Kern van het internationaal publiekrecht. Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 8: Hoe wordt het staatsgezag afgebakend? 

8.1 Waarom is afbakening van het staatsgezag een belangrijke functie van het internationaal recht? 

De staat is de dominante vorm waarin samenlevingen zich organiseren. Internationaal recht is opgericht door deze staten en heeft als functie het afbakenen van het staatsgezag. Er bestaat geen verdrag waarin rechten en plichten het gezag van een staat afbakenen, deze regels en plichten worden afgeleid uit de praktijk. 

8.2 Wat zijn de algemene beginselen van het staatsgezag? 

Een staat heeft zijn eigen grondgebied en de daar levende bevolking, over deze bevolking heeft de staat exclusieve gezag. Dit gezag wordt afgebakend door algemene beginselen. Staten mogen geen geweld gebruiken tegen het gezag van andere staten. Elke staat is soeverein en mag zelf bepalen hoe de samenleving wordt ingericht. Geen enkele staat mag hierin interveniëren. Dit wordt het beginsel van non-interventie genoemd. Het is bijvoorbeeld verboden opstandelingen te financieren. Een staat mag zich wel kritisch uitlaten over de interne aangelegenheden van een andere staat. Het gaat niet met dwang jegens de andere staat gepaard, dus je spreekt niet van een interventie. Als een staat zich gaat bemoeien met de verkiezingen van een andere staat, kun je wel spreken van een onrechtmatige daad, als de uitkomst hierdoor anders is. 

Een staat mag geen schade toebrengen aan het grondgebied en de bevolking van een andere staat. Particulieren moeten ook worden onthouden door de staat om dergelijke handelingen te verrichten. Hiervoor moet een staat al de middelen gebruiken die tot zijn beschikking staan. Staten mogen dus ook niet hun grondgebied gebruiken voor handelingen die schade kunnen toebrengen aan het milieu, dit heeft gevolgen voor grensoverschrijdende vervuiling. Staten moeten internationale rivieren op hun grondgebied op een redelijke en billijke wijze gebruiken (equitable use). Vaak wordt er een belangenafweging gebruikt om te bepalen wat billijk en redelijk is. 

8.3 Wat is de rechtsmacht van een staat? 

8.3.1 Wat houdt rechtsmacht in? 

Een staat heeft het effectieve gezag over zijn eigen grondgebied. Een staat heeft de bevoegdheid om regels en wetten op te stellen en deze te handhaven ten aanzien van personen en gebeurtenissen. Dit wordt de rechtsmacht van een staat genoemd. Rechtsmacht kan uitgevoerd worden door het stellen van regels (wetgevend rechtsmacht) door rechtspraak (rechtsprekende rechtsmacht) en door het handhaven van regels (handhavende rechtsmacht). Internationaal recht regelt de reikwijdte van de rechtsmacht van een staat, zo worden conflicterende rechtsmacht aanspraken voorkomen. Nederland kan bijvoorbeeld niet zomaar in het buitenland opsporingshandelingen verrichten. 

8.3.2 Wat zijn de grondslagen van een staat zijn rechtsmacht? 

Om te bepalen of een staat rechtsmacht heeft ten aanzien van een bepaald persoon of gebeurtenis, zijn er gronden waaraan staten hun rechtsmacht kunnen ontlenen. Er moeten voldoende aanknopingspunten bestaan tussen een staat en een persoon. De wetgevende en rechtsprekende rechtsmacht van staten werd aangenomen onbeperkt te zijn. Hedendaags blijkt de uitoefening van rechtsprekende en wetgevende rechtsmacht af te hangen van aanknopingspunten. De handhavende rechtsmacht van staten is echter meer beperkt, dit wordt benoemd in de Lotus-zaak

De rechtsmacht van een staat is onbeperkt op zijn eigen grondgebied (subjectieve territorialiteitsbeginsel). Een staat heeft ook rechtsmacht ten aanzien van personen in het buitenland die handelingen verrichten die gevolgen hebben binnen het grondgebied van de staat (objectieve territorialiteitsbeginsel). Een man die bijvoorbeeld iemand neerschiet in Nederland, vanuit Duitsland. Deze man is onderworpen aan de rechtsmacht van Nederland. Hebben handelingen die in het buitenland verricht worden economisch effect in een staat, heeft deze staat rechtsmacht op grond van het effectenbeginsel. Een staat heeft dan rechtsmacht over personen die iets op internet zetten dat gedownload kan worden in hun staat. 

Een staat oefent gezag uit over zijn onderdanen. Het maakt niet uit of de onderdanen op het grondgebied van de staat zijn. Een staat heeft rechtsmacht ten aanzien van alle personen die zijn nationaliteit bezitten (actieve nationaliteitsbeginsel). De Nederlandse strafwet en de Wet internationale misdrijven zijn allebei van toepassing op alle Nederlanders die zich in het buitenland bevinden en zich schuldig hebben gemaakt aan één van de misdrijven. Een staat heeft ook rechtsmacht over niet-onderdanen, als zij ervan verdacht worden schade toegebracht te hebben aan onderdanen (passieve nationaliteitsbeginsel). In verdragen wordt bepaald wanneer staten van dit beginsel gebruik mogen maken. In praktijk wordt het passieve nationaliteitsbeginsel beperkt toegepast. De dader kan namelijk niet weten welke nationaliteit het slachtoffer heeft en het beginsel kan leiden tot overlappende rechtmachtsclaims. Het nationaliteitsbeginsel geeft alleen een geldige grond voor het gebruik van wetgevende en rechtsprekende rechtsmacht. 

Het beschermingsbeginsel maakt het mogelijk dat een staat zijn rechtsmacht uitoefent ten aanzien van personen die handelingen verrichten die vitale belangen van een staat raken. Het universaliteitsbeginsel is nog breder. Een staat kan dan rechtsmacht uitoefenen ten aanzien van elk persoon die de fundamentele waarden van de internationale gemeenschap schendt. De bovengenoemde aanknopingsgrondlagen moeten dan niet van toepassing zijn. De grondslag van beperkte universele rechtsmacht is te vinden in verdragen. Dit is het geval bij niet-uitlevering.  Zuivere universele rechtsmacht komt voort uit gewoonterecht. Elke staat heeft belang bij het voorkomen en bestraffen van internationale misdrijven. Een staat kan dan optreden 'namens de internationale gemeenschap'. Staten hebben ook zuivere universele rechtsmacht ten aanzien van piraterij. Het gebeurt namelijk op de volle zee waar geen enkele staat rechtsmacht heeft. Het universaliteitsbeginsel kan wel leiden tot overlappende rechtsmachtsclaims. Staten beperken het uitoefenen van universele rechtsmacht door het alleen toe te passen als de verdachte aanwezig is op hun grondgebied. 

8.3.3 Wat gebeurt er bij conflicterende rechtsmachtclaims? 

Overlappende rechtsmachtsclaims zijn ondanks de aanknopingsgrondslagen niet te voorkomen. Concurrente rechtsmacht komt voor als een staat op grond van het nationaliteitsbeginsel rechtsmacht gaat uitoefenen op het grondgebied van een andere staat. De andere staat heeft dan rechtsmacht op grond van het territorialiteitsbeginsel. Conflicten kunnen opgelost worden door verdragen. Als er geen oplossing kan gevonden worden in verdragen, moet de rechter zelf beoordelen of hij rechtsmacht heeft. Het territorialiteitsbeginsel en nationaliteitsbeginsel heeft een zwaarder gewicht dan bijvoorbeeld het universaliteitsbeginsel. 

8.3.4 Kan een staat handhavende rechtsmacht uitoefenen op het grondgebied van een andere staat? 

Extraterritoriale handhaving is in het algemeen verboden in het internationaal recht. Een staat mag niet verdachten opsporen op het grondgebied van een andere staat zonder toestemming. Handhavende rechtsmacht maakt in tegenstelling tot wetgevende en rechtsprekende rechtsmacht, inbreuk op de soevereiniteit van een andere staat. Staten kunnen dus alleen informatie verkrijgen uit een andere staat door instemming van deze staat. Instemming kan achteraf verleend worden of kan bij verdrag worden gegeven. Verdragen nemen in dat geval de onrechtmatigheid van extraterritoriaal handhaven weg. Resoluties van internationale organisaties kunnen ook toestemming verlenen voor extraterritoriaal optreden van staten. 

Indien een staat handhavend optreedt in een andere staat zonder instemming, hoeft dit niet te leiden tot onbevoegdheid van de rechter of uitsluiting van bewijs. Als er geen inbreuk is gemaakt op de soevereiniteit van de staat, is het volkenrecht nageleefd. Als de rechten van verdachten zijn geschonden, mag de rechter hiermee rekening houden bij het beoordelen van de ontvankelijkheid. 

8.3.5 Wanneer worden soevereine handelingen erkend? 

Staten mogen vreemd recht toepassen op rechtsverhoudingen met grensoverschrijdende dimensies, denk aan huwelijken of echtscheidingen. De vraag is wel of een staat dat recht mag beoordelen op internationaal of nationaal recht. Elke staat mag zelf bepalen welk gevolg hij toekent aan buitenlandse rechtshandelingen, privaatrechtelijke en publiekrechtelijke handelingen. In Nederland worden bijvoorbeeld openbare akten eerst getoetst voordat ze hier als legitiem worden aangeduid. 

Nederland heeft met meerdere landen een uitleveringsverdrag. Deze verdragen worden alleen gesloten als de procedure in de vreemde staat voldoet aan de eisen van Nederland. Na het sluiten van het verdrag mag de Nederlandse rechter de procedure niet meer toetsen (vertrouwensbeginsel). Internationaal recht staat echter niet in de weg als de vreemde rechtsgang wordt getoetst. 

8.4 Wat is immuniteit? 

Sommige gezagdragers genieten van immuniteit. Dit houdt in dat staten ten aanzien van deze personen geen rechtsprekende of handhavende rechtsmacht mag uitoefenen. 

8.4.1 Wat houdt staatsimmuniteit in? 

Staten zijn soeverein gelijk. Een staat kan niet onderworpen worden aan de rechtsprekende of handhavende rechtsmacht van een andere staat. Dit is in strijd met de soevereine gelijkheid van staten. Par in parem nan habet imperium: gelijken hebben geen gezag over elkaar. Staatsimmuniteit vloeit voort uit gewoonterecht. De VN heeft het Verdrag inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen opgesteld. Dit verdrag is niet van kracht, maar is in hoofdlijnen wel een gezaghebbende weergave van het gewoonterecht. 

Een nationale rechter kan geen rechtsmacht uitoefenen over een andere staat. Deze staatsimmuniteit komt toe aan alle onderdelen van de staat. Met onderdelen wordt bedoeld: regering, parlement, lagere overheden en individuele gezagdragers. Een staat kan afstand doen van immuniteit, dan is uitoefening van rechtsmacht door een andere staat wel mogelijk. Er kan afstand van immuniteit gedaan worden door een overeenkomst of een contract. 

Een staat komt geen immuniteit toe voor handelingen die zijn verricht op voet van gelijkheid met private partijen (acta iure gestionis). Een staat geniet alleen van immuniteit bij de uitoefening van publiek gezag (acta iure imperii). Om te bepalen wat voor handeling een staat verricht, wordt er gekeken naar de aard en het doel van de handeling. In Nederland wordt er een overwegend belang toegekend aan de aard van de handeling. Het VN-verdrag doet dit ook, maar laat ook ruimte voor het doel als dit relevant wordt geacht. Een staat geniet niet van immuniteit als een vordering voortvloeit uit arbeidsverhoudingen. Deze regeling is niet van toepassing op diplomaten of op personen die een overheidstaak vervullen. Er zijn nog veel meer uitzonderingen te vinden in verdragen en literatuur. 

Indien een staat niet van immuniteit geniet, kan deze staat een vonnis krijgen van een rechter. Executie van dit vonnis zorgt voor een grotere inbreuk op de soevereiniteit van een staat. Uitzonderingen op immuniteit van executie zijn dus beperkter dan de uitzonderingen op immuniteit zelf. Het VN-Verdrag laat bijvoorbeeld alleen executie toe van goederen die niet bestemd zijn voor publieke doeleinden. 

8.4.2 Genieten individuele gezagdragers ook van immuniteit? 

Personen die de staat vertegenwoordigen kunnen niet onderworpen worden aan de rechtsprekende of handhavende rechtsmacht van een andere staat. Immuniteit beschermt de vertegenwoordigers tegen gerechtelijke procedures. Onschendbaarheid beschermt vertegenwoordigers tegen handelingen van een staat die de uitvoering van overheidstaken kan belemmeren. 

Vertegenwoordigers genieten van functionele immuniteit bij het verrichten van handelingen in hun officiële hoedanigheid. Zij treden namelijk op namens een staat. Maar een beperkt aantal gezagsdragers genieten van persoonlijke immuniteit. Voor alle handelingen die zij verrichten genieten zij immuniteit, dit komt toe aan staatshoofden, regeringsleiders en ministers van buitenlandse zaken. Zij zijn de verpersoonlijking van een staat en internationale betrekkingen moeten ongestoord verlopen. Na het eindigen van hun ambt genieten ze alleen nog van functionele immuniteit. Over privéhandelingen die verricht zijn tijdens hun ambt genieten zij geen immuniteit meer. 

Bepaalde diplomaten en vertegenwoordigers van staten die een officieel bezoek brengen genieten ook van volledige immuniteit. Internationale betrekkingen moeten namelijk goed verlopen. 

Persoonlijke immuniteit wijkt niet bij het plegen van handelingen die in strijd zijn met het jus cogens. Dit heeft het IGH bepaald. Functionele immuniteit geldt in tegenstelling niet bij het plegen van een aantal ernstige internationale misdrijven. Een staat is echter niet meer geheel aansprakelijk voor het handelen van een gezagdrager. Een staatshoofd kan bij het plegen van een misdrijf zelf aansprakelijk zijn. Verschuilen achter de staat is niet langer mogelijk. Een staat kan de immuniteit van gezagdragers opheffen. Immuniteit van gezagsdragers geldt niet voor verdachten bij het Internationaal Strafhof. Dit geldt alleen voor staten die de rechtsmacht van het ISK hebben aanvaard. 

8.4.3 Wat zijn de privileges en immuniteiten van internationale organisaties?  

Internationale organisaties kunnen net zoals staten, niet onderworpen worden aan het gezag van andere staten. Internationale organisaties moeten onafhankelijk kunnen functioneren van staten. Daarom genieten internationale organisaties ook van immuniteit en andere privileges. Nederland als gastland beidt internationale organisaties zo gunstig mogelijke voorwaarden om vestigingsplaats te blijven. 

In het oprichtingsverdrag van een internationale organisaties kun je het recht op immuniteit vinden. De immuniteit geldt alleen tussen de organisatie en de lidstaten. Toch kan de immuniteit van een organisatie beschouwd worden als gewoonterecht, dan moeten alle staten de immuniteit erkennen. Geen enkele nationale rechter kan een procedure starten tegen een internationale organisatie, tenzij de organisatie afstand doet van de immuniteit. Immuniteit wordt wel alleen verleend als de handelingen verbonden zijn met de taken van de organisatie. In een grijs gebied wordt er per geval gekeken of de handeling bij de taken van de organisatie behoren. 

Net zoals staten, genieten internationale organisaties ook immuniteit van executie. Gebouwen van organisaties zijn onschendbaar en autoriteiten van de staat mogen deze gebouwen niet betreden zonder toestemming. Wel moeten er rechtsmiddelen open staan bij een internationale organisatie. Anders handelen internationale organisaties in strijd met artikel 6 van het EVRM. Als er niet voldaan wordt aan de artikelen van het EVRM, heeft Nederland het recht om de immuniteit van internationale organisaties opzij te zetten. 

Net zoals bij staten, genieten organen en functionarissen van internationale organisaties ook van immuniteit. Dit is wel een beperkt aantal. Vaak genieten ze alleen van functionele immuniteit en kunnen ze voor een verkeersongeval nog steeds zelf voor de rechter gedaagd worden. De forumstaat beslist of een handeling in functie is verricht, de secretaris-generaal van de VN kan ook een oordeel geven dan zwaar weegt over deze kwestie. 

8.5 Hoe kan een staat zijn gezag uitoefenen in het buitenland? 

Diplomatiek en consulair recht zorgen ervoor dat een staat zijn gezag ook kan uitoefenen in het buitenland. Het creëert een uitzondering op het verbod van extraterritoriaal handhaven van zijn rechtsmacht. Staten kunnen een diplomatieke missie openen in een andere staat. Een van de redenen hiervoor is om de hun eigen belangen en de belangen van hun onderdanen te behartigen. Diplomatieke missies vinden plaats op het grondgebied van een andere staat. Alleen met toestemming van de ontvangende staat kan er een diplomatieke missie plaatsvinden. De diplomatieke vertegenwoordiging wordt gekozen door de zendstaat. De ontvangende staat geeft zijn goedkeuring ten aanzien van het hoofd van de diplomatieke missie. De ontvangende staat kan ook een persoon niet goedkeuren voor of tijdens de diplomatieke missie, dan moet de betrokkenen teruggeroepen worden. De ontvangende staat verklaart een lid van de missie tot persona non grata

Diplomaten moeten zich houden aan het nationaal recht van de ontvangende staat. Ze genieten wel als vertegenwoordigers van een staat van immuniteit en privileges. Zonder immuniteit en privileges kunnen diplomaten hun taak niet ongehinderd vervullen. Diplomaten genieten van volledige immuniteit ten aanzien van de strafrechtelijke rechtsmacht en ze genieten van een beperkte immuniteit van civielrechtelijke en administratiefrechtelijke rechtsmacht. Het personeel geniet van dezelfde immuniteit alleen geldt hun beperkte immuniteit alleen bij ambtshandelingen. Alleen de zendstaat kan de immuniteit opheffen. Bij het beëindigen van de functie, houdt de immuniteit ook op met bestaan. 

Consulair recht zorgt ervoor dat staten hun belangen en die van zijn onderdanen in andere staten kan beschermen. Consulaire posten worden ingesteld op het grondgebied van andere staten om commerciële, economische, wetenschappelijke en culturele betrekkingen te ontwikkelen. Consulaire werkzaamheden worden gezien als extraterritoriale rechtsmacht. Voor deze werkzaamheden is toestemming van de ontvangende staat vereist. De ontvangende staat mag ambtenaren persona non grata verklaren en consulaire betrekkingen verbreken. Consulaire ambtenaren genieten van functionele immuniteit en privileges. Alleen de zendstaat kan immuniteit beëindigen.  

8.6 Hoe is het staatsgezag afgebakend buiten het nationaal grondgebied? 

Staatsgezag buiten het nationaal grondgebied hoeft niet alleen grondgebied te zijn van andere staten, het gaat om het staatsgezag over gebieden als de lucht, de zee en de ruimte. 

8.6.1 Hoe is het staatsgezag over de zee? 

Het recht van de zee reguleert de belangen van staten bij het gebruik van de zee. Een belangrijke bron van dit recht is het boek Mare liberum van Hugo de Groot. Hedendaags is het recht vastgelegd in het VN-verdrag inzake het recht van de zee. Vanaf de kust heb je verschillende zones. De binnenwateren, territoriale zee en archipelwateren vallen onder de soevereiniteit van de staat. De kuststaat heeft beperkte rechtsmacht op de aansluitende zone, het continentaal plaat en de exclusieve economische zone. De volle zee valt buiten de nationale jurisdictie van kuststaten. Op de volle zee hebben staten alleen jurisdictie als een schip dezelfde nationaliteit heeft als de staat (vlaggenstaat). 

Alle overige wateren aan de landzijde van de basislijn zijn de binnenwateren. Dit kunnen ook havens zijn. De basislijn is de lijn waar de zee komt bij laag tij (laagwaterlijn). De kuststaat heeft volledige rechtsmacht over schepen die varen in de binnenwateren. Dit is wel samen met de rechtsmacht van de vlaggenstaat. 

De territoriale zee strekt tot maximaal twaalf mijl vanaf de basislijn. De territoriale zee kan ook minder zijn dan twaalf mijl, maar het kan nooit meer zijn. De rechtsmacht van een staat over de territoriale zee is in beginsel gelijk met de rechtsmacht over de staat zijn grondgebied. In de territoriale zee heeft de vlaggenstaat ook nog steeds rechtsmacht over zijn schepen. Alle schepen hebben echter wel recht op onschuldige doorvaart door de territoriale zee. 

Archipelstaten zijn gebieden die bestaan uit eilanden. Archipelstaten mogen basislijnen trekken tussen de punten van de uiterste eilanden. Binnen de basislijnen hebben zij rechtsmacht, wel hebben schepen het recht op onschuldige doorvaart. 

Tot maximaal 24 zeemijl vanaf de basislijn is de aansluitende zone. De rechtsmacht is in deze zone beperkt door artikel 33 van het VN-Zeerechtverdrag. Het continentaal plat is de zeebodem die de natuurlijke voortzetting van het land vormt, dit is gemiddeld tot 200 meter onder de zeespiegel. De breedte van het continentaal plat is gemiddeld 200 zeemijl en maximaal 350 zeemijl. Tegenoverliggende staten onderhandelen over een billijke afbakening van het continentaal plat. Een staat heeft functionele rechtsmacht over het continentaal plat. Kuststaten hebben er alleen recht op exploratie en exploitatie van delfstoffen. 

Vanaf de basislijn tot maximaal 200 zeemijl ligt de exclusieve economische zone (EEZ). Over een billijke afbakening moet onderhandeld worden door tegenoverliggende staten. In de EEZ heeft de kuststaat exclusieve rechten voor exploratie en exploitatie van levende en niet-levende rijkdommen. Schepen mogen in deze zone niet zonder vergunning vissen. Binnen de EEZ mogen kuststaten wetgeving aannemen ten aanzien van milieuvervuilende activiteiten, als deze wetgeving in overeenstemming is met internationale standaarden. Schepen in de EEZ zijn echter niet onderworpen aan de exclusieve rechtsmacht van de kuststaten.

De volle zee valt buiten de EEZ, binnenwateren en territoriale zee. Geen enkele staat kan soevereiniteit afkondigen over de volle zee. Elke staat kan gebruikmaken van de vrijheden van de volle zee. Schepen zijn op de volle zee alleen onderworpen aan de rechtsmacht van de vlaggenstaat. Effectieve rechtsmacht moet uitgeoefentd worden door de vlaggenstaat over schepen onder zijn vlag. Sommige vlaggenstaten zijn niet in staat om aan deze verplichting te voldoen. Een reactie hierop zijn systemen van havenstaatcontrole. Alleen wanneer het internationaal recht het toestaat, hebben andere staten rechtsmacht over andere schepen op de volle zee. 

De diepzeebodem is gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid. Geen enkele staat heeft recht op de delfstoffen op de diepzeebodem. Deze komen toe aan de mensheid als geheel. 

8.6.2 Hoe wordt het staatsgezag afgebakend in de lucht? 

De rechtsmacht ten aanzien van de lucht is net zoals bij de zee gebaseerd op het territorialiteits- en het nationaliteitsbeginsel. De lucht boven het grondgebied en de zee van een staat valt onder zijn exclusieve rechtsmacht. Staten kunnen overvlucht en landing van luchtvaartuigen van andere staten verbieden, er is dus geen recht van onschuldige overvlucht. Hierover kunnen wel overeenkomsten en verdragen gesloten worden, zodat er niet altijd toestemming gevraagd hoeft te worden. Aan boord van een vliegtuig geldt het recht van de staat van nationaliteit van het vliegtuig. Vaak door korte overvluchten over andere staten, heeft de staat waarvan de vliegtuig de nationaliteit bezit rechtsmacht. De territoriale staat moet wel de veiligheid van luchtvaartuigen verzekeren. 

8.6.3 Hoe wordt het staatsgezag afgebakend in de ruimte? 

De ruimte begint bij het einde van het luchtruim. De ruimte is vrij voor gebruik door alle staten, maar mag alleen gebruikt worden voor vreedzame doeleinden ten behoeve van alle staten. 

8.6.4 Wie heeft staatsgezag over de Noordpool en Antarctica? 

Op delen van Antarctica zijn door verschillende staten claims gelegd. Er is echter een verdrag opgesteld die geen inhoud of uitvoer van die aanspraken toelaat (Verdrag inzake Antarctica). Exploratie en exploitatie is niet toegestaan op Antarctica. Activiteiten die daar plaatsvinden vallen onder de rechtsmacht van de staat van nationaliteit en de staat waarvandaan de expedities vertrekken. 

De belangrijkste hulpbronnen van de Noordpool worden echter wel verdeeld onder de vijf kuststaten: Canada, Denemarken, Noorwegen, Rusland en de Verenigde staten. 

Tentamentips: 

  • Alle aanknopingsgrondslagen voor rechtsmacht moet je weten. Ook is het belangrijk om te weten wanneer wetgevende, rechtsprekende of handhavende rechtsmacht is toegelaten. 
  • Je moet weten welke zones er zijn in de zee. Je moet ook de breedte weten. Dit is ook terug te vinden in het VN-Zeerechtverdrag. 
  • Je moet weten wie er bezitten over immuniteiten en wat voor soort immuniteit. Dit wordt in sommige verdragen benoemd, bijvoorbeeld van diplomaten en de VN. 
  • Weet wat de gevolgen zijn van immuniteit en wat het verschil is met immuniteit van executie.
  • Ken de bijbehorende jurisprudentie en alle schuingedrukte woorden. 

 

 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: HannahFvz16
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1122
Search a summary, study help or student organization