Werkgroep week 2 Insolventierecht (2016/2017)


WerkgroepVRAGEN WEEK 2: Voorrang en ZEKERHEIDSRECHTEN (i)

Casus 1

De Vries heeft al jaren een hippe meubelwinkel. De meubelfabriek Zittoe waar De Vries vaste afnemer van is, levert de meubels onder eigendomsvoorbehoud. De Vries heeft een lening bij de Tillebank. In het kader van de bedrijfsfinanciering heeft De Vries een pandrecht gevestigd op zijn voorraad (ook toekomstige) en inventaris. Op 20 maart 2016 wordt De Vries failliet verklaard. Zowel bij de meubelfabriek als bij de Tillebank heeft De Vries een hoge schuld. De curator ziet niet veel in een doorstart (zonder de schuldeisers) en wil de winkel, de voorraad en de inventaris doorverkopen.

De meubelfabriek verkoopt de meubels aan De Vries. Hij bedingt de voorwaarde dat het eigendom overgaat op het moment dat de koopprijs is voldaan, ook wel het eigendomsvoorbehoud. Dit is geregeld in artikel 3:92 BW. De Vries heeft ook een lening uitstaan bij de Tillebank. De Tillebank heeft een pandrecht op alle voorwaarden en inventaris van De Vries. De curator iet op het beheer van de boedel. Alles wat in de boedel zit moet hij verkopen en te gelde maken.

 

Welke rechten heeft Zittoe in haar verhouding tot de curator met betrekking tot de meubels?

Krachtens artikel 3:92 BW is het mogelijk het eigendom van een roerende zaak voor te houden totdat de verschuldigde prestatie is voldaan. Een onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak blijft het eigendom van de leverancier. Een leverancier met het eigendomsvoorbehoud kan de zaak in het faillissement terugvorderen van de curator. Zittoe heeft dus het recht om de meubels te revindiceren overeenkomstig artikel 5:2 BW. De curator is echter wel gerechtigd om de kosten van het terughalen op de leverancier te verhalen door middel van een boedelbijdrage. De curator kan het eigendomsvoorbehoud teniet doen gaan doordat de opschortende voorwaarde in failliet gaat. Zittoe is eigenaar geworden onder de opschortende voorwaarde dat de koopprijs wordt betaald. De Vries is nog geen eigenaar geworden, omdat hij de koopprijs nog moet betalen. Zittoe is nog eigenaar van de meubels, omdat De Vries nog niet heeft betaald. Zittoe kan derhalve revindiceren overeenkomstig artikel 5:2 BW. Zittoe is dus eigenaar onder de ontbindende voorwaarde, deze ontbindende voorwaarde is nog niet in vervulling gegaan.

Kan de curator de meubels verkopen/overdragen? De curator kan de meubels in principe niet verkopen, want ze behoren in principe nog steeds tot het eigendom van Zittoe. De curator kan wel overgaan tot het vervullen van de opschortende voorwaarde. Wanneer deze opschortende voorwaarde is vervuld, behoren de meubels tot de inventaris van De Vries. In dat geval is de curator wel bevoegd om de meubels te verkopen. Dit volgt ook uit het arrest Curatoren Mobell/Interplan. De curatoren mogen goederen verkopen wanneer er sprake is van zwaarwegende belangen van maatschappelijke aard. Een doelmatige afwikkeling van het faillissement behoort in zijn algemeenheid niet tot de zwaarwegende belangen van maatschappelijke aard. In beginsel kun je niet meer overdragen dat je hebt. In beginsel kun je een voorwaardelijk eigendomsrecht overdragen. De curator beheert de failliete boedel, de meubels vallen hier nog niet onder. Het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar, deze meubels vallen nog niet in het vermogen. De voorwaarde moet nog in vervulling gaan ten aanzien van de koopprijs. De meubels zitten nog niet in de boedel. Hij kan de meubels dus nog niet verkopen en overdragen zonder dat hij daar de toestemming van heeft gekregen van de leverancier onder het eigendomsvoorbehoud. In de zaak Curatoren/Mobell Interplan heeft de curator wel zaken overgedragen. De curatoren hadden spullen onder eigendomsvoorbehoud verkocht en overgedragen. Er kwam dus in een keer een groot bedrag voor de boedel. Aan de handelsonderneming hadden ze gezegd dat er een aantal spullen waren geleverd onder eigendomsvoorbehoud. De afwikkeling is niet goed gebeurd. De partij die een eigendomsvoorbehoud had, heeft de curator aangesproken. Je hebt dan een vordering tegen de curator op grond van de onrechtmatige daad. De curator heeft dan onrechtmatig gehandeld door goederen waar een eigendomsvoorbehoud op rust te gelde te maken ten behoeve van de boedel, zonder toestemming te vragen aan de leverancier onder eigendomsvoorbehoud.

Heeft de Tillebank rechten met betrekking tot de meubels en zo ja, welke? In dit geval was er dus sprake van een eigendomsvoorbehoud. Je kunt in principe niets overdragen wat je niet hebt. Je zou dan dus ook niet kunnen verpanden. De Hoge Raad oordeelde in het arrest Rabobank/Reuser dat je een eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde hebt wanneer je iets koopt met een eigendomsvoorbehoud. Als je de koopsom betaald heb je een onvoorwaardelijk eigendomsrecht. Je kunt er dan dus een pandrecht op vestigen. De Tillebank heeft in principe dus geen rechten met betrekking tot de meubels. Op grond van Rabobank/Reuser heeft de Tillebank een onvoorwaardelijk pandrecht op de meubels. De Tillebank is in dat geval pandhouder geworden. Krachtens artikel 57 lid 1 Faillissementswet kan hij dan zijn rechten uitoefenen alsof er geen faillissement was. De bank is een separatist geworden. De bank heeft dan het recht om het recht van parate executie uit te voeren. In dat geval kan men over gaan tot de verkoop van de goederen, om zich op de opbrengst te verhalen.

De meubels vallen eigenlijk nog niet in het vermogen van de schuldenaar. De schuldenaar had een pandrecht gevestigd op alle voorraden en inventaris. De meubels behoren tot de voorraad van de meubelzaak. Als er onder eigendomsvoorbehoud wordt geleverd krijgt de partij die de goederen geleverd krijgt een voorwaardelijk eigendomsrecht. Je zou dit ook kunnen afleiden uit artikel 84 lid 4. De vraag is of de Tillebank een pandrecht heeft gekregen op de meubels, omdat De Vries nog niet volledig eigenaar was. Hij was slechts voorwaardelijk eigenaar. Het arrest Rabobank/Reuser is hier van belang (rechtsoverweging 4.2.3). Als er wordt geleverd onder eigendomsvoorbehoud krijg je een voorwaardelijk eigendomsrecht. Je kunt daarover beschikken. Als de koopprijs wordt betaald groeit het recht uit tot een onvoorwaardelijk eigendomsrecht en zal de Tillebank een pandrecht op een onvoorwaardelijk eigendomsrecht verkrijgen.Je hebt een separatistpositie ten aanzien van het voorwaardelijke eigendomsrecht. Je zult zien dat de bank waarschijnlijk zelf de koopprijs zal gaan betalen. Hij krijgt dan een pandrecht op een onvoorwaardelijk eigendomsrecht. In dat geval zal hij zelf gaan executeren.

Stel dat De Vries de koopsom van de meubels aan Zittoe betaalt en dat hij de meubels vervolgens heeft laat overspuiten door Better Colors BV. Daarna wordt De Vries failliet is verklaard. De meubels bevinden zich ten tijde van het faillissement bij Better Colors van wie de rekening nog niet is betaald. Omschrijf de verhouding tussen Better Colors, de curator en de Tillebank. Nu de koopsom aan Zittoe is betaald komt er krachtens Rabobank/Reuser een onvoorwaardelijk pandrecht te rusten op de meubels. In dat geval is de Tillebank dus separatist. Better Colors heeft in dit geval een retentierecht op de meubels. Hij verliest dit niet door de faillietverklaring (artikel 60 lid 1 Faillissementswet). In dat geval staat het opeisen of lossen van een zaak door de curator voorop. De retentor kan de curator daartoe een termijn stellen. Wanneer de curator deze termijn niet benut, dan krijgt de retentor het recht het goed zelf te executeren. Uit artikel 3:292 BW volgt dat de schuldeiser, zolang het retentierecht bestaat, zijn vordering op de zaak kan verhalen met voorrang boven allen tegen wie het retentierecht kan worden uitgeoefend. Behalve de gewone schuldeisers vallen daaronder ook pand- en hypotheekhouders. Bette Colors kan het retentierecht derhalve ook uitoefenen tegen de Tillebank, wanneer er sprake is van een geval zoals genoemd in artikel 3:291 BW. De meubels zijn nu dus bij Better Colors. Er is namelijk een overeenkomst om de meubels over te spuiten. De Vries gaat dan failliet. De Tillebank had een pandrecht op alle toekomstige voorraden. Nu de koopsom is voldaan heeft de Tillebank een onvoorwaardelijk pandrecht. Better Colors heeft de meubels dus nog uit hoofde van de overeenkomst tot overspuiten. Better Colors is de retentor. Als je iets onder je hebt in bezit, kun je weigeren om het af te geven zolang de prijs niet is betaald. Better Colors wil dus eerst het overspuiten betaald krijgen. Je hebt een retentierecht bij in de wet bepaalde gevallen. Vaak kun je verwijzen naar artikel 6:52 BW. Het retentierecht vloeit dus voort uit artikel 3:290 jo. 6:52 BW. Door faillietverklaring gaat het retentierecht echter niet verloren op basis van artikel 60 lid 1 Faillissementsrecht. Het recht van de retentor gaat voor het recht van de pandhouder op grond van artikel 2:291 lid 2 BW. Het gaat hier immers om een ouder pandrecht. Better Colors hoefde op zich te twijfelen aan de bevoegdheid om de meubels te geven ten aanzien van het overspuiten. Better Colors hoeft de meubels dus niet af te geven. Als retentor heb je niet het recht van parate executie. Anderzijds hoeft hij ze ook niet af te geven. De curator gaat de goederen in de boedel brengen. Dit volgt uit artikel 60 lid 2 Faillissementswet. De curator gaat de spullen dan verkopen. Het nadeel is dan dat eerst de faillissementskosten worden betaald, vervolgens zal de retentor betaald krijgen (artikel 3:292 lid 2 jo. 2:90 BW), waarna de pandhouder wordt uitgekeerd. Op grond van artikel 60 lid 3 Faillissementswet kan de retentor een redelijke termijn stellen aan de curator om te gaan verkopen. Als de curator daar niet in slaagt, mag de retentor zelf gaan verkopen. Het overschot zal de retentor dan aan de pandhouder betalen. Op die manier wordt voorkomen dat de faillissementskosten betaald moeten worden. Daarnaast heb je ook nog artikel 60 lid 2, de curator kan ook kiezen om de retentor te betalen. In dat geval spreek je van lossing.

Casus 2

ANNIE Bank heeft een lening verstrekt aan een leverancier van huishoudelijke apparaten, Marnix BV. De bank heeft een pandrecht bedongen op alle vorderingen van Marnix op zijn afnemers middels een verzamelpandakte. In deze akte verleent Marnix een volmacht aan de bank om alle vorderingen van Marnix aan haarzelf te verpanden. Marnix wordt failliet verklaard. De vordering waarvoor je zekerheid krijgt is de leveringsovereenkomst. Daarnaast wil je zekerheid hebben op iets. Je krijgt zekerheid op bepaalde vorderingen. Het gaat hier om alle vorderingen van Marnix op zijn afnemers. De vorderingen worden verpand door de verzamelpandakte. Als je een bedrijf hebt, heb je heel veel vorderingen op de debiteuren uitstaan. De gemiddelde termijn om te betalen in 90 dagen. Als je als pand een pandrecht hebt gekregen op vorderingen, en de debiteuren betalen de vorderingen, dan gaat de vordering teniet. Het pandrecht gaat dan ook teniet. Je hebt dan dus niet heel veel zekerheid. Daarom heeft men bedacht dat alle toekomstige vorderingen bij voorraad worden verpand. Alleen vorderingen die voortvloeien uit een reeds bestaande rechtsverhouding kunnen bij voorbaat worden verpand. Als er een nieuwe klant bij komt, kan de vordering niet worden verpand.

Daarom hebben banken de verzamelpandakte bedacht. Er is een grote verzamelpandakte. Bij ABN Amro zit er een vrouw die elke dag op een knop drukt. Daar zitten de vorderingen van al de schuldenaren van de bank. In de verzamelpandakte staat dat de debiteuren hun vorderingen weer verpanden aan de dag. In die ene pandakte zitten dus alle leningnemers van de bank. In de ene akte worden de vorderingen verpand die ze op dat moment hebben. Als je een pandrecht heb ben je een preferente schuldeiser. De pandrechten zijn door de verzamelpandakte nooit toegankelijk voor de concurrente schuldeisers. De bedoeling van artikel 3:292 BW is ondervangen door de verzamelpandakte. Uit de verzamelpandakte moet je kunnen halen welke vorderingen verpand zijn. De eis van voldoende bepaaldheid van artikel 3:84 lid 2 BW moet voldoende bepaalbaar zijn. Uit de verzamelpandakte moet blijken om welke vorderingen het gaat. Uit de administratie moet dan de rest blijken.

De curator betwist de verpanding van de vorderingen ten behoeve van de bank. Volgens de curator zijn de vorderingen niet geldig verpand “omdat de verpanding middels een volmacht het onmogelijk maakt voor de overige schuldeisers om zich op enig activum te verhalen”.

Hoe oordeelt u over de bezwaren van de curator? De curator heeft dit bezwaar weergegeven in het arrest Van Leuveren q.q/ING. In het arrest DIX/ING zijn verschillende bezwaren tegen de constructie van de stampandakte verworpen, waaronder het meer algemene bezwaar dat de aanvaarding van deze constructie zou betekenen dat artikel 3:239 lid 1 BW onaanvaardbaar wordt begraven doordat de verhaalsmogelijkheid van de concurrente schuldeisers vrijwel illusoir wordt gemaakt. Het is aan de wetgever om te beoordelen of de belangen van de concurrente schuldeisers tegenover de belangen van een vlot functionerend kredietverkeer een sterkere positie in zouden moeten nemen dan thans het geval is. Je kunt dus ook absoluut toekomstige vorderingen verpanden. Dit is misschien moeilijk te verenigingen met de parlementaire geschieden. Er zijn ook economische redenen waarom we dit goed moeten keuren. We zijn afhankelijk van banken die krediet verstrekken. Ze doen dit alleen wanneer ze zekerheid verkrijgen. Als dit anders moet, moet de verzekering er maar wat aan doen (rechtsoverweging 4.1) Een verzamelpandakte registreer je bij de Belastingdienst. Dit is om antidateren tegen te gaan. De verzamelpandakte vloeit voort uit een document waarin een volmacht is opgenomen. Hierin moet staan dat de bank bevoegd is om elke dag de verzamelpandakte op te stellen. Een week na het faillissement wendt de curator zich tot alle afnemers van Marnix met de mededeling dat zij hun rekeningen voortaan dienen te voldoen op de rekening van de curator die de curator bij BINGO Bank aanhoudt. Als de curator het actief heeft gedaan kom je terecht bij ING/Verdonk en Hamm q.q./ABN Amro.

Welke gevolgen heeft dit voor het pandrecht van de bank? Op de vorderingen zat een pandrecht van de bank. Als je de vorderingen betaalt is het pandrecht weg. Het arrest Mulder/CLBN is hierbij van belang. Hier is bepaald dat het pandrecht teniet is gegaan. Je krijgt dan ook geen vervangend pandrecht op het geïnde. Als bank behoud je wel je voorrang op de opbrengst. De pandhouder heeft dus een preferente vordering op de opbrengst van de verpande vorderingen. De curator en de algemene faillissementskosten komen dan voor je. Dit is vervelend. Wanneer het om een negatieve boedel gaat, blijft er niet heel veel meer over.

Als pandhouder kun je op vorderingen gebruik maken van het recht van parate executie door het om te zetten in een openbaar pandrecht. Dit doe je door mededeling te doen aan de debiteur (artikel 3:246 BW). Wanneer je tegen de debiteur zegt dat je pandhouder bent wordt je inningsbevoegd. Er zal dan dus aan je worden betaald. Je kunt je dan rechtstreeks verhalen op het betaalde. Als er is betaald op de bankrekening van de failliet, dan hou je een voorrangsrecht op de opbrengst van de vorderingen. Je deelt dan wel in de faillissementskosten.

Kan de bank zich op deze gelden verhalen, en zo ja, hoe? De curator moet krachtens het arrest ING/Verdonk q.q. twee weken wachten. Als hij actief gaat innen in de twee weken, krijgt de bank een tweedelige vordering. Allereerst een preferente boedelvordering ten aanzien van het geïnde. Bij passief innen is het een preferente vordering. Daarnaast heb je een concurrente boedelvordering voor de schade die je hebt geleden, omdat de curator heeft geïnd.

Er zijn dus een aantal mogelijkheden. De bank kan zelf gaan innen op grond van artikel 57 lid 1 Faillissementswet. Hij kan dan zelf gaan innen op grond van artikel 3:246 BW. Hij dient dan een mededeling te doen. Buiten het faillissement om kan hij zich dan dus gaan verhalen op de vordering. Wanneer er sprake is van passieve inning, dan gaat het pandrecht teniet. Je hebt dan voorrang op het geïnde, blijkens Mulder/CLBN. De bank heeft dan dus een preferente vordering op het geïnde. De bank komt dan dus na de faillissementskosten. Bij actieve inning door de curator heb je twee aanspraken. Je hebt dan een preferente boedelschuld, waardoor je voorrang op het geïnde hebt. Je komt dan wel achter het loon van de curator, krachtens het arrest Rabobank/Verdonk. Daarnaast heb je een concurrente boedelvordering op de schade die je hebt geleden door het actief innen van de curator. Van actieve inning spreek je wanneer de curator gaat innen binnen een termijn van twee weken (ING/Verdonk)

De bank wil haar pandrecht omzetten in een openbaar pandrecht door mededeling te doen van haar pandrecht aan de afnemers van Marnix om de vorderingen te kunnen innen. De pandakte bevat echter geen debiteursgegevens. De curator laat een afkoelingsperiode afkondigen en stelt zich op het standpunt dat de bank zich niet op de vorderingen mag verhalen.

Heeft de curator gelijk? Dit is niet het geval. Tijdens de afkoelingsperiode blijft de pandhouder bevoegd de verpanding mee te delen en betaling op verpande vorderingen in ontvangst te nemen krachtens artikel 63b lid 1 Faillissementswet. De pandhouder is dan echter wel verplicht om het ontvangen geld te storten bij de bewaarder. Op basis van het arrest HR: Hamm q.q./ABN Amro is de curator verplicht om alle informatie te verschaffen door de stille pandhouder de nodige gegevens uit de administratie van de gefailleerde te verstrekken, dan wel door hem daarin genoegzaam inzage te geven. De curator is gerechtigd om van de stille pandhouder te verlangen dat hij de kosten vergoedt die de curator in redelijkheid heeft gemaakt voor het verschaffen van de bedoelde gegevens of het verlenen van inzage. In Hamm q.q./ABN Amro is bepaald dat de curator informatie moet verschaffen. Artikel 63b lid 1 Faillissementswet bepaalt dat de pandhouder bevoegd is om mededeling te doen. Je mag innen, maar je moet het geïnde bij een bewaarder neerleggen, totdat de afkoelingsperiode is afgelopen. Na de afkoelingsperiode kan hij zich erop verhalen.

Casus 3 > Tentamenvraag

Na zijn rechtenstudie besluit Pieter Stam een juridisch adviesbedrijf te starten met zijn studiegenoot, Hanneke Kans. Ze brengen hun bedrijf onder in Flores Legal BV. Ze hebben beiden een arbeidsovereenkomst met Flores Legal BV.

Flores Legal BV is gevestigd in een kantoorpand dat gehuurd wordt van Ferdinand van Diemen. De zaken lopen echter niet al te best. Van Diemen besluit, nadat Pieter en Hanneke zijn gaan achterlopen met de betaling van de huur, het faillissement van Flores Legal BV aan te vragen. Het faillissement wordt op 10 september 2013 uitgesproken. Mr Mulder wordt benoemd tot curator.

Mr Mulder treft het navolgende aan in de boedel van Flores Legal BV:

 

De bankrekening van Flores Legal BV, waarop een bedrag van € 4.800 staat.

De inventaris van Flores Legal BV, met een geschatte executiewaarde van € 16.000.

Een kennisgeving van verzekeringsmaatschappij ‘Draagt elkanders lasten’ dat zij over zal gaan tot betaling van € 1.500 uit hoofde van de aansprakelijkheidsverzekering van Flores Legal BV wegens foutieve adviezen verstrekt aan Lourens De Jong. >vordering op verzekeringsmaatschappij
 

Een vordering van Van Diemen van € 3.600 wegens drie maanden achterstallige huur van € 1.200 per maand.

Een vordering van de fiscus wegens nog verschuldigde omzetbelasting van € 3.000.

Een vordering van Van Diemen van € 500 in verband met de aanvraag van het faillissement.

Een vordering van Lourens De Jong ad € 1.900 wegens vergoeding van schade geleden als gevolg van foutieve adviezen door Flores Legal BV.

Een vordering van het energiebedrijf GreenChoice over een periode van voor de faillietverklaring van € 2.000.

Een vordering van € 1.700 van de op 1 juli 2013 uit dienst getreden ex-werknemer Marcel De Groot. Deze vordering ziet op niet genoten vakantiedagen die zijn omgezet in loon op grond van artikel 7:641 BW/

 

Curator Mulder zegt direct de huurovereenkomst met Van Diemen op met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn van 6 weken. In verband met de verplichting de gehuurde ruimte in de oorspronkelijke staat terug te brengen schakelt de curator aannemer BromBouw BV in. BromBouw BV brengt hiervoor € 2.800,- in rekening.

De curator ontslaat daarnaast Kans en Stam. Gedurende de opzegtermijn maken zij ieder aanspraak op € 3.000 loon. Mr Mulder schat zijn salaris in op een bedrag van € 2.000.

 

Geef aan wie de boedelcrediteuren en wie de faillissementscrediteuren zijn en in welke volgorde zij aanspraak kunnen maken op de voldoening uit het beschikbare actief. In het faillissement heb je drie mogelijk. Buiten het faillissement heb je preferente en concurrente schuldeisers. In principe zijn alle schuldeisers gelijk, de uitzondering zijn de preferente schuldeisers.

In het faillissement krijg je de boedelschuldeisers erbij, deze gaan boven de preferente schuldeisers. Binnen de groepen schuldeisers moet je ook bepalen wie er eerst gaat. Bij de concurrente schuldeisers geldt paritas creditorum. Je hebt alleen een boedelvordering voor de huurtermijnen na faillissement. De huur voor de faillietverklaring is derhalve geen boedelvorderingen. Boedelvorderingen ontstaan na het faillissement. De kosten voor de aanvraag zijn derhalve geen boedelvorderingen. De concurrente schuldeisers verdelen naar rato. Eerst worden de boedelschuldeisers uitbetaald. We hebben een vermogen van 22.300. De curator gaat eerst, het gaat hierbij om een loon 2.000. De curator staat in principe bovenaan. Wanneer iemand onverschuldigd geld overmaakt, spreek je van een super preferente boedelvordering. Dit is zo, omdat hij degene is die het allemaal vereffend, je moet het zien als een executiepost. Zonder hem kan je de boedel niet te gelde maken (Rabobank/Verdonk). Een boedelvordering van loon is een preferente boedelschuldeisers, krachtens artikel 40 FW jo. 3:288 sub e BW. Van Diemen en Brom Bouw hebben allebei een concurrente boedelvordering. In totaal zijn we dan 12.600 euro kwijt. Pand- en hypotheek gaan sowieso voor. Daarnaast gaan de bijzondere voorrechten voor op de algemene voorrechten. Uit artikel 21 lid 2 IW volgt dat het voorrecht van de fiscus boven alle andere voorrechten gaat, met uitzondering van een drietal. Het gaat om de voorrechten uit artikel 3:287 en 2:88 sub a BW. Ze gaan dus boven de fiscus. De Jong gaat dus eerst. Hij heeft een bijzonder voorrecht voor 1.500. Vervolgens krijgen we Van Diemen, voor de aanvraag van het faillissement met 500 euro. Dan krijgen we de fiscus. Na de fiscus komt De Groot als werknemer.

 

Dan houden we nog 3000 over voor de concurrente schuldeisers. In totaal hou je een bedrag van 6000 over aan vorderingen. Iedereen krijgt na rato 50% van de vorderingen. 

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Insolventierecht 2016/2017

Hoorcollege week 1 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 1 Insolventierecht (2016/2017)


Hoofdlijnen

CBS-statistieken

Insolventierecht heeft nauw verband met de stand met de economie. Bij een slechte economie zal er sprake zijn van veel faillissementen. Wanneer het goed gaat met de economie zijn er minder faillissementen. Vooral bij de bedrijven en instellingen zien we een dalende lijn. Dit geldt echter niet voor alle sectoren. Er zijn nog steeds sectoren in Nederland waar het niet goed gaat. Je kunt hierbij denken aan reisbureaus die te laat zijn overgestapt naar de online verkoop.

Binnen een kalenderjaar kun je iets meer faillissementen zien. Je zag dat dit voornamelijk was in maart. De trend van faillissementen kun je terugvinden in de sector Retail.

 

The Phonehouse

Soms moet je al kijken welke vestigingen onder de faillietverklaring van een rechtspersoon vallen. Wanneer je nog geld van de winkel te goed hebt moet je zo snel mogelijk naar het filiaal. De curator inventariseert de waarde van de boedel en zal de nog openstaande schulden proberen te betalen. De consument heeft in de rangorde een uiterst vervelende positie. De concurrente schuldeiser (koper van een telefoon) zal heel slecht af zijn in het faillissement. Wanneer je een aanbetaling hebt gedaan ben je hem in de regel kwijt.

Wetgeving in voorbereiding

Er is het een en ander in voorbereiding. Een pre-pack is een voorverpakt faillissement. We zijn heel ver met het wetsvoorstel dat in voorbereiding is. Het zou als een hamerstuk afgedaan worden door de Eerste Kamer, maar dat is niet doorgegaan. Er is een uitspraak in voorbereiding door het Europese Hof van Justitie. Bij een pre-pack zijn de regels van een overgang van onderneming van toepassing. Geen koper uit het faillissement wil immers alle werknemers krijgen. Er is ook een wetsvoorstel in voorbereiding voor de grote ondernemingen, namelijk de Wet Continuïteit Ondernemingen II. Dit moet het makkelijker maken om een dwangakkoord op te leggen. In sommige gevallen kan men niet het gehele bedrag betalen, dan is het soms zinvoller om niet het gehele bedrag te krijgen en niet het faillissement in te gaan. We moeten afwachten wat er precies in de wet komt te staan.

Iets wat op het wensenlijstje staat is het afdwingen van het.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 2 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 2 Insolventierecht (2016/2017)


 

Voorrang en zekerheden

Banken hebben vrijwel op alles in de faillissementsboedel een pandrecht of hypotheekrecht. Voor de banken staat heel veel op het spel. Ze starten vaak een procedure. In deze week gaan we kijken hoe het zit met voorrang in het algemeen. Hoe het zit met pand- en hypotheek en wat daar de voordelen van zijn. Vervolgens wordt er met name ingegaan op de verpanding van vorderingen. De fiscus is vaak de belangrijkste schuldeiser in een faillissement. De curator behartigd de belangen van de fiscus in het faillissement.

Verhaalsrecht

Een schuldeiser kan zich buiten het faillissement in principe op alle goederen verhalen die de schuldenaar heeft (artikel 3:276 BW). Dit houdt dus in dat de schuldenaar zich in principe op het gehele vermogen van de schuldenaar kan verhalen. Soms kan je je ook verhalen op de goederen van derden, dit zie je bijvoorbeeld bij het bodemverhaalsrecht van de fiscus (artikel 22 lid 3 IW).

Wijze van verhaal

Wanneer je je gaat verhalen moet je eerst beslag leggen. Zonder dat de schuldenaar het weet ga je naar de rechter toe. Je vraagt daar om toestemming om beslag te leggen. Je moet dan een procedure gaan voeren, zodat de rechter weet dat je daadwerkelijk iets te vorderen hebt. Wanneer de rechter dat weet kun je executoriaal beslag leggen. Het vonnis van de rechter heeft ook wel een veroordelend vonnis (artikel 430 Rv). Wanneer je een pand- of hypotheekrecht hebt mag je de spullen uit gaan winnen, zonder dat je naar de rechter moet. Je noemt dit ook wel de parate executie. De fiscus kan bij het Openbaar Ministerie een dwangbevel vragen, ze hebben dan meteen een executoriale titel (artikel 14 IW).

Paritas creditorium en voorrang

Wanneer er sprake is van een executieopbrengt, moet je die gaan verdelen. De hoofdregel is daar dat alle schuldeisers hetzelfde zijn. Alle schuldeisers krijgen dan pro rato.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 2 Insolventierecht (2016/2017)

Werkgroep week 2 Insolventierecht (2016/2017)


WerkgroepVRAGEN WEEK 2: Voorrang en ZEKERHEIDSRECHTEN (i)

Casus 1

De Vries heeft al jaren een hippe meubelwinkel. De meubelfabriek Zittoe waar De Vries vaste afnemer van is, levert de meubels onder eigendomsvoorbehoud. De Vries heeft een lening bij de Tillebank. In het kader van de bedrijfsfinanciering heeft De Vries een pandrecht gevestigd op zijn voorraad (ook toekomstige) en inventaris. Op 20 maart 2016 wordt De Vries failliet verklaard. Zowel bij de meubelfabriek als bij de Tillebank heeft De Vries een hoge schuld. De curator ziet niet veel in een doorstart (zonder de schuldeisers) en wil de winkel, de voorraad en de inventaris doorverkopen.

De meubelfabriek verkoopt de meubels aan De Vries. Hij bedingt de voorwaarde dat het eigendom overgaat op het moment dat de koopprijs is voldaan, ook wel het eigendomsvoorbehoud. Dit is geregeld in artikel 3:92 BW. De Vries heeft ook een lening uitstaan bij de Tillebank. De Tillebank heeft een pandrecht op alle voorwaarden en inventaris van De Vries. De curator iet op het beheer van de boedel. Alles wat in de boedel zit moet hij verkopen en te gelde maken.

 

Welke rechten heeft Zittoe in haar verhouding tot de curator met betrekking tot de meubels?

Krachtens artikel 3:92 BW is het mogelijk het eigendom van een roerende zaak voor te houden totdat de verschuldigde prestatie is voldaan. Een onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak blijft het eigendom van de leverancier. Een leverancier met het eigendomsvoorbehoud kan de zaak in het faillissement terugvorderen van de curator. Zittoe heeft dus het recht om de meubels te revindiceren overeenkomstig artikel 5:2 BW. De curator is echter wel gerechtigd om de kosten van het terughalen op de leverancier te verhalen door middel van een boedelbijdrage. De curator kan het eigendomsvoorbehoud teniet doen gaan doordat de opschortende voorwaarde in failliet gaat. Zittoe is eigenaar geworden onder de opschortende voorwaarde dat de koopprijs wordt betaald. De Vries is nog geen eigenaar geworden, omdat hij de koopprijs nog moet betalen. Zittoe is nog eigenaar van de meubels, omdat De Vries nog niet heeft betaald. Zittoe kan derhalve revindiceren overeenkomstig artikel 5:2 BW. Zittoe is dus eigenaar onder de ontbindende voorwaarde, deze ontbindende voorwaarde is nog niet in vervulling gegaan.

Kan de curator de meubels verkopen/overdragen? De curator kan de meubels in principe niet verkopen, want ze behoren in principe nog steeds tot het eigendom van Zittoe. De curator kan wel overgaan tot het vervullen van de opschortende voorwaarde. Wanneer deze opschortende voorwaarde is vervuld, behoren de meubels tot de inventaris van De Vries. In dat geval is de curator wel bevoegd om de meubels.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 3 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 3 Insolventierecht (2016/2017)


 

Voorrang en zekerheden II

Vestiging van het pandrecht

Net zoals bij de vestiging van het pandrecht op vorderingen geldt bij het pandrecht op roerende zaken dat het moet voldoen aan de vereisten van artikel 3:98 BW moet voldoen. Dit geldt in samenhang met artikel 3:90 BW. Je kunt de verpandingshandeling onderscheiden in twee soorten handelingen. Je kunt daarbij denken aan het openbaar pandrecht. Hierbij wordt het pandrecht afgegeven. Dit gebeurt bijna nooit in de praktijk. De bank wil de spullen niet allemaal opslaan en een bedrijf zou zijn voorraden daardoor niet bij de hand hebben. In de praktijk kiest men voor een stil pandrecht. Men vestigt het pandrecht dan door een authentieke akte of een onderhandse akte (artikel 3:237 lid 1 BW). De pandgever houdt de spullen in dat geval onder zich. Je kunt hier ook bij voorbaat verpanden. Er zitten grenzen aan. Alles waar de pandgever eigenaar van wordt, krijgt een pandrecht. Dit is anders bij de stille verpanding van vorderingen, waarbij je steeds weer opnieuw moet verpanden. Een stil pandrecht kan je altijd omzetten in een openbaar pandrecht. Bij vorderingen doe je dit door mededeling te doen. Bij roerende zaken doe je dit door de zaken in je bezit te nemen en afgifte te vorderen.

Pandrecht en vermenging

In het arrest van HR 14 augustus 2015 ging het om een bulk aluminium. Op de ene stapel zat een pandrecht en op de andere stapel niet. Het aluminium werd omgezet tot tussenproducten. De hopen aluminium gingen zich vermengen en het bedrijf ging failliet. De vraag was wat er gebeurde met het pandrecht. De regels van vermenging staan in artikel 5:15 BW. In het geval er sprake is van vermenging moet je kijken naar de regels van natrekking in artikel 5:14 BW. Als er sprake is van een hoofdzaak wordt de eigenaar van die hoofdzaak eigenaar. Als je geen hoofdzaak aan kunt wijzen krijg je mede-eigendom. Dit is ook het geval bij het vermengen van twee stapels aluminium. De HR heeft geoordeeld dat er een zaak is. De eigenaar heeft een aandeel.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 3 Insolventierecht (2016/2017)

Werkgroep week 3 Insolventierecht (2016/2017)


WerkgroepVRAGEN WEEK 3: Voorrang en ZEKERHEIDSRECHTEN (ii)

leidraad invorderingswet mag je meenemen naar het tentamen.

Casus 1

Dr. Bohr is tandarts en oefent zijn praktijk uit in zijn kapitale villa waar hij tevens woont. Op de villa rust een hypotheek ten behoeve van een lening die is verstrekt door de Kroonbank. Het voorheen vergrijsde dorp is de laatste tijd populair bij stedelingen die de Randstad willen verlaten. Het dorpje krijgt een influx van jonge gezinnen maar om onverklaarbare redenen mijden zij de praktijk van Bohr. Helaas voor Bohr slagen zijn pogingen om deze nieuwe clientèle aan zijn praktijk te verbinden niet. Het is duidelijk dat het einde in zicht is, ook voor de Kroonbank. Stel dat de Kroonbank de villa onderhands door Bohr wil laten verkopen teneinde een hogere opbrengst te genereren. Wat adviseert u de Kroonbank?

Je kan het onderhands verkopen, mits je eerst toestemming hebt van de voorzieningenrechter (artikel 3:268 lid 2 BW). Het is niet helemaal onderhands omdat de voorzieningenrechter moet oordelen of het voor een goede prijs is. In dat geval wordt je opbrengst wel lager. De bank kan ook afspreken dat de heer Bohr zijn huis verkoopt via Funda. De notaris zal het hypotheekrecht doorhalen wanneer het huis wordt verkocht. Op dat moment is het zekerheidsrecht van de bank doorgehaald. Als hypotheekhouder ben je dan het hypotheekrest kwijt. (ING/Gunning q.q.)

Wat als er een faillissement komt? De curator zei dat er sprake was van verrekening. Als je niet te goeder trouw bent en je gaat voor faillissement verrekenen, dan is er sprake van een verboden verrekening. Dit geldt niet als je het als bank zou doen als separatist. In dat geval executeer je en wordt de koopsom aan je betaalt als executant. Je dient dus een veilige weg te volgen. Je zit dan in de weg en dan ben je veilig aan het executeren. In ING/Gunning staat in rechtsoverweging 3.11 dat je een pandrecht kan vestigen op de vordering. Als je een pandrecht hebt op de koopsom kan je voor faillissement gaan vorderen. Je hebt dan een Mulder q.q./CLBN-vordering.

In ING/Gunning zegt de Hoge Raad dat je bij een onderhandse verkoop afstand doet van je hypotheekrecht, waardoor je niet kan verrekenen. Je kunt dit goed maken door een pandrecht te vestigen op de vordering. Je ziet dit weer terug in Mulder q.q./CLBN. Je kunt ook een constructie bedenken waarbij de derde rechtstreeks aan de bank betaalt. In dat geval ben je niet aan het verrekenen en omzeil je artikel 54 Faillissementswet dus.

Stel dat Bohr geen koper vindt voor de villa. Na een periode op zijn tandvlees te hebben gelopen wordt Bohr alsnog failliet verklaard. De bank maakt vervolgens geen haast met de verkoop van de villa. De curator vindt dat de.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 4 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 4 Insolventierecht (2016/2017)


Verrekening, bevrijdende betaling en onverschuldigde betaling.

  • Verrekening
  • Onverschuldigde betaling
  • Bevrijdende betaling

Bij de bovengenoemde onderdelen kun je een onderscheid maken tussen in het zicht van faillissement en tijdens het faillissement.

Verrekening – algemeen

Als je gaat kijken naar verrekening in het faillissement moet je in principe uitgaan van de gewone bepalingen over berekening. Er geldt een bijzondere bepaling als de wederpartij failliet is verklaard, namelijk artikel 53 en 54 FW. De bepalingen uit boek zes, namelijk artikel 6:127 e.v. BW zijn dan van toepassing. Voor surseance geldt artikel 243 en 235 Faillissementswet.

Als je kan verrekenen bevindt je je in een hele goede positie in het faillissement. Als je in faillissement twee vorderingen hebt die je met elkaar kan verrekenen, de vordering en de schuld, dan hoef je de vordering niet ter verificatie in te dienen in het faillissement. Op die manier krijg je betaalt en je hoeft dan ook niet meer te betalen aan de boedel. Als je niet kan verrekenen moet je enerzijds je schuld betalen aan de curator en omgekeerd heb je zelf een vordering op de failliet. Je moet deze indienen ter verificatie maar in de meeste faillissementsboedels zit helemaal niet genoeg geld. Je zou dan vaak alleen maar geld moeten betalen aan de failliet en zelf niets terugkrijgen. Als je kan verrekenen ben je van je schuld af. Verrekening verhoudt zich ook tot zekerheidsrechten. Dit is met name het geval bij banken.

Vereisten voor verrekening

Bij verrekening heb je altijd te maken met een vordering en een schuld. Degene die een beroep doet op verrekening is zelf schuldeiser en schuldenaar. Hij heeft dus twee hoedanigheden. De wetgever heeft ervoor gekozen om het perspectief van de schuldenaar te kiezen. Bij verrekening gaat de schuldenaar verrekenen, hij gaat zijn.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 4 Insolventierecht (2016/2017)

Werkgroep week 4 Insolventierecht (2016/2017)


 

Casus 1

Arends is in juni 2016 zijn baan als loopbaanbegeleider kwijtgeraakt. Om het hoofd boven water te houden gaat hij in september 2016 voor zichzelf aan de slag als coach. Om zijn bedrijfje op te starten leent hij € 2.000,- van zijn vriend Dirksen. Ze spreken af dat Arends het geld zal terugbetalen op 1 januari 2018. In oktober begeleidt Arends in opdracht van Dirksen het loopbaantraject van een van Dirksens werknemers voor € 1.800. Deze eerste klus rondt Arends met succes af. Helaas redt Arends het niet. Op 10 november 2016 wordt hij failliet verklaard.

Kan Dirksen zijn vordering op Arends verrekenen met zijn schuld? Maakt het verschil of hij dit doet voor of na 10 november 2016? Voor faillissement gelden de eisen van artikel 6:127 BW. Aan alle vereisten van dit artikel moet zijn voldaan, wil verrekening mogelijk zijn.

Als je kan berekenen bevindt je je in een hele goede positie in het faillissement. Je hoeft je vordering dan immers niet in te dienen ter verificatie. Artikel 6:127 BW geeft de vereisten waaraan moet zijn voldaan voor verrekening. Het dient allereerst te gaan om dezelfde wederpartij. In casu is daar aan voldaan omdat het gaat om Dirksen en Arends. Het moet ook gaan om dezelfde prestatie. In dit geval is daar aan voldaan, omdat het allebei gaat om het betalen van een geldvordering. Daarnaast moet je bevoegd zijn tot het betalen voor de schuld. Nu Arends nog niet failliet is verklaard, is hij nog beschikkingsbevoegd. Doordat hij nog beschikkingsbevoegd is kan hij de schuld gewoon betalen. Ten vierde moet Dirksen bevoegd zijn tot het afdwingen van de vordering. Het probleem is dat de vordering nog niet opeisbaar is. De vordering is pas opeisbaar vanaf 1 januari 2018, waardoor de schuld nog niet afdwingbaar is.

 

Artikel 53 FW bepaalt min of meer als hoofdregel dat degene die zowel schuldenaar als schuldeisers van gefailleerde is, zijn schuld met vordering op deze gefailleerde kan verrekenen indien deze beide zijn ontstaan voor faillietverklaring, of wanneer zij voortvloeien uit een handeling die de gefailleerde voor faillietverklaring heeft verricht. Het gaat in dit artikel dus over wederkerigheid. Daarnaast moet de vordering of de schuld zijn ontstaan voor de faillietverklaring of het moet voortvloeien uit een rechtsverhouding die voortvloeit voor faillietverklaring. Je mag in dit geval conform artikel 53 FW dus gewoon verrekenen. Het gaat immers om een handeling die de gefailleerde voor de faillietverklaring heeft verricht. Voor faillietverklaring heeft Arends het geld geleend en heeft Arends het loopbaantraject begeleid. Dit artikel vermeldt dus niets over opeisbaarheid en afdwingbaarheid van een vordering.

Stel dat Arends ook € 1.000 geleend heeft van Cornelis. Arends krijgt op zijn beurt nog € 1.500 van Emst. Arends, Cornelis en Emst spreken elkaar.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 5 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 5 Insolventierecht (2016/2017)


Verschillende soorten schulden in faillissement

De focus zal in dit college heel erg liggen op de boedelschulden. Het wordt behandeld aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk.

Agenda

  • Afwikkeling van een faillissement: cijfers.
  • Fixatiebeginsel.
  • Verschillende soorten schulden in faillissement.
  • Boedelschulden.
  • Verifieerbare schulden.
  • Niet-verifieerbare schulden.
  • Boedelbegrip.

Kenmerken faillissement

Een faillissement houdt in dat er bij een rechtspersoon of een natuurlijke persoon te weinig vermogen is om alle schulden op dat moment te betalen. Het faillissement kenmerkt zich erdoor dat heel veel schuldeisers teleurgesteld zijn. De taak van de curator is dat hij zorgt dat iedereen het zijne krijgt. Hij moet iedereen naar zijn rangorde betalen.

Voorbeeld autobedrijf

Het ging hier om een familiebedrijf met acht werknemers. Er is besloten dat het bedrijf niet direct werd gesloten. Dat betekende dat de curator zoveel mogelijk geld probeerde te creëren. Er werden zoveel mogelijk auto’s gerepareerd en een aantal klanten hadden niet betaald. Als er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid groeit het actief nog wat. De curator gaat het actief verdelen en voldoet eerst de boedelschulden. Bij het faillissement hoort het fixatiebeginsel. Er moet actief en passief worden gefixeerd. Alle spullen die er tijdens het faillissement waren worden gefixeerd. Alleen de curator kan daar dan over beschikken.

Afwikkeling van het faillissement

In het eerste scenario is er sprake van een negatieve boedel. Het faillissement wordt dan opgeheven wegens de toestand van de boedel. De vereenvoudigde afwikkeling is aan de orde als de boedelschulden volledig voldaan kunnen worden, maar de preferente schulden niet. In de derde situatie is er genoeg geld, waardoor men zal starten met een verificatievergadering.

73% van de faillissementen eindigen in een opheffing. De verifieerbare vorderingen ontvangen eigenlijk niets. In de overige 27% is er sprake van vereenvoudigde afwikkeling. De concurrente schuldeiser krijgt dan niets. Voor de concurrente crediteuren blijft er ongeveer maar 5% over. Al de cijfers zijn op basis van de faillissementen die in 2015 zijn beëindigd. In drie kwart van de faillissementen worden alleen de boedelschulden betaald. Boedelschuldeisers proberen in het balkje op te schuiven naar voren. Ze willen preferent zijn.....read more

Access: 
Public
Werkgroep week 5 Insolventierecht (2016//2017)

Werkgroep week 5 Insolventierecht (2016//2017)


Werkgroepvragen week 5 FaillissementsPauliana 2016/2017

 

Casus 1

Bosman verkoopt op 1 februari 2016 twee identieke zeiljachten aan Maree, handelaar in tweedehands zeiljachten te Loosdrecht. De koopsom bedraagt € 24.000,- per boot; een normale prijs voor deze jachten. De koopsom wordt contant betaald. Op 15 mei 2016 verhandelt Maree een van de schepen aan Kienstra voor € 14.000,-. Deze betaalt de koopsom contant. Kienstra brengt het schip dezelfde dag nog naar een jachthaven, waar hij een ligplaats heeft gehuurd. Kienstra voorziet half augustus het schip van een bijzondere coating met extra lange levensduur, wat hem € 3.000 kost.

Het andere schip draagt Maree op 2 juli 2016 over aan zijn broer, aan wie hij nog € 24.000,- verschuldigd was uit hoofde van een geldlening en die wel interesse heeft in de boot: de broers menen hierdoor weer quitte te staan. 

Maree gaat op 25 september 2016 failliet. Het blijkt dat hij de volledige koopsom à € 14.000 heeft verbrast.

 

·     

1 februari 2016 verkoop van twee identieke zeiljachten aan Maree > normale prijs voor de jachten

·     

15 mei 2016 Maree verhandelt een van de schepen aan Kienstra voor 14.000

·     

half augustus: Kienstra geeft het schip een coating ter waarde van 3.000

·     

2 juli: Maree draagt het schip aan zijn broer ter voldoening van een lening

·     

25 september 2016 Maree failliet

 

.....read more

Access: 
Public
Hoorcollege week 6 Insolventierecht (2016/2017)

Hoorcollege week 6 Insolventierecht (2016/2017)


 

Faillissementspauliana

Programma

Inleiding: Verhaalsbenadeling

Faillissementspauliana: onverplicht verrichte rechtshandelingen (artikel 42 FW)

Faillissementspauliana: verplicht verrichte rechtshandelingen (artikel 47 FW)

Rechtsgevolgen van de vernietiging (artikel 51 FW)

Afsluiting

Verhaalsbenadeling

Wanneer een geldlening niet wordt terugbetaald kun je verhaal nemen. Je gaat in dat geval eerst beslag leggen. Voor het leggen van beslag heb je een executoriale titel nodig. Je moet eerst door de rechter laten vaststellen dat je een vordering hebt. Wanneer de rechter uitspraak heeft gedaan, heb je een vonnis. Het vonnis geeft je een executoriale titel. Je geeft dit aan de deurwaarder en deze kan beslag gaan leggen. Artikel 3:276 BW geeft aan dat je verhaal kunt nemen op het gehele vermogen van een schuldenaar. De schuldenaar staat dus met zijn gehele vermogen in voor zijn schulden. Als een schuldeiser verhaal neemt kan hij beslag leggen op alle vermogensbestanddelen. Op het moment dat je een executoriale titel hebt, en je wilt zeker weten dat alles wordt nagekomen, ga je kijken waarop je het beste beslag kunt leggen. Je kunt dit bijvoorbeeld doen op de bankrekening, twee dagen voordat de lonen worden betaald. In het geval er sprake is van meerdere schuldeisers vindt er een verdeling plaats van de netto-opbrengsten volgens de wettelijke rangorde (artikel 3:277 BW). De eerste hoofdregel van het verhaal is dat je beslag kunt leggen op het gehele vermogen. De tweede hoofdregel is het paritas creditorium. De opbrengst van het beslagen goed moet gelijk worden verdeeld onder alle schuldeisers die beslag hebben gelegd, behoudens voorrang. In principe is iedereen bij de verdeling gelijk, tenzij er sprake is van voorrang. Het pand- en hypotheekrecht zijn hierbij erg belangrijk, evenals het voorrecht van de fiscus.

Eigenlijk werkt het in faillissement net zo. In het faillissement legt geen schuldeiser, maar een curator beslag. Het faillissement is een algemeen beslag op het gehele vermogen van een schuldenaar (artikel 1 lid 1 FW). Het gehele vermogen wordt door de curator te gelde gemaakt. De opbrengst van het vermogen wordt in beginsel gelijk verdeeld onder de schuldeisers, met uitzondering van de schuldeisers die voorrang hebben ten aanzien van bepaalde goederen. Uit artikel 3:277 BW geldt dat de netto-opbrengst wordt verdeeld onder de schuldeisers. De netto-opbrengst betekent dat er ook een bruto-opbrengst is. Het verschil zit hem hier in de boedelschulden. Voordat iets wordt verkocht moeten er allemaal kosten worden gemaakt. Voordat er wordt uitgekeerd moeten die kosten eerst worden voldaan. Van de bruto-opbrengst moeten de kosten af, daarna kan dus pas aan de schuldeisers worden betaald die beslag hebben gelegd. In het faillissement geldt hetzelfde. De curator.....read more

Access: 
Public
Follow the author: hannekedenottelander
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1354