Artikelsamenvatting bij Risicofactoren voor kindermishandeling. Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing - Assink et al. - 2016 - Chapter


BulletPoints:

  • In dit onderzoeksrapport wordt verslag gedaan van de resultaten van vier deelstudies naar (effecten van) risicofactoren voor slachtofferschap van verschillende vormen van kindermishandeling.
  • Drie deelstudies hadden elk betrekking op één van de vormen van kindermishandeling, te weten seksuele kindermishandeling (deelstudie 1), fysieke kindermishandeling (deelstudie 2) en verwaarlozing (deelstudie 3). De vierde deelstudie had betrekking op het effect van intergenerationele overdracht van (algemene) kindermishandeling, wat in theoretische verklaringen over het ontstaan van mishandeling vaak een grote rol speelt.
  • In de deelstudie naar seksuele kindermishandeling werd een significant effect gevonden voor 19 van de 27 onderzochte risicodomeinen, wat betekent dat de aanwezigheid van elk van deze 19 risicodomeinen het risico op slachtofferschap van seksuele kindermishandeling significant verhoogt.
  • In de deelstudie naar fysieke kindermishandeling werd een significant effect gevonden voor 16 van de 26 onderzochte domeinen.
  • Een significant effect werd gevonden voor 9 van de 22 risicodomeinen in de deelstudie naar verwaarlozing.
  • Voor intergenerationele overdracht van (algemene) kindermishandeling werd een significant effect gevonden. 
  • Gegeven de resultaten van de vier deelstudies kan geconcludeerd worden dat risicofactoren in verschillende domeinen bijdragen aan slachtofferschap van verschillende vormen van kindermishandeling, maar dat met name risicodomeinen die betrekking hebben op ouders/verzorgers een prominente rol spelen.
  • Gegeven deze resultaten is het belangrijk om in risico- en behoeftetaxatie, alsmede in interventies die ingezet worden ter preventie van verschillende vormen van kindermishandeling, aandacht te besteden aan risicofactoren die zowel bij het kind als in de omgeving van het kind aanwezig zijn. Hierbij moeten risico’s gerelateerd aan ouders/verzorgers, zoals het hebben van een eigen verleden van slachtofferschap van (verschillende vormen van) kindermishandeling, het zwaarst wegen.

Wat is het belang en het doel van het huidige artikel?

Kindermishandeling is een ernstig probleem, zowel internationaal als in Nederland. Het ervaren van kindermishandeling heeft een grote invloed op het gevoel van veiligheid en geborgenheid van een kind. Dit werkt doorgaans negatief door in alle facetten van de ontwikkeling van een kind. Onderzoek laat zien dat interventieprogramma’s effectief kunnen zijn in het voorkomen van kindermishandeling. Eén van de voorwaarden voor succesvolle preventie is dat praktijkprofessionals goed in staat moeten zijn om het risico op kindermishandeling in te schatten, zodat preventieve interventies ingezet kunnen worden bij (en rondom) kinderen die daadwerkelijk risico lopen om slachtoffer te worden. Een andere voorwaarde is dat professionals goed in staat moeten zijn om vast te stellen op welke factoren geïntervenieerd moet worden, zodat het risico op kindermishandeling daadwerkelijk wordt teruggedrongen. In de bepaling van zowel het risico als de zorgbehoeften is kennis over de samenhang tussen verschillende risicofactoren en kindermishandeling van cruciaal belang. Deze kennis is slechts in beperkte mate beschikbaar en het huidige onderzoek was dan ook gericht op het vergroten van deze kennis door een aantal kwantitatieve overzichtsstudies uit te voeren. Tot op heden zijn kwantitatieve overzichtsstudies nauwelijks uitgevoerd. Het doel van de huidige studie was om een statistische samenvatting te geven van effecten van risicofactoren voor slachtofferschap van seksuele kindermishandeling, lichamelijke kindermishandeling en verwaarlozing. Omdat intergenerationele overdracht een belangrijk risicodomein lijkt voor slachtofferschap van alle vormen van kindermishandeling, was ook het doel om een statistische samenvatting te geven van het effect van intergenerationele overdracht. Voor elk onderzoeksdoel is een aparte studie uitgevoerd waarvan de resultaten in dit rapport worden gepresenteerd. 

Welke factoren vergroten het risico op kindermishandeling?

Risicofactoren voor kindermishandeling zijn factoren, dus gedragingen, omstandigheden, of kenmerken, die de kans op kindermishandeling vergroten. Algemeen wordt aangenomen dat kindermishandeling geen eenduidige oorzaak heeft, maar het gevolg is van een combinatie en opeenstapeling van risicofactoren. Belsky benadrukte dat het risico op kindermishandeling wordt bepaald door de interactie van risicofactoren op vier verschillende niveaus: het verleden van ouders/verzorgers die hun kind mishandelen (ontogenetische ontwikkeling van ouders); eigenschappen van het kind en het gezin (microsysteem); eigenschappen van het werk van ouders/verzorgers, de gemeenschap waarin het gezin leeft, en de mate van sociale steun in de omgeving (exosysteem); en de houding/attitude van de maatschappij ten aanzien van kinderen en mishandeling (macrosysteem). In dit model wordt het ontstaan (of het opnieuw optreden) van kindermishandeling bepaald door de balans tussen risico- en protectieve factoren. Omdat veel verschillende risico- en protectieve factoren aanwezig kunnen zijn bij en rondom een kind, zijn er ook veel verschillende wegen die leiden naar kindermishandeling.

Wat houdt intergenerationele overdracht in?

In verklaringsmodellen voor kindermishandeling wordt vaak een grote rol toegedicht aan intergenerationele overdracht van mishandeling. Van intergenerationele overdracht is sprake als ouders zelf slachtoffer zijn geweest van (verschillende vormen van) mishandeling tijdens de kinderjaren en later overgaan tot mishandeling van het eigen kind. Het is vooralsnog niet bekend wat het gemiddelde effect van intergenerationele overdracht is, en, of er variabelen zijn aan te wijzen die dit gemiddelde effect vergroten of verkleinen. Het is daarom van belang om het effect van intergenerationele overdracht in een meta-analytische studie te onderzoeken.

Welke verschillende vormen van kindermishandeling onderscheiden we?

Er worden verschillende vormen van kindermishandeling onderscheiden, zoals seksueel misbruik, fysieke mishandeling en verwaarlozing. Deze verschillende vormen kunnen grofweg worden onderverdeeld in actieve mishandeling en passieve mishandeling.

  • Onder de eerste categorie, waarin letsel of schade actief wordt toegebracht of dreigt te worden toegebracht aan een kind, valt bijvoorbeeld fysieke mishandeling, emotionele mishandeling en seksueel misbruik.
  • Onder de tweede categorie, waarin schade passief wordt toegebracht of dreigt te worden toegebracht aan een kind, valt bijvoorbeeld fysieke verwaarlozing, emotionele verwaarlozing en medische verwaarlozing.

Er wordt verondersteld dat verschillende soorten risicofactoren ten grondslag liggen aan de verschillende vormen van kindermishandeling.

Hoe kunnen risicofactoren en beschermende factoren in kaart worden gebracht?

Kennis over de belangrijkste risicofactoren voor kindermishandeling is niet alleen relevant voor vergroten van het inzicht in de wijze waarop kindermishandeling ontstaat, maar ook voor de ontwikkeling van valide instrumenten voor risico- en behoeftetaxatie. Risicotaxatie heeft als doel om zicht te krijgen op de kinderen die risico lopen om slachtoffer te worden van kindermishandeling en dus zorg nodig hebben, terwijl behoeftetaxatie gericht is op het vaststellen van de dynamische risicofactoren die aanwezig zijn in het leven van een kind en dus bijdragen aan het risico op slachtofferschap. Nadat de dynamische factoren zijn vastgesteld kunnen (preventieve) interventies worden ingezet die op deze factoren aangrijpen en daardoor voorzien in de zorgbehoeften van het kind en zijn of haar omgeving. Naast dynamische zijn er ook statische risicofactoren, zoals het aantal eerdere voorvallen van kindermishandeling, die sterk samenhangen met slachtofferschap van kindermishandeling, wat maakt dat het van groot belang is om deze te meten in instrumenten voor risicotaxatie. Om te bepalen welke risicofactoren gemeten moeten worden in instrumenten voor risico- en behoeftetaxatie is een overzicht nodig van variabelen waarvan in empirische studies is vastgesteld dat deze voorafgaan aan slachtofferschap van kindermishandeling. Daarnaast is kennis over de sterkte van het verband tussen deze variabelen en slachtofferschap essentieel voor het goed kunnen wegen van dynamische en statische risicofactoren, zodat niet alleen het risico dat een kind loopt op slachtofferschap goed in kaart kan worden gebracht, maar ook de zorgbehoeften van een kind met een (hoog) risico.

Op welke manier speelt dit artikel in op de conclusies van het rapport van de Samenwerkende Jeugdinspecties uit 2015?

De inspectie concludeerde in het rapport van de Samenwerkende Jeugdinspecties uit 2015 dat ouderproblemen en problematische gezinspatronen door professionals onvoldoende worden beschouwd als veiligheidsrisico voor kinderen. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat hulpverleners ook in veiligheidstaxaties vooral op zoek gaan naar kindsignalen en onvoldoende oog hebben voor huiselijk geweld als bedreiging van de kindveiligheid. Het inzichtelijk maken van effecten van een verscheidenheid aan risicofactoren voor slachtofferschap van kindermishandeling zoals beoogt in dit onderzoek, zal meer duidelijkheid scheppen over het belang van de verschillende risicofactoren en kan zo een directe bijdrage leveren aan de verbetering (of ontwikkeling) van instrumenten voor risicotaxatie.

Hoe kan het risk-need-responsivity model helpen bij het proces van risicotaxatie?

Het risk-need-responsivity model is ontwikkeld om richting te geven aan effectieve assessment en behandeling van criminele daders met als doel om recidive terug te dringen en stelt dat:

  • De intensiteit van een behandeling moet aansluiten bij de hoogte van het risico op recidive (risicoprincipe);
  • Interventies aan moeten grijpen op criminogene behoeften (i.e., de veranderbare risicofactoren die samenhangen met recidive) van daders (behoefteprincipe);  
  • Interventies zo aangeboden moeten worden dat aansluiting plaatsvindt bij de motivatie, leerstijlen en intellectuele mogelijkheden van daders (responsiviteitsprincipe).

Middels deze principes schrijft het RNR-model voor hoe een ingeschat risico succesvol vertaald kan worden naar de klinische praktijk zodat effectief geïntervenieerd kan worden wanneer dat nodig is. De principes uit het model zijn bruikbaar in de preventie van kindermishandeling, omdat veel risicofactoren wetenschappelijk aangetoond zijn. Een tweede argument is dat de ecologische visie op kindontwikkeling niet alleen een verklaring biedt voor het ontstaan van delinquent gedrag, maar ook voor het ontstaan van verschillende vormen van kindermishandeling, omdat zowel delinquentie als mishandeling bepaald worden door de aan- en afwezigheid van een diversiteit aan risico- en beschermende factoren bij kinderen en in meerdere (sociale) systemen rondom kinderen.

Wat was de methode in het huidige onderzoek?

Meta-analyses werden uitgevoerd naar de vier deelonderwerpen van het huidige onderzoek. Als effectmaat voor het verband tussen een (mogelijke) risicofactor en slachtofferschap van één van de vormen van kindermishandeling is in elke primaire studie de Pearson productmoment-correlatiecoëfficiënt berekend voor elke risicofactor.

Wat waren de resultaten van de meta-analyse naar de risicofactoren voor slachtofferschap van seksuele kindermishandeling?

In de deelstudie naar seksuele kindermishandeling werd een significant effect gevonden voor 19 van de 27 onderzochte risicodomeinen. In aflopende volgorde van effect bleken de effecten van de volgende domeinen significant:

  • Ouderlijk verleden van mishandeling” (r = .335);
  • “Eerdere of gelijktijdige vormen van kindermishandeling” (r = .271);
  • “Kind heeft mentale, fysieke, of gedrags-problemen” (r = .260);
  • “Kind is van vrouwelijk geslacht” (r = 32 .256);
  • “Kind heeft schoolgerelateerde problemen” (r = .239);
  • “Problematisch functioneren van het gezinssysteem” (r = .235);
  • “Fysiek geweld in de thuisomgeving van het kind” (r = .220);
  • “Kind woont (tijdelijk) niet bij de biologische ouders” (r = .208);
  • “Problemen tussen ouders (b.v. huwelijksconflicten)” (r = .200);
  • “Ouderlijke mentale of fysieke problemen” (r = .177);
  • “Problemen in de ouder-kindrelatie” (r = .166);
  • “Ouderlijk gebruik van alcohol/drugs” (r = .162);
  • “Kind woont niet met twee biologische ouders” (r = .157);
  • “Inadequaat opvoedgedrag van ouders” (r = .131);
  • “Laag gezins-SES” (r = .126);
  • “Ouderlijke leeftijdsfactoren (kind heeft hele jonge of oude ouders)” (r = .118);
  • “Laag opleidingsniveau van ouders” (r = .104); 
  • “Middelengebruik van het kind” (r = .065).

Wat waren de resultaten van de meta-analyse naar de risicofactoren voor slachtofferschap van fysieke kindermishandeling?

In de deelstudie naar fysieke kindermishandeling werd een significant effect gevonden voor 16 van de 26 onderzochte domeinen. In aflopende volgorde van effect waren dit de volgende domeinen:

  • “Ouders ervaren stress” (r = .488);
  • “Disfunctionele attitudes, waarden en normen van ouders” (r = .487);
  • “Ouderlijk gebruik van alcohol/drugs” (r = .306);
  • “Inadequaat opvoedgedrag van ouders” (r = .292);
  • “Problemen in de ouder-kindrelatie” (r = .287);
  • “Laag gezins-SES” (r = .259);
  • “Prenatale / perinatale problemen” (r = .221);
  • “Ouderlijke mentale of fysieke problemen” (r = .218);
  • “Problematisch functioneren van het gezinssysteem” (r = .217);
  • “Kind heeft mentale, fysieke, of gedragsproblemen” (r = .204);
  • “Laag opleidingsniveau van ouders” (r = .196);
  • “Problemen in interactie tussen ouders” (r = .181);
  • “Ouder(s) is immigrant” (r = .178);
  • “Kind woont niet met twee biologische ouders” (r = .172);
  • “Groot gezin (2 of meer kinderen)” (r = .171);
  • “Jonge ouder(s)” (r = .136).

Wat waren de resultaten van de meta-analyse naar de risicofactoren voor slachtofferschap van verwaarlozing?

In de deelstudie naar verwaarlozing werd een significant effect gevonden voor 9 van de 22 risicodomeinen en in aflopende volgorde van effect waren dit de volgende domeinen:

  • “Ouders ervaren stress” (r = .396);
  • “Ouderlijk gebruik van alcohol/drugs” (r = .279);
  • “Laag gezins-SES” (r = .253);
  • “Ouderlijke mentale of fysieke problemen” (r = .237);
  • “Prenatale / perinatale problemen” (r = .236);
  • “Ouderlijk verleden van mishandeling” (r = .231);
  • “Laag opleidingsniveau van ouders” (r = .219);
  • “Groot gezin (2 of meer kinderen)” (r = .161);
  • “Kind woont niet met twee biologische ouders” (r = .150).  

Wat waren de resultaten van de meta-analyse naar de risicofactoren voor intergenerationele overdracht van kindermishandeling?

In het algemeen blijkt uit de resultaten van de vier deelstudies dat risicofactoren in verschillende domeinen bijdragen aan slachtofferschap van de herhaling van de verschillende vormen van kindermishandeling:

  • In de deelstudie naar intergenerationele overdracht van kindermishandeling was een significant effect gevonden (r = .327) dat nagenoeg overeenkomt met de effecten van het risicodomein “Ouderlijk verleden van mishandeling” in de deelstudies naar fysieke en seksuele kindermishandeling (in beide studies werd r = .335 gevonden). Ten aanzien van dit risicodomein is het van belang om te vermelden dat de pleger van mishandeling iemand anders kan zijn dan de ouder(s) van het kind, aangezien de risicofactoren in dit domein niet verwijzen naar een specifieke (type) pleger.
  • In de deelstudie naar verwaarlozing was een iets minder sterk effect gevonden van dit risicodomein (r = .231) en dit is in lijn met de resultaten die gevonden werden in de moderatoranalyse van het type mishandeling dat ouders zelf hebben ervaren in de kinderjaren. Er was hierbij geen sprake van een significant modererend effect, maar wel van een trend die erop wijst dat de kans op intergenerationele overdracht lager is wanneer ouders in de kindertijd zijn verwaarloosd (r = .252) dan wanneer ouders in de kindertijd fysiek zijn mishandeld (r = .335). 

Wat zijn de implicaties van de huidige meta-analyses?

Uit de resultaten van de deelstudies kan worden afgeleid dat alle vormen van kindermishandeling samenhangen met risicofactoren in verschillende domeinen en dat met name domeinen die betrekking hebben op ouders/verzorgers een rol spelen in het risico op slachtofferschap van kindermishandeling. De resultaten impliceren hiermee dat een multifactoriële benadering nodig is in zowel risico- en behoefte-taxatie, als in interventies gericht op preventie van (de herhaling van) slachtofferschap van kindermishandeling.  Op deze wijze kunnen de principes van het RNR-model op een juiste manier worden toegepast in jeugdbescherming.

Uit de deelstudie naar het effect van intergenerationele overdracht van kindermishandeling bleek een aanzienlijk effect, wat impliceert dat het in elk geval van belang is om deze factor op te nemen in een instrument voor risicotaxatie. De resultaten van het huidige onderzoek leveren waardevolle inzichten voor de ontwikkeling en verbetering van zowel instrumenten voor risico- en behoeftetaxatie als voor (preventieve) interventies.

Page access
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use and find summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  3. Search tool: quick & dirty - not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is available at the bottom of most pages or on the Search & Find page
  4. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Quick links to WorldSupporter content for universities in the Netherlands

Follow the author: Vintage Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.