Benzinestation - Arrest

Benzinstation (HR 26-10-2004, NJ 2004, 682)

Leerstuk

Deelneming (art. 47 Sr): medeplegen.

Rechtsvraag

Is in casu sprake van het medeplegen van een misdrijf in de zin van art. 47 Sr, waarbij de verdachte de handeling opzettelijk heeft uitgelokt?

Casus

De verdachte heeft contact opgenomen met het slachtoffer. Dit, omdat de verdachte was medegedeeld dat B voor de verdachte beledigende opmerkingen had gemaakt over de moeder van de verdachte. Op voorstel van B werd afgesproken elkaar op een benzinestation te ontmoeten. Medeverdachte A heeft verklaard dat medeverdachte J heeft gezegd dat hij B een lesje zou leren. De verdachte wist dat medepleger J gewapend was tijdens de ontmoeting en dat hij al eens eerder bij een ruzie had geschoten. Na de aankomst bij het benzinestation zijn de verdachte en medepleger J uit de auto gestapt. De verdachte is op de al aanwezige B afgestapt, die een vuurwapen ter hand heeft genomen. Verdachte is toen weggerend. J heeft daarna een groot aantal schoten op B gevuurd, waardoor hij is overleden. De verdachte heeft na afloop van de schietpartij nog een schoppende beweging gemaakt om het pistool uit de handen van het slachtoffer te schoppen.

Hof

Het Hof acht bewezen dat in casu sprake is van medeplegen van doodslag. Hierbij heeft het Hof in aanmerking genomen dat de verdachte het initiatief heeft genomen tot de ontmoeting met het slachtoffer. Als iemand samen met een ander, die een vuurwapen in bezit heeft, een van tevoren gemaakte afspraak heeft een derde te ontmoeten, terwijl hij daarbij willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat die derde door die ontmoeting door de ander wordt gedood, dan kan uit dat voorwaardelijk opzet de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking worden afgeleid. Bovendien kan de aanvaarding van die kans bevestigd worden door de omstandigheid dat de verdachte nog een schoppende beweging tegen of naar het lichaam van B heeft gemaakt, nadat deze al beschoten op de grond lag.

Hoge Raad

De Hoge Raad meent evenwel dat op grond van omstandigheden die zich veel onmiddellijker in de nabijheid bevinden van de dodelijke schoten, geen sprake is van medeplegen bij de verdacht. Tot die omstandigheden worden het feit dat de verdachte geen uitvoeringshandeling heeft verricht en de schoppende beweging naar het slachtoffer niet de bedoeling had het slachtoffer te doden, gerekend. Het zich niet-distantiëren wordt gerelativeerd door de vaststelling dat er sprake was van een plotselinge escalatie. Die omstandigheden had het Hof tot nadere bewijsoverweging moeten aanzetten.

Annotator

In deze zaak gaat het fout t.a.v. het bewijs van verband tussen de samenwerking en de voltooiing van het delict. Het Hof gaat er te gemakkelijk vanuit dat de enkele aanwezigheid van de verdachte op de plaats van het delict tot bewijs van medeplegen leidt. Bovendien heeft de Hoge Raad zich te weinig uitgelaten over het niet-distantiëren.

Conclusie

Voor medeplegen is noodzakelijk dat er sprake is van een zodanig bewuste, nauwe en volledige samenwerking die gericht is op het voltooien van het delict. In deze formule ligt zowel een feitelijke component als het opzet besloten. Het inhoudelijke criterium vergt een bepaalde mate van bewuste samenwerking, terwijl die samenwerking gericht moet zijn op het in het leven roepen van het gevolg daarvan.

 

Page access
Public
Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - WorldSupporter Start
This content is related to:
Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - WorldSupporter Start
Join World Supporter
Join World Supporter
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.