en highbrow het minste, zeker bij de jongens. Dance was populairder bij jongens, highbrow en pop meer bij meisjes.

De voorkeur van moeders voor pop, rock en highbrow werden significant geassocieerd met dezelfde voorkeur bij dochters. Moeders die van pop, rock en highbrow hielden, hadden vaak zoons die respectievelijk van dance, rock en highbrow hielden. De smaak van de vader had vaak weinig invloed op de smaak van de kinderen. Vaders die van rock en highbrow hielden hadden vaak dochters met dezelfde voorkeur. Vaders die van pop hielden hadden dochters die van dance hielden. Alleen op highbrow muziek werd een link gevonden tussen vaders en zoons. Wat betreft een voorkeur voor rock bleek bij meisjes de smaak van de ouders invloed te hebben, maar bij zoons helemaal niet. Er bleek ook een verband te zijn tussen de smaak van de vader en moeder. Dit kan te maken hebben met socialisatie in de relatie, of met een soortgelijke smaak aan het begin van de relatie.

Het pop model

Opleidingsniveau van de ouders was negatief gecorreleerd aan voorkeur voor pop, dit gold niet voor de jongeren. De voorkeur van ouders voor pop was een voorspeller voor popvoorkeur bij de kinderen.

Het rock model

Er was geen correlatie tussen opleidingsniveau en voorkeur voor rock bij de ouders, al bestond er wel een positief verband bij de jongeren. Voorkeur voor rock bij de ouders voorspelde voorkeur voor rock bij dochters, terwijl dit niet teruggevonden werd bij zoons.

Het highbrow model

Een hoger opleidingsniveau was een goede voorspeller voor het houden van highbrow muziek bij zowel ouders als kinderen. Een voorkeur bij ouders voor highbrow was een voorspeller voor dezelfde voorkeur bij hun kinderen.

Het pop-dance model

Ouders die van pop hielden, hadden vaker kinderen die van dance hielden. Een lager opleidingsniveau voorspelde voorkeur voor dance bij jongeren.

Opleidingsniveau bleek een belangrijke factor te zijn in de muzieksmaak van zowel ouders als kinderen. Er is geen duidelijk onderscheid gevonden tussen de invloed van moeders en vaders in de multi-groep analyse.

Discussie

Het doel van dit onderzoek was om aan te tonen dat de muzieksmaak van ouders in de tijd dat hun muzieksmaak werd ontwikkeld, gerelateerd is aan de muzieksmaak van hun kinderen tijdens de adolescentie. De resultaten bevestigen de intergenerationele continuiteit van culturele en muzikale voorkeuren. Muziek socialisatie is een mechanisme binnen families die zorgt voor de intergenerationele transmissie van muzieksmaak. Het genderverschil wat betreft voorkeur voor rock was opvallend. Er is wel een effect gevonden voor meisjes, maar niet voor jongens. De emancipatie van de rock wordt hier deels door veroorzaakt. Jongens lijken meer hun voorkeuren uit hun peer groepen te halen dan van hun ouders. Verder zijn geen genderverschillen gevonden. De grotere invloed van moeders op de muzieksmaak van hun kinderen kan te maken hebben met de grotere neiging van vrouwen om hun kinderen actief te onderwijzen, ook wat betreft muziek. Daarnaast hebben kinderen over het algemeen meer interacties met hun moeder dan met hun vader.

Voor de hypothese dat opleidingsniveau gerelateerd is aan de smaak van zowel de ouders als de kinderen is ook ondersteuning gevonden. Het opleidingsniveau van de ouders is gerelateerd aan het opleidingsniveau van de kinderen. Bij zowel ouders als kinderen is opleidingsniveau gerelateerd aan muziekvoorkeur. Over het algemeen is gevonden dat een hoger opleidingsniveau een hogere waardering van highbrow muziek voorspelt. Deze soort muziek wordt door ouders, ongeacht eigen voorkeur, gepromoot bij de kinderen. De sociale status van deze muzieksoort blijft dus bestaan.

Er zijn ook veranderingen gevonden in de relatie tussen sociale positie en muziekvoorkeur. Bij de ouders was pop geassocieerd met lagere opleidingsniveaus, terwijl deze relatie bij de kinderen niet bestond. Ditzelfde effect werd gevonden bij rock en roll. Het idee dat heavy metal voor de lagere klassen of drop-outs is, is ook niet teruggevonden in dit onderzoek. Dance heeft in dit opzicht de plaats ingenomen van metal. Jongeren met een hoog opleidingsniveau zijn muzikale omnivoren, nog sterker dan hun ouders.

De relatie tussen de muziekvoorkeur van ouders en die van hun kinderen is bevestigd in dit onderzoek. Ouders beïnvloeden hun kinderen door het spelen van muziek waar de kinderen bij zijn of ze mee te nemen naar concerten.

Beperkingen en conclusie

Het kan dat ouders hun muziekvoorkeuren van toen ze jong waren niet accuraat hebben weergegeven. De invloed van de voorkeuren van hun kinderen kan hun herinnering aan de muziek die ze vroeger leuk vonden gekleurd hebben. Maar de muziek uit deze periode wordt beter herinnerd, waardoor de data toch valide zal zijn. Daarnaast kan het zijn dat de meta-genres die gebruikt zijn te breed zijn om dit onderzoek betrouwbaar te maken. Hele diverse mensen en voorkeuren vallen in dezelfde categorie, waardoor de data onbetrouwbaar kan zijn. Het zou dus de voorkeur hebben om specifiekere genres te gebruiken bij vervolgonderzoek. Een andere beperking van dit onderzoek is het verband tussen de smaak van ouders en kinderen. We hebben een relatie aangetoond, maar kunnen niet met zekerheid zeggen dat er sprake is van een causaal verband. En de gevonden effecten zijn klein, deze moeten niet te groots opgevat worden. Deze invloed hoeft niet de belangrijkste, noch de enige te zijn. Peers en media hebben bijvoorbeeld ook een invloed. Er is een verband gevonden, maar we weten nog niet hoe dit verband precies tot stand komt. Hier moet in verder onderzoek aandacht aan besteed worden. De intergenerationele transmissie van muzieksmaak is vastgesteld, maar hoe dit in zijn werk gaat moet verder onderzocht worden.

Cascading reminiscence bumps in popular music - Krumhansl et al., 2013 - Artikel

Cascading reminiscence bumps in popular music - Krumhansl et al., 2013 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Cascading reminiscence bumps in popular music van Krumhansl, C.L., & Zupnick, J.A. (2013).

Inleiding

Als je muziek hoort die je als kind vaak gehoord hebt, ervaar je dit als zeer herkenbaar. Van deze muziek weet je vaak veel feiten en het roept specifieke herinneringen op uit de vroege jeugd. Dit wordt het reminiscence effect, of de reminiscence bump genoemd. Dit soort herinneringen zijn sterk cultureel bepaald en worden ook sterk door de ouders beïnvloed, aangezien de muziekkeuze in de vroege jeugd wordt bepaald door de ouders. Over het algemeen vergeten mensen over de tijd veel dingen die ze meegemaakt hebben. Maar opvallend is dat in de periode van 10 tot 30 jaar juist erg veel teruggeroepen kan worden. Deze bump is gevonden bij verschillende onderzoeken, waaronder vrije associatie en woordassociaties. Dit werd verklaard door de hoeveelheid nieuwe ervaringen die in deze periode opgedaan worden of doordat mensen sowieso veel nadenken over hun adolescentie in een later stadium van hun leven. Ook kan het te maken hebben met neurobiologische veranderingen, al is het moeilijk deze hypothesen te testen. In eerdere onderzoeken is gevonden dat muziek sterke emotionele reacties en specifieke herinneringen kan oproepen aan de periode waarin de muziek voor het eerst (of veel) geluisterd werd. In dit artikel wordt gekeken naar het patroon van de autobiografische herinneringen die muziek kunnen oproepen en of er veranderingen zijn ontstaan in dit patroon door de snel veranderende populaire muziekstijlen van de laatste tientallen jaren.

Methode

Er deden aan dit onderzoek 62 participanten mee, waaronder 40 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 20.1 jaar en gemiddeld 6.2 jaar muziekonderwijs. 72.1 procent bespeelt een instrument. De vragenlijst bevatte muziekkeuzes uit Billboard, een tijdschrift over de muziekindustrie. De top twee singles van de eindejaars top 100 vanaf 1995 werden gebruikt als stimuli. Elke participant kreeg 11 clips te horen van 10 liedjes per clip, die per clip de top twee liedjes van een periode van vijf jaar bevatten. Na het horen van de clips gaven de participanten aan hoeveel liedjes ze herkenden, gaven een beoordeling van hoe leuk ze de muziek vonden en beoordeelden de kwaliteit van de muziek. Daarnaast gaven ze een emotionele reactie op de clips, waarbij gescoord werd op verdriet, blijdschap, vertedering, woede, angst, nostalgie en energie. Ook werd gekeken naar persoonlijke herinneringen die aan de muziek gerelateerd waren en de context hiervan.

Resultaten

Wat opvalt in de resultaten is dat er meerdere bumps gevonden zijn, waarbij het aantal herinneringen die geassocieerd worden met muziek groeit: in de jeugd van de ouders

  • in de periode dat de ouders 20 jaar waren in de eigen jeugd tot 20 jaar

Muziek die geluisterd werd met de ouders werd sterk gekoppeld aan herinneringen uit de vroege jeugd, terwijl later een eigen muzieksmaak werd ontwikkeld. Dit is te zien in de groei van eigen herinneringen die gekoppeld zijn aan muziek die ontwikkeld is na de geboorte van de participant. De muziek die ouders luisterden toen ze 20 jaar waren wordt vaker herkend en kwalitatief hoger beoordeeld dan de rest van de muziek van voor de geboorte van de participant. Muziek van na de geboorte wordt nog vaker herkend en hoger beoordeeld. Wat betreft de gevoelens die de muziek oproept werden de bumps vooral gevonden bij nostalgie, blijdschap, energie en minder bij vertedering en verdriet. In het geval van woede en angst was er bijna geen reactie. De soort muziek die participanten luisterden toen ze opgroeiden en die ze nu luisteren komt grotendeels overeen. De luistergewoontes blijken dus stabiel te zijn over de tijd. Er is een genderverschil gevonden, maar de participantengroep is waarschijnlijk niet representatief. Zie ook figuur 1, 2, 3 en 4 in het artikel.

Discussie

Naast de al besproken resultaten was het opvallend dat er duidelijke bumps te zien zijn in muziek uit de periode voordat de participanten geboren zijn. Dit werd verklaard door de leeftijd van de ouders (namelijk de muziek waarmee zij opgegroeid zijn en de muziek die zij tijdens hun 20er jaren luisterden). Toch is deze muziek niet gerelateerd aan recente herinneringen van de participanten. Dat betekent dat ze op dit moment niet meer (regelmatig) naar die muziek luisteren. Er worden ook andere verklaringen gegeven voor de bump in de periode van 1960-1969. Zo wordt genoemd dat deze muziek kwalitatief gewoon beter was en nu nog bekend staat als classic rock, waardoor de jongeren hier positieve herinneringen aan hebben. Het kan dus te maken hebben met de kwaliteit van de muziek, of met de intergenerationele transmissie van muzieksmaken. Maar ook met de ontwikkeling van de cassette in de jaren ’60, waardoor muziek wijder verspreid kon worden.

Eerder onderzoek beschreef de intergenerationele transmissie van muziekvoorkeur al. Muziek zou hierin uniek zijn, omdat ouders op actieve en passieve wijze hun muziek, stijl en band voorkeuren zouden overdragen aan hun kinderen. Herinneringen die te maken hebben met de muziek van voor de geboorte is meer semantisch van aard, de participant heeft de herinneringen uit verhalen in plaats van uit eigen ervaring. Maar in dit onderzoek werden ook persoonlijke herinneringen naar voren gebracht die geassocieerd werden met de muziek van voor hun geboorte. Er zou een parallel bestaan tussen de herinneringen die opgeroepen worden door muziek en die opgeroepen door geur. Geur is net zo een moeilijk te beschrijven ervaring als muziek en kan heftige emoties oproepen. Hier moet verder onderzoek naar gedaan worden. Muziek speelt een centrale rol in de opvoeding en ontwikkeling van jonge kinderen. Muziek die gehoord wordt in deze periode zou een blijvende indruk maken op de herinneringen, voorkeuren en emotionele reacties van de kinderen.

The role of music in adolescent development - Miranda - Artikel

The role of music in adolescent development - Miranda - Artikel

Inleiding

Muziek kan veel verschillende effecten hebben op mensen in verschillende levensfasen. Vooral jonge mensen besteden veel tijd en geld aan muziek. In dit artikel wordt beschreven hoe groot de impact van muziek is op de ontwikkeling van adolescenten.

Invloed van muziek

Muziek schijnt een significante invloed te hebben op verschillende factoren van de menselijke natuur, namelijk:

Biologische effecten

Muziek wordt evolutionair gezien als adaptief omdat het kan leiden tot betere partnerselectie, sociale cohesie, groepswerk, de perceptuele en motorische vaardigheden, conflict reductie, ontspanning, overdracht van culturele facetten en zelfregulatie. Tegenwoordig wordt gesteld dat muziek invloed heeft en beïnvloed wordt door onze biologische kenmerken. Muziek reguleert bijvoorbeeld neurotransmitters die genot (dopamine), stress (cortisol) en hechting (oxytocine) beïnvloeden.

Psychologische effecten

Muziek luisteren is een emotionele ervaring. De psychologie achter muziek helpt ons om emoties die door muziek worden opgewekt beter te begrijpen. Door muziek kunnen emotionele reacties op andere factoren worden beïnvloed. Muziek kan dus ook gebruikt worden bij emotieregulatie.

Sociale effecten

Bijna alle functies van muziek zijn sociale functies. Slaapliedjes bevorderen bijvoorbeeld de hechting en muziek bij sociale bijeenkomsten beïnvloedt de interpersoonlijke interacties. Muziek wordt daarom een sociaal smeermiddel genoemd. Muzieksmaak is een belangrijk matching criterium bij de kennismaking met nieuwe personen. Er bestaan immers stereotyperingen over de fans van bepaalde genres, wat personen kan verbinden of juist uit elkaar kan drijven.

De wetenschap achter muziekonderzoek

Toch wordt er weinig gebruik gemaakt van de psychologie achter muziek. Dit komt onder andere doordat er weinig onderzoek binnen de muziekpsychologie naar buiten wordt gebracht, waardoor reguliere psychologen deze kennis niet kunnen gebruiken. Er wordt vaak genoemd dat muziek belangrijk is bij de opgroeiende jeugd, maar dit wordt niet wetenschappelijk onderbouwd.

Na 1960 begon muziek pas naar voren te komen in onderzoeken die zijn gepubliceerd in peer reviewed journals. Dit aantal is daarna exponentioneel gegroeid, maar muziek blijft een onderbelicht thema in de ontwikkelingspsychologie.

Ontwikkeling en muziek

Vanwege het gebrek aan interdisciplinair gebruik van de bekende kennis, wil de onderzoeker in dit artikel de kennis uit de muziekpsychologie weergeven om zo een brug te slaan tussen muziekpsychologie en de ontwikkelingspsychologie. Hier zijn drie argumenten voor:

  • Muziek beïnvloedt belangrijke aspecten van de ontwikkeling in de adolescentie.

  • Muziek kan dienen als beschermende en als risicofactor.

  • Muziek kan gebruikt worden als onderdeel van preventie en interventie.

De adolescentie is een belangrijke vormende fase tussen de kindertijd en volwassenheid waarin interacties tussen de adolescent en de sociale omgeving centraal staan. Doordat er veel verandert en ontwikkelt tijdens de adolescentie komt de adolescent veel belangrijke kwesties en uitdagingen tegen, die gepaard gaan met stress. Muziek neemt in deze ontwikkeling een belangrijke plaats in. Dit wordt alleen maar belangrijker in een tijd van technologische vooruitgang, waarin muziek als achtergrond dient bij veel andere activiteiten.

Muziek en schoonheid

De psychologie die focust op schoonheid heeft zich meer gericht op visuele dan op muzikale ervaringen. Toch worden adolescenten vooral blootgesteld aan muzikale stimuli, die hun perceptie van schoonheid beïnvloeden. Ze luisteren naar muziek omdat het mooi is, ze genieten ervan. Tijdens de adolescentie ontwikkelen jongeren hun muzieksmaak voor de rest van hun leven en bepalen ze wat ‘goede’ muziek is en wat niet in hun jongerencultuur. Muzieksmaak wordt tijdens de vroege adolescentie bepaald en stabiliseert tijdens de late adolescentie.

Muziek en identiteit

Ook de identiteit van de jongere wordt bepaald tijdens de adolescentie. Jongeren bepalen hun zelfbeeld en eigenwaarde aan de hand van belangrijke mensen in de muziekindustrie. Daarnaast wordt muziek gebruikt om een sociale identiteit aan te nemen. Dit bepaalt hun sociale contacten en de groepen waar ze wel en niet bij horen. Hun muzikale subcultuur bepaalt vervolgens hun (jongeren)culturele identiteit en beïnvloeden de jongere op sociaal gebied door een script aan te bieden van wat hoort bij de cultuur. Daarnaast gelden bekende muzikanten als rolmodellen voor de jongeren. Muziek is dus meer dan een sociaal smeermiddel, het is een bron die de jongeren informatie biedt wat betreft sociaal wenselijk gedrag, sociale rollen en toekomstbeeld.

Muziek en socialisatie

Muziek brengt jongeren dichter bij hun leeftijdsgenoten en helpt ze los te komen van hun ouders. Muzieksmaak kan helpen bij het vormen van vriendschappen. Hierbij speelt aanpassingsgedrag ook een rol. Vrienden zijn geneigd meer muziek die hun vrienden leuk vinden, ook te gaan luisteren. Dit is op neurologisch vlak ook aangetoond. Tijdens het luisteren van muziek denken jongeren na over sociale interacties. Daarnaast verdrijft muziek gevoelens van eenzaamheid.

Muziek, emotieregulatie en coping

Muziek kan voor adolescenten dienen als middel om hun emotionele behoeften te vervullen, zeker als het gaat om emotieregulatie. Zo kan muziek hen afleiden, ze het gevoel geven dat ze goed genoeg zijn of een methode zijn om emoties af te reageren of te uiten. Daarnaast luisteren jongeren naar muziek om te ontspannen en zichzelf af te leiden van zorgen. Muziek wordt dan gebruikt als copingmechanisme om met stress om te gaan. Miranda en Claes (2009) hebben een model ontwikkeld dat emotieregulatie, probleemoplossend vermogen en vermijding meet. Muziek kan helpen bij emotieregulatie en vermijding, maar niet bij het oplossen van het probleem.

Persoonlijkheid en motivatie

De persoonlijkheidsfactoren van de Big Five (vooral extraversie en openheid) kunnen muzieksmaken voorspellen in adolescenten. Er is ook gevonden dat coping door muziek de mate van neuroticisme kan voorspellen. Muziek en persoonlijkheid lijken dus in interactie met elkaar te zijn.

Motieven om muziek te luisteren worden samengevat in drie factoren in het model van Chamorro-Premuzic:

  • Emotioneel gebruik van muziek

  • Rationeel en cognitief gebruik

  • Gebruik als achtergrond

Ook North en zijn collega’s hebben een model samengesteld waarin de volgende factoren centraal staan:

  • Sociaal imago creëren

  • Vervullen van emotionele behoeften

  • Plezier

Ter Bogt en zijn collega’s hebben vier redenen gevonden om muziek te luisteren:

  • Stemming beïnvloeden

  • Omgaan met problemen

  • Vormgeven van de eigen identiteit

  • Sociale identiteit weergeven

Daarnaast hebben ze drie types luisteraars gedefinieerd, namelijk een sterk betrokken type, een matig betrokken type en een nauwelijks betrokken type, wat overeenkwam met ander onderzoek van Miranda. De meeste jongeren zijn betrokken bij het luisteren van muziek. Uit alle onderzoeken blijkt dat emotieregulatie de belangrijkste reden is voor het luisteren van muziek.

Muziek en genderverschillen

Genderverschillen in muziek zijn bijna nooit eenduidig. Meisjes luisteren over het algemeen meer muziek dan jongens en vinden popmuziek leuker, terwijl voor jongens rock muziek als leukste wordt ervaren. Maar dit laatste verschil verdwijnt langzaam. Longitudinaal zijn er geen genderverschillen te vinden. In de motieven voor het luisteren van muziek geven meisjes aan muziek te luisteren om emotionele behoeften te vervullen en te gebruiken als copingmechanisme en jongens geven aan muziek te luisteren om hun sociale identiteit vorm te geven. Vanuit de media krijgen jongeren duidelijke scripts mee over genderstereotypen en de relatie van deze stereotypen met muziek. Muziek kan dus ook een bron zijn van ideeën over gender.

Muziek en positieve ontwikkeling

Muziek heeft invloed op het emotionele welzijn van jongeren en kan de sociale relaties van jongeren reguleren. Muzieklessen op jonge leeftijd kunnen ook invloed hebben op intellectuele vaardigheden en creativiteit.

Het effect van muziek op externaliserend probleemgedrag

Er is veel aandacht voor de negatieve invloed die muziek zou kunnen hebben op probleemgedrag. Muziek die dit effect zou hebben valt in de genres Heavy Metal, Hip-hop en Goth. Er bestaat daadwerkelijk een verband tussen het luisteren van deze soort muziek en externaliserend probleemgedrag en er wordt gesuggereerd dat antisociale muziek antisociale gedachten veroorzaakt. Agressieve muziek zou agressief gedrag bekrachtigen in jongeren die hier gevoelig voor zijn. Onderzoek tot nu toe heeft voornamelijk gekeken naar negatieve invloeden en niet naar positieve invloeden.

Het effect van muziek op internaliserend probleemgedrag

Muziek kan subklinische symptomen van internaliserende problematiek beïnvloeden. Muziekvoorkeur zou geen risicofactor zijn voor internaliserend probleemgedrag. Excessieve blootstelling aan media kan wel een risicofactor zijn voor depressie vanwege de mogelijkheid tot vergelijk met onbereikbare modellen. Luisteren naar Soul zou juist een beschermende factor zijn voor depressie.

Risicogedrag

De boodschappen over drugsgebruik in populaire muziek is gerelateerd aan drugsgebruik bij jongeren. Dit effect wordt gemedieerd door drugsgebruik bij peers, terwijl fantaseren tijdens het luisteren van muziek werkt als beschermende factor tegen het peer effect. Duidelijk seksuele teksten in muziek leidt tot het eerder starten met seksuele gedragingen. De relatie tussen (Goth) muziek en zelfbeschadiging lijkt geen oorzakelijk verband te zijn, maar eerder een aanwijzing voor gevoeligheid voor zelfbeschadiging. Dit zou te maken hebben met peer selectie door het luisteren van deze muziek.

Preventie en interventie

Muziek kan gebruikt worden in preventie en interventie. Muziek waarin bijvoorbeeld het risico op HIV wordt aangekaart heeft effect op de populatie luisteraars. Al is het effect klein, op grote schaal kan dit veel positieve gevolgen hebben. Om jongeren te helpen omgaan met het effect van media zelf kunnen strategiën gebruikt worden om ze kritisch te laten nadenken over bijvoorbeeld reclames.

In interventies kan muziek als middel gebruikt worden om mensen met depressieve symptomen te helpen. Muziektherapeuten stellen dat muziek jongeren kan helpen bij het vormen van hun identiteit, weerbaarheid, verbondenheid en competentie.

Conclusie

In dit artikel is besproken dat muziek moet worden onderzocht omdat muziek belangrijke aspecten van de ontwikkeling beïnvloedt, als beschermende of risicofactor kan dienen en omdat muziek gebruikt kan worden in preventie en interventie bij adolescenten. Er zijn veel voordelen verbonden aan muziekonderzoek. Onderzoek naar muziek is theoretisch gebaseerd op de jongerenculturen waarin muziek een centrale rol speelt. Het bouwt verder op ontwikkelingstheorieën waarbij het ingaat op een zeer belangrijke factor tijdens de adolescentie, namelijk muziek. Er worden goede onderzoeksmethoden gebruikt en onderzoek wordt gedaan in verschillende delen van de wereld. Ten slotte biedt onderzoek informatie over preventie en psychotherapie voor adolescenten. Er zijn ook kanttekeningen bij dit soort onderzoek. Er is bijvoorbeeld geen eenduidige terminologie voor muziekonderzoek en er is een gebrek aan etnische studies binnen het muziekonderzoek. Er is ook gebrek aan multi-faceted onderzoek, muziek wordt vaak binnen een vacuum onderzocht. Er is weinig communicatie tussen onderzoekers en therapeuten en er is weinig mogelijkheid tot multi-factored onderzoek door een gebrek aan de nodige methoden en programmatuur.

Jaar van samenvatting

Artikelsamenvatting bij The role of music in adolescent development - Miranda, 2013

Music through the ages - Bonneville-Roussy et al., 2013 - Artikel

Music through the ages - Bonneville-Roussy et al., 2013 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Music through the ages van Bonneville-Roussy, A., Rentfrow, P.J., Xu, M. K., & Potter, J. (2013)

Onderzoek wijst uit dat voorkeur voor muziek een psychologische basis kent. Veel onderzoek op dit gebied wordt geleid door een theoretisch raamwerk dat stelt dat muziek mensen hun psychologische, biologische en sociale benodigdheden reflecteert en versterkt. Voor veel jongeren helpt muziek met zelf-ontdekking, zelf-regulatie en zelf-expressie.

Het is niet duidelijk of muziek door het gehele leven zo’n belangrijke rol speelt. Hier zijn slechts twee onderzoeken naar gedaan en deze tonen tegenstrijdige resultaten. Het ene onderzoek neemt aan dat muziek met de leeftijd minder belangrijk wordt, terwijl het andere onderzoek aantoont dat het met de leeftijd juist belangrijker wordt.

Er is wel veel onderzoek gedaan naar individuele verschillen in voorkeur voor muziek. Uit de resultaten van deze onderzoeken kunnen twee conclusies worden getrokken: (a) er is een latente structuur onderliggend aan muziek voorkeur en (b) voorkeuren zijn gelinkt aan meerdere psychologische karakteristieken. Individuele verschillen kunnen geconceptualiseerd kunnen worden in vijf dimensies; Labeled Mellow, Unprentious, Sophisticated, Intense en Comteporary (MUSIC). Elke dimensie bestaat uit meerdere muziekgenres die dezelfde muzikale en psychologische karakteristieken delen.

Voorkeur is daarnaast geassocieerd met persoonlijkheid, waarden en cognitieve vaardigheden. Ook wordt voorkeur beïnvloed door de sociale identiteiten die aan bepaalde muziekstijlen worden toegekend, zoals dat liefhebbers van heavy metal als agressief worden gezien. Zo blijkt het ook dat adolescenten naar bepaalde muziekstijlen luisteren om als populair te worden gezien door peers.

Over muziekvoorkeur over tijd is weinig onderzoek gedaan. Eén theorie zegt dat muziekvoorkeur in de vroege volwassenheid stabiliseert en vanaf dan niet meer verandert. Een alternatief perspectief is dat muziekvoorkeur wél verandert door de volwassenheid, omdat ook de persoonlijkheid blijft veranderen. Een verklaring voor het blijven veranderen van de persoonlijkheid is de impact van leeftijd-gerelateerde sociale rollen, zoals het huwelijk, familie en werk. Het is dus waarschijnlijk dat muziekvoorkeuren veranderen, afhangend van de sociale rollen en levensfases.

Door middel van meerdere samples, methodes en strategieën zijn twee grote studies gedaan om te kijken wat de muziekvoorkeur is vanaf de adolescentie tot de midden-volwassenheid. In onderzoek 1 onderzochten ze leeftijd-trends in muziekvoorkeur in een groot nationaal representatieve sample, en in onderzoek 2 onderzochten ze leeftijd-trends in muziekvoorkeur door gebruik te maken van data van een groot internet sample. Ook keken ze in onderzoek 2 naar de relatie met geslacht en persoonlijkheid.

Studie 1

Het doel van deze studie was om leeftijdsverschillen te onderzoeken in hoe veel waarde mensen geven aan muziek, hoe vaak zij naar muziek luisteren en de context waarin zij naar muziek luisteren. Deelnemers waren leden van nationaal representatieve internet panels van de UK en de VS. De deelnemers hebben een vragenlijst ingevuld over hun attitude over muziek en over hun kennis en bekendheid met een variëteit aan artiesten. In ruil voor het invullen van de vragenlijst ontvingen ze punten die gebruikt konden worden om producten mee te kopen.

Uit de resultaten kwamen bij alle drie de variabelen geen verschillen naar voren wat betreft geslacht of land. Bij alle leeftijden besteedden de deelnemers tussen de 0 en 96 uur aan muziek luisteren. De correlatie tussen het aantal uur muziek luisteren en leeftijd was negatief; jongeren luisterden het meest naar muziek en hoe ouder, hoe minder naar muziek werd geluisterd. Verder waren er significante effecten van leeftijd op het belang dat wordt gehecht aan muziek. Jongere deelnemers vonden muziek belangrijker dan oudere deelnemers, maar alsnog is muziek redelijk belangrijk voor alle leeftijden. Wat betreft de context waarin muziek wordt geluisterd, luisterden adolescenten in meerdere contexten naar muziek, terwijl de oudere deelnemers vooral privé naar muziek luisterden.

Hoewel muziek minder belangrijk werd in latere jaren, bleef het alsnog een belangrijke rol spelen in het leven van de deelnemers. Het nadeel van dit onderzoek is dat het cross-sectioneel is, waardoor de resultaten cohortverschillen laten zien en niet perse ontwikkelingtrends. Hiervoor is longitudinaal onderzoek nodig.

Studie 2

Muziek wordt volgens studie 1 met de jaren steeds van minder belang. Maar hoe zit het dan met muziekvoorkeur? Verandert deze ook of blijft deze stabiel? Het eerste doel van de studie was om erachter te komen of de structuur van muziekvoorkeur samenhangt met leeftijd. Het tweede doel was om leeftijd-trends te onderzoeken in muziekvoorkeuren en om de invloed van persoonlijkheid op zulke trends te onderzoeken. Om deze doelen te onderzoeken is gebruik gemaakt van exploratory structural equation modeling (ESEM).

Dit onderzoek was ook bedoeld als compensatie voor meerdere tekortkomingen van eerdere onderzoeken. Allereerst is in dit onderzoek gebruik gemaakt van een groot cross-sectioneel sample van bijna een kwart miljoen deelnemers. Zo’n groot sample zorgt namelijk voor statistische power wat nodig is om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Ten tweede zijn in eerdere onderzoeken vooral samples gebruikt met kleine leeftijd-ranges. In dit onderzoek is er een grotere range russen 12 en 65 jaar en met minstens 164 deelnemers per leeftijd. Als derde hebben eerdere onderzoeken naar leeftijd-trends vaak alleen naar popmuziek gekeken. Deze studie kijkt naar een breed assortiment aan muziekgenres. Als laatste bevat deze studie een meting van de Big Five, waardoor het mogelijk is de invloed van persoonlijkheid op muziekvoorkeur te meten.

Het opmerkelijke van deze studie is dat de data verzameld is over een periode van 8 jaar. Hierdoor was het mogelijk te kijken naar de verschillen in muziekvoorkeur tussen eerder geboren versus later geboren deelnemers.

Ook in dit onderzoek betrof het onderzoek een vragenlijst via internet. Een nadeel hiervan is dat er een mogelijkheid is dat mensen de vragenlijst meerdere keren hebben ingevuld. Omdat dit de betrouwbaarheid van de resultaten vermindert, zijn potentiële deelnemers die het onderzoek meerdere keren hebben ingevuld, verwijderd uit de resultaten.

Wat betreft de resultaten is er sprake van invariantie wat betreft muziekvoorkeur. Er zijn robuuste associaties tussen muziekvoorkeur, leeftijd, geslacht en persoonlijkheid. We gaan nu per dimensie van MUSIC (die al eerder genoemd zijn), kijken wat voor personen naar dit soort muziek luisteren.

Mellow

Tijdens de adolescentie gaan mensen steeds meer voorkeur krijgen voor Mellow, in de vroeg-volwassenheid blijft dit stabiel, tussen 30 en 50 jaar neemt de voorkeur weer een beetje af en tussen 50 en 65 jaar neemt de voorkeur weer toe. Vooral de persoonlijkheidstrek Openness van de Big Five is gerelateerd aan voorkeur voor Mellow.

Unpretentious

Voorkeur voor Unpretentious neemt gelijkmatig toe vanaf de adolescentie tot de late-volwassenheid. Vooral vrouwen hebben hier voorkeur voor. Wat betreft de persoonlijkheidstrekken van de Big Five zijn Extraversion, Agreeableness en Conscientiousness positief gerelateerd aan de muziekvoorkeur.

Sophisticated

Voorkeur voor Sophisticated nam toe tijdens de adolescentie tot de jong-volwassenheid. Vanaf de jong-volwassenheid tot de laat-volwassenheid was ook nog sprake van een stijging, maar wel in mindere mate. Vanaf 50 jaar stabiliseert het. Vooral mensen met de persoonlijkheidstrek Openness hebben voorkeur voor deze muziek.

Intense

De voorkeur voor deze muziek toont eerst een snelle toename en daarna een afname tijdens de adolescentie, een stabilisatie tijdens de jong-volwassenheid en daarna een snelle daling tot de midden-volwassenheid. Vooral mensen die hoop scoren op Conscientiousness en Oppenness houden van dit soort muziek.

Contemporary

Tijdens adolescentie is er sprake van een stijging wat betreft muziekvoorkeur voor Contemporary, die stabiliseert tijdens de jong-volwassenheid en daarna weer afneemt tot midden-volwassenheid. Vooral mensen die hoog scoren op Extraversion hebben een grote voorkeur voor dit soort muziek.

Voor muziektrends is het niet van belang in welke periode de persoon is geboren.

Hoe komt het dat het belang van muziek afneemt met de leeftijd?

In de adolescentie speelt muziek een belangrijke rol doordat het jonge mensen helpt om hun identiteit te ontdekken en om relaties te vormen met peers. Als individuen de transitie maken van adolescentie naar volwassenheid worden stabiele zelf-concepten gevormd, kunnen ze beter peer-pressure weerstaan en krijgen ze nieuwe sociale rollen. Het opvoeden van een gezin en hun carrière vormt op dat moment hun identiteit, en dus is muziek hier niet meer voor nodig. Volwassenen luisteren wel muziek om bijvoorbeeld te relaxen, maar ze hoeven niet meer zoveel psychologisch te investeren in muziek als adolescenten doen. Hierdoor is muziek minder van belang voor adolescenten. Het dient minder voor de ontwikkeling van een identiteit, maar meer voor emotieregulatie of stimulatie.

Dat adolescenten in zo’n psychologische fase zitten doordat ze zich willen ontwikkelen, kan een verklaring zijn dat zij in die periode veel voorkeur hebben voor Intense muziek.

In de vroege volwassenheid zijn de identiteiten reeds geformeerd en hierom zijn de Mellow en Contemporary dimensies zo populair. Deze worden gezien als romantisch, emotioneel positief en dansbaar. Deze versterken de verlangen van intimiteit en passen bij de contexten waar deze mensen samenkomen, zoals een club (want het is dansbaar).

In de midden-volwassenheid zit men in een fase waarin hij/zij een carrière wilt ontwikkelen, een gezin wil stichten en vriendschappen wilt behouden. Hierbij past muziek van de dimensies Unprententious en Sophisticated, aangezien deze waargenomen worden als positief en rustgevend.

Persoonlijkheid en muziekvoorkeur

Zoals al eerder vermeld is een link gevonden tussen Extraversion en Contemporary muziek. Deze link kan verklaard worden doordat sociale, positieve en enthousiaste mensen voorkeur hebben voor leuke, sociale muziek. Agreeableness is gelinkt aan Unprentious muziek, omdat mensen met warme persoonlijkheidstrekken voorkeur hebben voor muziek die onschuldig en zachtaardig klinkt. Openness was gelinkt aan Mellow, Sophisticated en Intense muziek omdat dit soort muziek complex en intelligent klinkt, wat overeenkomt met karakteristieken die geassocieerd zijn met Openness.

Het is aannemelijk dat er met de jaren veranderingen zijn in persoonlijkheidstrekken die kunnen zorgen voor een andere muziekvoorkeur. Om dit zeker te kunnen weten is longitudinaal onderzoek nodig naar persoonlijkheid en muziekvoorkeur.

Een andere verklaring voor verschillen in muziekvoorkeur per leeftijd komt van de ontwikkelingsveranderingen in auditieve-perceptie. Er is bewijs van ontwikkelings-veranderingen in auditieve drempelwaarde en in specifieke gehoorbeschadigingen die van invloed kunnen zijn op de muziekvoorkeur.

Beperkingen onderzoek

Doordat het onderzoek gebaseerd is op cross-sectionele designs is niet zeker waardoor de geobserveerde leeftijdsverschillen precies veroorzaakt zijn. Een andere beperking is dat beide onderzoeken gebaseerd zijn op zelf-gerapporteerde data. Er kan sprake zijn van sociaal gewenste antwoorden, omdat muziek belangrijker is voor adolescenten en deze dan ook extra positief hierover gerapporteerd hebben. Ook is het nadelig dat de informatie via internet is verzameld en dit een bepaald soort oudere mensen verwerft, die misschien wel hoger zijn in Openness dan de gemiddelde oude persoon.

Waar heeft Amerika over gezongen? - Christenson et al. - Artikel

Waar heeft Amerika over gezongen? - Christenson et al. - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Waar heeft Amerika over gezongen? van Christenson, P.G., Roberts, D.F., Ter Bogt, T.F.M.

De thema’s en referenties in de tekst van populaire muziek zijn om minstens twee redenen belangrijk. Allereerst reflecteert de tekst waar jonge mensen geïnteresseerd in zijn, zich zorgen over maken, etc. Echter komt de tekst niet direct bij de jongeren vandaan, maar bij muzikanten, waardoor de inhoud van de tekst een soort verdraaid beeld van aspecten van tieners ‘realiteit’ zoals seks, alcohol, drugs etc. Jonge mensen gebruiken muziek om een identiteit te vormen. Ten tweede is de inhoud van de tekst belangrijk omdat muziekvoorkeuren gelinkt zijn aan belangrijke indicatoren van het welzijn van de adolescent. Blootstelling aan bepaalde berichten in populaire muziek kunnen luisteraard direct beïnvloeden. Luisteraars die blootgesteld worden aan hoge levels media-inhoud kunnen de verdraaide realiteit als hun eigen realiteit aannemen. Hierdoor kunnen adolescenten denken dat het gedrag in de media normaal is. Aanhangers van de sociale cognitieve theorie suggereren in welke mate gedrag uit de media overgenomen wordt, afhangt van de positieve uitkomsten van dit gedrag en van het soort modellen die dit gedrag vertonen. De music maker theorie (MMT) suggereert dat muziekvoorkeuren zorgen voor mechanismen van peer-selectie die de kans op probleemgedrag beïnvloedt.

Thema’s die lang domineerden in Amerikaanse populaire muziek is de ‘boy-girl issue’ (over relaties, breakups, seks etc.). In 1940 ging 90% van de Hit Parade muziek over dit thema. Desondanks dat het de laatste jaren is afgenomen is het nog steeds het meest voorkomende thema. Sinds 1950 wordt in muziek wel steeds meer gerefereerd naar seks in relaties en referenties naar seks in het algemeen. Veel van deze muziek is degraderend; de mannen worden geschetst als seksueel aantrekkelijk en de vrouwen worden meer gezien als object. De seksuele waarde wordt vooral geplaatst op lichamelijke karakteristieken. Vooral in rap is er veel sprake van deze degraderende portretten.

Er is ook veel onderzoek gedaan naar middelengebruik in populaire muziek. Vooral de tekst van rapmuziek bevat veel inhoud die gerelateerd is aan middelengebruik. Hierin verwees 63% naar drugs, 47% naar alcohol en 75% naar beide middelen. Van de andere soorten muziek verwees minder dan 20% naar middelengebruik.

Ook is onderzoek gedaan naar politieke thema’s in rockmuziek. Dit komt echter niet veel voor. Slechts 5% van de top hits van 1980 tot 1990 bevatten dit thema. Van alle soorten muziek bevatte vooral rap commentaar op de politiek.

Wat betreft de agressieve thema’s is vooral onderzoek gedaan naar heavy metal en rap. In heavy metal komt agressieve inhoud veel voor in de tekst. Echter is er maar een klein deel van de adolescenten die van deze muziek houdt en hierdoor hebben dit soort liedjes bijna nooit doorgebroken in de top songs. Bij rapmuziek is de inhoud van de tekst tussen 1979 en 1984 steeds agressiever geworden, maar de laatste jaren is dit weer afgenomen.

Methode

Alle teksten van de top 40 singles aan het eind van het jaar in Amerika van elk even-genummerd jaar zijn geanalyseerd van 1960 tot 2010. De totale sample bestond uit 1040 liedjes van in totaal 26 jaar. Desondanks zich in de jaren 1960 tot 2010 veranderingen hebben voorgedaan waarop de top 40 gebaseerd is, wordt er vanuit gegaan dat de sample valide is. Er wordt per tekst gekeken naar thema en referenties. Het thema refereert naar waar het lied over gaat, het hoofdonderwerp. Referentie gaat over alle onderwerpen waar het lied over gaat, onafhankelijk van het centrale thema. Een lied kan dus meerdere referenties hebben.

Onderzoek naar wetenschappelijke literatuur die bekend is over de tekstinhoud resulteert in een lijst van 18 categorieën van centrale referenties: relatie/liefde, seks/seksuele wensen, muziek/muzikanten, dans/dansen, alcohol/drugs, goede tijd/feesten, rijkdom/status, sociale/politieke zaken, persoonlijke identiteit, verdriet/depressie, geweld, interpersoonlijke haat/vijandigheid, familie, vrienden, religie, suïcide, dood, occult en ras/etniciteit. Sommige van deze categorieën overlappen. Een liedje kan bijvoorbeeld twee thema’s bevatten. Dit was geen probleem in de context van referenties, omdat elke categorie apart werd behandeld.

Door de vele samples was de taak om te coderen verspreid over vier mensen. Deze mensen waren hier speciaal voor getraind. De inter-codeurs betrouwbaarheid was hoog.

Resultaten

Net als in eerdere studies was het thema wat het meest voorkwam het thema man/vrouw relaties. In 56,8% van alle liedjes ging de tekst over romantische liefde en in 12,3% over seks. Wat opvalt is dat er een lichte afname is in liedjes waarin het thema romantische liefde betreft en een lichte stijging in liedjes over seks. Maar zoals eerder werd genoemd, dekt het thema niet de gehele inhoud van de tekst. Hierom moet ook gekeken worden welke van de 19 referenties voorkomen in de tekst. Teksten kunnen meerdere referenties hebben. De referenties die het meest voorkwamen, zijn referenties naar liefde en/of seks.

Relatie referenties kunnen in drie componenten verdeeld worden: liedjes die alleen refereren naar romantische liefde, liedjes die alleen refereren naar seks en liedjes die naar beide referenties refereren. De toename van relatie-referenties is complexer dan het lijkt. Tussen 1960 en 2000 was er een toename in het aantal liedjes met referenties naar romantische of seksuele relaties. De lichte daling van liedjes die slechts naar romantische liefde refereren kan verklaard worden doordat er meer liedjes kwamen die enkel over seks gingen of over zowel romantische liefde als seks.

Naast liedjes over romantiek zijn ook liedjes met aspecten van het thema Levensstijl toegenomen, vooral sinds 1990. Vooral liedjes met de referenties feesten status/rijkdom en middelen. Dit is vooral sinds 1990 omdat er toen liedjes van rap en hip-hop in de top 40 kwamen te staan. Het aantal van dit soort liedjes in de top 40 nam toe, waardoor het aantal liedjes met het thema Levensstijl ook is blijven stijgen.

Liedjes die Levensstijl als thema hebben, gaan vaak ook over thema’s die met seks te maken hebben. Deze thema’s komen dus vaak samen voor. Dit komt doordat feesten, muziek en dansen en middelengebruik vaak gerefereerd wordt aan seks. Het is vooral sinds de laatste decennia dat het thema Levensstijl samengaat met het thema Seks.

Discussie

Er kunnen vier conclusies getrokken worden uit dit onderzoek: Amerikaanse populaire muziek is vooral gericht op romantiek en seksualiteit, de laatste 50 jaar is er steeds meer seks zichtbaar in de tekst van de liedjes, de laatste twee decennia is ook het thema Levensstijl steeds meer zichtbaar in liedjes en als laatste zijn politieke thema’s bijna nooit in de top 40 geweest.

Sex and the spectacle of music videos - Turner, 2011 - Artikel

Sex and the spectacle of music videos - Turner, 2011 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Sex and the spectacle of music videos van Turner, J. (2011)

Dit paper beschrijft resultaten van twee kwantitatieve analyses van 140 muziekvideo’s die van 5 populaire televisiestations verzameld zijn. Ze wilden onderzoeken hoe ras gerelateerd is aan verschillen in seksuele inhoud en stereotypes in muziekvideo’s.

De sociale cognitieve theorie is het leidende theoretische perspectief in deze studie. Deze theorie stelt dat mensen leren door observatie van acties van anderen, oftewel ‘modellen’. Individuen kunnen zo leren over de consequenties van die gedragingen, door te kijken of deze worden bestraft of beloond, zonder dat ze zelf de consequenties hoeven door te maken.

Volgens Bandura werken televisie en andere visuele media als beïnvloedende modellen doordat ze populair zijn en veel macht uitstralen. Hij stelt ook dat televisie en andere media de relatie tussen acties en hun consequenties niet duidelijk maken of vervormen. Hierdoor kunnen mensen denken dat bepaalde acties vooral positieve consequenties hebben en kunnen ze de negatieve vergeten. Bandura stelt verder dat modellen als informatiegever dienen over seks-rollen (stereotypen).

De focus van de studie ligt op ‘aandachtsprocessen’ (attentional processes) en ‘motiverende processen’ (motivational processes).

Aandachtsprocessen suggereren dat een model opvallen moet zijn, wil het aandacht kunnen trekken van mensen. Het model moet dus opvallend zijn. Video producers passen dit toe en maken hun modellen (muzikanten) opvallend en daarnaast ook aantrekkelijk. Een manier om de muzikant aantrekkelijker te maken is door de clip meer erotisch te maken.

De motiverende processen suggereren dat het model gelijk moet zijn aan de persoon die ze willen beïnvloeden wat betreft ras, geslacht, en andere observeerbare parallellen. Dit verhoogt de kans dat mensen het gedrag gaan overnemen. Waargenomen gelijkheid en identificatie met media-karakters is geassocieerd met het meer willen lijken op deze media-karakters. Dit worden ook wel ‘social prompting effects’ genoemd. Dit betreft niet de overdracht van nieuwe of unieke gedragingen zoals bij observatie-leren, maar betreft de vaardigheid van modellen om overtuigingen en gedragingen te bekrachtigen die reeds bekend zijn in de maatschappij, zoals keuzes over kleding.

Effect op jonge kijkers

Adolescenten die vaker naar rap video’s kijken hebben twee keer zoveel kans om meerdere seksuele partners te hebben en anderhalf keer zoveel kans op geslachtsziekten. Wanneer adolescenten veel naar agressieve rap video’s kijken, laten ze een grotere acceptatie van geweld tegen vrouwen zien dan wanneer ze naar rap video’s kijken zonder agressie. Ook wanneer donkere vrouwen naar rap video’s kijken waarin vrouwen seksuele ondergeschikte posities innemen, laten zij een grotere acceptatie zien wat betreft geweld tegen vrouwen. Het kijken naar video’s met schaars geklede danseressen verhoogt de kans op een minderwaardigheidscomplex bij vrouwen.

Het kijken van gewelddadige en seksistische video’s heeft niet enkel invloed op de kijk van jongeren op openlijk seksueel gedrag en gewelddadige overtuigingen en gedragingen, maar ook op de attitudes van de jonge kijker op zijn/haar eigen geslachtsrol als op die van hun partner in hun relatie.

Er is veel veranderd wat betreft muziekvideo’s sinds 1980 en 1990, waarin ook de meeste analyses plaatsvonden. Toentertijd waren zenders als MTW meer een radiostation. Tegenwoordig verschaffen video’s meer complexe visuele opstellingen, lijken ze meer op korte films en is er in de video’s meer sprake van doordacht programmeren, promoties en logo’s. Hierdoor wordt er meer aandacht van de kijker gevraagd dan in het verleden. Ook is de seksuele inhoud van muziekvideo’s tegenwoordig anders dan vroeger.

De twee studies die nu besproken gaan worden, bieden een mogelijkheid om de frequentie en natuur van de seksuele inhoud verder te bestuderen.

Studie 1

De hypothese van de eerste studie is dat vooral Afrikaans-Amerikaanse muziekvideo’s steeds meer seks laten zien in hun video’s vergeleken met video’s van witte mensen. Deze hypothese volgt uit de ontdekking dat soul video’s de meeste seksuele inhoud hadden, gevolg door rapvideo’s. Beide zijn geclassificeerd als zogenoemde ‘zwarte muziek’. De eerste hypothese wordt dus getest door te kijken naar de ras van de muzikant.

Het bleek echter dat ‘zwarte muziek’ niet alleen de meeste seksuele inhoud kent, maar dat ze hierin ook meer schaars gekleed zijn en meer seksueel dansen dan in ‘witte muziek’. Hieruit volgde de volgende hypotheses: Afrikaans-Amerikaanse karakteristieken dansen in meer provocatieve kleding dan karakteristieken in ‘witte muziek’.

Methode: Een sample van muziekvideo’s was opgenomen op een videotape tijdens een vijf-weekse periode (met alleen de werkdagen) in december en januari van vijf verschillende zenders (MTV, MTV2, VH-1, BET en CMT). De keuze van deze zenders was gebaseerd op een eerder onderzoek onder college studenten. De studenten gaven aan deze zenders het meest te beluisteren. Elk zender werd twee uur per week opgenomen, met een andere zender per dag (dus elke werkdag in de week één zender).

Elke muziekvideo werd gewogen naar hoe vaak hij voorbijkwam in het totale aantal opgenomen uur. Dit geeft namelijk de mogelijkheid aan van een kijker om in contact te komen met deze video. Hoe vaak een persoon in contact komt met een model heeft ook invloed op de kans dat een persoon deze gedragingen en overtuigingen gaat overnemen.

In het onderzoek vindt analyse plaats van twee onderwerpen; de video en de karakteristieken in de video. De video’s werden gecodeerd op muziek-genre en op de hoeveelheid seksuele inhoud. De karakteristieken werden gecodeerd op het type karakteristiek (hoofdmuzikant/achtergrond) en ook werd demografische informatie verzameld over de karakteristieken, waaronder geslacht en etniciteit. Daarnaast werden ze gecodeerd op de kleding die ze aanhadden (provocatief/non-provocatief).

Resultaten: In 58,5% van alle muziekvideo’s is er sprake van enige seksuele inhoud. Van de zes muziekgenres (Rap, Pop, Rock, Rhythm and Blues (R&B), mixed Rap/R&B en Country) vertoonde mixed R&B de meest seksuele inhoud, gevolg door R&B en Rap. Country video’s vertoonde de minst seksuele inhoud, gevolgd door Rock en Pop. Wat betreft hypothese 1 is er inderdaad meer seksuele inhoud in ‘zwarte muziek’ dan in ‘witte muziek’.

Wat betreft hypothese 2; Afrikaans-Amerikanen dragen inderdaad vaker provocatieve kleding dan blanken. Verder bleek ook dat vrouwen zich provocatiever kleden dan mannen. Dit geldt zowel voor de hoofdmuzikant als voor de karakteristieken op de achtergrond. Beide hypothesen blijken dus juist.

Studie 2

De vraag van dit onderzoek is; zijn video’s van BET Un:Cut (een muziekvideo programma van Black Entertainment Television) afhankelijker van seksuele inhoud dan muziekvideo’s die niet in dit programma zitten? Ze denken dat de video’s zonder seksuele inhoud niet meer worden bekeken, maar andere onderzoekers maken zich zorgen om de steeds groter wordende relatie tussen de Hip-Hop cultuur en de pornografische industrie.

De volgende twee hypotheses worden getest: (1) Un:Cut muziekvideo’s laten meer seksuele inhoud zien dan andere muziekvideo’s en (2) Un:Cut video’s hebben vaker achtergrondkarakteristieken in provocatieve kleding.

Waarom hebben ze het bij hypothese 2 alleen over provocatieve kleding bij achtergrondkarakteristieken en niet bij de hoofdmuzikant? Dit komt omdat het in dit soort video’s bijna altijd Afrikaans-Amerikaanse mannen zijn die de hoofdmuzikant zijn en deze niet uit de kleren gaan, maar wel veel dames (bijna) naakt op de achtergrond hebben, waarbij de dames seksuele gedragingen laten zien.

Ook is er een onderzoeksvraag in deze studie: Zijn er inhoudsverschillen tussen Un:Cut video’s en andere video’s met betrekking tot seksueel gedrag, non-seksueel gedrag en homoseksueel gedrag?

Methode: Een sample van muziekvideo’s is opgenomen. In totaal is 28 uur opgenomen, waarvan 20 uur random geselecteerd is voor analyse. Ook hier is elke video gescoord voor hoe vaak deze voorkwam.

Ook bij deze studie waren er twee onderwerpen van analyse: de video en de karakteristieken. Er is grotendeels gebruikgemaakt van dezelfde procedures en variables, alleen is er in dit onderzoek slechts één genre (Rap) in plaats van zes en is het seksuele gedrag opgedeeld in schalen.

Resultaten: In muziekvideo’s van Un:Cut was 95% seksuele inhoud, vergeleken met 58,5% in de muziekvideo’s van studie 1. Er werden in Un:Cut video’s meer seksuele handelingen vertoond. Hypothese 1 is dus waar.

Wat betreft de karakteristieken, waren ze in Un:Cut video’s vooral Afrikaan-Amerikaans en mannen. De achtergrondkarakteristieken zijn meestal enkel vrouwen, en anders is het een mix van vrouwen en mannen. Un:Cut video’s hebben meer achtergrondkarakteristieken dan gewone video’s en ook dragen de karakteristieken hier meer provocatieve kleding. Ook de tweede hypothese kan dus aangenomen worden.

Wat betreft de onderzoeksvraag, vertonen Un:Cut video’s meer seksuele gedragingen, minder non-seksuele gedragingen en meer homoseksuele gedragingen dan de video’s van studie 1. Deze homoseksuele gedragingen betreffen vaak vrouwen die sensueel met elkaar doen. Als er bij gewone video’s sprake is van homoseksueel gedrag betreft dit vaak twee mannen. Dit is dan niet sensueel maar proberen ze een serieus of dramatisch verhaal te vertellen.

Beperkingen van het onderzoek zijn dat geen een sample random is geselecteerd, de vijf kanalen uit studie 1 allen in bezit zijn één persoon, niet elke opgenomen video is geanalyseerd en het codeer-proces niet optimaal was. De auteur en de hoofdonderzoeker waren de eerste codeerder. Een tweede codeerder analyseerde 20% van de video’s in studie 1 en 40% van de video’s in studie 2.

Wel is uit dit onderzoek duidelijk geworden dat er grote verschillen zijn wat betreft seksueel gedrag in video’s en seksuele overtuigingen in ‘zwarte muziek’ en ‘witte muziek’. Gesuggereerd wordt, als gekeken wordt vanuit de sociale cognitieve theorie, dat Afrikaan-Amerikaanse vrouwen de grootste kans hebben om gedragingen uit muziekvideo’s na te doen.

Exposure to degrading versus nondegrading music lyrics - Martino et al., 2006 - Artikel

Exposure to degrading versus nondegrading music lyrics - Martino et al., 2006 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Exposure to degrading versus nondegrading music lyrics van Martino, S.C., Collins, R.L., Elliott, M.N., Strachman, A., Kanouse, D.E., & Berry, S.H. (2006)

Omdat populaire muziek zo’n grote rol speelt in de levens van adolescenten, kan de jeugd niet begrepen worden zonder te kijken naar de manier waarop de muziek in de levens van adolescenten past. Van muziek krijgen adolescenten informatie over de maatschappij, sociale en gender rollen en verwacht gedrag, het helpt bij het vormen van een identiteit.

Volgens de sociale cognitieve theorie leren mensen hoe ze zich moeten gedragen door te kijken naar anderen, dit gedrag zullen ze imiteren. Deze theorie zal dus ook voorspellen dat mensen die luisteren naar muziek met teksten die gaan over seks dit gedrag zullen aannemen als gewild en normaal waardoor ze dit gedrag zullen imiteren. Wat mensen leren van mediarolmodellen wordt scripts genoemd. Een script laat zien wat normaal zou gebeuren bij een bepaalde gebeurtenis, hoe een persoon zich zou moeten gedragen tijdens zo’n gebeurtenis en wat de mogelijke uitkomsten van hun gedrag zou kunnen zijn.

Deze studie test de relatie tussen de blootstelling aan muziek die degradeert en muziek die niet degradeert en de veranderingen in het seksuele gedrag van een adolescent. Het onderzoek collecteerde longitudinale data over het gebruik van media en het seksuele gedrag van adolescenten. De survey’s werden afgenomen via de telefoon. De participanten werden 1 jaar en 3 jaar later weer overnieuw geïnterviewd. De vragenlijst meet: media gebruik, seks kennis, opvattingen en gedrag en een grote set van demografische en psychologische variabelen die seksueel gedrag en media gebruik voorspellen. De participanten waren 12 tot 17 jaar.

Belangrijkste resultaten:

  1. Het onderzoek bewijst dat blootstelling aan seksuele inhoud van teksten van liedjes gerelateerd is aan ontwikkelingen in seksuele activiteiten bij adolescenten.

  2. Blootstelling aan muziek met seksuele teksten was niet gerelateerd aan veranderingen in seksueel gedrag als die teksten niet seksueel degraderend waren.

  3. De bovenstaande bevindingen staan los van het ras van de participanten.

De onderzoekers zeggen dat het bovenstaande verband een causaal verband is maar omdat ze te maken hebben met correlatie mogen ze dit niet stellen maar moeten ze het zien als een waarschijnlijkheid.

Performing gender: a content analysis - Wallis, 2011 - Artikel

Performing gender: a content analysis - Wallis, 2011 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Performing gender: a content analysis van Wallis, C. (2011)

Dit onderzoek is een inhoudsanalyse die eerder gedane inhoudsanalyses van muziekvideo’s probeert bij te werken door de sekserollen afgebeeld in muziekvideo’s op MTV en MTV2 te analyseren. Deze studie onderzoekt de mate waarin mannelijke en vrouwelijke artiesten in muziekvideo’s zich houden aan de gebruikelijke genderrollen.

In het totaal werden er 34 muziekvideo’s geanalyseerd. Er werd gekeken naar handgebaren, lichaamsbeweging, gezichtsuitdrukkingen en kleding. Er werd verwacht verschil te vinden in het gedrag tussen mannelijke en vrouwelijke artiesten.

Uit eerder onderzoek is gebleken dat geseksualiseerde gender beelden in de media een negatief effect kunnen hebben op de mentale, emotionele en seksuele gezondheid van vooral tiener meisjes en jonge vrouwen. Ook kan het ervoor zorgen dat men abnormaal seksueel gedrag gaat accepteren en dat er meer tolerantie komt wegens seksuele intimidatie.

Genderrollen zijn tertiaire seksuele karakteristieken die worden aangeleerd en dus sociaal gecreëerd worden. Het zijn een soort codes die vertellen hoe mannen en vrouwen zich moeten gedragen in sociale situaties, ze worden vaak gezien als ‘natuurlijk’ door de gene die het uitvoert en door de ontvanger.

Volgens Goffman zijn onze sekserollen en onze concepten van mannelijk en vrouwelijkheid schema’s die gevormd worden door onze omgeving die we bewust en onbewust van leren en in handelen om zo de juiste rollen te spelen in de samenleving. Er is volgens hem geen genderidentiteit.

Onderzoeksvraag:

Wat zijn de genderrollen van mannelijke en vrouwelijke artiesten in hun muziekvideo’s en hoe verschillen ze van elkaar?

4 hypothesen:

  1. Vrouwelijke artiesten zullen meer ondergeschikt non-verbaal gedrag vertonen dan mannelijke artiesten.

  2. Mannelijke artiesten zullen meer dominant non-verbaal gedrag vertonen dan vrouwelijke artiesten.

  3. Vrouwelijke artiesten zullen meer seksueel gedrag vertonen dan mannelijke artiesten als er gekeken wordt naar suggestieve gebaren, gezichtsuitdrukkingen en kleding.

  4. Mannelijke artiesten zullen meer agressief non-verbaal gedrag vertonen van vrouwelijke artiesten.

Belangrijkste resultaten:

  • Genderrollen zijn een opvallend kenmerk van muziekvideo’s

  • Er zijn verschillen gevonden tussen de muziekvideo’s met als artiest een man of een vrouw.

  • De genderrollen in de muziekvideo’s waren versterkt en stereotypisch.

  • De vrouwen werden afgebeeld als fragile, alsof ze bescherming nodig hadden van de man.

  • Mannelijke artiesten lieten geen seksueel gedrag zien. Vrouwen 3 van de 5 keer wel. Ook de kleding liet dit zien. De mannen waren vooral neutraal gekleed en de vrouwen uitdagend. Van vrouwen wordt dus vaak verwacht dat ze sexy zijn maar van mannen niet.

  • Mannen lieten meer agressief gedrag zien dan vrouwen.

Missy ‘’Misdemeanor’’ Elliott en Nicki Minaj - White, 2013 - Artikel

Missy ‘’Misdemeanor’’ Elliott en Nicki Minaj - White, 2013 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Missy ‘’Misdemeanor’’ Elliott en Nicki Minaj van White, T.R. (2013)

Hip-hop muziek heft niet alleen invloed op de globale sociale bewegingen, maar ook op cultuur- en modetrends en heeft invloed op hoe vrouwen hun seksualiteit uiten. Missy Elloitt en Nicky Minaj zijn beide vrouwen in de hip-hop wereld, maar zijn erg verschillend in hun stijl. Ze zijn een goed voorbeeld van wat het is voor vrouwen in een door mannen gedomineerde wereld en hoe de persoonlijke stijl invloed heeft op hoe een vrouw wordt waargenomen. Dit artikel kijkt naar de modestijl, beeld en bekendheidscultuur van beide vrouwen om te onderzoeken hoe de seksuele staat van de hip-hop cultuur hen geholpen heeft hun seksualiteit, vertegenwoordiging en subjectiviteit te uiten. Door de modestijl en de professionele keuzes te onderzoeken die de vrouwen hebben gemaakt, onderzoeken e de mate waarin zij het verdraaide beeld van de Afrikaans-Amerikaanse vrouwelijke seksualiteit hebben weerlegd, aangenomen of afgewezen.

De objectificatie-theorie dient als een lens waarin we de consequenties kunnen begrijpen van het zijn van een vrouw in een hip-hop wereld waarin het vrouwelijke lichaam als seksueel object wordt gezien. Dit kan zorgen voor gender-stereotypen over dat een vrouw seksueel aantrekkelijk moet zijn. De laatste decennia is er echter een verandering opgetreden; de representatie van vrouwen in bladen en muziekvideo’s gaat van gezien worden als passief en object naar een kijk waarin vrouwen actief zijn, verlangens hebben en seksueel ‘macht’ nemen. Er is sprake van vrouwelijke seksuele zelfbeschikking. Er is dus sprake van een nieuwe kijk op seksualiteit bij vrouwen; seks is stijlvol, een bron van lichamelijk plezier, een manier om een identiteit te creëren, zelfexpressie en een speurtocht naar individuele vervulling.

Overtuigingen en attitudes over de seksualiteit van Afrikaans-Amerikaanse vrouwen worden bekrachtigd door een cultuur die stereotypes over ras en seksualiteit omarmt. Donkere vrouwen worden hierin gezien als seksueel beschikbaar en vrijer.

Ondanks dat mannen een dominante rol spelen in de hip-hop muziek, hebben vrouwen een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van de hip-hop muziek en cultuur. Toen hip-hop populairder werd, werden de vrouwen meer afgebeeld als het zwakkere geslacht en werden ze meer in een seksueel daglicht gezet. Deze sociale en culturele representaties vormen de toekomstige generaties vrouwen, vooral die van Afrikaans-Amerikaanse vrouwen. Naast dat het invloed heeft op hoe gedacht wordt over genderrollen, heeft het ook invloed op hoe vrouwen over zichzelf denken. Ze kunnen zichzelf gaan zien als minder waardig dan het mannelijke geslacht. Ook blijkt het invloed te hebben op het seksueel gedrag van de vrouwen.

Missy Elliott was een rapper, producer en actrice in de hip-hop industrie. Zij is een artiest die seksualiteit demonstreert als macht. Haar presentatie van seksualiteit als macht gaat echter in tegen de stereotypes van de donkere vrouwen in de hip-hop en hier kwamen veel discussies door. Missy Elliott toonde door haar muziek veel kracht en de wens om vrouwen sterker te maken. Nicky Minaj volgde Missy Elliott in haar voetsporen. Minaj staat vooral bekend om haar schaarse kleding, in contrast tot Missy. Ze is meer bekend door haar grote kont dan door haar raptalent. Minaj zegt dat ze alleen zo met haar lichaam showt voor media-aandacht.

Aan de ene kant worden vrouwen vooral in een seksueel daglicht gezet, en aan de andere kant worden ze ook geassocieerd met vrouwen die controle proberen te krijgen over hun eigen leven, seksualiteit en hoe ze door de gemeenschap worden behandeld.

Nicki spreekt tot haar gevoel van onafhankelijkheid wanner ze zegt dat ze de sexyheid in video’s wil verlagen. Ze wil dat mensen – vooral jonge meisjes – weten dat niks in het leven gebaseerd is op seks appeal. Nicki heeft meer deuren geopend voor rollen voor vrouwen in de hip-hop wereld.

Hoewel beiden op een andere manier, proberen zowel Missy als Nicki een verschil te maken in de manier waarop de seksualiteit van donkere vrouwen wordt gezien. Ze gebruiken hiervoor hun kleding, teksten en beelden in de media.

Converging interracial consequences of exposure to violent rap music - Johnson et al., 2000 - artikel

Converging interracial consequences of exposure to violent rap music - Johnson et al., 2000 - artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op: Converging interracial consequences of exposure to violent rap music - Johnson, J.D., Trawalter, S., & Dovidio, J.F. (2000)

Deze studie onderzoekt de effecten van blootstelling aan stereotypische racistische informatie over zwarte mensen, in de vorm van agressieve rap muziek, op de applicatie van stereotype in de perceptie en evaluaties van witte en zwarte mensen. onderzoekers hebben bewezen dat er een scheiding is tussen de activatie en de applicatie van stereotypes. De activatie refereert naar de mogelijkheid om bij de stereotype informatie te komen en de applicatie refereert naar het gebruik van deze informatie in situaties waarin je iets waarneemt of iets evalueert. Dit onderzoek is gedaan om eerde onderzoek uit te breiden op 3 manieren:

  • Overwegen hoe de massa media, in dit geval agressieve rap muziek, racistische stereotypes kan activeren.

  • Onderzoeken hoe de applicatie van stereotypes gemodereerd kan worden door de relatie tussen de geactiveerde stereotype en de karakteristieken van de applicatie situatie. In dit geval het ras van de persoon die geëvalueerd wordt en of de evaluatie gerelateerd was aan stereotypische dimensies.

  • Het exploreren van de mate waarin racistische in-group-out-group lidmaatschap deze effecten modereert.

Eerder onderzoek laat duidelijk zien dat blootstelling aan out-group stereotypische informatie invloed kan hebben op out-group percepties. Er i echter nog weinig bewijs voor de effecten van blootstelling aan in-group stereotypische informatie op in-group percepties. Vandaar dat dit onderzoek kijkt naar de gevolgen van blootstelling aan stereotypische racistische informatie in de massa media over zwarte mensen op de percepties en evaluaties van beide witte en zwarte mensen.

Door de sterke semantische associaties door herhaalde blootstelling en socialisatie, kan het activeren van een stereotype karakteristiek automatische de toegankelijkheid naar andere stereotype karakteristieken vergroten, zelf onder mensen die niet bewust deze stereotype kenmerken overdragen. Doordat witte en zwarte mensen dezelfde socialisatie ervaringen en culturele uitingen hebben heeft het activeren van zwarte stereotypes systematisch invloed op de percepties en de evaluaties van zwarte als van witte mensen. Dit noemt Steele de stereotype threat. Het is een situationele dreiging van negatieve stereotypes die geactiveerd wordt als relevante negatieve aspecten van de stereotypes van de groep worden ingelast.

De studie werd gedaan aan de hand van een experiment. Tijdens het onderzoek werden de zwarte en witte participanten vertelt dat ze mee zouden doen aan twee verschillende onderzoeken. Het eerste deel bestond uit vragen over de rol van de overheid in het reguleren van muziek. Het tweede deel ging over keuzes maken, om te kijken welke factoren keuzes en beoordelingen beïnvloed.

Er deden in totaal 180 participanten mee aan het onderzoek waarvan er 90 wit en 90 zwart waren. Bij de zwarte waren er 50 vrouw en 40 man en bij de blanken waren er 52 vrouw en 38 man.

Belangrijkste resultaten:

  • De resultaten van het onderzoek laten zien dat blootstelling aan agressieve rap muziek significante implicaties kan hebben voor zwarte Amerikanen en dat deze effecten voorkomen bij en zwarte en witte evaluatoren.

  • De participanten blootgesteld aan de agressieve rap muziek maakte meer negatieve attributies van geweld naar zwarte maar niet naar witte participanten.

  • Blootstelling aan gewelddadige rap muziek heeft ook negatief effect op de oordelen van zwarten over andere stereotypische dimensies, maar niet over non stereotypische dimensies.

 

“Where my girls at?” - Emerson 2012 - Artikel

“Where my girls at?” - Emerson 2012 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op “Where my girls at?” van Emerson, R. (2002)

In de ‘zwarte muziek’, vooral in hip-hop, spelen mannen meestal de hoofdrol en worden vrouwen vaak genegeerd. De muziek bevat vaak ook anti-vrouwen berichten in beelden die hiermee samenvallen. Wel komen vrouwen in de muziek vaak voor als danseressen en modellen.

In 1990 was er echter een toename in de representatie van donkere vrouwen in muziekvideo’s. Zij gebruikten de muziekvideo’s als manier van promotie, creativiteit en zelfexpressie. De vrouwen zien zichzelf als onafhankelijk en sterk. Deze studie onderzoekt de representatie van donkere vrouwen in muziekvideo’s door de analyse van een sample video’s met donkere vrouwen in de hoofdrol aan het eind van 1990.

Methode

In totaal is er een sample van 56 muziekvideo’s. De video’s waren opgenomen van verschillende zenders; BET, MTV en VH1. De meeste video’s kwamen van BET en de minste van VH1. De video’s zijn opgenomen op tijden waarop de kans het grootst was dat tieners en jong volwassenen ze zouden zien.

De analyse van de muziekvideo’s vond in twee delen plaats. Allereerst werd de totale sample gecodeerd en vervolgens was er een specifiekere analyse van de teksten van subsamples. Codeer-categorieën waren ontwikkeld om belangrijke thema’s en patronen in de video’s te identificeren en om een interpretatieve analyse te vergemakkelijken. De codeer-variabelen waren; het filmpunt van de camera, tegen wat voor mensen werd ‘gesproken’, de presentatie van de genderrollen, lichaam, relaties tussen vrouwen, relaties met mannen, de aanwezigheid en graad van woede/agressie van vrouwen, de aanwezigheid van geweld, expressie van vrouwelijke seksuele wensen, seksueel gedrag, beelden van moederschap, aantal en geslacht van groepen, de aanwezigheid van dans, geluid, het type verhaal in de video, het beeld dat de artiest laat zien, referenties naar andere video’s/liedjes/media, de betekenis van ‘Blackness’, klasse, geografische setting en leeftijd.

De codeer-categorieën die meest frequent voorkomen blijken de meeste impact te hebben. Hierom zijn 20 muziekvideo’s in het sample geselecteerd die de meest sterke thema’s vertonen. Deze 20 video’s zijn geanalyseerd.

Stereotypen

De video’s reflecteren hoe ras, klasse en geslacht de autonomie van donkere vrouwen blijven beperken. Er zijn bepaalde stereotype beelden van donkere vrouwen. Deze komen terug in de manier waarop video’s van donkere vrouwen worden geprogrammeerd en komt ook terug in de inhoud van de video’s. De inhoud gaat vooral over de lichamen van de vrouwen, construeren een een-dimensionele donkere vrouwelijkheid en verder worden de sociale beperkingen vertoont die jonge donkere vrouwen meemaken door het tonen van de mannelijke sponsors.

Het lichaam

Van vrouwelijke artiesten wordt verwacht dat zij aan bepaalde lichamelijke kenmerken voldoen. Ze moeten aantrekkelijk zijn (en dun!). In de video’s worden de dunne, aantrekkelijke artiesten afgebeeld als objecten van het mannelijk verlangen.

Een-dimensionele vrouwelijkheid

Het portret dat geschetst wordt van de donkere vrouwelijkheid is een-dimensioneel. Ze worden alleen gezien als snoep voor het oog en er wordt geen ander beeld van ze gegeven. Er is dus geen totaalbeeld van de vrouwelijkheid, maar wordt beperkt tot het zien van vrouwen als lustobject. Hierom willen ze ook alleen aantrekkelijke vrouwen in video’s.

De mannelijke sponsor

De rol van vrouwen is vooral seksueel en ze worden niet serieus genomen. Veel vrouwen worden naar het publiek toe gepresenteerd als onder leiding te staan van een mannelijke sponsor. Omdat mannen de hip-hop wereld domineren, worden vrouwen beperkt in hun creatieve autonomie.

Ondanks de doorgaande objectificatie en exploitatie van donkere vrouwen in muziekvideo’s heeft de auteur toch bewijs gevonden voor participeren, weerstand en assertie van de vrouwelijke vertegenwoordiging. Deze vertegenwoordiging kwam tevoorschijn door de identificatie met betekenissen van ‘Blackness’; een assertie van autonomie/vocaliteit/onafhankelijkheid en een expressie van partnerschap/samenwerking. In deze video’s draagt ‘blackness’ geen negatieve associatie. Het is hierbij juist de basis voor kracht, sterkte en positieve zelfidentiteit. De auteur vond dat donkere vrouwen sterk gecontextualiseerd werden met ‘blackness’. Ze exploreren thema’s van vrouwelijkheid en associëren deze direct met ‘blackness’. Vrouwen representeren dus ook ‘blackness’, maar wel in mindere mate dan de mannen doen. Ondanks de predominantie van traditionele genderrollen in muziekvideo’s, worden donkere vrouwen vaak gezien als actief, vocaal en onafhankelijk. Door het vocale aspect kunnen vrouwen hun eigen interesses en ontevredenheden uiten. Hierdoor kunnen vrouwen hun eigen identiteit vormgeven.

Vrouwelijke donkere artiesten zoeken elkaar vaak op voor steun en partnerschap. Ze werken veel samen. Dit is nodig om te overleven in de muziekindustrie. Hierdoor hebben de vrouwen geen mannelijke sponsor nodig die het grootste deel van de spotlight opeist. In plaats hiervan delen de vrouwen de spotlight. Doordat er geen mannen betrokken bij zijn, kunnen de vrouwen zelf bepalen wat de inhoud van de muziekvideo is en zijn ze in staat hun standpunten te uiten.

In hun eentje is het voor vrouwen moeilijk door te breken in de muziekindustrie. Hierom hebben ze vaak een man boven zich, omdat deze al ‘binnen’ is en zij zo makkelijker de industrie binnen komen. Mannen en vrouwen kunnen ook een gelijke relatie in de muziek hebben, waarin zij samenwerken en de vrouw gewoon creatieve controle heeft. In veel video’s heeft de vrouw een stijlvol imago. Ze presenteren zichzelf als sexy en provocatief. Ook kunnen ze een seksueel imago uitstralen. Dit seksuele imago kan samengaan met thema’s van onafhankelijkheid en kracht. Het blijft een feit dat seks verkoopt. Vrouwen blijven het object van seksueel verlangen.

Heavy-metal music and reckless behavior among adolescents - Arnett 1991 - Artikel

Heavy-metal music and reckless behavior among adolescents - Arnett 1991 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Heavy-metal music and reckless behavior among adolescents van Arnett, J. (1991)

Heavy metal was erg populair in 1980 onder de Amerikaanse adolescenten. Het wordt gekarakteriseerd door heftig verdraaide elektrische gitaren, rauwe stemmen en een luid volume. Het was slechts populair tot vorig decennium. In dit onderzoek wordt gekeken naar de karakteristieken van adolescenten die van heavy metal muziek houden. Er wordt vooral gekeken naar hun deelname aan verschillende roekeloze gedragingen, omdat er een publiek debat is over of dit soort muziek zulk gedrag bevordert. In totaal wordt gekeken naar de volgende vragen: (1) Hebben adolescenten die van heavy metal muziek houden meer kans dan hun peers om roekelooos gedrag te vertonen, in de specifieke gebieden van rijden, seksueel gedrag, drugs en kleine criminele activiteit zoals stelen en vandalisme? De hypothese hierbij is dat de teksten van de muziek vaak agressief en anti-sociaal zijn en zo deze gedragingen bevorderen. (2) Zoeken deze adolescenten meer sensatie? De hypothese is van wel, omdat dit soort muziek vooral voor mensen zou zien die veel sensatie zoeken aangezien de harde, ruwe tonen. (3) Hebben deze adolescenten moeite met hun sociale relaties, met familie, peers en met daten en seksualiteit? De hypothese hierbij is dat deze adolescenten naar dit soort muziek luisteren omdat ze sociaal afgewezen zijn en door deze muziek automatisch in een sociale groep terechtkomen (van andere heavy metal fans). (4) Is de zelfwaardering van deze adolescenten lager? Hun enthousiasme voor heavy metal muziek kan zowel een reflectie zijn van hun lage zelfbeeld als een versterker ervan. (5) Zijn de resultaten verschillend voor jongens en meisjes? De hoge sensatie-zoekende kwaliteit van de muziek zou jongens meer kunnen aantrekken dan meisjes, omdat jongens over het algemeen meer sensatie zoeken.

Methode

De mannelijke adolescenten waren in een muziekwinkel gevraagd mee te doen door middel van affiches in de winkel waarop liefhebbers van heavy metal werden gevraagd mee te doen aan een onderzoek. In ruil hiervoor kregen ze een gratis cassette tape van eigen keuze.ze waren vooral tussen de 16 en 19 en de informatie werd verkregen door middel van vragenlijsten. Extra deelnemers werden via een dichtbij liggende school verkregen. Geschiedenis- en psychologiestudenten werden gevraagd dezelfde vragenlijsten in te vullen en daarnaast een vragenlijst over muzieksmaak. Zo had men uiteindelijk een groep die van heavy metal muziek hield en een controlegroep die het haatte. De vrouwelijke deelnemers kwamen van dezelfde klassen als de mannelijke deelnemers. De leeftijd van de vrouwelijke deelnemers was tussen de 15 en 19 jaar.

Resultaten bij de mannen

Veel roekeloze gedragingen kwamen meer voor bij jongens die van heavy metal hielden dan bij de controlegroep. Ook zochten ze meer sensatie. De twee groepen verschilden echter niet op de Sociale Relaties subschaal. Wel rapporteerde de heavy metal groep een lagere tevredenheid wat betreft gezinsrelaties. Verder was de heavy metal groep zelfverzekerder wat betreft daten en seksualiteit, maar was er geen verschil tussen de groepen wat betreft zelfbeeld.

In het tweede deel van de analyse lag de aandacht op het roekeloos gedrag en of dat inderdaad veroorzaakt wordt door de muziek of door andere factoren (sensatie zoeken of minder goede gezinsrelaties). Problemen in gezinsrelaties zijn namelijk gerelateerd aan roekeloos gedrag en de teksten van heavy metal kunnen aantrekkelijk zijn voor adolescenten met zulke slechte relaties binnen het gezin. Resultaten: Voor veel roekeloze gedragingen bleek het gedrag gerelateerd aan het houden van heavy metal, maar deze relatie was niet langer significant wanneer er rekening werd gehouden met invloeden van sensatie zoeken en gezinsrelaties. Wel bleef het significant gerelateerd aan het rijden onder invloed en het gebruiken van marihuana.

Resultaten bij de vrouwen

Vrouwen die van heavy metal houden, zijn meer roekeloos dan de vrouwen in de controlegroep. Ze hadden meer onveilige seks, gebruikten meer marihuana en deden meer aan stelen en vandalisme. Wat betreft het gebruik van cocaïne, andere drugs en het rijden onder invloed waren er geen verschillen gevonden tussen de twee groepen.

De heavy metal groep zochten ook meer sensatie. Er was geen significante relatie tussen de twee groepen op het gebied van gezinsrelaties of sociale relaties in het algemeen. Wel waren heavy metal meiden zelfverzekerder over seksualiteit en vandalisme. Dit, terwijl hun algemene zelfbeeld lager was dan die van de controlegroep.

Ook hier is een tweede analyse gehouden waarin gekeken is naar de invloed van andere factoren. Bij de meeste gedragingen was het houden van heavy metal significant gerelateerd, zelfs wanneer rekening werd gehouden met sensatie zoeken en gezinsrelaties.

Discussie

Adolescenten die van heavy metal houden verschillen van hun peers op een aantal manieren; ze rapporteren een hogere frequentie van roekeloos gedrag, zoeken meer sensatie, de jongens zijn minder tevreden met hun gezinsrelaties, ze zijn zelfverzekerder op het gebied van seksualiteit en daten en de meisjes hebben een lager zelfbeeld dan de controlegroep.

Artikelsamenvatting bij The role of music preferences in early adolescents’ friendship van Selfhout et al. - 2009
Booze, drugs, and pop music - Christenson et al., 2012 - Artikel

Booze, drugs, and pop music - Christenson et al., 2012 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Booze, drugs, and pop music van Christenson, P., Roberts, D.F. & Bjork, N. (2012)

Dit artikel laat de resultaten zien van een inhoudsanalyse van alcohol en drugs afgebeeld in de liedjes van de Billboard top 100 in de jaren 1968, 1978, 1988, 1998 en 2008. Hierdoor kan er een algemeen beeld geschetst worden van de hoeveelheid referenties naar alcohol en drugs en kunnen de veranderingen die de afgelopen jaren zich hebben voor gedaan geanalyseerd worden. Het is bewezen dat popmuziek invloed kan hebben op het gedrag en de houding van de luisteraars, dat popmuziek vaak referenties naar alcohol en drug bevat en dat de jeugd het meest naar popmuziek luistert.

Het is belangrijk om naar de sterkte en naar de hoeveelheid referenties naar alcohol en drugs in populaire muziek te kijken voor twee redenen:

  • Onder de assumptie dat de inhoud van de populaire muziek iets zegt over wat er in de hoofden van de jeugd, die de muziek produceren en consumeren, omgaat zal een onderzoek naar de teksten van de populaire muziek een beeld schetsen van wat de jeugd denkt, waarin ze geïnteresseerd zijn, wat men wil bereiken enzovoort. Al moeten we wel onthouden dat deze teksten niet direct uit de hoofden komen van de adolescenten maar uit de hoofden van muzikanten en componisten. De inhoud van muziek mag dus niet gezien worden als een reflectie maar meer als een funhouse mirror (lachspiegel). Deze reflecteert een verstoort, overdreven beeld van de frequentie, context en consequenties van de realiteit.

  • De tweede reden is het feit dat de berichten van de muziek invloed kan hebben op het geloof, de houding en het gedrag van de luisteraars. Twee theorieën leggen dit verder uit. De media cultivation theory: zegt dat diegene blootgesteld aan hoge maten van media inhoud van de subjectieve realiteit van de media gaan zien als waarheid in plaats van de realiteit ontstaan uit de sociale wereld.

De social cognitive theory (Bandura): het gedrag geobserveerd in de media zal overgenomen worden (want het zal zorgen voor positieve uitkomsten). Het gedrag in de media wordt ‘voorgedaan’ door aantrekkelijke, succesvolle media modellen. Deze condities zorgen ervoor dat de relatie tussen de media en jongeren goed is.

Twee onderzoeksvragen:

  1. Wat is op lange termijn de trend geweest in de frequentie van referenties naar drugs en alcohol in populaire muziek.

  2. Wat is de valentie van de referenties naar drugs en alcohol over een lange tijd; wanneer komen de referenties voor, worden ze positief of negatief afgebeeld ( zijn het positieve of negatieve elementen in de leefstijlen van jongeren).

In het totaal zijn er 496 liedjes onderzocht. Er vielen er een paar af omdat er geen tekst in voor kwam. De teksten hebben de onderzoekers van verschillende websites afgehaald.

Belangrijkste resultaten:

  1. Referenties naar drugs en alcohol werden over de hele tijdspanne gevonden. Wel kon er een tweedeling gemaakt worden: tussen 1968 en 1988 waren de referenties naar drugs en alcohol schaars. De periode erna liet echter meer referenties zien. De reputatie en de verbeelding van de tijd rond 1960 en 1970, veel artiesten waarvan bekend was dat ze drugs en alcohol gebruikten, kwam niet overeen met de hoeveelheid referenties die gevonden werden in de populaire muziek.

  2. Er was een sprong in de hoeveelheid referenties tussen 1988 en 1899, ook was er op dat moment een verandering in de populariteit van hiphop muziek (werd steeds populairder). Van deze muziek is bekend dat er veel referenties naar alcohol en drugs in voorkomen. Dit wordt ook wel het hip-hop effect genoemd. Dit onderzoek mag hierover alleen geen verdere uitspraken doen aangezien hun sample hiervoor niet geschikt is.

  3. Verder werd bewezen (net als in eerder onderzoek) dat de referenties naar alcohol en drug meestal ook nog positief zijn. Ze worden afgebeeld als leuk, zonder consequenties en deel van het leven van jongeren. Dit betekent echter niet dat er helemaal geen negatieve verwijzingen naar alcohol en drugs waren. Vooral in de vroegere jaren werd alcohol en drugs negatief afgebeeld, tussen 1998 en 2008 werd het echter steeds positiever.

Artikelsamenvatting bij Early Adolescent Music Preferences and Minor Delinquency van Ter Bogt et al. - 2013
The content and validity of music-genre stereotypes among students - Rentfrow & Gosling, 2007 - Artikel

The content and validity of music-genre stereotypes among students - Rentfrow & Gosling, 2007 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op The content and validity of music-genre stereotypes among students Rentfrow, P.J., & Gosling, S.D. (2007)

In deze studie onderzoeken ze of de muziekvoorkeuren van mensen iets over hen zeggen. Er wordt dus gekeken naar de inhoud en validiteit van stereotypes over fans van verschillende soorten muziek. Er wordt gekeken naar drie specifieke vragen; (1) Zijn er stereotypen over fans van verschillende muziekgenres? (2) Wat is de inhoud van de stereotypen? (3) Zijn deze accuraat?

Muziek wordt vaak gebruikt voor zelfexpressie. Er zijn tenminste twee typen informatie die individuen door hun muziekvoorkeuren kunnen communiceren. Allereerst kunnen ze informatie overbrengen over hun persoonlijke kwaliteiten. Individuen geven de voorkeur voor muziek die hun persoonlijkheden en persoonlijke identiteit reflecteren en versterken. Ten tweede verschaffen mensen door muziek hun deelname aan een bepaalde groep. Door muziekvoorkeur uit te drukken, laten mensen zien dat zij dezelfde attitudes, waarden en overtuigingen delen als de andere leden van de groep. Muziekvoorkeur vertelt dus aardig wat, maar het is onduidelijk of muziek ook iets vertelt over iemands karakter. Eerdere studies die hier al onderzoek naar hebben gedaan, suggereerden dat informatie over de muziekvoorkeur een invloed kan hebben op hoe een persoon wordt waargenomen. Dit komt door de stereotypes. Maar zijn die overtuigingen accuraat?

De enige studie die onderzoek heeft gedaan naar of vooroordelen over muziekvoorkeur accuraat zijn, is die van Burroughs en collega’s (1991) en Rentfrow en Gosling (2006). Burroughs vond dat onafhankelijke observators consensuele en accurate indrukken konden ontwikkelen. Observators vormden accurate indrukken over de deelnemer zijn enthousiasme, optimisme, inhibitie en verkwistbaarheid. Ook Rentfrow en Gosling vonden bewijs voor kunnen meten van persoonlijkheid door muziekvoorkeur. Echter is het bewijs van deze twee studies gelimiteerd, omdat beide zich slechts op een klein aantal muziekgenres richtten en maar naar een klein aantal persoonlijkheidstrekken keek.

Huidige onderzoek: studie 1

Het doel van deze studie was om de overeenstemming te meten over de inhoud en uniekheid van stereotypen geassocieerd met de fans van bepaalde muziekgenres. Hierbij zijn fans van 14 muziekgenres onderzocht. De onderzoekers onderzochten de stereotypes over de fan zijn persoonlijkheid, persoonlijke kwaliteiten en waarden. Verder onderzochten ze ook of de muziekvoorkeur gelinkt was aan drank- en drugsgebruik.

Methode: Er waren 206 deelnemers, allen collegestudenten. De leeftijd varieerde van 17 tot 27 jaar. De deelnemers werden in groepen van 5 tot 30 mensen verdeeld en in klaslokalen neergezet. Deelnemers werden random geselecteerd om de prototypische fan van een van de veertien muziekgenres te beoordelen.

Resultaten: De hypothese was dat de beoordelingen over de fan door de studenten overeen zou komen met de muziek stereotypen. Om dit te meten is de overeenstemming tussen de observatoren gemeten. De uitkomst was dat de observatoren het meer met elkaar eens waren over de inhoud van bepaalde muziek stereotypen dan over andere. Zo waren ze het meer eens wat betreft stereotypen van religieuze, klassieke en rok muziekliefhebbers en minder eens over pop, blues en sound track stereotypen. Ook wat betreft de soort vooroordelen waren verschillen in overeenstemming. Deelnemers waren het het meest eens over de persoonlijke kwaliteiten van de muziek fan, gevolgd door de drugsvoorkeur, persoonlijkheid en waarden.

De resultaten verschaffen sterk bewijs voor de uniekheid van elk van de stereotypen en suggereren dat de specifieke stereotypen die geassocieerd worden met genres erg van elkaar verschillen.

Huidige onderzoek: studie 2

Het doel van studie 2 was om de validiteit van de muziek stereotypen uit studie 1 te testen. Dit is gedaan door de verkregen data uit studie 1 te vergelijken met de persoonlijkheden, persoonlijke kwaliteiten en waarden van actuele muziekfans. De voorspelling was dat sommige van de muziek stereotypen valide zouden zijn.

Methode: De sample bestond uit 87 collegestudenten. Deze moesten vragenlijsten invullen over hun persoonlijkheid op elke van de Big Five dimensies, over hun persoonlijke kwaliteiten, waarden en muziekvoorkeuren. In verband met vertrouwelijkheid werd niet gevraagd naar alcohol- en drugsgebruik.

Resultaten: Veel van de muziek stereotypen waren valide in de zin van grotere overeenkomt tussen de deelnemers hun zelfbeoordeling en de stereotype. Wel varieert de graad van validiteit per muziek stereotype. De stereotypes van religieuze, country, klassieke en jazz muziek vertonen de hoogste validiteit en de stereotypes van pop, ral en soul de laagste. Verder verschilde de validiteit van de stereotypes ook per construct. Waar de stereotypen valide waren voor alle constructen voor religieuze en jazz muziek, was het klassieke muziek stereotype vooral valide voor het construct ‘waarden’ en die van heavy metal voor het construct ‘persoonlijkheidstrekken’. De resultaten tonen aan dat veel van de muziek stereotypen een bepaalde kern van waarheid bevatten en dat stereotypen daadwerkelijk iets kunnen zeggen over de persoonlijkheid.

Discussie

De links tussen muziekvoorkeur en psychologische kwaliteiten worden waarschijnlijk beïnvloed door hun eigen ervaring met muziek, sociale interacties en de media. Muziek faciliteert identiteit-ontwikkeling. Wat betreft de media kan populaire media psychologische karakteristieken beïnvloeden die toegeschreven zijn aan fans van bepaalde soorten muziek. Hierdoor kan het beeld worden versterkt. De precieze mechanismen van de associatie tussen muziekvoorkeur en psychologie zouden nog onderzocht moeten worden.

Brief report: labelling effects - North & Hargreaves, 2005 - Artikel

Brief report: labelling effects - North & Hargreaves, 2005 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Brief report: labelling effects van North, A. C., & Hargreaves, D. J. (2005)

De onderzoekers willen kijken of er andere verklaringen zijn voor de associaties tussen muziek en probleem gedrag. Het doel van het onderzoek is kijken of censuur bij muziek waarvan verwacht wordt dat het probleem gedrag versterkt juist dit gedrag nog meer zal versterken.

Hypothesen:

  • De participanten die een beschrijving van een liedje hoorden waarin gezegd werd dat het liedje voor probleem gedrag kan zorgen zullen de muziek ook zien als een liedje dat probleem gedrag zal veroorzaken daarentegen zullen de participanten die hetzelfde liedje luisteren maar in de beschrijving horen dat de muziek mensen door hun emoties heen helpt dit niet denken.

  • De participanten werden ook gevraagd om de reactie op het liedje dat ze verwachten van iemand van hun eigen leeftijd en sekse een cijfer te geven.

Er deden in het totaal 80 participanten mee aan het onderzoek waarvan er 16 man en 64 vrouw zijn. De gemiddelde leeftijd is 18.98 jaar.

Belangrijkste resultaten:

  • Als een liedje aan de participanten werd beschreven als een liedje dat ooit verbonden was met een aantal zelfmoorden, zagen de participanten het liedje als iets dat gevoelens van zelfmoord versterkte.

  • Als een liedje werd beschreven als een liedje dat mensen juist door hun emoties heen hielp, zagen de participanten dit als leven-bevestigend.

  • Er was geen verschil te vinden tussen de artiesten die beter bekend waren en de artiesten die minder bekend waren.

Er zijn 3 tekortkomingen aan dit onderzoek:

  • Er moet een zelfde onderzoek plaatsvinden onder een andere sample.

  • Sommige participanten kunnen de tekst van de muziek eerder gehoord hebben en dit kan hun antwoord beïnvloeden.

  • De bevindingen hier moeten gezien worden als indicaties.

Het heeft volgens dit onderzoek dus juist een negatief effect als men de liedjes waarvan verwacht wordt dat ze probleemgedrag als zelfmoord versterken censuur gaan opleggen.

Rock, rap, and rebellion - Carpentier et al., 2003 - Artikel

Rock, rap, and rebellion - Carpentier et al., 2003 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Rock, rap, and rebellion van Carpentier, F.D., Knobloch, S., & Zillmann, D. (2003)

Deze studie onderzoekt of bepaalde persoonlijkheidskenmerken corresponderen met muzieksmaak en of bepaalde persoonlijkheidskenmerken de fascinatie van jonge mensen voor uitdagende muziek kan verklaren.

Hypothesen:

  • Mensen die rebels zijn zullen meer tijd steken in het luisteren van uitdagende muziek dan mensen die weinig van dit kenmerk bevatten.

  • Mensen die de kenmerken provocatieve rebelsheid en ontremming bevatten zullen eerder naar uitdagende muziek luisteren dan mensen die laag scoren op deze kenmerken.

  • Mensen die de kenmerken reactieve rebelsheid en vijandigheid bevatten zullen eerder naar uitdagende muziek luisteren dan mensen die laag scoren op deze kenmerken.

  • Proactieve rebelsheid en ontremming zijn meer gerelateerd aan uitdagende muziek dan reactieve rebelsheid en vijandigheid.

Er deden in het totaal 56 participanten mee aan het onderzoek waarvan er 19 man en 37 vrouw zijn. De gemiddelde leeftijd voor vrouwen was 19.5 en voor mannen 20.9. Als eerst moesten de participanten persoonlijkheidsvragenlijsten invullen. Daarna moeten ze uit een lijst van liedjes een aantal liedjes kiezen.

Belangrijke resultaten:

  • Participanten die hoog scoorden op rebelsheid kozen inderdaad vaker uitdagende muziek.

  • Boze individuen zullen eerder van nog heftigere muziek houden dan de rock enz. in de top 40.

Problem music or problem stereotypes? van Neguţ & Sârbescu 2013 - artikel

Problem music or problem stereotypes? van Neguţ & Sârbescu 2013 - artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Problem music or problem stereotypes? Neguţ, A., & Sârbescu, P. (2013)

Rock en hip-hop zijn twee muziekgenres waarvan wordt gedacht dat deze probleemgedrag bij jongeren kunnen beïnvloeden. Er zit dus een negatieve lading aan. Maar komen deze effecten echt door de muziek zelf of door de negatieve stereotypes die geassocieerd worden met deze muziekgenres? Dit is de eerste studie die de activatie van rock en hip-hip stereotypes probeert te onderzoeken.

Stereotypes zijn categorieën die mensen gebruiken om hun sociale wereld te organiseren. Het zijn cognitieve structuren die kennis, overtuigingen en verwachtingen bevatten over een bepaalde groep. Stereotypes worden gemakkelijk en automatisch geactiveerd. Mensen gebruiken stereotypes wanneer hun cognitieve bronnen onvoldoende zijn.

Bij rockmuziek zijn woorden en teksten vaak moeilijk te verstaan door de luide muziek, instrumenten en zangstijl. In hip-hop kan de tekst zo snel gaan dat het ook moeilijk te verstaan is. Hierdoor kunnen de cognitieve bronnen onvoldoende zijn en kunnen mensen gebruik gaan maken van stereotypen. Hierbij worden bepaalde constructen die in het lange-termijn geheugen zijn opgeslagen voor een korte periode geactiveerd.

De media creëert stereotypen door sociale communicatie. De media heeft zich vaak gericht op de antisociale en roekeloze thema’s van rock en hip-hop muziek en richt zich vooral op de negatieve aspecten, waardoor mensen negatieve informatie hierover verwerken en zo negatieve stereotypen ontstaan.

Huidig onderzoek

Het doel van deze studie is het automatisch activeren van stereotypen van hip-hop en rock te onderzoeken in twee condities; wanneer mensen wel en geen specifieke informatie krijgen over de stereotypen. Dit verkrijgen van informatie wordt ook wel ‘priming’ genoemd. Beide groepen luisterden in totaal naar acht liedjes (drie rock, vier hip-hop en één pop als controle). Hierna moesten de deelnemers de teksten in termen van verschillende dimensies evalueren: geeld, vrouwenhaat, alcohol- of drugsgebruik, seks en satanisme.

Een variabele die mensen meer vatbaar voor ‘priming’ maakt is suggestiviteit. Dit beïnvloedt namelijk volgzaamheid en conformiteit aan groepsnormen. Hierdoor is besloten deze variabele te meten om zo de effecten hiervan op de evaluaties van de deelnemers te controleren.

Methode

In totaal zijn er 72 deelnemers, waarvan 94,44% vrouw. De deelnemers zijn random verdeeld in twee groepen; de controlegroep (37 deelnemers) en de experimentgroep (35 deelnemers). De leeftijd varieert van 19 tot 21 jaar. Ondanks dat het een kleine sample betreft, is er sprake van een grote power. Zowel de deelnemers als de onderzoeksassistent wisten niet wat het werkelijke doel van het onderzoek was, om onderzoekeffecten te voorkomen. De deelnemers luisterden naar de acht liedjes (terwijl ze de tekst lazen) en moesten deze evalueren. Hiervoor konden de deelnemers blootgesteld worden aan priming.

Resultaten/Discussie

De verwachting was dat deelnemers die blootgesteld werden aan priming de teksten meer negatief zouden beoordelen in vergelijking met de deelnemers die hier niet aan blootgesteld werden. Dit komt ook uit de resultaten naar voren. Bij drie liedjes was de experiment-groep significant negatiever dan de controlegroep. Er waren geen verschillen tussen de groepen in de beoordeling van het controle-liedje (de popmuziek). Dit toont aan dat priming plaatsvond over een bepaald stereotype die enkel geactiveerd werden bij rock en hip-hop. De informatie uit het controle-liedje kwam blijkbaar niet overeen met informatie over het stereotype.

Stereotypes of music fans: rap and heavy metal fans - Fried, 2003 - Artikel

Stereotypes of music fans: rap and heavy metal fans - Fried, 2003 - Artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Stereotypes of music fans: rap and heavy metal fans van Fried, C. B. (2003)

Het is niet duidelijk of rap- en heavy metal muziek voor probleemgedrag zorgt of dat tieners met probleemgedragingen zich tot deze muziek aangetrokken voelen. Er zijn wel verschillende soort probleemgedragingen die aan de twee soorten muziek gelinkt worden. Er wordt gedacht dat heavy metal invloed heeft op drugs- en alcoholgebruik, riskant seksueel gedrag, suïcide en geloof in de occult. Van rap wordt gedacht dat tieners hierdoor zullen verkrachten, vermoorden, geweld plegen en ander crimineel gedrag zullen vertonen. Binder (1993) denkt dat deze verschillende reacties op muziek door twee gerelateerde processen tot stand komen. Een is ras: rap wordt geassocieerd met ‘donker’ publiek en heavy metal met ‘blank’ publiek. De andere is groep-lidmaatschap: Heavy metal wordt gezien als de muziek waar ‘onze kinderen’ naar luisteren, terwijl rap wordt gezien als muziek dat geluisterd wordt door buitenstaanders.

Huidige studie

De huidige studie onderzoekt de beelden van stereotypes van heavy metal- en rap fans. Hierdoor kan een beter beeld geschetst worden van de zorgen die mensen maken over de invloed van zulke muziek. De voorspelling is dat de stereotypes overeenkomen met wat Binder (1993) dacht. Er wordt voorspeld dat de beelden van heavy metal- en rap fans op drie manieren van elkaar verschillen.

Hypothese 1: Rap fans zullen beschreven worden als schadelijk voor anderen, bedreigend of gevaarlijk voor de omgeving.

Hypothese 2: Heavy metal fans zullen beschreven worden als schadelijk voor zichzelf (doordat ze drugs gebruiken, door suïcide en doordat ze stoppen met school).

Hypothese 3: Rap fans zullen beschreven worden op manieren die hen onderscheiden als out-group leden. Dit bevat zowel referenties naar ras als naar andere dimensies die groepsverschillen aantonen zoals SES. Fans van heavy metal zullen daarentegen beschreven worden als personen van hun eigen ras en eigen sociaaleconomische groep. Hierbij wordt niet gefocust op verschillen met de groep.

Methode

In totaal zijn er 100 deelnemers en kwamen van verschillende soorten populaties. De gemiddelde leeftijd is 19 jaar en de meerderheid is blank. De deelnemers zijn op openbare plaatsen benaderd en gevraagd om een korte vragenlijst in te vullen.

Er is gebruik gemaakt van een tussen-subject design vanwege twee redenen: Het lijkt onmogelijk om te controleren voor overdracht-effecten wanneer deelnemers kenmerken over beide groepen invullen en ook omdat de vragenlijst kort gehouden is om de kans te vergroten dat mensen mee willen werken.

De deelnemers kregen één van de twee vragenlijsten. De ene begon met de statement dat de onderzoekers geïnteresseerd waren in ‘beelden die bestaan van fans van rap muziek’. De deelnemers werden daarna gevraagd zich de typische rap muziek fan voor te stelen. De andere vragenlijst werkte hetzelfde, maar dan over heavy metal in plaats van rap muziek. De deelnemers moesten kenmerken invullen die volgens gen typisch zijn voor de fans.

De categorieën voor het coderen waren op twee manieren ontwikkeld. Meerdere categorieën kwamen direct van de veronderstelde groep-verschillen. Deze waren (voor hypothese 1) dreiging voor anderen, woede en betrokkenheid bij een gang, (voor hypothese 2) zelfdestructief gedrag en (te weinig) prestatie/motivatie, en (voor hypothese 3) ras en sociaaleconomische status/demografie. De overgebleven items die niet onder verdeeld konden worden in deze categorieën, zorgden voor vier extra categorieën; gezinskarakteristieken, negatieve persoonlijkheidskarakteristieken, beeld en ‘ander’.

Resultaten

Er waren geen significante verschillen in de karakteristieken die door de deelnemers uit de verschillende populaties gebruikt zijn. Ook waren er geen significante verschillen tussen het aantal karakteristieken die deelnemers aan de twee condities gaven (rap en heavy metal).

Resultaten per hypothese

Hypothese 1: Stereotypes over rap fans bevatten meer referenties naar gevaarlijk zijn, of in ieder geval bedreigend zijn, dan andere mensen of de gemeenschap in het algemeen.

Hypothese 2: Heavy metal fans worden gekarakteriseerd door gedragingen die schadelijk zijn voor zichzelf. Deze kenmerken worden niet gebruikt bij fans van rap muziek. Tegengesteld aan wat verwacht werd, waren er geen significante verschillen in het gebruik van de prestatie/motivatie categorie.

Hypothese 3: Rap fans worden vaker beschreven in termen van ras, sociaaleconomische status en demografie dan heavy meta fans.

Discussie

De meeste verwachte verschillen tussen beelden tussen rap- en heavy metal fans zijn bevestigd. De enige voorspelling waarvoor geen bewijs is gevonden, zijn verschillen tussen prestatie en motivatie tussen rap- en heavy metal fans.

Veel van de stereotypes komen voort uit de stereotypes over rassen, de media en de muzikanten zelf.

Men’s music ability and attractiveness to women - Guéguen et al., 2013 - artikel

Men’s music ability and attractiveness to women - Guéguen et al., 2013 - artikel

Deze samenvatting is gebaseerd op Men’s music ability and attractiveness to women van Guéguen, N., Meineri, S., & Fischer-Lokou, J. (2013)

Darwin (1871) verklaart dat muziek een functie heeft bij de seksuele selectie, overeenkomend met het evolutionaire perspectief, terwijl Miller (2000) suggereert dat muziek een rol speelt in seksuele relaties. Volgens Sluming en Manning (2000) kunnen mannen muziek gebruiken in hun seksuele relatie omdat vrouwen aangetrokken worden tot muziek. Sanders en Wenmoth (1998) vonden dat de mate waarin vrouwen aangetrokken worden tot muziek afhankelijk is van hun menstruatiecyclus en dat vrouwen het meest aangetrokken worden tijdens de ovulatie. Guéguen, Jacob en Lamy (2010) vonden dat vrouwen sneller hun telefoonnummer aan een man geven wanneer zij blootgesteld zijn aan romantische muziek.

Uit deze eerdere onderzoeken kan geconcludeerd worden dan muziek een rol speelt in de gevoeligheid van vrouwen voor verzoeken van mannen en dat mannelijke producers een voordeel kunnen hebben in vergelijking met andere mannen. Volgens de evolutionaire kijk komt dit doordat van muzikale mannen wordt gedacht dat zij goed genen hebben en erg vruchtbaar zijn.

In deze studie wordt onderzocht of mannen met gitaar sneller een nummer van een vrouw krijgen dan mannen zonder gitaar in hun handen.

Methode
De deelnemers waren 300 vrouwen tussen de 18 en 22 jaar die bij winkelstraten aan het lopen waren. Een 20-jarige man (die eerder al beoordeeld was als zijnde lichamelijk aantrekkelijk) was een bondgenoot in dit onderzoek. De deelnemers werden random geselecteerd doordat de man geïnstrueerd was de eerste vrouw die passeerde en die tussen de 18-22 jaar was aan te spreken. Hij mocht deelnemers niet selecteren op uiterlijke kenmerken. Tegen iedere deelnemer werd hetzelfde verhaaltje opgehangen waarin de vrouw haar nummer werd gevraagd.

Resultaten
De gitaar-conditie verschilde significant van de andere condities. Wanneer de man een gitaar vasthield, kreeg hij van 31%van de vrouwen hun nummer. Wanneer hij een sporttas vasthield was dit 9% en wanneer hij niks vasthield was dit 14%.

Discussie
Twee theoretische verklaringen kunnen gebruikt worden om de aantrekkelijkheid van een man met een gitaar te verklaren. Ten eerste kan de man waargenomen worden als hebbende goede genen en vruchtbaar zijnde, overeenkomend met de evolutionaire kijk. Ten tweede kan muziek spelen geassocieerd worden met lichamelijke en intellectuele vermogens door vrouwen. Mannelijke muzikanten kunnen waargenomen worden als hebbende meer mogelijkheden om geld te verdienen en een hoge status te verwerven, waardoor vrouwen hen aantrekkelijker vinden.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Vintage Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.