Datum blog; 10 juli 2013
Afgelopen week zijn we begonnen met het vrijwilligerswerk. Op donderdag gingen we naar het gastgezin in een leuke Nepalese gezinswijk waar we werden ontvangen door Ramesh(vader in het gastgezin en hoofdcoordinator van al het vrijwilligerswerk in Pokhara), Ama(moeder van het gezin-> het is hier gewoon om een moeder altijd Ama te noemen), Karima(dochter) en de vrijwilligers Mel, Cassie en Aaron uit Australie, Victor uit Spanje en Fahima uit Engeland. Een week verder kunnen we wel stellen dat we het hebben getroffen met ons gezelschap. Ama(wat moeder betekend) is altijd blij en maakt 2x per dag heerlijke dhal bhat voor ons, Ramesh kan ons alles vertellen over de straatkinderen en de andere vrijwilligers zijn berengezellig. De eerste dag hadden we niet eens de tijd om onze tas uit te pakken omdat we gelijk aan het werk konden. Van 10 tot 13 uur werkten we in een Child Development Centre en van 15 tot 18/19 uur in het 'weeshuis' voor straatkinderen.
Het eerste project is een dagopvang voor kinderen uit arme families. Het is in Nepal ongewoon om een kind naar zo'n opvang te brengen omdat de familie normaal de zorg op zich neemt, dus de kinderen in deze opvang zitten in een noodsituatie. Het was wel duidelijk waarom er vrijwilligers nodig waren, want er zijn maar 2 begeleiders voor 18 hyperactieve peuters, dus we hadden onze handen gelijk vol. 's Ochtends brachten moeders en soms ook broertjes en zusjes de kinderen naar de opvang, dan speelden we oneindig met ballonnen, gingen we liedjes zingen, het alphabet oefenen, tandjes poetsen en de kinderen wassen. Het was dolle pret omdat die kinderen een hele leuke leeftijd hebben(tussen 2 en 4) maar het was ook erg vermoeiend. De kinderen wilden allemaal tegelijk onze aandacht en konden absoluut nog niet samenspelen. De opvang was vrij minimaal, zo was er geen stromend water, kregen de kinderen echt minimaal te eten en was te zien dat de kindjes erg arm waren omdat ze vieze gescheurde kleding hadden. Dit project is daarentegen verleden tijd, omdat we gevraagd werden om een groter gedeelte van de dag met de straatkinderen te werken. Het straatkinderenproject heeft voor beide de voorkeur en daarnaast kwamen in de dagopvang nieuwe vrijwilligers.
Op het moment werken we dus van 11 tot 15 samen met onze Australische vriendinnen in het straatkinderen centrum. Dit project is geweldig en we kunnen nu al niet wachten om de kinderen morgen weer te zien. Normaal gaan de kinderen naar school, maar nu is het vakantie. 's Avonds komen er andere vrijwilligers. We werken hier met alleen maar jongetjes, die we nu even zullen voorstellen.
De kleinste is Purnay, een Tibetaans ogend jongetje van 6. Hij is enorm schattig, vooral omdat hij heel stoer wil zijn bij de grote jongens, maar eigenlijk ook graag hand in hand met ons loopt. Zijn broer heet Munay en is een paar jaar ouder. Purnay heeft nog dat kinderlijke blije, terwijl bij Munay te zien is dat hij een moeilijke jeugd achter de rug heeft. Pawan is ook 6, heeft een heel hoog piepstemmetje en een onhandelbare kruin op zijn haar. Bidnan is een vrolijk jongetje, net als kleine Bijay. Khadke is zo'n 12 jaar, een van de moeilijkere jongetjes maar geweldig. Soms moet je hem van de andere jongens afsleuren als hij te wild aan het stoeien is, maar op het andere moment zegt hij als hij langs je wilt 'Excuse me, Madam'. Net als veel van de andere voormalige straatkinderen kan hij het ene moment een lach hebben waar je hele dag goed van wordt, maar vlak daarna zo'n lege, verdrietige blik hebben. Dan hebben we nog grote Bijay, een ondeugend jongetje en Shreeram, de oudste jongen van 14. Hij kan geweldig tekenen, maar is moeilijk om contact mee te leggen omdat hij nogal op zijn hoede lijkt. De jongens beschouwen elkaar als broers en zien Asmita als hun zus. Asmita is de dochter van de Ama(moeder) van het huis, die altijd in het weeshuis aanwezig zijn. Asmita is ook 14 en spreekt uitstekend Engels, wat erg handig is omdat haar moeder nauwelijks Engels spreekt.
Onze kleine vrienden slapen op 2 verschillende kamers, waar ze met zijn 5en in verschillende stapelbedden liggen. Dan heeft Ama nog met Asmita een kamer, is er een keuken en een wc. Buiten staat onder een afdakje een tafel waar we altijd met de 9 kinderen zitten huiswerk te maken, te tekenen of spelletjes te spelen. Het is allemaal behoorlijk armoedig: er is geen stromend water, de jongens hebben maar 2 setjes kleding waar meerdere gaten in zitten en delen al het speelgoed, wat met plakband aan elkaar hangt. Het centrum is afhankelijk van vrijwilligers omdat er geen geld is voor vaste mensen, er is maar weinig subsidie van buitenaf en de overheid draagt bijna niets bij, en het geld dat ze beloven komt zelden (op tijd). We proberen zo veel mogelijk bij te dragen, door af en toe wat fruit te kopen en leuke activiteiten met ze te doen. We gaan elke dag in het park spelen en gaan ze de komende dagen onder meer meenemen naar de film, het meer en een waterballonnengevecht organiseren omdat ze vakantie hebben. Gezien de situatie even een oproep:
De jongens hebben nieuwe kleding nodig, spelletjes, schoolspullen en meer. Als mensen het leuk vinden om geld te doneren kunnen we zorgen dat het rechtstreeks terecht komt. Als je bijvoorbeeld 5 euro voor een spelletje doneert zullen we een foto ervan sturen, bij kleding een foto van de kleding maken en bij geld voor activiteiten zoals de film zullen we hier ook een foto van sturen. Niemand moet zich verplicht voelen maar we weten dat sommige mensen graag geld aan projecten willen doneren maar bang zijn dat het niet goed terecht komt. Als je dus wat wilt geven: stuur een mailtje en stort het bedrag naar Sascha (rekening 9328342) of Yvonne (rekening 9572870), dan zorgen wij dat 100% naar datgeen gaat waaraan je wilt bijdragen. Bovendien is het centrum waar de kinderen wonen vrij primitief en staat het steeds op het punt om te sluiten omdat er geld te kort is. De organisatie achter het project wil het liefst naar een grotere ruimte verhuizen waar bijvoorbeeld stromend water is en waar meer kinderen kunnen worden gehuisvest, omdat er nog veel straatkinderen zijn die geen onderdak hebben.
Tot zover ons schaamteloze gebedel. Het is hartstikke leuk met de jongens en de laatste dagen beginnen ze zich voor ons open te stellen. Ze spreken redelijk Engels en vertellen ons steeds meer. Interessant feitje: het centrum heet een weeshuis, maar veel van de kinderen hebben ouders! Tot iets van 2006 was er in Nepal een oorlog, waarbij Maoisten afgelegen gebieden binnenvielen om het toenmalige bewind schrik aan te jagen. Mensenhandelaars gingen naar afgelegen gebieden en beloofden doodsbange ouders dat ze hun kinderen naar de Kathmandu vallei in veiligheid zouden brengen in ruil voor een geldbedrag, wat veel ouders deden omdat hun kinderen anders zouden worden meegenomen door Maoisten of erger. Afschuwelijk genoeg namen deze mensenhandelaren de kinderen mee, lieten ze de kinderen bedelen en brachten ze hen niet in veiligheid. Deze kinderen werden gezien als zakenmogelijkheid. Grote kans dat jongens uit het centrum waar wij in werken uit zo'n situatie komen, maar sommige jongens hebben ook familie in de omgeving die te arm zijn om voor ze te zorgen. Ook is de kans aanwezig dat sommige kinderen geen ouders meer hebben. Vandaag nog spraken we er over met de kinderen(het is hier geen geheim ofzo) en sommigen wisten niet hoelang ze in het centrum wonen of waar ze vandaan komen. Van de broertjes Munay en Purnay weten we dat ze uit het noordoosten van Nepal komen, uit een gebied in de bergen dat zeer afgelegen is. De kinderen in het centrum kunnen in ieder geval niet meer naar huis, want van alle kinderen is voordat ze in het centrum kwamen naar de ouders gezocht. De begeleiders weten niet van alle kinderen wat hun achtergrond is, omdat de kinderen het zelf ook niet weten, maar hebben geprobeerd familie te vinden. Alle kinderen zitten vrijwillig in het centrum en zien het als een gift dat ze naar school kunnen. In de periode dat de kinderen op straat leefden bedelden ze eten bij elkaar, steelden ze en hadden ze bijna allemaal een lijmverslaving. Het was ons eerst niet duidelijk waarom bijna alle kinderen een lijmverslaving hadden toen ze in het centrum werden opgenomen, maar we weten nu dat ze lijm snoven zodat ze in de winter geen last van de kou hadden en in de zomer geen last van de muggensteken hadden.
We kunnen hier nog veel meer over vertellen maar dit bericht wordt alweer veel te lang. Goed nieuws is dat Tibet is geboekt, er alleen kakkerlakken en geen spinnen in het gastgezin zitten en we qua taal en kleding beginnen te integreren in de Nepalese cultuur. We leren steeds meer over het kastensysteem (we verblijven zowaar in een huis van een gezin met een van de hoogste kaste) en maken uitstapjes met meisjes van de school waar de andere vrijwilligers werken. Zo zijn we gaan volleyballen en naar de World Peace Stupa geklommen, waar we hebben gepicknickt (een geweldige lunch die deze meiden voor ons hadden gemaakt).
Als er een Nepalees woord voor 'tot snel' bestond zouden we het gebruiken, maar Nepalezen zeggen zowel geen 'dankjewel' als 'dag'!
Mooi verhaal. Het is altijd Dennis contributed on 05-09-2013 13:00
Mooi verhaal. Het is altijd moeilijk om te lezen over de armoede in de wereld, maar het is altijd leuk om van de vrijwilligers te horen. Have fun in Tibet!
Add new contribution