ARW HC1A: Ondernemingsrecht
Hoorcollege 1A: Ondernemingsrecht
Hoofdstuk 11 en Hoofdstuk 12 afdeling 1 boek.
ARW 2 bevat 700 pagina’s leerstof, terwijl ARW 1 350 pagina’s bevatte (Nu namelijk ARW1 + ARW2). Dit is goed om te beseffen. Je kunt hierdoor uitrekenen hoeveel pagina’s je per dag of per week zou moeten doornemen om goed voorbereid de tentamenweek in te gaan.
Bronnen van het ondernemingsrecht
- Het Burgerlijkwetboek, Wetboek van Koophandel, Faillissementswet
- Handelsregisterwet
- Wet op de ondernemingsraden
- Wet op het financieel toezicht
- Mededinging, Autoriteit Consument en Markt
- Corporate Governance Code
Corporate Governance (6)
Behoorlijk ondernemingsbestuur
Zeggenschapsverhouding, verantwoordelijkheid, cultuur, gedrag.
- Principes, best practice
- Code 2016; voor beursgenoteerde vennootschappen, niet bindend maar wel leidend
De kernvragen bij de ondernemingsvormen zijn:
- Wat is de juridische structuur?
- Wie is bevoegd?
- Wie is aansprakelijk?
- (fiscaliteit)
Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid: is het privévermogen ook aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf.
- Eenmanszaak
- Eenvoudigste vorm van een bedrijf; makelijk op te richten, vrijwel geen juridische formaliteiten. Slechts verplicht tot inschrijven in het handelsregister, op grond van artikel 5 Handelsregisterwet 2007. (freelancers/ZZ'pers)
- Aansprakelijkheid: er is geen sprake van een afgescheiden vermogen, er is verhaalsmogelijkheid op het gehele vermogen (let op; indien er sprake is van huwelijk in gemeenschap van goederen, de gehele gemeenschap aansprakelijk.
- Maatschap
- Overeenkomst … in gemeenschap brengen… voordeel delen (art. 7A:1655 BW); geld en het genot van goederen en arbeid. Het is dus een overeenkomst tussen de maten om samen te werken en de winst uit die samenwerking te delen
- Totstandkoming door middel van een overeenkomst (boek 6 BW)
- Winst en verlies moet worden gedeeld; verdeling volgt uit de wet of de overeenkomst
- Komt vaak voor bij vrije beroepen
- Bevoegdheden: Beheer, zelfstandig en Beschikken gezamenlijk.
- Aansprakelijkheid: verschil maken tussen een openbare maatschap en stille maatschap. Voor gelijke delen. Zie ook het arrest: Advocatenmaatschap, vijf advocaten en eentje maakt een beroepsfout. Kan de maatschap én de individuele maten worden aangesproken? Algemene voorwaarden.
- Vennootschap onder firma
- “Maatschap tot uitoefeing van een bedrijf onder eenen gemeeschappelijken naam” (artikel 16WvK)
- Vaak gaat het bij een vof om een familiebedrijf waarin de kinderen van de oprichter zijn gaan meewerken en vennoot zijn geworden. "Loodgietersbedrijf K.L.Smith & Dochters Vof"
- Bevoegdheden; artikel 17 WvK; Ruim
- Aansprakelijkheid: sprake van een afgescheiden vermogen, alle vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (artikel 18 WvK)
- Commanditaire vennootschap (variant van de vof)
- Bij wijze van geldschieting à Artikel 19 WvK; beherende en stille vennoot; voeren het beheer niet en treden niet naar buiten op, vennoot bij wijze van geldschieting (art. 20 lid 3 WvK)
- Bevoegdheden; ruim op grond van artikel 17 WvK
- Aansprakelijkheid; sprake van een afgescheiden vermogen; hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 18 WvK). In het geval van een stille vennoot geldt artikel 20 en 21 WvK.
Rechtspersonen: houdt in dat een onderneming/organisatie zelfstandig schulden en bezittingen heeft. Er is een eigen boekhouding met afgescheiden vermogen. De aansprakelijkheid van deze eigenaren gaat niet verder dan de waarde van de aandelen van de onderneming/organisatie. (Art. 2:5 BW)
De oprichting geschiedt door middel van een notariële akte (gaat lastiger dan “zonder rechtspersoonlijkheid). Er is inschrijving in de KvK nodig, gebeurt dit niet dan zijn allen hoofdelijk aansprakelijk op grond van artikel 2:69 en 2:180 BW.
Organen bestaan uit een bestuur en andere organen
- Besloten vennootschap (BV) art. 2:172 lid 1 BW
- Rechtspersonen met een in overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal (art. 2:175 BW)
“Kapitaalvennootschap”
- Deze vorm is het populairst, omdat de aandeelhouder niet persoonlijk aansprakelijk is. Het is een moderne vorm (flexibilisering per 1 oktober 2012).
- Aandelen
Op naam; aandeelhoudersregister.
Functie:
- het aantrekken van vermogen;
- stemrecht;
- Naar rato (plutocrartie)
- Stemrechtloos (winstrecht zonder enig invloed op de besluiten die worden genomen binnen de vennoot)
- Winstverdeling (“dividend”)
- Overdracht ; bij notariële akte
- Er geldt een blokkeringsregeling, voor vervreemding aanbieden aan medeaandeelhouders tenzij de statuten anders bepalen o.g.v. artikel 2:195 BW.
- Beschermingsconstructies: Certificering/prioriteitsaandelen
- De organen van een besloten vennootschap:
- Algemene vergadering (AV)
- Bestuur
- RvC
- Naamloze vennootschap (NV) artikel 2:64 Nv
- Naamloos en aandelen aan toonder en vrij overdraagbaar
- Minder flexibel dan BV (daarom is BV populairder)
Belangrijkste verschillen BV & NV
BV | NV |
Aandelen op naam; kan slechts toebehoren aan een bij naam genoemde persoon. 2:194 BW | Aandelen aan toonder; het aandeel aan toonder kan aan iedereen toebehoren "wie zo'n aandeel in zij bezit heeft (kan tonen) is de rechtebbende. |
Flexibel | Minder flexibel |
Geen kapitaaleis | Kapitaaleis ( tenminste 45.000, art. 2:67 lid 2 BW) |
Andere rechtspersonen
1. Vereniging (2:26 BW)
Rechtspersoon met leden, gericht op een bepaald doel. Het belang van de leden staat hierbij centraal.
Er geldt een vebrod van winstverdeling; (geldt eveneens voor een stichting). Indien de winst tot wordt verdeeld onder de leden is de sanctie een onverschuldigde betaling/ontbinding van de vereniging.
2. Coöperatie (2:53 lid 1 BW)
Dit is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte verengiing. Het doel hierbij is het voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van leden, door sluiten van een overeenkomst met leden (schaalvoordeel). De winst dient te worden uitgekeerd. "Vb. Coöperatie Limburgse Zorgboeren"
3. Onderlinge waarborgmaatschappij (2:53 lid 2 en 3 BW)
Wordt bij notariële akte als OWM opgerichte vereniging. Het doel is een verzekeringsovereenkomt met leden. De verzekerde is lid en deelt in de winst van de OWM.
4. Stichting (2:285 lid 1 BW)
Doelvermogen; met het vermogen dient een ideëel/sociaal doel te worden bereikt. Heeft geen leden en een uitkeringsverbod tenzij het aan anderen dan oprichters/bestuurders is.
De oprichting van een stichting kan aan de hand van een notariële akte (2:286 BW) of een testamen (4:135 BW)
Add new contribution