Farmacologie - Geneeskunde - Bundel
Studiematerialen gerelateerd aan onderwerpen omtrent Farmacologie.
In deze bundel zijn samenvattingen, oefenmaterialen en aantekeningen samengevoegd voor het vak Lijn Farmacologie (Pharmacology) voor de opleiding Geneeskunde, aan de Universiteit van Leiden
Heb je zelf samenvattingen en oefenmaterialen? Deel ze met je medestudenten!
Studiematerialen gerelateerd aan onderwerpen omtrent Farmacologie.
Er zijn duizenden medicijnen die voorgeschreven kunnen worden aan patiënten. Het kan moeilijk zijn om te bepalen welk medicijn het best voorgeschreven kan worden aan welke patiënt. Hierin ligt de uitdaging voor de farmacologie. Het blijkt dat afgestudeerde geneeskunde studenten niet in staat zijn om rationeel en adequaat medicatie voor te schrijven. Het is zelfs zo dat 50% een verkeerd middel kiest en dat 35% een onjuist recept voorschrijft. 70% geeft de patiënt verkeerde informatie.Veranderingen in de samenleving en de gezondheidszorg zorgen voor veranderingen in de farmacologie. Onder deze veranderingen vallen de wetenschappelijke ontwikkelingen, de maatschappelijke ontwikkelingen en de politieke ontwikkelingen. Alle medicijnen kunnen giftig zijn (toxiciteit), maar de dosis waarin medicatie wordt voorgeschreven maakt dat het niet giftig is. Dit is waar de farmacologie naar kijkt. Verder kan elk geneesmiddel bijwerkingen hebben. Het probleem is dat bij de farmaceutische industrie geld een belangrijke rol speelt. Op...
Hoorcolleges 9 en 12 ontbreken. HC-9 ging over oefenberekeningen en HC-12 over een opdracht en zijn dus minder geschikt om aantekeningen van te maken. De aangrijpingspunten (drug targets) voor medicatie kunnen van alles zijn. Onder andere receptoren, enzymen, transporters, ion-kanalen en pompen. Voor de receptor bestaan verschillende klassen:Ion-kanalenG-protein coupled receptorsKinase receptorsNuclear receptorsDe snelheid waarmee het effect optreed neemt in bovenstaand rijtje af, dus bij ion-kanalen treed het effect het snelst op en bij nuclear receptors het traagst. In alle gevallen is de tijd die het kost om bij de receptor te komen de snelheidsbeperkende factor.De affiniteit zegt iets over de mate van binding. Bij een hoge affiniteit, oftewel een lage affiniteitsconstante, zullen alle receptoren bezet zijn. Deze bindingscurve zal verder naar links liggen dan een curve van een stof met een lage affiniteit. In een dose response curve kan je zien hoe een agonist, antagonist of partieel agonist zich gedraagt. Een agonist zal 100% effect bereiken, een partiele agonist minder en een antagonist bereikt helemaal geen effect.Competitief (reversibel) antagonisme in het bijzijn van een agonist kan je herkennen in een dose-response curve door een verschuiving naar rechts. De concentratie van de agonist zal hoger moeten zijn om hetzelfde effect te bereiken. Non-competitief (irreversibel) antagonisme kan je herkennen aan een verschuiving naar beneden. Een deel van...
Bevat een blokspecifiek oefententamen met antwoorden uit voorgaande collegejaren. 1. Activiteit van het sympathisch zenuwstelsel leidt tot toegenomen bloedvoorziening van de skeletspieren en verhoogde hartslag. Via welke receptoren verlopen beideprocessen van activatie?A. Alfa-1 adrenerge receptorenB. Alfa-1 en bèta-1 adrenerge receptorenC. Bèta-2 adrenerge receptorenD. Bèta-1 en bèta-2 adrenerge receptoren2. Via welk doelwit of via welke doelwitten verloopt de signaaltransductie van noradrenaline en acetylcholine?A. Alleen via G-eiwittenB. Alleen via ionenkanalenC. Via ionenkanalen en G-eiwittenD. Via ionenkanalen, G-eiwitten en tyrosinekinasen3. Onderstaande figuur toont de interactie tussen een barbituraat en een benzodiazepine op de GABA receptor. Waarop heeft de combinatie van een benzodiazepine en barbituraat invloed?A. AffiniteitB. EffectiviteitC. PotentieD. Specificiteit4. Wat is het effect van een bèta-2 specifiek sympathicomimeticum via adrenerge receptoren op het hart?A. Afhankelijk van de dosering een verlaging of verhoging van de hartfrequentieB. Geen verandering in hartfrequentieC. Verhoging van de hartfrequentieD. Verlaging van de hartfrequentie5. Welke van de onderstaande receptoren behoort tot de groep van G-eiwit gekoppelde receptoren?A. Bèta-adrenerge receptorB. GABAA receptorC. Insuline receptorD. Nicotinerge receptor6. Welke uitspraak over affiniteit is WAAR?A. Affiniteit is bepalend voor de activatie van de receptor.B. Affiniteit is omgekeerd evenredig met de effectiviteit.C. Antagonisten hebben lagere affiniteit dan agonisten.D. Hoe hoger de Ka, des te lager de affiniteit.7. Tijdens sympathische stimulatie kan een...
Bevat collegeaantekeningen, oefenmateriaal e.d. bij de blokken van zowel het nieuwe als ook het oude Geneeskunde curriculum van de Universiteit Leiden.
Op deze pagina worden studiematerialen voor de studie Geneeskunde, Universiteit Leiden (UL), gedeeld.
Voor een volledig overzicht van beschikbare op JoHo WorldSupporter
Add new contribution