Aandacht vangen (‘capture’) | De mogelijkheid van een informatiebron om verwerkingsprioriteit over te nemen van een andere bron. Zoals het vallen van een appel die de lopende aandachtsverwerking onderbreekt. |
Bindingsprobleem | Het probleem hoe verschillende eigenschappen van een item correct worden samengesteld of verbonden tot de correcte combinatie. |
Bottleneck | Het punt in verwerking waar parallelle processen serieel worden. |
Conjunctie | Een term van de feature integratie theorie van aandacht dat een doel (‘target’) beschrijft, gedefinieerd door minstens twee scheidbare features. Zoals een rode O tussen groene O’s en rode T’s. |
Consistent mapping | Een taak waarbij ‘distractors’ nooit ‘targets’ zijn en andersom. Er is dus een consistente relatie tussen de stimuli en de responsen erop. |
Contention scheduler | Een onderdeel van het model van Norman en Shallice (1986). Verantwoordelijk voor de semiautomatische controle van schema activering om te verzekeren dat schema’s op volgorde verlopen. |
Covert aandacht oriëntatie | Aandacht oriëntatie zonder het maken van enige oogbewegingen. |
Doorbraak (‘breakthrough’) | Het vermogen van aandacht om bewustzijn te vangen ondanks dat er geen toezicht is/niet wordt waargenomen (‘despite being unattended’). Meestal gebruikt met betrekking op ‘unattended channel’ bij dichotische luister experimenten. |
Endogene aandacht | Aandacht die gecontroleerd wordt door de intentie van de participant. |
Exogene aandacht | Aandacht die automatisch tot een stimulus wordt getrokken, zonder de intentie van de participant. Verwerking door exogene aandacht kan niet worden genegeerd. |
Frontaalkwab syndroom | Het patroon van tekortkomingen/schade (‘deficits’) getoond bij patiënten met schade aan de frontale kwabben. Deze patiënten zijn snel afgeleid, hebben moeite zich te settelen en met het behouden en veranderen van gedragsdoelen en zijn slecht in het plannen van reeksen van acties. |
Fixatie | Wanneer de fovea van het oog blijft hangen op een locatie in de visuele ruimte, gedurende deze tijd wordt er informatie verzameld. |
Galvanische huid reactie | Een meetbare verandering in de elektrische huidgeleiding wanneer emotioneel significante stimuli gepresenteerd zijn. Vaak gebruikt om de onbewuste verwerking van stimuli te detecteren. |
Gaze-mediated oriënteren | Een exogene verplaatsing van aandacht waarbij de richting van de blik of het staren van een ander wordt gevolgd. |
Gecontroleerde aandacht | Aandachtsverwerking die onder bewuste, intentionele controle is. Het vereist aandachtbronnen of –capaciteit en is onderworpen aan interferentie. |
Gevarieerd mapping | De conditie waarin een stimulus en zijn respons worden veranderd per proces/toetsing (‘trial’). |
Late selectie | Een verantwoordelijkheid van de selectieverwerking. Aandacht treedt op nadat alle stimuli zijn geanalyseerd op hun semantische eigenschappen. |
Masking | Het onderbrekende effect van gehoor- of visuele patronen, dat wordt gepresenteerd gelijk na een gehoor- of visuele stimulus. Dit is ‘backward’ masking, maar er zijn veel andere soorten masking. |
Modaliteit | Het verwerkingssysteem specifiek voor een van de zintuigen, zoals zicht, gehoor of tast. |
Oriëntatie | In het ‘spotlight model’ van visuele aandacht is dit de aandacht voor gebieden van ruimte die niet afhangen van oogbewegingen. |
Overt aandacht oriëntatie | Het maken van een oogbeweging om een locatie waar te nemen. |
Pop-out | Een object zal opvallen in een beeld als het parallel wordt gedetecteerd en het anders is dan de andere items in het beeld. |
Procedurele kennis | Onbewuste kennis over hoe iets gedaan moet worden. Het omvat vaardigheden en kennis die niet expliciet gemaakt kunnen worden maar door vertoning ervan wel gedemonstreerd kunnen worden. |
Productie systeem | Een model met behulp van de computer, gebaseerd op talrijke ALS- DAN, (‘condition-action’) regels. ALS de regel gerepresenteerd is in het werkgeheugen DAN wordt de productie opgeslagen in het lange termijn geheugen geactiveerd. |
Psychologische refractaire (‘refractory’) periode | De tijdvertraging tussen de responsen op twee overlappende signalen, die de tijd weerspiegelen die de eerste respons nodig heeft om georganiseerd te worden voordat het tweede signaal georganiseerd kan worden. |
Saccade | De beweging van de ogen waarbij informatie opname wordt onderdrukt. Tussen saccades maakt het oog fixaties waarbij er informatie opname is. |
Schaduwen | Gebruikt tijdens dichotische luister taken waarbij deelnemers hardop de boodschap moeten herhalen die ze moeten waarnemen en de andere boodschap moeten negeren. |
Selectie voor aandacht | Het type aandacht dat nodig is voor controle van planning en executieve responsen of acties. |
Selectie voor perceptie | Het type aandacht dat nodig is voor het encoderen en interpreteren van sensorische aandacht. |
Selectief filteren | Een aandachttaak die selectie van een informatiebron nodig heeft voor verdere verwerking en verslag bij een moeilijke taak zoals dichotisch luisteren of visuele zoektocht voor een conjunctie van eigenschappen. |
Selectieve set | Een aandachttaak waarbij het nodig is om een doel te detecteren uit een kleine reeks mogelijkheden. |
Slips van actie | Fouten in het uitvoeren van reeksen van acties. |
Stroop effect | Het effect van een goed geleerde respons op een stimulus die het vermogen om de minder goed geleerde respons te maken vertraagt. Bijvoorbeeld het benoemen van de inktkleur van een kleur woord. |
Subliminaal | Onder de drempel van bewustzijn. |
Vroege selectie | Selectieve aandacht die werkt op de fysieke informatie beschikbaar van vroege perceptuele analyse. |
Add new contribution