Bestuursrecht 2 - RUG - Werkgroepopdrachten 2018/2019 - Week 2a


Vragen

Casus I: ABRvS 26 oktober 2016 ECLI:NL:RVS:2016:2840

Vraag 1a

Welke bevoegdheid is door welk bestuursorgaan uitgeoefend?

Vraag 1b

Waar gaat de zaak feitelijk over? Welke belangen staan er voor de partijen op het spel?

Vraag 1c

Wat is de rechtsvraag of wat zijn de rechtsvragen waar het in de casus om draait?

Vraag 2

Noem drie verschillen tussen wettelijke voorschriften en beleidsregels.

Vraag 3

Wat wordt bedoeld met in de beleidsregel verdisconteerde omstandigheden?

Vraag 4

Welke bijzondere omstandigheden zijn in dit geval aan de orde?

Vraag 5a

Onder welke twee voorwaarden mag of moet gelet op artikel 4:84 Awb van beleidsregels wor- den afgeweken?

Vraag 5b

Hoe verhoudt de uitspraak zich tot deze twee wettelijke voorwaarden?

Vraag 6

Welke soorten beleidsregels kent de Awb?

Vraag 7 

Maakt het wat betreft de inherente afwijkingsbevoegdheid uit om welk soort beleidsregels het gaat?

Vraag 8

Is er wat betreft de inherente afwijkingsbevoegdheid een verschil tussen beleidsregels en een vaste gedragslijn?

Vraag 9

Is er een verschil tussen de inherente afwijkingsbevoegdheid en een hardheidsclausule?

Casus II: ABRvS 14 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:58

Vraag 1a

Welke bevoegdheid is door welk bestuursorgaan uitgeoefend?

Vraag 1b

Waar gaat de zaak feitelijk over? Welke belangen staan er voor de partijen op het spel?

Vraag 1c

Wat is de rechtsvraag of wat zijn de rechtsvragen waar het in de casus om draait?

Vraag 2 

“In artikel 40 van de Wet BIG en artikel 2 van de Kwz is de algemene norm neergelegd dat een zorgaanbieder verantwoorde zorg dient aan te bieden” (ro. 3.1). Is een dergelijke vage verplichting niet in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel, meer specifiek het lex certa-beginsel?

Vraag 3

Waarom wordt het primair aan de normadressaten overgelaten om de norm verantwoorde zorg in te vullen?

Vraag 4 

Wat is de juridische betekenis van de “veldnormen” waarover in de uitspraak wordt gesproken?

Vraag 5

Wat is de juridische betekenis van “het IGZ-handhavingskader” en het nieuwsbericht van IGZ op haar website?

Vraag 6

Wat is de onderlinge verhouding tussen de veldnormen en dit nieuwsbericht? Lees voor de beantwoording van deze vraag de noot onder AB 2015/314.

Antwoordindicatie

Casus I

Vraag 1a, Vraag 1b & Vraag 1c

Bij besluit heeft de burgemeester onder aanzegging van bestuursdwang gelast de woning met ingang van 17 februari 2015 voor de duur van drie maanden te sluiten en gesloten te houden.  Op basis van art. 13b Opiumwet en beleidsregels.

De burgemeester in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken of doen zich bijzondere omstandigheden voor zoals bedoeld in art. 4:84 Awb waardoor hij had moeten afwijken? (R.O. 4.2)

Vraag 2 

  1. Beleidsregel is geen algemeen verbindend voorschrift, wettelijk voorschrift wel. Dit vloeit voort uit het feit dat een beleidsregel betrekking heeft op de uitoefening van een reeds bestaande bestuursbevoegdheid en dus niet meer kan regelen dan op basis van deze bevoegdheid mogelijk is. Er kunnen daarom in een beleidsregel geen zelfstandige verplichtingen of aanspraken in het leven worden geroepen of nieuwe bevoegdheid aan bestuursorganen worden toegekend. O.g.v. legaliteitsbeginsel kan dat alleen op basis van een algemeen verbindend voorschrift.

  2. Bij beleidsregels gaat het in de eerste plaats om regels die door een bestuursorgaan zijn vastgesteld voor de uitoefening van een hem toekomende bevoegdheid. Bij algemeen verbindende voorschriften gaat het erom dat zij zijn gebaseerd op een wetgevende bevoegdheid. (wetgevende bevoegdheid  moet te herleiden zijn tot de Grondwet of tot een formele wet)

  3. Van een beleidsregel mag en moet, zoals in art. 4:84 Awb is bepaald in bijzondere gevallen worden afgeweken. Gaat meestal om discretionaire bevoegdheden. Zou afwijking niet mogelijk zijn dan zou het discretionaire karakter van de in concrete gevallen uit te oefenen bevoegdheid teniet worden gedaan. (blz. 210 boek) Afwijking van algemeen verbindende voorschriften is echter niet mogelijk, tenzij daarin een hardheidsclausule is opgenomen.

Vraag 3 

Het gaat hier om omstandigheden die bij het opstellen van beleidsregels al zijn voorzien en betrokken.

(zonder dat er al een specifieke beschikking is gegeven kunnen er bij het opstellen al omstandigheden worden betrokken die voorzienbaar zijn. In het geval van casu kan bijvoorbeeld in voorhand al worden besloten om wat voor drugs het gaat + hoeveelheid)

Vraag 4 

R.O. 4.5.1

  • De ex-partner van wedepartij, die niet in de woning woonde was verantwoordelijk voor de drugs, wederpartij wist niet van de aanwezigheid.
  • De afwezigheid van overlast  

  • Wederpartij komt op een zogenoemde zwarte lijst komt te staan bij de woningbouwverenigingen als gevolg waarvan ze voor de duur van drie jaar geen nieuwe sociale huurwoning kan huren in de regio.

  • Bovendien kan de woningbouwvereniging volgens de burgemeester gelet op de huurovereenkomst niet tot ontbinding overgaan en derhalve evenmin tot plaatsing op de zwarte lijst. D

  • Psychische gevolgen van sluiting woning voor wederpartij en haar kinderen .

Vraag 5a 

Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden en onredelijk gevolg. 

Vraag 5b 

Dat sommige omstandigheden reeds verdisconteerd zijn wil niet zeggen dat dit geen bijzondere omstandigheden kan meebrengen; hierdoor kan je alsnog moeten afwijken. In dit geval een optel som van verdisconteerde omstandigheden waardoor toch moet worden afgeweken. R.O. 4.3

Vraag 6

Art. 1:3 lid 4 Awb:

  1. Beleidsregels over de belangenafweging; de uitoefening van discretionaire bestuursbevoegdheden (meeste). Bijv. Bevoegdheid om een marktplaatsvergunning te verlenen kent beleidsvrijheid, hiervoor kunnen beleidsregels bestaan over de belangenafweging van criteria voor de verdeling van beschikbare ruimte op een markt.

  2. Beleidsregels over de vaststelling van feiten; het meten of bepalen van de relevante feiten (bijv. Dat je een ziekte moet vaststellen middels een foto) als om het bepalen van betekenis van deze feiten voor de bestuursbevoegdheid (bijv. Maximummaten en kleurstelling vergunning voor reclame-uitingen)

  3. Beleidsregels over de uitleg van wettelijke voorschriften; wet interpreterende beleidsregels; wettelijk begrip dat ruimte bevat voor verschillende interpretaties wordt vastgesteld. Bijv. “motorrrijtuigen”.

Vraag 7

4:84 BW maakt geen onderscheid tussen de soorten beleidsregels. Bij feit vaststellen en wetsinterpretatie beleidsregel gaat het om de uitleg van de wet. Dat is zaak van de rechter, de rechter kan het bestuursorgaan hier volledig toetsten. Indien de rechter het niet eens is met het de interpretatie/feit vaststelling kan de rechter dit wijzigen.

Vraag 8

Terwijl de gebondenheid aan beleidsregels rust op art. 4:84 Awb, berust die aan een vaste gedragslijn rechtstreeks op het gelijkheidsbeginsel en de gedachte dat individuele beschikkingen precedentwerking hebben; als richtsnoer dienen bij een vergelijkbaar geschil. Wie zich op een vaste gedragslijn beroept moet aannemelijk maken dat deze bestaat, is bij een beleidsregel niet het geval.

Vraag 9 

De inherente afwijkingsbevoegdheid is art. 4:84 BW en is slechts mogelijk als aan de 2 voorwaarden wordt voldaan. Specifiek voor bestuursorgaan. De hardheidsclausule houdt in dat je van de wet moet afwijken als het gaat om schrijnende gevallen: denk bijvoorbeeld aan de Armeense kinderen die uitgezet zouden worden.

Casus II

Vraag 1a, Vraag 1b & Vraag 1c

Op 4 september 2013 heeft de IGZ op haar website een nieuwsbericht geplaatst. Daarin staat vermeld dat de IGZ van oordeel is dat het gebruik van hoog cervicale manipulaties als behandelmethode op dit moment niet verantwoord is en dat zij dit oordeel als handhavingsnorm hanteert. Voorts is daarin vermeld dat deze handhavingsnorm voor hoog cervicale manipulatie geldt voor iedere zorgverlener die manipulaties toepast.

Is de handhavingsnorm een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de uitleg van een wettelijk voorschrift bij het gebruik van een bevoegdheid door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Awb? 

Vraag 2 

Lex certa/bepaalbaarheidsgebod houdt in dat de norm voor de zorgverleners voldoende kenbaar/voorzienbaar moet zijn. Moeilijk scherp te omschrijven wat voor de een verantwoorde zorg is en wat voor de ander verantwoorde zorg is. Deze duidelijkheid moet je niet alleen ontlenen aan de wet, maar tevens aan de jurisprudentie wat je onder verantwoorde zorg verstaat. In beleid kan ook duidelijk worden gemaakt wat onder verantwoorde zorg wordt verstaan.

Vraag 3 

De zorgaanbieders kunnen vanuit hun expertise en praktijkervaring de norm concreet invullen (r.o. 3.1.) 

Vraag 4 

Veldnormen vormen de uitdrukking van wat er in het werkveld door de beroepsgroep als goed professioneel handelen wordt beschouwd. In casu de wereld van de fysiotherapeuten.

IGZ heeft hier geen verstand van waardoor de wetsinterpretatie door zorgaanbieders wordt ingevuld. IGZ zit hier weer bovenop door normen te stellen.

Vraag 5 

IGZ-handhavingskader staan welke maatregelen kunnen worden genomen en hoe deze worden toegepast; richtlijn.

Vraag 6

Geleidelijk aan wordt de norm steeds meer ingevoerd. Aanvankelijk veel beoordelingsvrijheid, maar hoe langer de norm bestaat hoe meer het wordt ingevuld. Beoordelingsruimte en beoordelingsvrijheid is een geleidende schaal.

Page access
Public
Join World Supporter
Join World Supporter
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.