Week 1A
Overdracht onroerend goed. Het organiseren van parkmanagement, wijken, kantoorgebieden etc. Die mensen zijn onderling van elkaar afhankelijk, gebruik van faciliteiten.
Enerzijds voldoende zekerheid van de goederenrechtelijke situaties en andere kant een bepaald samenwerkingsverband tussen de verschillende deelgenoten. Hiervoor zijn rechtsfiguren; splitsing, erfdienstbaarheden, etc. Notaris ook betrokken bij de financiering, hypotheekrechten vestigen.
Wat zijn registergoederen, hoe werkt de registratie van registergoederen.
Hoe weet je zeker of iemand eigenaar is van een onroerend goed?
Wat zijn registergoederen?
Art. 3:10 BW: Huizen, te boek gestelde vliegtuigen en schepen, de rechten op de onroerende goederen.
Registergoed: Als inschrijving in de openbare registers verplicht is.
Art. 3:89 BW: Voor de levering van onroerende zaken is een notariële akte vereist die wordt ingeschreven in de openbare registers, zonder die akte komt de overdracht van onroerend goed niet tot stand.
Een hypotheek is een zekerheidsrecht, dit geeft de bevoegdheid (aan de bank) om het huis executoriaal te verkopen als jij de lening niet op tijd terugbetaald. Beperkt zakelijk recht op een onroerende zaak, art. 3:98 BW moet je voldoen aan dezelfde vormvoorschriften als voor de overdracht van de onroerende zaak.
Vereist is dat inschrijving noodzakelijk is. Bij een auto is dit wel het geval, kentekenoverschrijving. Maar geen constitutief vereiste voor de overdracht van de auto, sleuteloverdracht is voldoende, dus geen registergoed.
Een schip en luchtvaartuig zijn uitsluitend een registergoed na teboekstelling (pas na aanmelding bij Kadaster).
Voor overdracht en vestiging is inschrijving noodzakelijk. Huis kun je bijvoorbeeld door erfopvolging verkrijgen.
Dus niet iedere verkrijging hoeft geregistreerd te zijn:
- Erfopvolging, kan ook bij het huwelijk.
- Verjaring, gedurende voldoende lange tijd het bezit van het onroerend goed.
- Natrekking.
- Intreden van opschortende of ontbindende voorwaarde, huis overdracht van niet tijdige betaling (ontbindende voorwaarde) inschrijven in de registers. Dan valt het eigendom aan mij terug.
Wel verkregen maar niet geregistreerd buiten de registers om, de registers zijn dus niet per se betrouwbaar.
De feiten die de rechtstoestand van een onroerend goed beïnvloeden kun je wel inschrijven.
Wordt bescherming geboden tegen onjuiste informatie?
De openbare registers
Een verzameling aktes, chronologisch gerangschikt.
In iedere akte zijn een of meerdere relevante rechtsfeiten opgenomen: Levering en erfopvolging.
Artikel 3:89 BW: Notariële akte van de overdracht inschrijven.
Geldige overdracht vereist een geldige titel, art. 3:89 BW.
Koopprijs moet in de leveringsakte worden vermeld. Hiermee wordt fraude tegengegaan.
Als de notaris iets verkeerd doet is hij aansprakelijk voor de overdrachtsbelasting.
De voorgaande verkrijging moet worden gemeld.
Eerst heeft die eigendom verkregen en al eens heeft overgedragen?
Bepalingen uit de koopovereenkomst, wanneer gaan de risico’s over, geen mogelijkheid tot ontbinding etc.
Aan alle vereisten voldaan, dan met inschrijving gaat de onroerende zaak over. De inschrijving van de akte betekent niet zonder meer dat de verkrijger rechthebbende is geworden. Eigenaar hangt af van de gestelde vereisten, feiten onderscheiden we van dat wat de notaris heeft opgeschreven.
Basisregistratie Kadaster
Deze bestaat uit een kaart van Nederland ingedeeld in kadastrale percelen, ieder perceel heeft een nummer. Op de BRK staat wel wie de eigenaar is van het betreffende registergoed.
De beperkte civielrechtelijke betekenis van de BRK, nodig voor onroerend goed. Als daar onjuistheid in zit, dan is daartegen geen bescherming. Toegang bieden tot openbare registers, maar dit kan misgaan. Discrepantie tussen openbare registers – BRK – werkelijkheid?
Fout, dan is de hypotheek gevestigd.
De bescherming ziet op fouten in de openbare registers, niet tegen fouten in het kadaster.
Niet beschermd, behalve tegen het kadaster want die kun je aanspreken via onrechtmatige daad.
Openbare registers geven bescherming tegen iemand die heeft nagelaten om iets in te schrijven.
Op het moment dat je het beperkt recht wijzigt, maakt de notaris een wijzigingsakte op en verwijst hoe de erfpachter het recht ooit verkregen heeft. Wijzigingsakte in openbare registers.
Verhouding o.r. – BRK
De BRK heeft feitelijke betekenis: ontsluiting openbare registers.
Publiekrechtelijke betekenis: Overheid bij zijn publiekrechtelijke taken mag afgaan wat er in het kadaster staat, ook als er iets mis gaat in de BRK. De overheid kijkt uitsluitend naar de BRK.
Civielrechtelijk: de rechtstoestand van een OR wijzigt na inschrijving in de openbare registers (ongeacht de bijwerking van de BRK). Derdenbescherming gekoppeld aan de onroerende zaak (niet aan de BRK) en ondergeschikte betekenis kadastrale aanduiding en grens bij de uitleg van de akte.
Niet het kadastrale perceel, maar het in de akte omschreven erf is het registergoed. De grens is bedoeld om een indicatie te verschaffen van waar het registergoed zich bevindt.
Man verplaatst schutting, grond inpikken van de buren, verkoopt wel het gehele perceel inclusief het ingepikte deel. Dan wordt het vergrootte stuk verkoopt, opvolger is te goeder trouw (maakt niet uit dat je het kunt zien op de kadastrale kaart dat het anders is). Goeder trouw en derdebescherming zijn gekoppeld aan de openbare registers.
Schepen
Boek 8 BW
Deel 1: Algemene bepalingen.
Deel 2: Zeeschepen.
Deel 3: Binnenschepen.
Alleen teboekgestelde schepen zijn registergoederen.
Schip in aanbouw niet.
Drijvende boomstam is geen constructie, een vlot hiervan maken wel.
Hoovercraft: schip, want uitgezonderd bij schepen.
Luchtvaartuigen art. 8:3A BW.
Verschil zeeschepen en binnenschip. Binnenschepen moet je teboekstellen, zeeschepen niet per se. Hoe groter/zware schip hoe eerder teboekstellen, zware moet wel.
Teboekstellen door formulier van kadaster, omschrijven + naam, indienen bij het kadaster en die schrijft het in als het aan de eisen voldoet. De kadastrale aanduiding.
Heb je teboekgesteld dan brandmerken.
Week 1B
Schip blijft registergoed na verwijdering brandmerk. Als het eenmaal een registergoed is, dan blijft dit ook zo. Poging tot verkoop als roerende zaak, veel goederenrechtelijke problemen (eigendom gaat niet over, want geen notariële akte). Waarborgen zodat mensen kunnen zien dat het teboekgesteld is.
Een leveringsakte moet worden ingeschreven in de openbare registers, zo niet dan vormen van derdenbescherming. In de openbare registers worden rechtsfeiten ingeschreven. Hoe zeg je een erfdienstbaarheid op? Gewoon tegen iemand zeggen via een afspraak, vormvrij. Hoef je niet in te schrijven, maar het is een inschrijfbaar feit. Je kunt notariële verklaring op laten maken. Als u dit niet registreert werkt de opzegging, maar dan bestaat er een kans dat derden beschermd worden (gekoppeld aan inschrijving openbare registers). Basisregistratie kadaster is freubel werk bij ambtenaren van het Kadaster.
Onroerende zaak
Art. 3:3 BW: Grenzen van de onroerende zaak?
Elk stuk grond in Nederland kan een onroerende zaak zijn, dit is niet afhankelijk van het kadaster.
De grond is het uitgangspunt, zowel in kadastraal als in civielrechtelijk opzicht (art. 5:20 BW).
Bepalen of de onroerende zaak een zelfstandige zaak is, van welk stuk grond ben ik eigenaar, hoe wordt dit begrensd? Begrensd door gronden die van een ander zijn, dan is de ene onroerende zaak het stukje waar ik eigenaar van ben. Eerst rechtstoestand van de grond bepalen. (Tegenovergestelde van roerende zaken). Twee losse gronden samen 1 onroerende zaak als ze naast elkaar liggen en zelfde rechten hierop, stukje tussen van een ander, dan twee onroerende zaken.
Norm roerende zaak bij bepalen of iets 1 of meerdere zaken zijn: art. 3:4 BW. Je bepaalt naar verkeersopvatting of een of meer zaken zijn (los van elkaar). Eigendom van de fiets, dus van alle onderdelen.
Art. 5:24 BW: Er is altijd iemand eigenaar. Want als het van niemand is, is het van de Staat.
Dit eigendom stel je vast door te kijken of iemand eigenaar is geworden (verjaring, overdracht, etc.).
Perceel is iets zelfstandigs, voor het kadaster. Onroerende zaken grenzen worden bepaald door waar goederenrechtelijk de onroerende zaak grenzen liggen.
Boer A 8 percelen bij elkaar, Boer B 8 percelen bij elkaar, dan is de ene helft volledig 1 onroerende zaak en andere deel van B ook 1 onroerende zaak. Als een A een afgesloten stuk van B overneemt veranderd de kadastrale grens niet. Als het vlakbij ligt en het is dienstbaar aan het geheel maakt het onderdeel uit van een en dezelfde onroerende zaak. Als het ver weg is dan niet. Anderen zeggen bij zodra onderbroken dan twee aparte zaken. Functioneel verband dan een onroerende zaak, niet bepaald door kadastrale grenzen.
Het loopt altijd via de grond, dus kan geen huis zonder grond verkopen. De grond is het uitgangspunt waar dingen op staan.
Verticale natrekking
In hoeverre wordt datgene die op de grond staat nagetrokken door het terrein?
Art. 5:20 lid 1 onder e BW: Duurzaam verenigd met de grond die zijn eigendom van de grondeigenaar.
HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97 (Portacabain)
- Naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven.
- Dit afleiden naar objectieve maatstaven (niet de echte bedoeling van partijen).
- De bedoeling van de bouwer voor zover die naar buiten kenbaar is.
- Wat je kunt zien aan het gebouw, tijdelijke vergunningen is onvoldoende (publiekrechtelijk verplicht om binnen korte termijn te verwijderen doet er niet toe).
Bedrijfsgebouw met daarnaast een portacabain, die kun je demonteren, is dit onroerend?
Paadje naartoe, nut-voorzieningen, stacaravan. Je kunt hem wel verwijderen, maar als je er langs gaat is het als een geheel met het terrein. Naar de bedoeling van de bouwer gebouwd om te blijven.
Stacaravans, waterwoning, etc. HR 15 januari 2010, BNB 2010/80.
Waterwoning; Normale huizen op platform in het meer, dit zijn alsnog roerende zaken want het zijn schepen en die zijn in principe roerend. Ook al zijn ze naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven, pas relevant als ze verenigd zijn met de grond. Staan niet op iets dat onmiddellijk verenigd met de grond. Is het verenigd met de grond (of indirect op iets dat met de grond verenigd is), dan zijn ze roerend.
Eis duurzame vereniging voor dingen die direct en indirect zijn verenigd met de grond, bijvoorbeeld gebouwen en zendmasten op gebouwen.
Bestanddeelvorming (Horizontale natrekking)
Is het gebouw een geheel? Art. 3:4 BW wel bepalend hier!
Verkeersopvatting en beschadiging van betekenis.
HR 15 november 1991, NJ 1993, 316.
- Is het onderdeel naar verkeersopvattingen te beschouwen als een zaak, tezamen met het gebouw?
- Aanwijzing 1: Is er sprake van een constructieve afstemming? (Gebouw-machine)
- Gebouw op bepaalde manier vormgegeven is dat het gebouw daardoor specifiek geschikt gemaakt is voor de machine.
- Aanwijzing 2: is het gebouw onvoltooid zonder het onderdeel?
- Niet onvoltooidheid in de zin van het fabricageproces (functie machine), maar als het gebouw zelf on af is zonder het desbetreffende onderdeel. Wel bijv. toilet.
- Aanwijzing 1: Is er sprake van een constructieve afstemming? (Gebouw-machine)
Een van die twee positief beantwoorden is het best waarschijnlijk dat het bestanddeel is van een gebouw.
Indirecte vereniging
Horizontale natrekking doorbreekt verticale natrekking. De eenheid van het gebouw gaat voor op de eenheid tussen de grond en het gebouw. Bijv. twee stukken grond naast elkaar, dan vaststellen waar de eigendomsgrens ligt (art. 5:20 BW zorgt ervoor dat alles duurzaam verenigd is eigendom is van de grondeigenaar). Wat als huis stukje op erf A en stukje op erf B staat, als het stukje over de grens bestanddeel is van het gehele gebouw dan gaat de eenheid van het gebouw voor op de eenheid van het gebouw met de grond. Dan kijken door wie het wordt nagetrokken. Eigenaar hoofdzaak gebouw is eigenaar van alles.
5:20 lid 1 sub e BW; niet voor zover dingen die bestanddelen betreft van een onroerend goed van een ander.
Zaakseenheid of niet?
Is sprake van een gebouw of meerdere gebouwen? In hoeverre is de oorspronkelijke situatie nog zichtbaar?
Hof ’s-Hertogenbosch 26 mei 1997, NJ 1998/93.
Hof Arnhem 3 april 2001, NJ 2001/470.
Als het oorspronkelijk gebouwd is als twee onroerende zaken, duidelijk zichtbaar als twee verschillende bouwsels bedoeld dan onroerende zaken à Hof Arnhem.
Naast kerktoren de kosterswoning. Kerk heeft verlaagd plafond. Woning ernaast. Kwam interne verbinding tussen woning en kerktoren. Werd gebruikt als onderdeel van zijn huis. Hij stelt eigenaar geworden te zijn doordat tussenverdieping bestanddeel is geworden van het huis. Hof zegt dat niet zo is, want oorspronkelijk gebouwd als twee onroerende zaken en dit is nog goed waar te nemen. Twee verschillende bouwwerken.
Hof Amsterdam 23 augustus 2011, RN 2011/115.
Onroerende zaak op meerdere stukken grond. Drie stukken grond, eigendom van A, B, C. Bunker op de drie stukken grond. A heeft de bunker afgebroken. C zegt hoofdgedeelte op mijn erf (en op B), maar ingang bij C. Hof zegt ook als je gemakkelijk een scheiding kunt aanbrengen, dan nemen we aan dat er twee verschillende gebouwen zijn. Eenheid grond boven eenheid gebouw. Vaak bij parkeergarages onder verscheidene terreinen.
Hoofddorp; 3 verschillende kantoorgebouwen met 1 groot parkeerterrein. Alle drie een eigen stuk, maar je wil geen muur in de garage. In theorie muurtje metselen zonder de functionaliteit in gedrang te brengen, dus verschillende onroerende zaken (ook al is het niet praktisch).
Wat is dan het kernerf?
Hof ’s-Hertogenbosch 26 mei 1997, NJ 1998/93
Gangenstelsel in de mijn, de ingang is bepalend. Op 1 plek naar binnen, dan is dat het kernerf. De ingang trekt de rest mee. Naar verkeersopvatting het belangrijkste stuk.
Hof Arnhem-Leeuwarden 22 januari 2013, NJF 2013/105
Ingang niet altijd bepalend. Iemand had het grootste gedeelte van zijn winkelpand op zijn eigen erf behalve de ingang. Je koopt het stuk grond, voordeur op het erf van de buren. Buurman is geen eigenaar. Hoofdzaak bevindt zich waar het grote gedeelte zit, voorportaal wordt meegetrokken.
Als er geen kernerf is aan te wijzen
- Mandelig?
- Allocatie door partijen?
Luchtbrug tussen Acedemie en ander gebouw. Waar hoort die bij? Je kunt er geen muur tussen plaatsen want dan ontneem je het z’n functie. Beschouwen als gemeenschappelijk eigendom, de mandeligheid (ziet normaal op schuttingen). Gemeenschappelijk eigendom van beide erfeigenaren, dan passen we de regel naar analogie toe. De luchtbrug is gemeenschappelijk eigendom. Object dat niet gesplitst kan worden, maar niet kan worden nagetrokken wordt aangenomen als gemeenschappelijk eigendom van bouweigenaren.
Week 1C
Bij het bepalen van de rechtstoestand van onroerend goed begin je met de rechtstoestand van de grond.
Wie is eigenaar van de grond (Basisregistratie Kadaster), dan heeft diegene eigendom van alles wat duurzaam verenigd is met de desbetreffende grond. Grensoverschrijdende bebouwing, dat bouwsel wordt nagetrokken door het kernerf. Toch vaak nuancies, ondanks het feit dat het eruit ziet als een bouwsel maar je kunt er gemakkelijk een scheiding inbrengen (bunker, parkeergarage). Dan is het bouwwerk vatbaar voor fysieke opsplitsing. Zaakseenheid wordt niet zo snel aangenomen. Als er wel zaakseenheid wordt aangenomen is het mogelijk dat het bouwsel door meerdere erven even hard trekken en dat er gemeenschappelijk eigendom ontstaat (luchtbrug).
Overbouw
Eigenaar van de grond met bouwsel die ook op de grond van de ander ligt. Het goederenrecht regelt dat elke opstal valt onder een eigendomsrecht, gemeenschappelijk eigendom is mogelijk maar iedere opstal is 1 object. Ook op grond van iemand anders, betekent niet dat je dat mag hebben. Als ik mijn fiets in uw tuin zet, is het mijn fiets maar u heeft recht om mijn fiets te verwijderen. Dit geldt ook voor opstal. Geacht met je bouwsels uit andermans grond te blijven, je hebt niet het recht om op andermans erf te bouwen. Als je dit wel doet, wat zijn daarvan de consequenties? Hoofdregel is afbreken, tenzij je dit legaliseert.
Rechtbank Groningen; Eigenaar had bestaande bebouwing gesloopt en nieuw huis en die bouwden op het erf van de buurvrouw. Zij vorderde afbraak. Heb je hier recht op onder alle omstandigheden?
In dit geval moest dit worden afgebroken, want de eigenaar wisten de hele tijd al dat ze moesten stoppen met bouwen (tijdens de bouw continu op gewezen). Meteen geluisterd dan de schade niet, nu je dit niet gedaan hebt is het je eigen schuld dat je het moet afbreken. Maar hier is anders art. 5:54 voor om het te behouden.
Grensoverschrijdende bouw; art. 5:54 BW.
HR grensoverschrijdende garage: Misbruik van bevoegdheid? Al gerealiseerde opstal omwille paar cm grond te laten afbreken. Naar de maatstaven van toen is dit geen misbruik van bevoegdheid, de garage moet weg. Want het eigendomsrecht is erg belangrijk. Als reactie hierop is art. 5:54 BW ingeroepen, legalisatie van overbouw.
Art. 5:54 Handhaving bestaande overbouw, dus niet afbreken.
- Erfdienstbaarheid aanbieden.
- Schadeloosstelling buur. Eigendom blijft waar die was, overbouwer krijgt het recht om dit te laten staan. Erfdienstbaarheid verplicht de overbouwing te dulden.
- Overdracht bebouwde gedeelte
- Schadeloosstelling buur. Grond kopen waarover je hebt bebouwd.
- Ter keuze van benadeelde eigenaar
- Tegen schadevergoeding
Uitzonderingen lid 3:
- Doorgaan ondanks gewaarschuwd tijdens de bouw; Kwade trouw/grove schuld. Opzettelijk/grove nalatenschap dan moet er wel worden afgebroken.
HR 28 maart 2008, NI 2008, 353.
Architect ingehuurd, bouwers ingehuurd die met grote onachtzaamheid dat er op het erf van de buren werd gebouwd. De eigenaar zelf kon je niets verwijten, maar die architecten trof wel een sterk verwijt. Is dit genoeg?
HR zegt nee, dit is niet genoeg om grove schuld van de eigenaar zelf aan te nemen. De eigenaar treft zelf geen grof verwijt.
Art. 5:20 lid 2 BW
Uitgangspunt eigenaar van grond is eigenaar van wat duurzaam is verenigd met de grond.
Uitzondering art. 5:20 lid 2 BW; Netten van kabels en leidingen op of in de grond verbinden, doorkruisen stukken grond. Lastig om te bepalen bij wie het hoort, meerdere gronden en dus eigenaars.
Kabelnetarresten: HR zei dat kabelnetten naar aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatste te blijven, dus onroerende zaken, dus eigenaar van de grond. Maar bij welk stuk grond hoort die kabel het meest? Begin en eindpunt zijn de belangrijkste stukken grond (paddenstoel). Zeer onhandig.
Wetgever bedacht art. 5:20 lid 2 BW: Kabels en leidingen behoren toe tot de bevoegde aanlegger. Als je kabels in andermans grond aanlegt wordt je eigenaar, mits je dit bevoegd doet. Bevoegde aanlegger ben je door toestemming van de eigenaar van de grond, of door gedoogplicht in de wet. Als je bevoegd bent om aan te leggen dan ben je eigenaar krachtens de bevoegde aanleg (Staat niet in het kadaster). Overdracht van het net heb je notariële akte nodig ingeschreven in de openbare registers, art. 3:17 lid 1 sub k BW zegt dat je de aanleg van een net kunt registreren in de openbare registers. Hiervoor krijg je een nummer, bij registratie, zo kun je het net later overdragen. Notaris moet checken of de bevoegde aanlegger bevoegd is en of het is aangelegd.
HR 5 januari 2018, RvdW 2018/16.
Waar begint een bepaald netwerk en eindigt dit? Transportmiddelen (gas, water, elektriciteit).
HR op het moment dat het gaat om gereguleerde netten dan wordt de goederenrechtelijke afbakening bepaalt door de definitie in de regulering. Dus kijk in de gaswet/elektriciteitswet/rioleringsbesluit. Zie bijv. elektriciteitswet die stelt dat de meterkast het eind is en transformatoren erbij horen.
Gereguleerde netten: valt onder elektriciteitswet, alles wat een interne aansluiting heeft dan valt het daar niet onder. Transformatoren gehuurd van netwerkbeheerder (grote bedrijven), aan eigen kabel dan huur je die transformator is dit bestanddeel van het net? Binnen de aansluiting hangt het af van de verkeersopvatting.
Ontwikkeling is gaande ten aanzien van bestanddeelvorming: voor gereguleerde wetten geldt dat in de wetgeving als onderdeel van het netwerk wordt gesteld dat het onderdeel van het netwerk is.
De eigendom is geregeld (art. 5:20 lid 2), maar de lichtnetten nog geen lichtrechten (apart regelen).
Normaal als een opstalrecht eindigt, valt opstal weer terug aan de grondeigenaar. Maar wanneer iets een netwerk is, gaat het om een bevoegde aanlegger en dienst rechtsopvolger. Dus wanneer de grondeigenaar dan eigenaar wil worden moet hij dit kopen. Bij netwerksystemen wijkt het eigendomsrecht en de rechtsgrondslag dus af van het normale onroerend goed.
Bijzondere gevallen
Opstalrecht (art. 5:101 BW)
Kerktorens, deel staat deel kerk.
Graftekens behoren niet toe aan de eigenaar van de begraafplaats.
Kabels en leidingen (5:20 lid 2 BW).
Art. 5:25 BW, de Staat is eigenaar van de territoriale Zee en daarachter EEZ (geen eigenaar). Gebouwd in de EEZ (windmolens). Niet wat duurzaam verenigd is, verschuiving territoriale zeegrens doorbreekt de natrekking.
Begrip schip art. 8:1 BW
Algemeen in lid 1
Bestanddelen:
- Voortbewegingswerktuigen + andere machinerie: definitieve bevestiging (lid 3)
- Overigens: algemeen goederenrecht
- Verkeersopvattingen van geringer betekenis
Scheepstoebehoren (lid 4)
- Duurzaam dienend blijkens de vorm te herkennen. Zie bijv. reddingsboot met naam van het schip.
- Navigatie en communicatiemiddelen.
- Afwijkend beding (lid 5)
Begrip luchtvaartuig (art. 8:3a BW)
Algemeen (lid 1).
Bestanddelen:
- Casco, motoren e.d. Ook al deze tijdelijk is gescheiden, (lid 2).
- Overigens: algemeen goederenrecht.
Bestanddeel huur je van een ander dan van het luchtvaartuig. Naar verkeersopvatting zouden motoren waarschijnlijk geen bestanddeel zijn van een luchtvaartuig.
Dus voor schepen en luchtvaartuigen aparte regeling voor bestanddelen.
Het meest omvattende recht…
De bevoegdheden van de eigenaar
- Exclusiviteit
- Beschikken (art. 3:81 jo 3:83 BW)
- Vervreemden
- Bezwaren
- Gebruiken
Tenzij privaatrechtelijke of publiekrechtelijke regelingen hiertegen in de weg staan. Dus je hoeft niet te pikken dat een ander op jouw grond bouwt.
Heaven to hell-rule: Eigendom van de grond, bevoegdheden eigenaar reiken tot diep in de grond tot hoog in de lucht. Zie artikel 5:21 BW, omvat gebruik van de ruimte boven en onder de oppervlakte. Beschermd eigen belang te behartigen, niet om tegen gaan dat een ander de grond gebruikt.
* Geldt niet voor de bevoegdheid tot vliegen, als eigenaar niet verzetten tegen luchtvaartroutes.
Met diverse beperkingen
Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke beperkingen.
Publiekrechtelijk: Wegenwet, tweewegenleer, Wet voorkeursrecht gemeente, huisvestingswet en woningwet, Wet op de ruimtelijke ordening, hinderwet, art. 3:14 BW.
Privaatrechtelijk: art. 5:21 lid 2 BW, beperkte rechten, persoonlijke rechten, burenrecht, 6:162, art. 3:13 BW.
Burenrecht
Water: art. 5:38 tm 41, 52, 53, 58 en 59.
De grens tussen twee erven: art. 5:47, 48, 49 en 59.
Bouwwerken of beplantingen op/bij de erfgrens: art. 5:42, 43, 44, 45, 46, 50, 51 en 55.
- Art. 5:50 BW; geen ramen/balkons die uitzicht geven op het buurerf binnen 2 meter van de erfgrens.
- Toestemming buren? Dan mag het wel.
Gebruik maken van andermans erf: art. 5:22, 23, 54, 56, 57 en 58.
Beplantingen
In nabijheid erfafscheiding art. 5:42 BW
Verboden zone: bomen
Licht en uitzicht
Licht mag wel, maar zover het uitzicht geeft mag het niet.
Overbouw
Overbouw dulden voor zover niet met opzet/grove nalatigheid gerealiseerd is.
Buur- en noodwegen
Als je eigenaar bent met stuk grond waar je niet uit kunt komen zonder dat je andere particuliere grond moet passeren, dan recht op aanwijzing van noodweg art. 5:57 BW.
Ingesloten erf, vordering tot aanwijzing weg, te alle tijde, inschrijving OR.
Noodweg is uitsluitend voor ingesloten erven. Houdt op als het niet meer ingesloten is.
Buurweg art. 719 Oud BW: Bestemming tot gemeenschappelijk gebruik door eigenaar(s). Gebruik door ten minste twee buren, art. 160 jo 69 Ow. Inschrijving OR. Dit gaf goederenrechtelijke aanspraak. Dit is een afspraak tussen elkaar, is nu niet meer zo maar bestaat nog wel (van oudere afspraken).
Noodweg: ingesloten erf
Begrip erf vwb noodweg:
- Exploitatie-eenheid
- Gebruiksrechten
- Feitelijke situatie/eigen toedoen
Ingesloten:
Geen behoorlijke toegang tot openbare weg of openbaar vaarwater.
Hof Leeuwarden; in de noordelijke provincies niet gebruikelijk om met je auto bij de voordeur te komen, dus dan geen recht op noodweg. Bij andere plaatsen is dit wel een reden tot noodweg.
Add new contribution