Oefententamen 2 2016/2017: Burgerlijk Recht 3 - Rijksuniversiteit Groningen


Vragen

Vraag 1

Carl (23) is op maandagochtend gras aan het maaien in de tuin van zijn ouders. Zijn ouders zijn op vakantie naar Italië. Hij hoort opeens luid gemiauw en ziet dat de kat van de buren klem zit onder een rolluik op de eerste verdieping van de villa van de buren. De buren, die hij niet persoonlijk kent, zijn niet thuis. Hij aarzelt geen moment, breekt de deur naar de tuin van de buren open en klimt langs een boom naar het beestje toe. Hij scheurt hierbij zijn nieuwe broek en ook zijn smartphone raakt tijdens de reddingsoperatie beschadigd.

  1. Kan Carl deze schade vergoed krijgen van de buren? Onderbouw uw antwoord. (7 punten)

Stel nu dat Carl tijdens de bevrijdingsoperatie onzorgvuldig heeft gehandeld door met onnodig veel geweld de tuindeur open te breken en het rolluik los te trekken. Daarbij heeft hij het kozijn ontzet en veel schade aangericht. De rechter oordeelt dat Carl de reparatie- en vervangingskosten van tuindeur, luik en kozijn (€ 2000) aan de buren moet vergoeden.

  1. Carl zit momenteel in een schuldsaneringstraject en heeft het niet breed. In hoeverre zal de rechter hier rekening mee houden bij het vaststellen van de schadevergoeding? (6 punten)

Vraag 2

Kacper wandelt met zijn poedel Max in het Oosterpark, waar Evelien, 7 jaar oud, onder toeziend oog van haar moeder aan het spelen is. Als Evelien op het hondje afstapt om het te aaien gaat het plotseling mis. Een enorme knal op de bouwplaats naast het park doet Max vreselijk schrikken. Door de schrik bijt Max Evelien in haar arm. De wond moet in het ziekenhuis worden behandeld. De ouders van Evelien achten Kacper aansprakelijk voor de door Evelien geleden schade.

  1. Kacper aansprakelijk jegens Evelien? Onderbouw uw antwoord. (7 punten)
  2. Kacper verweert zich door te stellen dat Eveliens moeder had moeten voorkomen dat Evelien op Max afstapte. Deze nalatigheid kan volgens hem aan Evelien worden toegerekend. Zal dit verweer slagen? Onderbouw uw antwoord. (4 punten)
  3. Stel dat Kacper 13 jaar is en dat hij de hond kort daarvoor voor zijn verjaardag heeft gekregen. Wie is dan aansprakelijk voor de door Evelien geleden schade: hijzelf en/of zijn ouders? Noem de relevante wetsbepaling. (3 punten)

Vraag 3

Een kleine demonstratie tegen het Nederlands vluchtelingenbeleid, bestaande uit ongeveer 20 personen, loopt uit de hand. Een openbaar kunstwerk raakt ernstig beschadigd doordat een aantal demonstranten met stenen begint te gooien. Niet duidelijk is wie precies binnen de groep met stenen gooide en evenmin staat vast welke stenengooier de schade heeft veroorzaakt. De politie kan slechts één demonstrant in de kraag vatten. Het gaat om Elsemiek, tegen wie proces-verbaal wordt opgemaakt. De gemeente, eigenaar van het kunstwerk, stelt Elsemiek aansprakelijk voor de schade aan het kunstwerk. Elsemiek beweert (1) geen steen te hebben aangeraakt en stelt (2) dat, als zij al tot schadevergoeding aangesproken kan worden, zij dan niet voor de gehele schade aansprakelijk is. Ieder lid van de groep zou volgens haar een gelijk deel aan de gemeente moeten betalen.

Is Elsemiek jegens de gemeente aansprakelijk voor de gehele schade aan het kunstwerk; ga hierbij in op het verweer van Elsemiek? (7 punten)

Vraag 4

Veenstra BV is een bedrijf dat gespecialiseerd is in restauraties. Sinds 2009 is Siemen, thans 46 jaar, als schilder in dienst bij Veenstra BV. Voor het restaureren van antieke meubels gebruikt Siemen chroom-3-verf. Veenstra BV verplicht zijn werknemers om een mondkapje te dragen, omdat vaststaat dat langdurige blootstelling aan verflucht gezondheidsproblemen kan veroorzaken. Siemen geeft niet veel om het mondkapje, dat heel strak zit en zijn zicht belemmert. Hij ‘vergeet’ dan ook regelmatig het kapje om te doen als hij een antiek meubelstuk restaureert. Zijn leidinggevende heeft Siemen om die reden al eens berispt en zelfs naar huis gestuurd. In december 2015 wordt bij Siemen neuskanker geconstateerd. Vaststaat dat chroom-3-verf een stof bevat die neuskanker kan veroorzaken bij langdurige blootstelling en dat veel schilders die zonder bescherming hun werkzaamheden verrichten, door neuskanker zijn getroffen. Siemen spreekt Veenstra BV aan tot vergoeding van de door hem geleden schade.

  1. Is Veenstra BV aansprakelijk voor de schade van Siemen? Onderbouw uw antwoord (7 punten) Stel dat Siemen vanaf de leeftijd van 15 jaar gedurende 20 jaar speed heeft gesnoven. Hij is inmiddels al ruim 10 jaar gestopt maar niet uitgesloten is dat de neuskanker die bij hem is geconstateerd verband houdt met dit drugsgebruik. De kans dat het speedgebruik de kanker heeft veroorzaakt wordt geschat op 35%. Veenstra BV acht zich gelet op dit percentage niet aansprakelijk voor de door Siemen geleden schade.
  2. Heeft Veenstra BV gelijk? Onderbouw uw antwoord (7 punten)

Vraag 5

Samantha laat in het voorjaar van 2016 een zwembad installeren in haar achtertuin. Hiertoe sluit zij een lening af bij de bank. Al snel blijkt er bij de installatie van het zwembad iets mis te zijn gegaan. Het waterzuiveringssysteem werkt niet naar behoren. Om dit systeem te kunnen vervangen moet het zwembad worden opengebroken. Hierdoor heeft Samantha gedurende de gehele zomer van 2016 geen gebruik kunnen maken van het zwembad. Vaststaat dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming van het installatiebedrijf. Samantha vordert van het installatiebedrijf immateriële schadevergoeding voor het gederfde genot van het zwembad. Daarnaast vordert zij vergoeding van de betaalde rente op de afgesloten lening over de periode waarin het zwembad al bruikbaar had moeten zijn.

  1. Heeft deze vordering naar Nederlands recht kans van slagen (ga hierbij in op de twee verschillende schadeposten)? (4 punten)
  2. Stel dat op deze casus Engels recht van toepassing is. Heeft de vordering van Samantha naar Engels recht kans van slagen? Onderbouw uw antwoord (4 punten)

Vraag 6

Een jaar later is het zwembad gereed en organiseren Samantha en haar man een pool party om dit vieren. Ook uitgenodigd is buurman Piet, een veelbelovende architect in opleiding. Op een gegeven moment moet Didier, de echtgenoot van Samantha, naar het toilet. Hij zet een sprintje in richting het huis en snijdt een stukje af langs het zwembad. Piet loopt op dat moment rustig naar de duikplank om in het water te springen. De vloer rondom het zwembad is nat en Didier glijdt uit. Op datzelfde moment doet Piet een paar stappen naar achteren om een aanloopje te nemen. Beide mannen komen met elkaar in botsing. Piet valt achterover op de harde stenen vloer en loopt ernstig hersenletsel op.

  1. Is Didier aansprakelijk voor de door Piet geleden letselschade? Onderbouw uw antwoord (7 punten)

Stel, daargelaten uw antwoord op vraag 5a, dat Didier jegens Piet aansprakelijk is. Piet houdt aan de botsing chronische hoofdpijnen over. Studeren lukt niet meer en architect zal hij niet meer worden. De kans dat Piet ooit nog betaald werk zal verrichten is erg klein.

  1. Op welke manier zal de rechter de door Piet geleden toekomstschade begroten? Ga hierbij kort in op de stelplicht en bewijslast van Piet (7 punten)

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Hier is sprake van zaakwaarneming ex art. 6:198: een behartiging van eens anders belang door materiële daden (bevrijden kat), willens en wetens. De waarneming vindt plaats op redelijke grond (wil belanghebbende/noodzaak tot handelen wijzen op bevrijdingsactie), zonder bevoegdheid daartoe (geen contract, volmacht o.i.d). Of Carl recht heeft op vergoeding van de door hem in het kader van de zaakwaarneming geleden schade aan broek en smartphone, hangt af van de vraag of sprake is van behoorlijke zaakwaarneming: art. 6:199 jo. 200 lid 1. I.c. wijst niets op onbehoorlijke zaakwaarneming. Hoorcollege 1B (sheets 5-8 en 12) Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV 2015/396-400 en 408.
  2. De rechter zal denkelijk de schadevergoeding matigen: 6:109 BW, nu er sprake is van kennelijk onaanvaardbare gevolgen voor Carl. Naast de wederzijdse draagkracht zal de rechter ook de aard van de aansprakelijkheid (onzorgvuldige zaakwaarneming) mee laten wegen. Carl wilde immers helpen. Verder zal de rechter acht slaan op de aard van de schade (zaakschade), het feit dat Carl zelf ook schade lijdt en de omstandigheid dat de kat is gered zodat de buren ook voordeel hebben. Hoewel de rechter terughoudend is met matigen (zie Ahold/Staat), is hier denkelijk wel aanleiding toe. Verheij nr. 52; Hoorcollege 6B (sheet 11) en hoorcollege 1B (sheet 11).

Vraag 2

  1. Een bezitter van een dier is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade: art. 6:179. Kacper is de bezitter van de poedel. De poedel heeft Evelien gebeten en zij lijdt hierdoor schade. De schade is door de eigen energie van de hond aangericht. De hond volgt hier namelijk geen opdracht of aanwijzing van Kacper. In beginsel is de bezitter aansprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken indien hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht, in zijn macht zou hebben gehad. De bezitter gaat dus slechts vrijuit indien in deze hypothetische situatie geen aansprakelijkheid zou kunnen worden aangenomen ex art. 6:162. De tenzij-formule gaat hier niet op. Immers, als Kacper de gedraging van de poedel zou hebben toegestaan, dan zou het bijten van de hond gezien de casus onrechtmatig zijn. Hoorcollege 5A (mr. Kolder), Verheij nr. 38.
  2. Het eigen schuld-verweer (art. 6:101) van Kacper zal niet slagen. De fout van een ouder kan niet aan een minderjarig kind worden toegerekend (kinderen zijn ook niet kwalitatief aansprakelijk voor het gedrag van hun ouders), wanneer het kind schade lijdt als gevolg van zowel toedoen van één van de ouders als toedoen van een derde (arrest Boon/Prenger NJ 1986/690, niet verplicht wel genoemd tijdens college, inclusief voorbeeld). Hoorcollege 5B (sheet 6), Verheij nr. 50, p. 179.
  3. Art. 6:183 lid 1 BW bepaalt dat jeugdige leeftijd niet in de weg staat aan kwalitatieve aansprakelijkheid. In beginsel zou Kacper dus uit hoofde van art. 6:179 BW aansprakelijk zijn. Echter, ex art. 6:183 lid 2 zijn de ouders van Kacper in plaats van Kacper aansprakelijk, omdat Kacper jonger dan 14 jaar is, hij is namelijk 13. De poedel wordt niet gebruikt in de uitoefening van een bedrijf. Verheij nr. 31, p. 122 (ook genoemd op sheet 10 van HC 4A).

Vraag 3

Elsemiek kan worden aangesproken door de gemeente op grond van art. 6:166 BW (groepsaanlsprakelijkheid). Uit de casus blijkt immers dat tenminste één groepslid onrechtmatig schade heeft toegebracht door met stenen te gooien. Ondanks het feit dat niet duidelijk is wie met stenen gooide en wie het kunstwerk heeft beschadigd, kan Elsemiek voor de schade aan het kunstwerk worden aangesproken, omdat de kans op het toebrengen van schade haar had te behoren te weerhouden van haar gedragingen in groepsverband. Elsemiek heeft zich niet gedistantieerd van de gedragingen binnen de groep en dit kan haar worden toegerekend op basis van schuld. Omdat zij wist of behoorde te weten dat de gedragingen binnen de groep gevaar schiep voor het ontstaan van schade, is zij aansprakelijk jegens de gemeente en wel hoofdelijk aansprakelijk ex art. 6:166 lid 1 BW. De gemeente kan haar dus voor de gehele schade aanspreken (eventueel wijzen op lid 2).

NB Bij toepassing van art. 6:166 wordt de causaliteitsvraag geëcarteerd, anders dan bij 6:99. 6:99 is hier niet van toepassing nu gegeven is dat niet duidelijk is wie precies binnen de groep met stenen gooide en dus niet vaststaat dat Elsemiek met stenen heeft gegooid (de schadeveroorzakende gebeurtenis). Hoorcollege 4B (sheet 17), Verheij nr. 22.

Vraag 4

  1. Veenstra BV is als werkgever aansprakelijk voor de letselschade van Siemen op grond van art. 7:658 lid 2 jo. lid 1 BW, omdat ondergeschikte Siemen letselschade (neuskanker) lijdt in het kader van de uitoefening van schilderwerkzaamheden. De tenzij-clausule uit lid 2 gaat niet op. Veenstra heeft Siemen vaak gewaarschuwd en berispt maar dat gaat niet ver genoeg (hij had voor een goed zittend kapje moeten zorgen en er iedere dag op moeten letten dat hij het kapje op deed). Er kan evenmin worden gesteld dat de nalatigheid van Siemen bewust roekeloos of opzettelijk van aard is. Niet gebleken is dat Siemen zich tijdens het verrichten van zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging van het roekeloze karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust zou zijn geweest en dat de schending van de zorgplicht door Veenstra in het niet valt t.o.v. de mate waarin de gedraging van Siemen tot het letsel heeft bijgedragen. (Hier is sprake van sleur/slecht gewoontes waarvoor de werkgever de werknemer moet behoeden). Hoorcollege 4A sheets 23-25) en HR Pollemans/Hoondert. Asser/Heerma van Voss 7-V2015/271
  2. Hier speelt een causaliteitsprobleem: omdat de oorzaak van de neuskanker niet met zekerheid kan worden vastgesteld, kan niet worden vastgesteld of de schade is geleden ‘in de uitoefening van zijn werkzaamheden’ in de zin van art. 7:658 BW (c.s.q.n.-verband). Veenstra heeft echter geen gelijk. In gevallen waarin vaststaat dat een norm is geschonden en er een reële kans bestaat dat de normschending de schade heeft veroorzaakt, maar dit laatste niet is vast te stellen, bestaat de mogelijkheid om de schade te verdelen. De vergoedingsplicht van Veenstra BV wordt verminderd in evenredigheid met de (op een gemotiveerde schatting berustende) mate waarin de aan de werknemer toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen. Dit leidt tot proportionele aansprakelijkheid. Toepassing van deze regel op de casus leidt tot de conclusie dat Veenstra voor 65% van de schade aansprakelijk is, terwijl Siemen 35% van de schade zelf moet dragen, omdat deze schade het gevolg is van omstandigheden die voor zijn risico komen. Hoorcollege 4B (sheet 13); Verheij, nr. 19, p. 70-71 (Nefalit/Karamus-arrest, niet verplicht)

Vraag 5

  1. Samantha heeft geen recht op immateriële schadevergoeding: gemist onstoffelijk voordeel valt niet onder het limitatief bedoelde art. 6:106. Wanneer iemand uitgaven heeft gedaan ter verkrijging van een op zichzelf niet op geld waardeerbaar onstoffelijk voordeel en hij dit voordeel heeft moeten missen, zal bij het begroten van de door hem geleden schade als uitgangspunt hebben te gelden dat de waarde van het gemiste onstoffelijk voordeel moet worden gesteld op de voor het verkrijgen daarvan gedane uitgaven die hun doel hebben moeten missen (= vermogensschade). De genotsderving moet substantieel zijn. Vaststaat dat Samantha tijdens de zomermaanden het genot van het zwembad volledig heeft gemist. Beargumenteerd kan worden dat de betaalde rente ter verkrijging dient van het gemiste onstoffelijk voordeel en dat het als vergeefs gedane uitgave op deze grond waarschijnlijk voor vergoeding in aanmerking komt. Hoorcollege 2B (sheets 7-9), artikel Beumers. Zie ook ECLI:NL:RBARN:2009:BK4126, r.o. 2.14
  2. Naar Engels recht krijgt Samantha, anders dan in Nederland, de immateriële schade die bestaat uit het gederfde genot van het zwembad waarschijnlijk wel vergoed. Genotsderving en teleurstelling vormen in toenemende mate zelfstandige schadeposten die voor vergoeding in aanmerking komen. Uitgangspunt blijft dat genotsderving door wanprestatie niet wordt vergoed maar hierop bestaan twee steeds ruimer opgevatte uitzonderingen. Een van die uitzonderingen betreft de situatie waarin de niet-nagekomen overeenkomst (mede) tot doel heeft om een immaterieel voordeel te verschaffen. Verdedigbaar is dat dit bij de installatie van een zwembad het geval is. Hoorcollege 2B (sheet 9), artikel Beumers, i.h.b. para. 5 (vgl. Ruxley Electronics & Construction Ltd. v. Forsyth [1995] 1 AC 344 (HL) waarnaar in noot 36 wordt verwezen).

Vraag 6

  1. Is hier sprake van gevaarzetting (art. 6:162/Kelderluik)? In de privésfeer geldt een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Hier is denkelijk sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden (sport en spel ligt minder voor de hand). Of een sprintje langs een privézwembad een onrechtmatige gedraging vormt, valt immers te betwijfelen. Niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar, doet dat gedrag onrechtmatig zijn, maar zodanig gevaarscheppend gedrag (rennen langs een zwembad) is slechts onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van een ernstig hoofdletsel door een botsing) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden (Zwiepende tak-arrest). Piet moet waarschijnlijk zijn eigen schade dragen. Hoorcollege 1A en 1B; Verheij, nr. 24.3 en 24.4; vgl. ECLI:NL:GHSHE:2016:2628: 4.12.1.
  2. De rechter zal de schade zo begroten dat de benadeelde financieel in de positie wordt gebracht waarin hij zich zonder het ongeval zou hebben bevonden. Het gaat om een vergelijking tussen het inkomen van de benadeelde in de feitelijke situatie na het ongeval enhet inkomen dat de benadeelde in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebben verworven. Het lastige is dat het hier gaat om de vergelijking met een situatie die nooit zal bestaan. De rechter maakt een afweging tussen goede en kwade kansen. Bij het begroten van zogenaamde toekomstschade (art. 6:105 BW) is een zekere mate van abstractie nodig: de rechter maakt gebruik van statistische gegevens en gaat over tot een schatting op basis van een aantal gezichtspunten: 1) opleidingsniveau, 2) beroepskeuze en 3) arbeidsparticipatie (veelal statistische gegevens). Hij kan kiezen tussen een som ineens (krijgt vaak de voorkeur) of om periodieke uitkeringen. Piet moet de toekomstschade stellen en bewijzen, er mogen echter ‘geen strenge eisen worden gesteld aan de motivering van de schatting van het verlies aan arbeidsvermogen’. Hoorcollege 3B (sheet 6); arrest Molenaarszoon (verplicht); Verheij, nr. 48, p. 173-174.
Page access
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

How to use and find summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  3. Search tool: quick & dirty - not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is available at the bottom of most pages or on the Search & Find page
  4. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Quick links to WorldSupporter content for universities in the Netherlands

Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.