Strafrecht 2 - RUG - Sheetnotes 2018/2019
Deze bundel bevat de sheetnotes bij de hoorcolleges van het vak Strafrecht 2, RUG, uit 2018-2019.
Strafrecht 2 Hoorcollege 1
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- Geen sprake van veranderingen in de hoorcolleges.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen sprake van onderwerpen die niet worden behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- Geen sprake van nieuwe recente ontwikkelingen.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- Belangrijk voor het tentamen is om van strafrecht 1 de voorwaarden voor strafbaarheid/structuur van het stafbare feit en het strafprocessueel beslissingsmodel van art. 350 Sv te begrijpen. Dit blijft ook in strafrecht 2 terugkomen
- Indien het in een casus op het tentamen gaat om opzet. Gelden er drie kernvragen namelijk:
1. Waarop moet opzet gericht zijn?
Hoofdregel: opzet heeft betrekking op de bestanddelen die na het opzet worden genoemd. Let op de geobjectiveerde bestanddelen! Een voorbeeld hiervn is art. 300 lid 1 jo. lid 2/3
2. Betekenis van opzet?
Opzet is willen én weten. Had kunnen weten, had moeten weten en had behoren te beweten.
3. Hoe is opzet te bewijs?
Bewijs van "weten": bewustheid van aanmerkelijke kans. Dit kan worden bewezen middels ervaringsregels en feiten van algemene bekendheid.
- Belangrijk voor het tentamen is de rechtsregels te kennen van: Slaan met pistool-arrest, Onvoldoende rechts houden te Winssen-arrest, Geervliet-arrest en Roekeloosheid in het verkeer-arrest.
Strafrecht 2 hoorcollege 2
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- Bij "dubbele causaliteit" van noodweerexces wordt stilgestaan. Allereerst moet de hevige gemoedsbeweging zijn veroorzaakt door de aanranding, vervolgens dient deze hevige gemoedsbeweging te hebben geleid tot overschrijding van de grenzen.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen sprake van onderwerpen die niet worden besproken in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- Voor het tentamen is het belangrijk om de vereisten van noodweer(exces) te kennen. Het is handig om deze te onderstrepen in de wettenbundel,artikel 41 lid 1 en lid 2 wetboek van Strafrecht.
- Voor het tentamen is het belangrijk de verschillende vormen van noodweerexces te kennen. Namelijk:
- Intensief exces:
- Extensief exces, 1e graad:
- Extensief exces, 2e graag.
- Voor het tentamen is het belangrijk te weten wat putatief noodweer inhoud. Putatief noodweer is dat de verdachte denkt dat hij zich in een noodweersituatie bevindt, terwijl dit niet het geval is. Deze situatie valt niet onder artikel 41 Sr, omgelijk wel onder "afwezigheid van alle schuld" (avas).
strafrecht 2 hoorcollege 3
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- Geen veranderingen in het hoorcollege.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen nieuw onderwerp die niet is behandeld in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Poging tot seksuele verleiding. Nieuw wetsvoorstel voor artikel 248a Sr. Aan dit artikel wordt toegevoegd: "of iemand die zich voordoet als een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt".
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- Art. 45 Sr gaat het om de poging een misdrijf dat strafbaar is wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. Hierbij wordt de hoofdstraf met 1/3 vermindert.
Hierbij zijn 3 belangrijke punten te onderscheiden:
1. er dient sprake te zijn van een misdrijf.
2. er dient sprake te zijn van een voornemen. (dit is in beginsel iedere opzet-vorm dus ook voorwaardelijk opzet)
3. er dient sprake te zijn van een begin van uitvoering. Het kan hierbij zowel gaan om een voltooide poging als een onvoltooide poging. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van het Cito-citerium, niet alleen wat iedereen ter plekke kan zien maar ook wat achteraf objectief komt vast te staan. En ook rekening houdend -subjectief- met criminele intentie.
- Art. 46 Sr gaat het om de voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van 8 jaren of meer gesteld is. Hierbij wordt de hoofdstraf met 1/2 vermindert.
Vereisten van artikel 46 arceren, namelijk:
Het moet gaan om een misdrijf met gevangenisstraf van 8 jaar of meer
Opzet is vereist. Voorwaardelijk opzet volstaat.
Dader moet een voorbereidingsmiddel hebben (voorwerpen, geld, stoffen, informatiedragers, ruimten, vervoermiddelen).
Met dat middel moet verdachte een voorbereidingsgedraging verrichten (verwerven, vervaardigen, invoeren, door/uitvoeren, voorhanden hebben).
Het voorbereidingsmiddel moet bestemd zijn tot het begaan van misdrijf.
Art. 46a Sr gaat het om een poging om een ander.. te bewegen om een misdrijf te begaan. Hierbij wordt de hoofdstraf met 1/3 vermindert.
Strafrecht 2 hoorcollege 4
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- Geen inhoudelijke veranderingen in het hoorcollege.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Geen nieuwe onderwerpen besproken.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- De dader is de pleger, maar "dader" is eigenlijk een veel ruimer begrip. Plegen van een strafbaar feit is aan alle delictsbestanddelen voldoen.
- Art. 51 Sr: strafbare feiten kunnen worden begaan door natuurlijke personen én door rechtspersonen.
- Visie van de wetgever 1886. Het plegen zou het fysiek de delictsomschrijving vervullen zijn. Hiervoor was uitbreiding van de strafbaarheid echter geboden via deelnemingsvormen. Met name noodzakelijk voor de deelnemingsvorm van "doen plegen": iemand zet een ander mens in als instrument en laat zo die ander de strafrechtelijke gedraging verrichten, terwijl die ander toch niet strafbaar is. Denk hierbij aan het melk- en water arrest. Er heeft een uitbreiding plaatsgevonden van fysiek daderschap naar ook functioneel daderschap.
- Voor het tentamen is het belangrijk het schema te kennen van (functioneel) daderschap:
- De voorvraag: is X (natuurlijk persoon of rechtspersoon) normadressaat? ofterwijl kan hij het delict hebben gepleegd en is daarbij een bepaalde kwaliteit vereist?
- Zo ja: heeft X het feit gepleegd (functioneel dader)?
- Eerst kijken naar de overtreding, kan de verboden gedraging aan X worden toegerekend?
- Vervolgens kijken of je te maken hebt met een natuurlijk- (ijzerdraadarrest) of rechtspersoon (drijfmestarrest)?
- Beschikkingscriterium
- Aanvaardingscriterium
Strafrecht 2 hoorcollege 5
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- Geen sprake van veranderingen in het hoorcollege.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen sprake van een onderwerp dat niet in de literatuur wordt behandeld.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkelingen.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- Voor het tentamen is het belangrijk artikel 47 en artikel 48 te arceren. Het verschil tussen art. 47 en 48 Sr is dat het bij art. 47 gaat om het straffen als "daders" en bij art. 48 om het straffen als "medeplichtigen". Let op: de deelnemingsvormen die in artikel 47 worden genoemdn worden net zo zwaar gestraft als wanneer men de dader van het strafbare feit zou zijn geweest.
- Daderschap (art. 47 Sr) is mogelijk bij alle delicten, dus zowel misdrijven als overtredingen. Medeplegen (art. 48 Sr) is alleen mogelijk bij misdrijven, de strafmaximum geldt hierbij als 1/3 van de hoofdstraf. Zie hiervoor artikel 49 Sr. Voor het tentamen is het handig om bij artikel 48 dan ook "het misdrijf" te arceren zodat je hieraan wordt herrinert.
- Belangrijk voor het tentamen is de vereisten te weten van deelneming:
- Allereerst dient er altijd een grondfeit/gronddelict te zijn, dit wordt accessoriteit genoemd ("het feit/het misdrijf"). Een. grondfeit kan ook een strafbare poging of voorbereiding zijn (art. 45/46 Sr). Hierbij is belangrijk dat de strafbaarheid wegens deelneming niet verder gaat dan het gepleegd gronddelict ongeacht de opzet van de deelnemer.
- Naast de accessoriteit dient er sprake te zijn van een deelnemingsgedraging. Objectief gezien dient deze bij te dragen aan de totstandkoming aan het strafbare feit, dit wordt causaal verband gneoemd. Subjectief gezien moet het opzet gericht zijn op de eigen deelnemingsgedraging. Hierbij kun je denken aan bewuste samenwerking of het opzettelijk een ander aanzetten tot.
strafrecht 2 hoorcollege 6
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- Geen veranderingen
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
- Geen onderwerpen die niet in de literatuur worden besproken
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
- De praktische betekenis van "doen plegen" is tegenwoordiger geringer geworden. Veel gevallen van doen plegen worden nu ook als plegen veroordeeld.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- Voor het tentamen is het belangrijk de algemene vereisten van deelneming te kennen. Allereerst dient er sprake te zijn van een strafbaar grondfeit (accessoriteit). Hiernaast dient er sprake te zijn van zowel een objectieve als een subjectieve deelnemingsgedraging, Objectief houdt in dat er sprake dient te zijn van een bijdrage aan de totstandkoming van het feit door medeplegen of medeplichtigheid. Subjectief houdt in dat er opzet is op eigen deelnemingsgedraging of een andere schuldvorm ten aanzien van het grondfeit.
- Voor het tentamen is het belangrijk te weten wanneer er sprake is van doen plegen. Hierbij dien je te denken aan het Melk en water-arrest.
- Voor het tentamen is het belangrijk de vereisten van uitlokking te kennen. Hierbij is art. 47 Sr van belang: als daders van een strafbaar feit kunnen worden gestraft zij die door giften, beloften, misbruik van gezag het feit opzettelijk uitlokken.
- Van belang is dat het strafbaar grondfeit (acessoriteit): het uitgelokte moet wel strafbaar zijn. Deelnemingsgedraging objectief dient het bij een ander een crimineel wilsbesluit op te wekken. Subjectief dient er sprake te zijn van opzettelijk uitlokken.
Strafrecht 2 sheetnote hc7
Wat zijn de veranderingen in de hoorcolleges?
- Geen sprake van veranderingen in het hoorcollege
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Geen sprake van stof die niet behandeld is in de literatuur
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Geen sprake van recente ontwikkeling in het vakgebied.
Wat is belangrijk voor het tentamen?
- Voor het tentamen is het belangrijk leidinggeven ex art. 51 lid 2 sub 2 Sr te kennen. Een strafbaarfeit kan ook worden begaan door een rechtspersoon. Hiervoor gelden bijzondere vereisten. Allereerst dient er sprake te zijn van een strafbaar grondfeit accessoriteit, de bijzonderheid hier is dat het moet zijn begaan door een rechtspersoon. Verder dient er sprake te zijn van een objectieve deelnemingsgedraging: er moet sprake zijn van een bijdrage aan de totstandkoming van het strafbare grondfeit door: het feitelijk leidinggeven aan feit (of opdracht geven tot). Ook dient er sprake te zijn van een subjectieve deelnemingsgedraging, het opzet dient op de eigen deelnemingsgedraging gericht te zijn: dus het opzettelijk feitelijk leidinggeven. Schuldvorm t.a.v. grondfeit dient in beginsel gericht te zijn op alle bestanddelen.
- Belangrijk voor het tentamen is te weten dat de deelnemingsgedraging die wordt begaan door een rechtspersoon verschillende personen kunnen zijn. De bestuurder is nog niet per definitie leiddinggever, maar de leidinggever hoeft ook geen bestuurder te zijn. Ook formeel lager geplaatste perosnen en ook personen die formeel geen band hebben met de rechtspersoon kunnen "feitelijk" leidinggeven. Tevens is het mogelijk dat meerdere personen leidinggever zijn. Een leidinggever kan ook zelf nog een leidinggever boven zich hebben, denk bijvoorbeeld aan afdelingshoofd vs. directeur.
- Voor het tentamen is het belangrijk het Slavenburg- II en het overzichtsarrest te kennen. Het belangrijkst van het Slavenburg II arrest is dat: ook een meer passieve rol tot het oordeel leiden dat een verboden gedraging daardoor zodanig is bevorderd dat van feitelijke leidinggeven kan worden gesproken. Dat kan in het bijzonder het geval zijn bij de verdachte die bevoegd en redelijkerwijs gehouden is maatregelen te treffen ter voorkoming of beëindiging van verboden gedragingen en die zulke maatregelen achterwege laat
- Er gelden verschillende vervolgingsmogelijkheden. Zo is het mogelijk dat een en dezelfde persoon aansprakelijk is voor verschillende "hoedanigheden". Bijvoorbeeld afdelingshoofd is: feitelijk leidinggever, functionele pleger en deelnemer.
- Als deelneming mislukt kan het mogelijk zijn dat men wordt vervolgd voor een poging tot deelneming: art. 46a Sr. Bij artikel 46a gaat het om gedraging die er niet toe leiden dat het tot begin van uitvoering komt van misdrijf waarop die gedragingen waren gericht. Bij het pogen een ander te bewegen een misdrijf te begaaan wordt verstaan een poging tot uitlokking en poging tot doen plegen. Hier valt niet onder een poging tot medeplichtigheid.
- 1322 reads
Add new contribution