Een jaar van huis: de grote kleine context van dubbel en dwars

Ken je dat gevoel: dat je op wereldreis gaat, dat je in de eerste twee maanden in Ecuador een jaar vertraging oploopt en dat je dan bedenkt dat een verhaal met filosofische diepgaande overdenkingen dan wel op zijn plaats is? Nee? Bij deze een impressie. :)

Ik wist dus precies wat ik wilde, ik moest alleen nog even op zoek naar een filosofisch diepgaande overdenking die als rode draad voor mijn verhaal kon dienen. Normaal komt zoiets vanzelf onder de douche, bij een kop koffie of een willekeurige andere gedachtenloze activiteit zoals wandelen of gitaar spelen. Maar zelfs na drie dagen douchen tot het warme water op was (lees: zeven minuten in plaats van vijf), na in alle bekende koffietentjes een tweede kopje inspiratie te hebben besteld en elk stadspark binnen een straal van twee kilometer zo´n drie keer te hebben rondgekuierd, lukte het maar niet om een jaar van ervaringen in één van Nelly´s Grote Wijsheden te vangen. Misschien, dacht ik, moet mijn jaar-van-huis-blog dan niet gaan over levenslessen in de Grote Context van ons bestaan.

Misschien moet het gaan over de koude berglucht die ´s nachts door de kieren en gaten mijn kamer binnenkomt. Over de onverklaarbaarheid van het feit dat het op sommige dagen onmogelijk is om twintig kinderen in een kring te laten zitten. Over de slechts adviserende rol van stoplichten. Over de eerste twee weken van paranoia om alles wat met taxi´s, drugs in drankjes, lege straten, bussen, geldautomaten en voedselvergiftiging te maken heeft. Over hoe „twee huizenblokken verder“ best kan betekenen dat het na twee huizenblokken nog tien kilometer is. Over de overbodigheid van kinderwagens. En het nut van een APK-keuring. Over die keer dat de beveiligers van de gevangenis bij de markt zomaar hadden besloten te gaan staken, zodat de gevangenen op die zonnige zaterdagmorgen gewoon door de voordeur naar buiten konden lopen (je moet ze nageven: punt gemaakt!), terwijl wij net met drie buitenlandse vrijwilligers kerstkadootjes en voedselpakketten over de markt aan het slepen waren. Over hoe anti-organisatietalent Gladys elke dag wel een keer zegt: „Nelly, estamos fritas!“ („We zijn gebakken!“ = „de sigaar“).

Over het bejaarde echtpaar dat bij gebrek aan pensioen elke dag met een mini-barbeque in onze straat op de stoep gebakken banaan zit te verkopen. Over dat moment dat je collega binnenkwam en vroeg: „Nelly, wil je iets voor mijn familie doen? Wil je getuige zijn voor het huwelijk van mijn broer?“ – „Eh, ja hoor. Wanneer?“ – „Nu, maar je moet wel doen alsof je katholiek bent! Vamos!“. Over hoe je het thuisfront wil laten weten dat het heus niet allemaal geweldig is hier, maar zonder dat ze zich daar dan weer al teveel zorgen over maken. Over hoe leuk het is om met Duitsers voetbal te kijken, vooral als ze winnen. Over de meiden die, als de straatartiesten al naar huis zijn, in een minirokje op hoge hakken rond Plaza del Teatro en Santo Domingo weggedoken in hun jas staan te wachten tot iemand ze op komt pikken. Over hoe je alle knoppen van het toetsenbord probeert om een vraagteken, een dubbele punt of een é te krijgen (haha, zie wel!), en je uiteindelijk besluit maar weer gewoon op „insert symbol“ te klikken. Over het waarom van aan de kant gaan. Over de onvanzelfsprekendheid van licht, water, internet, je eigen keuzes mogen maken en de betekenis van „ja“ en „nee“. Over Andrés die stopt zijn omgeving te terroriseren als je hem een doos met blokken geeft (totdat Jordi zijn toren omver gooit omdat hij óók blokken wil, en ze samen elkaar en de omgeving terroriseren).

Misschien moet het gaan over een ongeschreven regel in mijn functie omschrijving: een rondje goedemorgen knuffels voordat de werkdag begint. En over hoe mensen komen reclameren als ze er nog geen hebben gehad. Over de keren dat je met al je antennes op scherp ´s avonds alleen in een taxi zat. Over hoe mijn heimwee na een jaar voorlopig beperkt is tot acute dicht- en knutselneigingen rond vijf december en hoe ik zou willen dat je vanillevla op de post kon doen. Over hoe een kamer met één poster aan de muur, een spaarlamp en “Isa te amo mucho” (Isa ik hou van jou”) op de kastdeur een beetje thuis werd. Over hoe het niveau van anticipatie in de Ecuadoriaanse rijstijl het best omschreven kan worden door: de remweg begint waar men eigenlijk stil had willen staan. Over De Grote Vraag waarom niet iedereen gewoon zijn werk kan doen (?!). Over hoe Moni trots haar plaats aanwijst in het bed dat ze met haar twee zusjes deelt in een “huis” (= kamer) zonder ramen. Over hoe je hier in plaats van “3 voor een dollar” toch “4 voor een dollar” kunt krijgen door te gebaren dat je met zijn tweeën bent. (Drie gedeeld door twee? “Gaat niet” :P Zie je wel, pap? :D).

Over hoe Nederlands-geëmancipeerd je je ineens voelt als de voorgangster van de kerk bij het tekenen van de pre-huwelijks akte tegen de man zegt: „Ze is nu van jou, je moet goed voor haar zorgen,“ en jij denkt: hee, wacht ff, en hij dan, is hij ook niet van haar? Over hoe we altijd en overal over onze schouder kijken. Over hoe de president iedereen die middag vrij gaf omdat Ecuador zʹn laatste groepswedstrijd moest spelen met ongeveer twee procent kans om nog door te gaan. Over het altijd en overal van borstvoeding, God, Jezus en Maria, wildplassen en ijs. Over hoe een familie van zeven op de prijs van een iPhone een half jaar overleeft. Over die keer dat je jezelf op een zondagmiddag buitensloot en je anderhalf uur lang samen met de buren met een vijl en een steen aan een touwtje probeerde binnen te komen, waarna er toch een man met een slijptol aan te pas moest komen.

Over Eddy die zijn buurman met een pen een gat in zijn wang steekt en dan harder begint te huilen dan zijn slachtoffer omdat hij zo geschrokken is. Over hoe je vader je nog maar eens je wachtwoord van internet bankieren of de belastingdienst in rebusvorm mailt, omdat je dat vergeten bent. Over de tienermoeders die met hun baby op hun ene arm en een schooltas aan de andere in de ecovia stappen. Over dat verwarrende moment dat iemand zegt dat het motor-ongeluk “niet zo erg” was, want: “ze droegen een helm”. Over vallen en opstaan. Over de schaarsheid van groenten, lange termijn planning, wisselgeld en maat 39. Over dat “de spijker op zijn kop”-gevoel als je aan een moeder vraagt wat ze graag zou willen dat haar kinderen zouden leren over seksuele voorlichting, en ze zegt: “Over hoe je kinderen moet opvoeden.”

Over de jongleurs, clowns en mandarijnverkopers die veertig seconden hebben om hun brood verdienen vanaf het moment dat het stoplicht op rood springt. Over de dagen dat je op crackers en bananen leeft, de lunch overslaat, je vakantie uitstelt of door een huisfeest probeert heen te slapen omdat je Ecuadoriaanse bacterie-vrienden weer eens een onafhankelijke kolonie in je maag-darm-stelsel hebben uitgeroepen. Over hoe je een wijde spijkerbroek, wandelschoenen en een unisex CENIT-trui aantrekt op dagen dat je door mannelijk Quito met rust gelaten wil worden. Over de chaos op de wc als er twee vijfjarige vrienden ongezien een half uur hun gang hebben kunnen gaan met zeep, water en wc-papier. Over je collega (-vrijwilliger) op je schouder laten uithuilen en over de dagen dat je het zelf ook allemaal even niet meer weet. Over het feit dat op de websites van Ecuadoriaanse busmaatschappijen alleen een telefoonnummer staat, zodat je kunt bellen om de dienstregelingen op te vragen.

Over de dag dat je erachter kwam dat er schimmel in je kledingkast staat die aan de badkamer grenst. Over de meterslange updates van het thuisfront en echte pakketpost gevuld met basisbehoeften als pepernoten en honingdrop. Over hoe je ´s ochtends in je kleddernatte schoenen stapt omdat je de stortbui die je gisteren overviel alweer vergeten was. Over hoe ik als enige van vierendertig volwassenen mijn hand opstak na de vraag wie er nog nooit door zijn ouders was geslagen. Over Andy die enthousiast “señora guitarra!” roept als hij je ziet, en zijn broer die dansend luchtgitaar speelt en je dan vragend aankijkt. Over dat leren-ze-het-dan-nooit-gevoel, als iemand weer eens zegt: “Oh ja, het is voor morgen.” Over de bijdragen die onverwacht met omschrijvingen als “paasei” op je bankrekening verschijnen (dankjewel!), voor een kerstfeest, voetbalkamp, sportspullen, een dag naar het park, knutselspullen en ballen. Over „Kip of vlees?“ – “Kip” – “Die hebben we niet…” en hoe je dan zonder verbazing schouderophalend maar gewoon vlees bestelt.

Over de nieuwe dimensie van „als sardientjes in blik“ in het openbaar vervoer en hoe bussen bergopwaarts altijd voller zijn. Over kind zijn. Over hoe je ergens een jaar kan blijven door je vertrek gewoon zes keer twee maanden uit te stellen (gheghe :P). Over hoe je eerst denkt dat het aan je Spaans ligt, voordat je je realiseert dat je de man bij de balie goed begrepen hebt: “Deze maand zijn alle dokters op vakantie, dus je kunt geen afspraken maken”. Over hoe ik de computerexpert van de organisatie ben omdat ik weet hoe je moet knippen en plakken in Word. Over de magie van „stel je voor...“ en de kunst van het improviseren. Over huisgenoten die met chocola aankloppen in je Ecuadoriaanse griep-week, eigenlijk de enige week in het jaar dat je geen zin hebt in chocola, en dat je er toch blij mee bent. Over hoe John nog een luier aanhad toen hij binnenkwam, en in een heus pak op de afsluitingsdag verscheen.

Over hoe je zo genoeg hebt van reggaeton, cumbia en commerciele liefdes-pop, dat je opgelucht ademhaalt als je een radiozender vindt met muziek uit de categorie “Engelstalig goud en fout uit de vorige eeuw”: elke twee uur “Get Down” van de Backstreet boys en “YMCA” voor de liefhebber. Over hoe politieagenten met een mondkapje het verkeer staan te regelen in een land dat als eerste ter wereld grondrechten gaf aan de natuur. Over de moeders die ons op de laatste schooldag een sieraad of chocola met een strik eromheen als bedankje gaven. Over verjaardagen voor dag en dauw met glitter en mini-taartjes in het gezondheidscentrum, een bodempje bier bij de lunch (18 jaar!) of met canelazo´s, karaoke en dansen in La Ronda. Over de mannen die geen idee hebben dat hun „tsss, tsss, fuck you!“ nét iets anders betekent dan het oneerbare voorstel dat ze in gedachten hadden.

Over de avonden dat je om half zeven met een film in bed kruipt omdat je als achtentwintig jarige de betekenis van „voor het donker thuis“ hebt herontdekt. Over de vraag waarom de put maar zo zelden gedempt wordt als het kalf verdronken is. Over hoe je je voorneemt om vaker naar huis te bellen als je je realiseert hoe raar je stem klinkt in het Nederlands. Over hoe moeilijk het is om wakker te worden als je daarvoor de combinatie van de uiterst zeldzame fenomenen warm douchewater en échte koffie nodig hebt. Over hoe er toch een soort van „collectieve verzekering“ bestaat door de gewoonte een collecte te houden (op het werk of in de buurt / gemeenschap) als er iemand overleden is of een dure behandeling of operatie nodig heeft. Over de aan onmogelijkheid grenzende uitdaging om ´s ochtends vroeg met twintig gringo´s in een half uur het volkslied van Quito te leren. Over de totaal niet productieve ochtenduren op kantoor omdat je simpelweg geen flauw idee hebt waar je moet beginnen. Over hoe je probeert altijd meer te geven dan je neemt, en hoe je daardoor altijd meer krijgt dan je geeft.

En in die alledaagse dingen vind ik dan misschien toch die Grote Context waar ik naar op zoek was en waar het uiteindelijk allemaal om draait: de vraag of het het waard was. En dat was het. Dubbel en dwars. (Hoewel het dus heus niet allemaal geweldig is, maar geen zorgen :P) Met dank aan iedereen die (een stukje van) deze ervaring met mij heeft willen delen.

„Everyone is trying to accomplish something big,

Not realizing that life is made up of little things.”

 

Dankjewel :)

 

Deze blog is deel van mijn project Imagine all the people. Voor dit project werk ik voor een paar jaar in verschillende landen als vrijwilliger en schrijf ik regelmatig een stukje over mijn ervaringen. Op die manier wil ik mensen met elkaar in contact brengen, ze nieuwsgierig maken en hun blikveld een beetje verruimen zodat ze zich wat meer bewust worden van hun positie in die wereld. Zo wil ik proberen de wereld een beetje beter te maken en anderen te inspireren om op hun manier hetzelfde te doen. 

Doe mee! :D Like de facebook pagina, deel de verhalen of doe een donatie en ... nou ja, spullen kun je niet winnen, maar je wordt wel deel van deze "olievlek" van positieve bewustwording die dankzij jou een beetje groter wordt! Dat is ook een beetje winnen, toch? :P Alvast bedankt! (Facebook: www.facebook.com/pages/Project-Imagine-all-the-people/210147532462086)
Related content or attachment:
Een jaar van huis: de grote kleine context van dubbel en dwars
Access: 
Public
Follow the author: Nelly2012
Comments, Compliments & Kudos

Tot tranen toe geroerd. Heel

Tot tranen toe geroerd. Heel goed en mooi geschreven. Dank!

Dankjewel Jette :) 

Dankjewel Jette :) 

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Statistics
1229 2