Artikelsamenvatting bij Stages van verandering voor matige intensiteit van lichamelijke activiteit in achtergestelde wijken van Kloek et al. - 2006 - Chapter

Het artikel omschrijft de associatie van externe en psychosociale factoren met de stadia van verandering voor matige intensieve fysieke activiteit bij individuen met algemeen lage sociaal economische posities. Individuen in lagere sociaal economische groepen lopen vaker een hoger risico op bepaalde ziekten zoals hart- en vaatziekten. Dit zou verklaard kunnen worden door het feit dat de mensen in deze groepen ook vaker roken, weinig tot geen fruit en groenten eten, weinig bewegen en vaak overgewicht hebben. De maatstaf van minstens 30 minuten beweging 5 keer in de week wordt door 60% van de volwassenen niet behaald. Om dit veranderen moet er een gedragsverandering plaatsvinden. Deze gedragsverandering kan beschreven worden aan de hand van het Transtheoretical Model of Change (TTM). Dit model stelt dat gedragsverandering in vijf stadia plaatsvindt. De eerste fase is het pre contemplatie stadium (precontemplation stage). In deze fase is er geen intentie om in de nabije toekomst te veranderen. In het contemplatie stadium (contemplation stage) wil de persoon wel veranderen, maar niet spoedig. In het preparatie stadium (preparation stage) wil de persoon in de komende maand veranderen. In het actie stadium (action stage) heeft er recent verandering in het gedrag plaatsgevonden. Het laatste stadium is het onderhoud stadium (maintenance stage). In dit stadium houdt de verandering 6 maanden aan.

Wanneer TTM in onderzoek gecombineerd werd met motivatie modellen van gezond gedrag bleek dat sociaal cognitieve invloeden zoals sociale invloeden per stadium anders waren. Voor het huidige onderzoek wordt het TTM gecombineerd met het Attitude –Social influcence_ Efficacy (ASE) model. Het ASE model geeft aan dat gedrag het beste te voorspellen is aan de hand van de gedragsmatige intentie, die op zijn beurt weer bepaald wordt door attitudes, sociale invloeden en zelfredzaamheid verwachtingen.

Uit het onderzoek blijkt dat 49% van de respondenten zich in het onderhoud stadium bevonden, 15% in het actie stadium en 36% bevond zich in het pre actie stadium (pre contemplatie, contemplatie en preparatie stadia). Respondenten die zich in het actie stadium bevonden hadden de hoogste waarden voor uitkomsten op het gebied van fysieke activiteiten. Verder bleek dat alle psychosociale factoren gekoppeld konden worden aan stadium specifieke factoren. Zo waren mensen met een negatieve houding vaker in de stadia die lager zijn dan de contemplatie en preparatie stadium. Ook bleek dat meer zelfvertrouwen en sociale steun er voor zorgde dat mensen zich in de hogere stadia bevonden. Ook bleek dat de respondenten die minder kennis hadden over gezondheid, minder fruit en groenten aten en excessief alcohol gebruikten zich vaker in de lagere stadia bevonden. Voor hen was het dus minder waarschijnlijk dat zij hun gedrag zouden veranderen. Verder bleek dat in de oudere leeftijdsgroepen het contemplatie stadium het meest voorkwam en dat bij een lager niveau van educatie mensen minder in het actie stadium zaten en meer in het contemplatie stadium. Een hogere Health locus of control zorgde bij alle groepen er voor dat ze in een hoger stadium terecht kwamen.

Individuen in het actie stadium hadden de meest gunstige fysieke activiteit gerelateerde uitkomsten. Veel van de respondenten voldeden niet aan de aanbevelingen voor matig-intensieve fysieke activiteit. Tekortkomingen van het onderzoek zijn: bias door non-respons, cross-sectionele data i.p.v. longitudinaal, niet alle metingen waren valide en de data die verzameld is was niet precies genoeg.

Page access
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.