Zaterdag ben ik opgehaald voor mn allereerste weekendtrip, naar Lesotho. Dat ik als eerste opgehaald werd zorgde dat ik ongeveer 1,5 langer in de auto zat, maar zo kon ik ook alvast een glimp opvangen van alle andere projecten. Na een bezoek aan de afgelegen Farm was het busje zo vol dat er iemand op een emmer moest zitten. in de 5 uren die nog volgden hebben we wel keurig gerouleerd overigens.

We sliepen in Sani Lodge een backpackers hotel, waar we de volgende ochtend onze gidsen ontmoeten. We gingen verder in landrovers om de Sani Pass, de enige weg van Kwazulu Natal naar Lesotho, te trotseren.

Onderweg krijgen we maarliefst 2 nieuwe stempels voor in ons paspoort. Een bij de Zuid-Afrikaanse grens, waar we nog dankbaar gebruik maken van het laatste moderne toilet, en een bij de bescheiden en in de mist gehulde grens van Lesotho.

We slapen op een plek genaamd riverside no.10 in traditionele huisjes. Best even afzien zo met je rug op de grond. Maar de overvolle sterrenhemel en het gezellige kampvuur van koeienstront maken dit meer dan goed. Bij gebrek aan licht gaan we lekker vroeg slapen, en de volgende ochtend zittenw e dan ook om 6 uur aan het ontbijt.

Daarna rijden we paard in de stralende zon, maken een wandeling waarbij we de plaatselijke school bezoeken en bezoekende een traditionele heler. gebroken beginnen we aan de 9 uur durende hobbelige terugtocht. gisteravond lag ik dan ook heerlijk tevreden weer in mijn eigen bedje, thuis bij Palm Tree.