Image

This content is also used in .....

Samenvattingen en studiehulp voor Geneeskunde aan het Erasmus MC - Bundel

BulletPoint Samenvatting bij Praktische verloskunde (Treffers, 9e druk)

BulletPoint Samenvatting bij Praktische verloskunde (Treffers, 9e druk)

Praktische verloskunde

Prof. Dr. P.E. Treffers,

negende druk

 

De normale zwangerschap

Ovulatie 4-6 uur erna bevruchting zygote in ampulla morulastadium na 3-4 dagen in cavum uteri 7-8 dag blastokyste implantatie (dus 22ste dag van cyclus)

 

Trofoblast dringt in uteruswand. Buitenste vruchtvlies is het chorion, binnenste vruchtvlies het amnion, daarnaast zijn er nog embryoblasten die het embryo gaan vormen.

 

Ontwikkeling van embryo en foetus:

  • eerste twaalf weken; embryogenese en organogenese

  • AD van 5-7 weken; aanleg CZS, neurale buis, hart

  • de groeisnelheid neemt gedurende de zwangerschap af

  • vrucht = embryo

  • ei = gehele zwangerschapsproduct met vliezen, placenta en vruchtwater

  • tot 4 maanden lengte komt overeen met kwadraat van aantal maanden

  • na 4 maanden vermenigvuldigen met 5

  • gewicht van de vrucht bij 28 weken is ca. 1200 gram

  • na 28 weken per week 200 gram stijging

  • jongens bij geboorte 120-150 gram zwaarder

  • eerste kinderen zijn gemiddeld 200 gram lichter dan volgende kinderen

  • vanaf 35 weken voorraad van glycogeen aangelegd om hypoxie tijdens baring te overbruggen

  • vanaf 24-25 weken kan een kind buiten de uterus ademhalen

  • vanaf 35 weken voldoende surfactant om goed te kunnen ademen

 

Placenta, vliezen en navelstreng:

  • de rijpe placenta heeft een gewicht van 500 gram

  • in navelstreng twee arterieën en één vene

  • functies van de placenta:

    • uitwisseling met moeder

    • productie hormonen

    • immunologische functie

 

De duur van de zwangerschap:

  • negen kalendermaanden

  • tien maanmaanden van 28 dagen

  • veertig weken

  • 280 dagen

  • à terme vanaf 37 t/m 41 weken

  • 1e trimester; tot 14 weken

2e trimester; tot 28 weken

3e trimester; tot 40 weken

 

Fysiologie van de zwangere:

  • veranderingen van de huid:

    • versterkte pigmentatie (linea alba, areolae mammae, gelaat). Het

.....read more
Access: 
Public
Bullet Point samenvatting bij Praktische gynaecologie (Lammes)

Bullet Point samenvatting bij Praktische gynaecologie (Lammes)

Praktische gynaecologie

Dr. F.B. Lammes, zesde herziene druk

Gynaecologische anamnese

  • Naam

  • Leeftijd

  • Burgelijke staat

  • Beroep

  • Gynaecologische voorgeschiedenis

  • Verloskundige voorgeschiedenis

  • Menstruele cyclus (ante-/postponerende cyclus, oligo-/polymenorroe, hypo-/hypermenorroe, menorragie, metrorragie, menarche, menopauze, contactbloedingen, dysmenorroe)

  • Fluor (kleur, aspect, reuk, jeuk, tijdsrelatie, geneesmiddelen

  • Anticonceptie

  • Mictieklachten

  • Defecatieklachten

  • Algemeen welbevinden

  • Familie-anamnese

  • Sociale problematiek

  • Seksuele anamnese

Gynaecologisch onderzoek

  • algemeen lichamelijk onderzoek

  • abdomen

  • genitalia externa (een volle blaas maakt een adequaat onderzoek onmogelijk)

  • genitalia interna (speculum), blauw-paarse verkleuring van portio kan wijzen op een zwangerschap

  • vaginaal toucher (uterus; grootte, ligging, consistentie, vorm, oppervlak, mobiliteit, slingerpijn of opdrukpijn/adnexa; meestal niet te voelen, een normaal groot ovarium in postmenopauze is abnormaal)

  • rectaal toucher (voorkeur bij virgo en kinderen)

Vulva

Bestaat uit :

  • mons veneris

  • labia majora

  • labia minora

  • clitoris

  • vestibulum

Ontwikkeling:

De ontwikkeling gaat altijd in vrouwelijke richting, tenzij er functionerende testes zijn met SRY en MIF (= anti-Müllarian hormoon). De MIF remt de buizen van Müller die de tubae, de uterus en 2/3 deel van de vagina zouden vormen. Het MIF wordt gevormd uit de Sertoli-cellen, de Leydig-cellen vormen testosteron dat de vorming van mannelijke uitwendige genitalia stimuleert.

Congenitale afwijkingen:

  • vrouwelijk pseudohermafroditisme: discrepantie vrouwelijke genitalia interna en mannelijke genitalia externa (zowel ovaria als testes)

  • congenitale bijnierhyperplasie: enzymstoornis die zorgt voor overproductie endogene androgenen die bij vrouwen vermannelijking geeft van de genitalia externa.

  • Testiculaire feminisatie (of androgeen insensitiviteitssyndroom/mannelijk pseudohermafroditisme): bij mannelijke foetus ontbreken receptoren voor testosteron.

Vulvitis:

  • bacterieel (ulceratief, bartholinitis, folliculitis)

  • viraal (papillomavirus, herpesvirus, molluscum contagiosum, hiv-aids)

  • schimmels (candida)

  • parasitair (schaamluis/pediculosis pubis)

  • hormonale oorzaken (voor de puberteit, na de menopauze (atrofie))

Dystrofische afwijkingen:

= chronische, jeukende huidafwijking

.....read more
Access: 
Public
Akte-Fase Toets (Erasmus MC, (Algemene Klinische Training) - Oefencasussen (deel 1)

Akte-Fase Toets (Erasmus MC, (Algemene Klinische Training) - Oefencasussen (deel 1)

Casus 1

De Heer Trommel is een 87 jarige man, wonend in een verzorgingstehuis, met in de voorgeschiedenis een ernstige COPD. Op 1 februari van dit jaar komt de huisarts bij hem langs in verband met sinds 4 dagen bestaande progressieve klachten van malaise, spierpijn en kortademigheid. Ook is hij wat rillerig geweest.

DD kortademigheid, malaise, (koorts)

  • pneumonie CAP (community-acquired pneumonia)

    • Haemophilus Influenzae (bij patiënten met COPD) 5%

    • Streptococcus pneumoniae 25-60%

    • Mycoplasma pneumoniae 7%

    • Legionella pneumophila 7%

    • Virussen (voornamelijk influenza) 13%

  • Pneumonie HAP (hospital acquired pneumonia)

    • Gram negatieve darmbacillen 50%

    • Pseudomonas aeruginosa 50%

    • Staphylococcus Aureus 10%

  • Excerbatie COPD

  • Griep

    • Influenza virus

  • Bovenste luchtweginfectie

    • Viral

      • Rhinovirus

      • coronavirus

  • Maligniteit

    • Longcarcinoom

  • Cardiaal

Anamnese

  • Wanneer begonnen?

  • Welke verschijnselen?

  • Koorts?

  • Zieke mensen in omgeving?

  • Bijkomende klachten?

  • Pulmonaal

    • Hoesten

    • Pijn vast aan de ademhaling?

    • Sputum? Kleur? Bloed?

    • Roken

  • Griep

    • Hoofdpijn?

    • Buikpijn?

    • Keelpijn?

    • Griepprik gehad?

    • Lichamelijke activiteit?

  • Maligniteit

    • Afgevallen?

    • Bloed ophoesten?

    • Moe?

    • Nachtzweten?

  • Cardiaal

    • Pijn op de borst

    • Nycturie

    • Enkeloedeem

Lichamelijk onderzoek

  • Algemene indruk

    • Huid

      • Petechien

      • Collateralen

      • Kleur, cyanose

  • Metingen

    • Bloeddruk

    • Pols

    • Temperatuur

    • saturatie

  • Hoofd/hals

    • CVD

    • Ogen (waterig)

    • Neus (neusverkouden)

    • Mond ( vergrote tonsillen)

    • Lymfeklieren

    • Kloppijn sinussen

  • Pulm

    • Inspectie

      • Gebruik hulpademhalingsspieren

      • Vorm thorax

    • Palpatie

      • symmetrie

.....read more
Access: 
Public
Akte-Fase Toets (Erasmus MC, (Algemene Klinische Training) - Oefencasussen (deel 2)

Akte-Fase Toets (Erasmus MC, (Algemene Klinische Training) - Oefencasussen (deel 2)

Casus 15

Op de polikliniek psychiatrie komt een 50-jarige man met zijn partner voor een second opion. Patiënt is al een jaar bekend bij het RIAGG. Hij is daar behandeld met gesprekken 1 keer per 2 weken en hij heeft tot een maand geleden paroxetine 60 mg 1dd gebruikt. Hij heeft zijn huidige partner leren kennen tijdens zijn vorige huwelijk, dat 10 jaar duurde. Tijdens zijn huidige relatie, die nu 2 jaar duurt, heeft hij ongeveer een jaar geleden een kortdurende buitenechtelijke relatie gehad. Hij heeft de laatste maanden regelmatig woede uitbarstingen, dit had hij altijd al alleen het laatste jaar is het erger geworden. Hij slaapt slecht, hij is niet afgevallen. Hij voelt zich snel te kort gedaan.

Probleembepalende gegevens

  • VG met psychosociale problematiek

  • Gedragsveranderingen onder gebruik van paroxetine: woede uibarstingen, insomnia, agitatie

DD

  • Persoonlijkheidsstoornis

  • medicatie

Anamnese

  • Emotioneel trauma

  • Gebruik medicatie medicatietrouw

  • Slapen

    • Moeite met inslapen

    • Moeite met doorslapen

    • Vroeg wakker

    • Nachtmerries

    • Piekeren

  • Woede uitbarstingen

    • Met een reden

    • Hoe lang

    • Voor gebruik medicatie ook

    • Tegen wie

    • Hoe vaak

WD:

Bijwerking van paroxetine vanwege overdosering

Typen antidepressiva (AD): AD hebben geen effect bij gezonde pp itt bv amphetamine

- tricyclische AD: bestaande uit drie benzeenringen. Stimuleren functie van serotonine veel cardiotoxiciteit, bijwerkingen.

Anticholinergische effecten: droge mond, obstipathie, BPH, glaucoma, hypotensie,

Libido ↓, tachycardie, arythmiën, sedatie, gewichtstoename.

- SSRI ‘s ( specific serotonine reuptake inhibitor). Paroxetine, fluoxetine, fluvoxamine, setratine. Inhiberen re – uptake van serontonine in de synapsspleet. Geen anticholinergische bijwerkingen. Dosis paroxetine: 20 tot mx 50 mg/ dg. Bijwerkingen zijn: misselijkheid, flatulentie, insomnia, rusteloosheid, agitatie, woedeaanvallen, hoofdpijn, tremor, spierzwakte, sexuele dysfunctie. GEEN GEWICHTSTOENAME

- MAOI’s = monoamine oxidase remmers. Geen eerste keuze. Veel bijwerkingen en interacties. Inactiveren enzymen die NA en 5-HT afbreken. Interfereert ook met aanmaak tyramine en veel leverenzymen ( belangrijk voor eventuele co-medicatie)

bijwerkingen: droge mond, obstipatie, BHP, hypotensie, hoofdpijn, tremor, leverintoxiteit.

Interacties: ernstige hypertensie in combi met vasocontstrictors of tyramine bevattende voedselprodukten kaas, bepaalde vleessoorten, gerookte vis, bonen,sommige rode wijnen

( tyramine wordt immers niet afgebroken en

.....read more
Access: 
Public
Akte-Fase Toets (Erasmus MC, (Algemene Klinische Training) - Oefencasussen (deel 3)

Akte-Fase Toets (Erasmus MC, (Algemene Klinische Training) - Oefencasussen (deel 3)

Casus 27

Op het spreekuur van de oncoloog verschijnt een 65-jarige vrouw. Zij is vorige week geopereerd aan een mammacarcinoom links.

DD knobbel

  • Dominante klierschijf

  • Cyclische hobbeligheid

  • Fibroadenoom

  • Cyste

  • Mammacarcinoom

Anamnese

  • Voorgeschiedenis

  • Familie anamnese

  • Gewichtverandering

  • Moe

  • Koorts

  • Pijn aan de borst

  • Hoe ontdekt

Lichamelijk onderzoek

  • Zowel staand als liggend

  • Rechts en links vergelijken

  • Inspectie

    • Onregelmatigheden

    • Aspect van de huid

    • Intrekkingen van huid of tepel

    • Afwijkingen van de tepel

  • palpatie

    • borst, tepel

    • knobbel goed uitpalperen

      • lokalisatie

      • grootte

      • consistentie

      • beweegbaarheid

      • pijnlijkheid

    • axiaal en infra-, supraclaviculair

Aanvullend onderzoek

  • mammagrafie

    • in twee richtingen van boven naar beneden en van opzij

    • Onder 35 jaar beperkte diagnostische waarde

  • Echografie

    • Afgrensbaarheid bepalen van knobbel

  • Cytologisch of histologisch

    • Biopt

Behandeling

  • Borstsparende operatie

  • Okselklierresectie

  • Hormonale therapie

  • Combinatieve aanvullende chemotherapie en hormonale therapie

  • Aanvullend radiotherapie

  • Aanvullende hormonale therapie

  • Aanvullende chemotherapie

Mammacarcinoom:

Tussen 35-50 grootste doodsoorzaak

10% kans op mammacarcinoom gedurende leven

Bij ongeveer 11.500 vrouwen diagnose gesteld

Risicofactoren

  • Vrouw

  • Leeftijd

  • Westerse wereld

  • Eerder doorgemaakt mammacarcinoom

  • Voorkomen van borstkanker in de familie (BRCA-1, BRCA-2)

  • Benigne mamma-afwijkingen

  • Ongezonde voeding

  • Obesitas

  • Alcohol

  • Endocriene en reproductieve factoren

  • Oac

  • Hormoonsubstitutie

Prognose

  • Hoe groter de tumor hoe grotere kans op metastasen

  • Axiale lymfeklierstatus

  • Ziektevrije-10jaarsoverleving 70% zonder lymfekliermetastasen

  • Ziektevrije-10jaarsoverleving 40% met 4-10 lymfekliermetastasen

  • Radiotherapie na complete resectie 40% minder kans op een recidief

  • Metastasen: lymfeklieren, longen, lever, bot, (peritoneum, hersenen)

.....read more
Access: 
Public
Thema 1.C.1 "Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie" week 4

Thema 1.C.1 "Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie" week 4

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Inhoudsopgave

Hoorcolleges

Hoorcollege 1: Klinisch redeneren diarree

Hoorcollege 2: epidemiologie darmmaligniteiten

Hoorcollege 3: Immunologie van de darm.

Hoorcollege 4 + 5: IBD inleiding en therapie

Hoorcollege 6: Ondervoeding bij darmziekten

Hoorcollege 7: Anemie

Hoorcollege 8: Sikkelcelziekte

Hoorcollege 9: Sociale psychologie 1

Vaardigheidsonderwijs

VO 1: Endoscopie van de tractus digestivus

VO 2: Een patiënte met gewichtsverlies en buikpijn

VO 3: Anemie

Zelfstudieopdrachten

ZO1: Heterogeniteit H. pylori

ZO2: Bloedarmoede: oorzaken en behandeling

ZO3: Stoornissen in zout- en watertransport door de darm

ZO4: Diarree met bloed en slijm

 

Hoorcolleges

Hoorcollege 1 Klinisch redeneren diarree

Vanuit een symptoom waarmee een patiënt op je spreekuur komt, moet je een differentiaaldiagnose (DD) in je hoofd hebben, om uiteindelijk (goede) vragen te kunnen stellen. Daarom is voorkennis belangrijk, in dit geval is het belangrijk om te weten wat diarree is. Diarree is meer dan 200 gram feaeceslozing per dag. Deze omschrijving moet er zijn omdat er namelijk mensen zijn die vrij dunne ontlasting uit zichzelf produceren.

Dagelijks wordt er 10 liter intestinaal vocht geproduceerd. De hoeveelheid vocht die het colon bereikt is 1 liter (circa 1 kg). Wanneer een patiënt dus meer dan 1kg poep produceert per dag is er (ook) een probleem in de dunne darm. Bij cholera poept iemand 10 liter per dag omdat er geen terugresorptie mogelijk is.

Pathofysiologie van diarree: wat is een logische indeling uitgaande van pathosfysiologisch mechanismen?

  • Verlies van water (en elektrolyten) via feaces

  • H2O productie: vasoactieve stof vipoom (zeldzaam), catecholamines

  • H2O resorptie: toxisch (toxine productie micro-organismen), osmose (lactase deficiëntie), snelle passage (hyperthyreoidie), allergie (koemelk-eiwit-allergie), inflammatie (colitus ulcerosa/ Crohn), vasculair (ischemische colitis)

  • Combinatie van a en b: ontsteking (gastro-enteritis)

Epidemiologisch is de meest voorkomende oorzaak van diarree een infectie.

Tijdens het college werd er een filmpje getoond met een anamnese afname.

Introductievraag: wat bracht u bij de dokter? Het doel van deze vraag:

  • Inschatting van de ernst

  • Indruk krijgen van pathosfysiologische richting

  • Inventarisatie van mogelijke complicaties

Kernpunten verhaal moeder patiëntje:

  • Spugen zou kunnen wijzen op infectie

  • Zeer dunne, waterige

  • .....read more
Access: 
Public
Thema 1.C.1 "Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie" week 5

Thema 1.C.1 "Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie" week 5

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Hoorcolleges

Hoorcollege 1 Koliekpijn en icterus

In de anatomie van de galblaas in combinatie met de galwegen zit veel variatie. Galsteenkolieken presenteren zich vaak als een heftige pijn rechts in de bovenbuik, met uitstraling naar de schouders, daarbij komend misselijkheid, braken en bewegingsdrang, vaak uitgelokt door vet eten (vet eten zet galblaas aan om te contraheren, waarbij je een drukopbouw krijgt). Maar ook atypische klachten komen zeer vaak voor, bij oudere mensen vaak deze minder typische presentatie.

Welke mensen krijgen galstenen? De 4 (of 5) F’en: Fat, female, fertile, fair en forty. Je

hebt cholesterolstenen (die komen veel voor in de westerse bevolking), erfelijk zijn de bilirubine stenen.

Het vinden van galstenen met bovenbuikpijn kun je niet gelijk verbinden met galweglijden, het kan ook een incidentele bevinding zijn. Cholecystolithiasis (= aanwezigheid van galstenen in de galblaas en is een chirurgische ingreep, namelijk cholecystectomie) is dus niet gelijk aan choledocholithiasis (= aanwezigheid van galstenen in de galwegen en wordt verholpen door MDL arts).

De incidentie van choledocholithiasis is 6 per 100000. De meerderheid van de stenen vormen zich in de galblaas en verhuizen naar de galwegen. Ongeveer 10% van de patiënten heeft choledocholithiasis zonder cholecystolithiasis. Ongeveer 5% van de mensen krijgt een cholecystectomy waarbij er nog een galsteen in de galwegen zitten.

Symptomen van choledocholithiasis zijn geelzucht, koliekpijn, koorts (bij bacteriele cholangitis), geschatte incidentie met gecompliceerd galsteenlijden (pancreatitis, cholangitis, icterus) is circa 2-3%, gedurende 10 jaar bij initieel asymptomatische individuen met galblaasstenen. De geschatte prevalentie van choledocholithiasis bij patiënten met symptomatisch galblaasstenen is 10-20%. Tenminste 1/3e van deze stenen passeert spontaan en geeft geen symptomen, dus eigenlijk is de incidentie en prevalentie grotendeels onduidelijk. Een (bilaire) pancreatitis komt voor bij 0,3%-1% van de patiënten met galblaasstenen, 10% leidt tot mortaliteit.

De diagnose wordt gesteld door labonderzoek om cholestase aan te tonen. Logische markers hiervoor zijn bilirubine en een verhoging van alkalisch fosfatase (deze zijn het meest specifiek). De tweede belangrijke stap is de abdominale echo, hierbij heb je een hoge sensitiviteit en specificiteit voor het aantonen van galblaasstenen, maar een zeer beperkte sensitiviteit voor het aantonen van choledocholithiasis (hoge specificiteit),

a

galwegdilatatie kun je bekijken, normaal is deze minder dan 7mm (bij een galblaasoperatie is er meer druk op de galwegen en is normaal minder dan 1cm). De gouden standaard voor het aantonen is de ERCP (Endoscopische retrograde cholangiopancreatografie) maar dit is invasief, veel complicaties (8% kans op pancreatitis), gebruik als diagnosticum voor choledocholithiasis is een kunstfout! Een goede vervanger voor ERCP is MRCP (Magnetic resonance cholangio-.....read more

Access: 
Public
Thema 1.C.1 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie'

Thema 1.C.1 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie'

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.

Inhoudsopgave

Hoorcolleges1.C.1

HC 1: Diagnostiek in de MDL

HC 2: Dysfagie

HC 3: De pylorus

HC 4: Mechanisme en regulatie van maagzuursecretie

HC 5: Zuurgerelateerde problemen van de tractus digestivus

HC6: Exocriene pancreasinsufficiëntie

HC7: Acute en chronische pancreatitis

Vaardigheidsonderwijs

VO1: Ondervoeding en darmziekten

VO2: Tractus digestivus, van maag tot anus

VO 3 Microscopische anatomie en pathologie van het maag- en darmstelsel

VO4 Absorptie van vitamines en mineralen

Zelfstudieopdrachten

ZO1: Verkeerssluizen in het maag-darmkanaal

ZO2: Maagfunctiestoornissen

ZO3: Functie en disfunctie van de exocriene pancreas

Hoorcolleges

HC 1: Diagnostiek in de MDL

Methoden: anamnese, LO, laboratorium onderzoek (bloed, urine, feces), endoscopie, röntgen onderzoek, pathologie, bacteriologie en virologie.

Bloed: In het bloed kunnen de volgende bepalingen worden verricht: Hb, hematocriet, MCV; leuco’s, dif. CRP (een ontstekingsmarker); leverfuncties (bilirubine); amylase, lipase, ALAT (alanine aminotransferase en ASAT (Aspartaat aminotransferase). Bij celverval is ASAt>ALAT, bij virale hepatitis andersom.

Röntgen: buikoverzichtsfoto, echo abdomen, CT scan, MRI scan.

Endoscopie met een flexibele scoop - complicaties: retroperitoneale perforatie ). Endoscopie geeft daarnaast als belangrijkste complicatie pancreati tis (5-10%) wanneer de galwegen worden bekeken met contrast (ECRP).

Coeliakie: villi atrofie > leidt tot anemie, vitamine deficiëntie, groeiretardatie.

Ziekte van Crohn: komt voor van mond tot anus, maar het meest in de dunne darm, meer bepaald het terminale ileum.

Colitis ulcerose bevindt zich met name in het rectum en het colon.

Short bowel disease treedt op als er teveel darm is geresecteerd.

Linnis plastica: maagkanker.

NSAID’s, ascal en helicobacter pylori zijn de belangrijkste veroorzakers van een ulcus. Een ulcus is een stuk darm dat ontstoken is doordat de mucosa is opgelost en dus geen bescherming meer biedt. Om dit te voorkomen kun je bij het geven van zuurbeschermers, dit verlaagt de kans op bloedingen.

Stenose (bij bv. Crohn): ontstekingsremmende middelen en met ballon stenose oprukken > als dit faalt > stukje darm weghalen.

Witte plekken in dikke darm: darmpoliepen, kanker in wording.

Adenoom = voorbode carcinoom.

Van 10-20 jaar ontstaan colon carcinoom.

Roboticus, and micromachine technology: in de camerapil zitten twee videocamera’s, een batterij, twee lichtbronnen en een zendertje. Maakt vier foto’s per seconde.
Pillcam vs. endoscopie: pillcam is weinig belastend en heeft een goede kwaliteit.

.....read more

Access: 
Public
Thema 1.C.2 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 7

Thema 1.C.2 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 7

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Inhoudsopgave

Week 7: Fysiologie en ontregeling van stofwisseling II

Hoorcolleges

Hoorcollege 1: Regulatie metabole routes door hormonen

Hoorcollege 2: Glucose homeostase, hyper- en hypoglyceamie

Hoorcollege 4: Ondervoeding bij chronische zieken

Hoorcollege 5: Exogeen en endogeen lipidetransport

Hoorcollege 6: Ondervoeding wereldwijd

Hoorcollege 7: Regulatie lichaamsgewicht

Vaardigheidsonderwijs

VO 1: glucose homeostase, 5 fase beschrijving

VO 2: regulatieprincipes van metabole routes

VO 3: Variatie in de bloedsuikerspiegel

Zelfstudieopdrachten

ZO 1: Effect dieet op lipidentransport

ZO 2: Ontregeling en contra-regulatiemechanismen

ZO 3: Protein energy malnutrition (PEM)

ZO 4: Energiebeheer bij extreme inspanning

Hoorcollege 1: Regulatie metabole routes door hormonen

Receptoren voor smaak uit de neus en mond voor en voor darmhormonen in het duodenum werken nauw samen. Dit is niet zo gek als je weet dat je reuk en smaak en het duodenum allemaal ontstaan zijn uit de oerdarm. Achterin je neus zit een tweede reukorgaan: het vomeronasale orgaan. Dit beïnvloedt dingen omtrent het paringsgedrag.

Mensen leven langer bij calorische restrictie, ook de lucht van voedsel moet dan uitgeschakeld worden. Door de reukreceptor Or83b werden fruitvliegjes veel ouder.

Om de samenwerking tussen tong en duodenum voor smaak aan te tonen werden knock-out muizen gemaakt. Ze hadden wel voedselreceptoren op de tong: Alpha gustducine.

De muizen proefden wel zoet, maar hadden er niet het darmhormoon. Als gevolg hadden ze een dramatische afname van reactie op de smaak van zoetstof. Darmhormonen bepalen of je iets zoet vindt, dit komt omdat het GLP-1 (afkomstig uit de darm) niet stijgt. Het gevolg is hyperglicaemie, het uitblijven van eerste fase, daarna overshoot. Dat lijkt op type II suiker.

De resistentie van bepaalde weefsels voor insuline zorgt dat zoogdieren hun levensstijl kunnen volhouden. Het zegt iets over hoeveel insuline je nodig hebt om een bepaalde hoeveelheid suiker uit je bloed weg te werken. Als de tijd tussen maaltijden groot is moet je resistent tegen insuline worden, om de lange tijd van katabolisme te overleven. Je moet moet andere woorden alles opslaan wat je binnenkrijgt.

Normaal gesproken wordt een lekkere hamburger van de McDonald's als volgt opgeslagen:

witte vetcellen: Ffa proteines

lever (kwantitatief verreweg het meest): glycogeen en ffa proteines

spier: ffa, proteines

De lever is insulinegevoelig; de 'poort naar de lever' heeft de normale afmeting. Insuline vindt het makkelijk om de suiker uit je bloed te duwen.

Indien.....read more

Access: 
Public
Thema 1.C.2 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 8

Thema 1.C.2 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 8

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Week 8: Voeding en stofwisseling

Collegeaantekeningen

Hoorcollege: Stikstofbalans, methoden en betekenis

Hoorcollege 1: Kwaliteit van voeding

Hoorcollege 2: Vitamines en deficiënties

Hoorcollege 3: Geneesmiddelafbraak 1

Hoorcollege 4: Geneesmiddelafbraak 2

Patientendemo 5: Stofwisselingsziektes ten gevolge van enzymdeficiënties

Hoorcollege 7: Samenhang van het metabolisme in verschillende organen

Vaardigheidsonderwijs

VO 1: Casus stofwisselingsziekten

VO 2: Metabole effecten van alcohol

VO 3: Endocriene pancreas

Zelfstudieopdrachten

ZO 1: De zin en onzin van voedingssupplementen

ZO 2: Vitaminetekort bij alcoholisme

ZO 3: Geneesmiddelenafbraak

ZO 4: Samenhang van het metabolisme in verschillende organen

Hoorcolleges

Aanvulling Week 7

Hoorcollege 3: Stikstofbalans, methoden en betekenis

Redenen voor verhoogde eiwitintake:

  • Eiwitverlies.

  • Anabool

  • Groei

  • Zwangerschap

  • Training

  • Refeeding

  • Herstel na ziekte.

Het anabolisme en katobolisme moeten in balans zijn, er zijn wel andere aminozuren nodig, dan waaruit de voeding soms bestaat. Door middek van transaminatie (aminogroep van de ene naar de andere, deaminatie, aminogroep van het aminozuur. -> ureumcyclys). Kunnen andere aminozuren gevormd worden. De NH groep niet je ook weer uitscheiden in de vorm van ureum of amoniak.

Ammoniak wordt omgezet in ureum. Uit de amoniak kun je ook weer een tussenproduct czs vormen.

De stikstofbalans is te berekenen met de formule stikstofbalans = (proteine inname x0,16)- (totale urine stikstof +3)

Voor het in balans blijven is nodig:

1) stikstofinname dieet

2) Energiegehalte dieet

3) Kwaliteit eiwit

4) Metabole toestand.

Metabole stress.

20-25% van je dagelijkse energie haal je uit eiwit bij ernstige stress. Eiwitafbraak treedt daarnaast op bij 13-40 uur vasten. Spieren zijn het grootste eiwitreservoir. Er is geen opslag van aminozuren

Balansonderzoek in wetenschappelijk onderzoek kan opgedeeld worden in:

  • Netto effect

  • per orgaan

  • per metabole fase.

Voor intensive care zorg geldt: vroegtijdig starten met enterale voeding, dit is de gouden standaard voor de ernstig zieke, want het is beter dan parenterale voeding op het gebied van wondgenezing en het immuunsysteem.

Week 8: Voeding en stofwisseling

Hoorcollege 1: Kwaliteit van voeding

Mensen kunnen.....read more

Access: 
Public
Blok 1.C.2 Thema 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 9

Blok 1.C.2 Thema 'Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie' week 9

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

 

Week 9: Diabetes type I en II en obesitas

Hoorcollege 1: Een typische type I en typische type II diabetes patiënt

Zie bij deze week de casussen op blackboard.

Naslagwerk: Kumar & Clark, clinical medicine, seventh edition, hfd 19, 'Diabetes mellitus and other disorders of metabolism', pp 1026-1061

Insuline is geen remedie. Het heeft van een acute fatale ziekte een chronische ziekte gemaakt.

Gevolgen diabetes:

cardiovasculaire ziekte

cerebrovasculaire ziekte

diabetische neuropathie

diabetische nefropathie

diabetische retionpathie

Diabetes is de meest voorkomende chronische ziekte van de 21e eeuw.

Het heeft een aantal vaste symptomen, zoals moeheid, afvallen, polyurie en polydipsie, ongeacht om welk type diabetes het gaat.

Diabetes is op te delen in twee soorten:

Type I diabetes:

Absolute insulinedeficiëntie: geen insuline productie, doordat bèta-cellen van eilandjes van Langerhans kapot worden gemaakt. In dit geval zijn autoantistoffen in het bloed positief.

Type II diabetes:

relatieve insulinedeficiëntie: insuline resistentie (hoog insulinespiegel in bloed). Diabetes type II geeft relatief milde klachten en de auto-antistoffen zijn negatief.

Ontregeling van de glucosespiegel in het bloed is op te delen in twee soorten:

Hypo.

• zweten

• trillen

• duizeligheid

• plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld)

• ongeconcentreerd zijn

• hoofdpijn

• moe

• hongerig

Hypo.

• zweten

• trillen

• duizeligheid

• plotseling wisselend humeur (opeens boos worden bijvoorbeeld)

• ongeconcentreerd zijn

• hoofdpijn

• moe

• hongerig

Hoorcollege 2: Incretinen bij behandeling type II diabetes.

Incretinen worden afgegeven door de darm in reactie op een maaltijd, ze zorgen ervoor dat er extra insuline wordt afgegeven bij een gezond persoon. Als je glucose inspuit zie je dat de insulineafgifte minder sterk is dan bij orale toediening. Het incretine-effect is de oorzaak van het verschil in afgifte.

Als je iets eet komt de glucose in de darm. Het wordt door de bètacellen in de pancreas gevoeld door de verhoogde bloedglucosespiegels, maar incretinen, kleine hormooneiwitten hebben ook een functie bij de insulinesecretie.

Er zijn twee hoofdsoorten:

GLP-1 en GIP

L cellen zitten in de dunne darm en vormen uit Proglucagon een GLP-1-voorloper en het actieve GLP-1. Door dipeptidyl peptidase 1 wordt het afgebroken tot inactief. Binnen een minuut wordt.....read more

Access: 
Public
Thema 2.A.2 Abnormale celgroei week 6
Thema 2.A.2 Abnormale celgroei week 7
Thema 2.A.3 Abnormale Celgroei week 12
Thema 2.A.3 Abnormale Celgroei week 13
Thema 3.B.2 "Stoornissen in Hersenen en Zintuigen" week 12
Thema 3.B.2 "Stoornissen in Hersenen en Zintuigen" week 13
Thema 3.B.2 "Stoornissen in Hersenen en Zintuigen" week 14

Sheetnotes & Collegeaantekeningen - Stoornissen in Hersenen en Zintuigen

Thema 3.B.2 "Stoornissen in Hersenen en Zintuigen" week 12
Thema 3.B.2 "Stoornissen in Hersenen en Zintuigen" week 13
Thema 3.B.2 "Stoornissen in Hersenen en Zintuigen" week 14
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1973