NVOG richtlijn - Geneeskunde - Afgenomen kindsbewegingen


Een van de kernbevelingen is dat e zwangeren bewust moet worden van hun baby’s individuele bewegingspatroon. Kindsbewegingen is al vroeg in de zwangerschap een levensteken van het ongeboren kind. Als de kindsbewegingen afnemen, is dit een signaal dat de conditie van het ongeboren kind minder goed wordt. De kindsbewegingen zijn het hevigst rond de tweeëndertig weken zwangerschapsduur.

Het is niet normaal als de bewegingen in de tweede helft van het derde trimester afnemen. Kindsbewegingen kunnen door de moeder als schoppen, trillen en draaien worden gevoeld. Normaal is dat de foetus actieve periodes afwisselt met rustperiodes. Vanaf achttien à twintig weken zijn de meeste zwangere vrouwen zich bewust van de bewegingen van de foetus. Het aantal spontane bewegingen stijgt tot ongeveer tweeëndertig weken. Hierna blijft het aantal bewegingen ongeveer hetzelfde en is het niet normaal naarmate dit afneemt.

Door iedere zorgverlener moet er aandacht worden besteed aan de melding van verminderde kindsbewegingen. Een placenta insufficiëntie of een aangeboren afwijking zijn geassocieerd met een afname van de kindsbewegingen. Als er afgenomen kindsbewegingen zijn, maar er wel normale harttonen worden gehoord en de zwangerschap verder ongecompliceerd verloopt, kan er geruststelling volgen. De foetale ligging is niet van invloed op de perceptie van de beweeglijkheid.

Bij het eerste onderzoek moet de bloeddruk worden gemeten en geluisterd worden naar de harttonen. Het is van belang dat de bloeddruk wordt gemeten, aangezien hypertensieve aandoeningen geassocieerd zijn met placenta insufficiëntie. Als er verminderde kindsbewegingen na achtentwintig weken worden gevoeld, moet een CTG worden verricht. Als de verminderde kindsbewegingen aanhouden moet de zwangere geadviseerd worden om opnieuw contact op te nemen met haar zorgverlener.

Corticosteroïden

De toediening van corticosteroïden is van belang voor de foetale longrijping. Daarentegen kunnen corticosteroïden de kindsbewegingen iets verminderen. Uit studies blijkt dat een foetus met ernstige chromosomale en/of aangeboren afwijkingen minder kindsbewegingen tonen.

Risicofactoren

Hieronder staan de risicofactoren voor foetale sterfte genoemd; een gecompliceerde obstetrische voorgeschiedenis, maternale leeftijd boven de vijfendertig jaar, obesitas en gebruik van intoxicaties. Als er sprake is van placenta insufficiëntie kan dit worden geuit in verminderde groei van de foetus en/of de aanwezigheid van hypertensie.

Advies

Zwangeren die verminderde kindsbewegingen waarnemen, wordt geadviseerd om via een formele methode de kindsbewegingen te tellen. Het nut hiervan is nog niet aangetoond. De meerderheid van de zwangere vrouwen die verminderde kindsbewegingen waarnemen, heeft een normale uitkomst op de zwangerschap. Geadviseerd wordt om de risico bepaling en het echoscopisch onderzoek een keer te herhalen.

Page access
Public
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.