Borst, Buik en Nier - Geneeskunde - Bundel
- 2477 reads
onder de clavicula
boven de clavicula
mediaal van de scapula
caudaal van de scapula
blijft ongeveer constant tot op alveolair niveau
neemt geleidelijk af tot op alveolair niveau
neemt lineair verder toe
neemt progressief toe
Een motorrijder wordt na een ongeval zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht. Men constateert aldaar een hoog-thoracale dwarslesie, omdat hij caudaal van dat niveau geen gevoel heeft en verlamd is. Hij kan wel nog gewoon ademen. Zijn gezicht is gehavend, er ontbreken 2 gebitselementen waarvan er slechts een in de keelholte wordt teruggevonden.
De vragen 3 t/m 9 gaan over deze casus.
a. n. phrenicus
b. n. subcostalis
c. n. vagus (X)
d. truncus paravertebralis
a. hij eerder van de trachea aftakt dan de linker
b. het kaliber kleiner is dan links
c. de lengte groter is dan links
d. hij méér in het verlengde van de trachea ligt
Op de thoraxfoto blijkt de hele rechter long beschaduwd. Daar de man ook bloed heeft opgegeven vreest men voor een longbloeding. De longarts wordt gevraagd om een bronchoscopie te verrichten (luchtwegen van binnen bekijken met een optisch instrument). Hierbij hoest de man niet; er wordt geen letsel waargenomen van de grote luchtwegen, maar er sijpelt bloed in de rechter hoofdbronchus vanuit de long hetgeen het vermoeden op een longbloeding bevestigt.
de man onderdrukt de hoest omdat zijn thorax zeer doet
door uitval van de rechter long kan de man niet hoesten
door zenuwuitval kan de man niet hoesten
door zenuwuitval kan de man zijn hand niet voor de mond houden
dwarsgestreept spierweefsel
elastisch bindweefsel
glad spierweefsel
losmazig bindweefsel
a. aorta
b. aa. oesophageales
c. aa. pulmonales
d. aa. subclaviae
De behandelend arts percuteert de thorax beiderzijds; hierbij beoordeelt hij het geluid wanneer de thorax wordt beklopt. Bij het gemanoeuvreer komt de patiënt af en toe op de linkerzij te liggen. Telkens blijkt dat in die houding de aan de vinger gemeten zuurstofsaturatie van het bloed stijgt.
a. de toon verandert met de houding
b. links klinkt massiever dan rechts
c. rechts en links is de toon gelijk
d. rechts klinkt massiever dan links
a. de bloeding in de rechterlong wordt minder
b. de rechter long kan beter ventileren
c. de ventilatie-perfusie verhouding verbetert
d. dit is het effect van de ‘stabiele zijligging’
a. basale cellen
b. kraakbeencellen
c. plaveisel epitheelcellen
d. slijmbekercellen
basale cel
pneumatocyt type I
pneumatocyt type II
trihaardragende cylindercel
a. de middendarm (midgut)
b. de pharynxbodem (pharyngeal floor)
c. de voordarm (foregut)
d. het laatste kieuwzakje (pharyngeal pouch 5)
arteria pulmonalis
arteria umbilica
vena pulmonalis
vena umbilicalis
darmlissen in de thoraxholte
één hartboezem en één hartkamer in plaats van twee van elk
één long in plaats van twee
ontbreken van lever en milt
a. de ademhalingsspieren
b. de brochusklieren
c. het hartspierweefsel
d. de spijsverteringsorganen
a. alveolair plaveiselepitheel
b. centrum tendineum fibroblasten
c. cylindrisch bronchusepitheel
d. pleura-mesotheel
a. deel van het centrum tendineum
b. deel van de fascia thoracica interna
c. mediastinale bindweefselstrook
d. pleura-duplicatuur
Een vrouw van 55 jaar, zwaar rookster, heeft een ernstige kyfoscoliose. Daarbij is de thorax geheel vervormd door een te sterk gebogen thoracale wervelkolom die bovendien in zijwaartse richting is verbogen. Zij wordt wegens kortademigheid onderzocht en verricht een spirometrie. Dat levert een VC (vitale capaciteit) op van 2,0 L (normaal 4,0) en een FEV1 (éénsecondewaarde) van 1,8 L (normaal 3,6).
De vragen 18 t/m 20 gaan over deze casus.
bij een gastransportstoornis.
bij een gecombineerde restrictieve en obstructieve stoornis
bij een puur obstructieve stoornis.
bij een puur restrictieve stoornis.
diepe ademteugen gaan makkelijker dan kleine ademteugen.
een stevig corset geeft verlichting.
veel weerstand met inademen.
veel weerstand met uitademen.
FEV1/VC ratio.
FVC
IVC
residuaal volume
Elastische retractiekracht van de thoraxwand = 0
intra-alveolaire druk = 0
pleuradruk = 0
transpulmonale druk = 0
de alveolaire ventilatie is toegenomen
de longelasticiteit is toegenomen
de pleuradruk ligt dichter bij 0
TLC is toegenomen
is afhankelijk van de ademfrequentie
is gelijk aan compliantie x weerstand
neemt af bij een bindweefselafname in de long
neemt af bij verlies van surfactant
elasticiteit van de thoraxwand neemt af, het rustvolume van de thoraxwand neemt af
elasticiteit van de thoraxwand neemt toe, het rustvolume van de thoraxwand neemt af
elasticiteit van de thoraxwand neemt toe, het rustvolume van de thoraxwand neemt toe
er gebeurt niets met de elasticiteit van de thoraxwand en het rustvolume van de thorax
afname longcompliantie en toename luchtwegweerstand
toename longcompliantie en toename luchtwegweerstand
toename longcompliantie en afname thoraxcompliantie
toename longcompliantie en toename thoraxcompliantie
hangend aan een rekstok met het hoofd naar beneden
platliggend op de buik
platliggend op de rug
rechtop zittend
de longinhoud is toegenomen.
de pleuradruk bij maximale expiratie is minder negatief.
de pleuradruk bij maximale inspiratie is minder negatief.
Het FRC is toegenomen.
het vermogen om mee te geven met een expiratie
Het vermogen om mee te geven met een inspiratie
Het vermogen om terug te veren bij een expiratie.
het vermogen om terug te veren bij een inspiratie
C = 1/ El
C = El
C = El + R
C en El zijn ongerelateerd
bij afgenomen compliantie
bij afgenomen dode ruimte
bij toegenomen gemiddelde luchtwegdiameter
zowel bij a als bij b als bij c.
Een patiënt wordt op de intensive care behandeld. Er ontstaat een ARDS waarbij surfactant verdwijnt. De vragen 31 en 32 gaan over deze casus.
de beademingsdruk neemt af, de neiging tot collaps neemt af.
de beademingsdruk neemt af, de neiging tot collaps neemt toe.
de beademingsdruk neemt toe, de neiging tot collaps neemt af.
de beademingsdruk neemt toe, de neiging tot collaps neemt toe.
Elasticiteit neemt af.
Elasticiteit neemt toe.
obstructie neemt af.
Obstructie neemt toe.
Bij een vrouw van 60 jaar, die haar hele leven heeft gerookt, wordt een long verwijderd als behandeling voor longkanker. Hierbij ligt de vrouw, onder algehele narcose en met volledige spierverslapping, op haar zij met de te opereren zijde naar boven. De tumor zit niet in de centrale luchtwegen en heeft geen effect op de bronchiaalboom. De volgende twee vragen gaan over deze casus.
blijft op gelijke hoogte
de stand is afhankelijk van de gegeven beademing
komt hoger te staan
komt lager te staan.
FEV1 blijft gelijk en FEV1/VC halveert.
FEV1 blijft gelijk, FEV1/VC verdubbelt
FEV1 halveert, FEV1/VC blijft gelijk.
FEV1 halveert en FEV1/VC halveert.
a. 2.2 l.min 1.
4.9 l.min 1.
7.0 l.min 1.
9.1 l.min 1.
astma bronchiale
hyaliene membranenziekte
longfibrose
rechts-links shunt
Een man wordt uit een brandend huis gehaald. Hij heeft een CO-intoxicatie.Hij krijgt extra zuurstof toegediend. Vraag 37 en 38 gaan over deze casus.
de PaO2 neemt gering toe, de saturatie neemt belangrijk toe
PaO2 en saturatie nemen beiden belangrijk toe
PaO2 en saturatie nemen beiden nauwelijks toe
a. de CO-intoxicatie valt erg mee
de zuurstofaffiniteit van Hb is afgenomen
de zuurstofaffiniteit van Hb is toegenomen
de zuurstoftherapie helpt niet
is normaal bij een normale PaO2 en een normale saturatie
is verlaagd bij een normale PaO2 en een normale saturatie
is verlaagd door een lagere PaO2
is verlaagd door een lagere saturatie
FI O2
PAO2
PACO2
SaO2
bij maximale inspanning
bij metabole acidose
na een halve minuut snorkelen
na een halve minuut zwemmen onder water
Een astmapatiënt wordt ziek; op meerdere plaatsen raken bronchioli verstopt met taai sputum.
De volgende twee vragen gaan over deze casus.
anatomische shunt
fysiologische shunt
anatomische dode ruimte
fysiologische dode ruimte
Bronchospasme, geen vasospasme
vasospasme, geen bronchospasme
Zowel bronchospasme als vasospasme
Noch bronchospasme noch vasospasme
houdingsverandering waardoor het meer bovenin komt te liggen
lokale stijging van de PO2
lokale bronchusobstructie door een sputumplug
lokale hyperinflatie door ventielwerking
toename FIO2 naar 50%
toename hemoglobinegehalte van 7,5 naar 10 mmol/L
toename PaO2 van 13,0 naar 18,5 kPa
toename zuurstofsaturatie naar100%
is de belangrijkste reden voor hypercapnie
komt in gezonde longen voor
komt uitsluitend in zieke longen voor
zorgt bij gezonden voor hypoxemie
a. compliantie
b. gemiddelde druk
c. vaatweerstand
d. volumeflow per minuut
a. als bicarbonaat
b. fysisch opgelost
c. gebonden aan hemoglobine
d. gebonden aan plasma-eiwitten
a. een daling van de concentratie waterstofionen in het plasma
b. een toename in ventilatie/perfusie verhouding in de longen
c. overal in de circulatie een vasodilatatie, behalve in de hersenen
d. overal in de circulatie een vasoconstrictie, behalve in de longen
hogere PaCO2 en lagere PaO2
hogere PaCO2 en dezelfde PaO2
lagere PaO2 en lagere PaCO2
lagere PaO2 hebben en dezelfde PaCO2
a. regelt de minuutventilatie
b. regelt de PaCO2
c. stuurt centrale chemopreceptoren aan
d. stuurt perifere chemoreceptoren aan
a. de hypoxemie verhoogt de gevoeligheid van de centrale chemoreceptoren voor een hypercapnie
b. de hypoxemie verhoogt de gevoeligheid van de perifere chemoreceptoren vooreen hypercapnie
c. de perifere en centrale chemoreceptoren zijn gevoelig voor de hypoxemie
d. waneer men de man O2 toedient, zal door de resulterende toename in
ventilatie de PaCO2 afnemen
de ademhalingsspieren uitgeput raken
de arteriële O2-druk te hoog is geworden
de arteriële CO2-druk te laag is geworden
de pH te laag is geworden
daalt in geval van een verhoogde cerebrale doorbloeding
daalt op grote hoogte vanwege verminderde zuurstoftoevoer naar de ademhalingsspieren
daalt wanneer de pH afneemt
stijgt wanneer de alveolaire dode ruimte afneemt
wanneer iemand een grote dosis morfine krijgt toegediend
wanneer iemand vanaf zeeniveau in het hooggebergte terechtkomt
wanneer iemand vrijwillig hyperventileert.
wanneer iemand vrijwillig zijn adem inhoudt
a. arteriële saturatie lager dan 90%
b. PaCO2 lager dan 6 kPa
c. PaO2 lager dan PAO2
d. PAO2 lager dan atmosferische PO2
Een zwerver wordt suffig op de eerste hulp gebracht. Zijn zakken zitten vol met opgeraapte peuken en lucifers. Zijn vingertoppen zijn bruin-zwart verkleurd, zijn lippen blauw. Hij ruikt onder meer sterk naar rook. Hij hoest royaal sputum op. Arterieel bloedgas onderzoek toont een verhoogde PaCO2 (hypercapnie) en een verlaagde paO2 (hypoxie).
Vragen 57 t/m 60 gaan over deze casus.
a. complete respiratoire insufficiëntie
b. incomplete respiratoire insufficiëntie
c. metabole alkalose
d. respiratoire alkalose
heroïne intoxicatie
longemfyseem
Wanneer de man na behandeling wat is opgeknapt wordt longfunctie onderzoek verricht. Hij blijkt een ernstige obstructieve stoornis te hebben.
a. verlaagde FEV1/VC
b. verlaagd FRC
c. verlaagd residuaal volume
d. verlaagde TLC
Een patiënt, roker, ondergaat een operatie wegens longkanker. De hele linker long wordt verwijderd. Postoperatief wordt de patiënt kunstmatig nabeademd en blijken de PaO2 en de PaCO2 beiden te laag.
De vragen 62 en 63 gaan over deze casus.
a. ademfrekwentie verhogen
b. bloedtransfusie toedienen
c. inspiratoire zuurstofconcentratie verhogen
d. teugvolume verhogen
a. bij substantiële inspanning
b. continu
c. in linkerzijligging
d. niet anders als vóór de operatie
Een patient met longemfyseem zit op de onderzoeksbank. Hij heeft een duidelijke hyperinflatie. Hij is cyanotisch. Hij vertoont pursed lips breathing.
De volgende drie vragen gaan over deze casus.
a. afname van de ventilatie
b. afvlakking van het diafragma
c. centrale luchtwegobstructie
d. toename van de compliantie
a. hyperkinetische circulatie
b. links-rechts shunt
c. ventilatie-perfusie mismatch
d. geen van deze alternatieven
a. compensatoire hyperventilatie bij hypoxie
b. hyperinflatie
c. toegenomen luchtwegweerstand
d. verlaagde FRC
Een patiënt met een starre thorax door een botziekte komt wegens ernstige kortademigheid cyanotisch op de eerste hulp. Zijn diafragma blijkt volledig uitgeput. De volgende twee vragen gaan over deze patiënt.
FEV1/VC verlaagd
FEV1 verhoogd
RV verhoogd
TLC verlaagd
pO2 normaal, pCO2 verlaagd
pO2 verlaagd, pCO2 normaal
pO2 verlaagd, pCO2 verhoogd
pO2 verlaagd, pCO2 verlaagd
Een onderzoeksteam vervolgt een grote groep jongeren, die in het begin van de studie tussen 18 en 25 jaar zijn. Ze kiezen de helft rokende en de helft niet-rokende jongeren. Ze meten in het begin van de studie de N2 en de FEV1, en na 25 jaar nogmaals de FEV1. De resultaten staan in onderstaande tabel, waarin de aantallen deelnemers staan vermeld.
| 10.000 rokers | 10.000 niet-rokers | |
N2
| bij 8000 normaal
| bij 2000 gestoord
| bij 10.000 normaal
|
FEV1 start
| bij 800 verlaagd van bovenstaande 8000 | bij 200 verlaagd van bovenstaande 2000 | bij 1000 verlaagd van bovenstaande 10.000
|
FEV1 na 25 jaar | bij 1000 verlaagd van bovenstaande 8000 | bij 1000 verlaagd van bovenstaande 2000 | bij 1000 verlaagd van bovenstaande 10.000 |
De volgende twee vragen gaan over deze studie.
is voorspellend voor een verlaagde FEV1 na 25 jaar bij rokers
is voorspellend voor een verlaagde FEV1 na 25 jaar bij niet- rokers
is niet voorspellend voor een verlaagde FEV1 na 25 jaar bij rokers
is niet voorspellend voor een verlaagde FEV1 na 25 jaar bij niet-rokers
N2 in het begin van de studie
FEV1 in het begin van de studie
FEV1 aan het eind van de studie
met alle bovengenoemde variabelen
1 | a | 11 | c | 21 | b | 31 | d | 41 | d | 51 | a | 61 | b |
2 | d | 12 | c | 22 | d | 32 | b | 42 | b | 52 | a | 62 | c |
3 | a | 13 | d | 23 | c | 33 | d | 43 | b | 53 | c | 63 | a |
4 | d | 14 | a | 24 | b | 34 | c | 44 | a | 54 | a | 64 | d |
5 | c | 15 | d | 25 | a | 35 | b | 45 | b | 55 | c | 65 | c |
6 | c | 16 | d | 26 | d | 36 | a | 46 | b | 56 | a | 66 | d |
7 | a | 17 | d | 27 | c | 37 | a | 47 | d | 57 | a | 67 | d |
8 | d | 18 | d | 28 | b | 38 | c | 48 | a | 58 | a | 68 | c |
9 | c | 19 | c | 29 | a | 39 | b | 49 | b | 59 | a | 69 | a |
10 | c | 20 | d | 30 | a | 40 | d | 50 | c | 60 | b | 70 | a en c beide goed |
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1544 |
Add new contribution