Dag 7
Samen met Madelief, Kim, Loes, Laura, Bernice en Mélanie begon ik de dag bij het landcare-project. We moesten troep weghalen en het precieze doel ervan snapte ik niet helemaal. Het viel een beetje tegen, maar we hadden wel het leukste project tot het laatst bewaard, want die middag mochten we huisbezoeken doen op de boda boda’s. Na een lekkere, uitgebreide lunch bij de oma van Rosah gingen we op pad. Ongeveer het hele vervoer in Uganda gaat via de boda boda’s. Het zijn een soort motortjes waar je met z’n tweeën achterop kan zitten, maar soms worden er ook koeien, geiten of hele gezinnen op vervoerd. Ik zat samen met Mélanie en een Ugandese bestuurder op een boda . In het begin was het nog wel eng, maar toen we het eerste huisbezoek hadden gehad was het heel erg gaaf en wilden we alleen maar sneller! Tijdens de huisbezoeken gingen we de kindjes die ondervoed waren geweest en al uit het ziekenhuis waren wegen. Het was mooi om te zien dat de meeste kindjes goede vooruitgang hadden en al heel wat waren aangekomen. We mochten zelfs zien hoe één van de kindjes al zelfstandig een paar stapjes kon zetten! Nadat we gewogen hadden gaven we alle kindjes een ballon, waar ze dolgelukkig mee waren. Toen de huisbezoeken klaar waren zijn we ook nog even langs een lokale markt geweest, want Kim moest nog wat eten kopen. Nog nooit in mijn leven heb ik me zo aangestaard gevoeld. Ik denk dat er , op Kim na, nooit muzunguz (= ‘blanke’ in Luganda) op die markt geweest zijn. Nadat de mensen even gestaard hadden begonnen ze vrolijk een praatje met ons en liepen er al snel heel wat kindjes om ons heen die onze handen niet meer wilden loslaten. Mooi om dit mee te maken en zo’n lokale markt te zien!
Aan het einde van de dag zijn we weer naar de heuvel geweest om de zonsondergang, die weer net zo mooi was als de dag ervoor, te bewonderen. Weer terug bij Kims huis aangekomen, gingen we pannekoeken eten (mét Nutella) en hadden we een disco. Het begon met heel wat tranen , maar het eindigde in een geweldige avond.
Dag 8
Dag 8, de minst leuke dag van de reis, die ik het liefst zo kort mogelijk beschrijf. We gingen ’s ochtends al vroeg weg richting lake Bunyonyi. Ik voelde me niet zo lekker, dus zat ik in het blauwe busje met nog wat meer zieken. Bernice voelde zich helemaal niet goed en dat werd tijdens de reis alleen maar erger. Op dat moment ging ook nog eens het blauwe busje kapot, William geloofde dat de zieken het busje hadden aangestoken en daarom de bus ook ‘ziek’ werd. Uiteindelijk is het allemaal opgelost en zijn we bij het ziekenhuis aangekomen. Bernice werd meteen grondig onderzocht en aan het infuus gelegd. Ook Marlijn en ik moesten even een malariatestje doen omdat Tim het niet helemaal vertrouwde. Gelukkig kwam eruit dat we niks ernstigs hadden, maar we kregen wel een lading pillen mee (waarschijnlijk enkel en alleen omdat ze er wat aan wilden verdienen). Marlijn en ik konden dus richting Lake Bunyonyi vertrekken met de rest, maar Bernice moest nog wel een nachtje in het ziekenhuis blijven. Het was al donker toen we aankwamen, maar er was nog wel een lichtpuntje: het avondeten was friet met kibbeling En ja, het heeft gesmaakt! (In dit reisverslag noem ik trouwens vooral het lekkere eten op, voor de rest van de reis hebben we vooral heel veel rijst met bonen gegeten…)
Dag 9
Nadat ik lekker had uitgeslapen heb ik na een hele week wachten eindelijk kunnen douchen (helaas wel koud) en zijn we gaan kano varen. Samen met Madelief zat ik in een bootje. Het was supergezellig, maar echt geweldig-goed waren we niet: we gingen steeds precies de andere kant op dan dat we wilden en we kwamen in de prikkelbosjes terecht. Na het kanovaren hebben we geluncht en zijn we naar een prachtig plekje gegaan met een geweldig uitzicht over het meer. Vanaf dat punt waren bijna alle eilandjes van Lake Bunyonyi te zien. En achter heel wat eilandjes zit een verhaal. Zo is er ‘lonely Island’ waar een vader een keer als straf zijn dochter heeft achtergelaten, ze is hier helemaal alleen gestorven. Ook is er ‘Lepra Island’ waar alle mensen met Lepra die rond het meer woonden heen zijn gestuurd zodat de ziekte niet zou verspreiden. De verhalen zijn misschien gruwelijk, maar het uitzicht was prachtig.
Toen was de tijd gekomen om onze angsten te overwinnen en een sprong in het diepe te nemen: Kim, Lieke, Sabine, Mélanie, Susan, Laurens en ik hebben de sprong gewaagd en zijn van de ‘duikplank’ af geweest. De ‘duikplank’ hield in: een boom , waar je eerst in moest klimmen, met daarop een gammel plankje op een hoogte van 8 meter. Tijdens het boomklimmen en het moment dat je op het plankje moet gaan staan is het best eng en giert de adrenaline door de je lijf, maar als je eenmaal gesprongen bent is het echt heel gaaf, en voelt het als een overwinning! Ik ben blij dat ik het heb gedaan !
Access:
Public
Add new contribution