Burgerlijk Procesrecht - UL - B3 - Oefententamen januari 2016


Vragen

Onderdeel A

Vraag 1

Geef voor de onderstaande stelling aan of deze juist of onjuist is en waarom.

Wie stelt, moet bewijzen!”

Onderdeel B

Vraag 1

De rechtenstudenten Meite en Motl hebben een discussie over de taakverdeling tussen de rechter en partijen binnen het burgerlijk procesrecht. Motl doet hierover de vier onderstaande uitspraken. Één van de vier uitspraken is juist. Welke uitspraak is dat en motiveer waarom die uitspraak juist is? De rechter mag niet zelfstandig nagaan welke rechtsregels op de in de procedure vaststaande feiten van toepassing zijn.

  1. De rechter mag partijen niet uit eigen beweging opdragen feitelijke stellingen nader toe te lichten.

  2. De rechter heeft vrijwel niets te zeggen over het verloop van de zaak en mag ter zake ook geen instructies geven.

  3. De rechter mag, behoudens een enkele uitzondering, niet meer of iets anders toewijzen dan door de eiser is gevorderd.

Vraag 2

Tijdens een door de rechter gelaste comparitie komen Sagi en Raizel tot een schikking waarmee zij hun geschil beëindigen. De rechter legt de tussen hen gemaakte afspraken in een proces-verbaal vast. Het proces-verbaal voldoet aan de door de wet daaraan gestelde eisen en vermeldt de woorden ‘in naam des Konings’. De gemaakte afspraken houden in dat de procedure wordt doorgehaald (art. 246 Rv) en dat Sagi aan Raizel binnen één maand een vergoeding betaalt van € 3.000,-. Na drie maanden is dit bedrag nog steeds niet aan Raizel betaald. Raizel zit dringend om het geld verlegen. Wat moet Raizel doen om haar geld zo spoedig mogelijk te krijgen?

  1. a. Conservatoir beslag leggen.

  2. b. In kort geding nakoming van de afspraak vorderen.

  3. c. Executoriaal beslag leggen.

  4. d. Heropening van de procedure vragen en daarin een provisionele vordering (art. 223 Rv) instellen.

Onderdeel C

De antwoorden op de vragen bij dit onderdeel kunnen kort zijn maar moeten wel, zo mogelijk onder verwijzing naar relevante wetsartikelen en jurisprudentie, gemotiveerd worden. Het louter verwijzen naar wetsartikelen en jurisprudentie zonder nadere motivering is niet voldoende, tenzij bij een bepaalde vraag uitdrukkelijk anders blijkt.

Casus

In het Italiaanse Napoli woont en werkt de professionele botenbouwer Lung Fung. Lung Fung heeft de Chinese nationaliteit. Henk Mastvast, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Spakenburg, is ook professioneel botenbouwer en heeft bij Lung Fung radarapparatuur voor een zeilboot gekocht. Daarbij is tussen hen overeengekomen dat Lung Fung deze apparatuur zal afleveren bij de botenwerf van Mastvast in Spakenburg. Er ontstaat echter tussen hen een geschil. Lung Fung laat vervolgens onder opgave van redenen, die volgens Mastvast kant noch wal raken, weten de door Mastvast gekochte radarapparatuur niet te zullen leveren. Hierop besluit Mastvast tegen Lung Fung te gaan procederen. In deze procedure zal Mastvast nakoming van de overeenkomst vorderen en tevens aanvullende schadevergoeding. In de overeenkomst tussen Mastvast en Lung Fung is geen bevoegde rechter aangewezen.

Vraag 1

Heeft de Nederlandse rechter in dit geschil rechtsmacht? Zo ja, op grond waarvan? Zo neen, waarom niet?

Stel dat de Nederlandse rechter in dit geschil rechtsmacht heeft. Mastvast maakt op de juiste wijze de zaak aanhangig bij de Nederlandse rechter, maar Lung Fung verschijnt op de eerst dienende dag niet in rechte. De rechter verleent vervolgens verstek tegen Lung Fung. Ondanks het feit dat Lung Fung het verstek nog niet heeft gezuiverd, is de rechter toch reeds op de hoogte van de door Lung Fung aangevoerde verweren tegen de vorderingen van Mastvast.

Vraag 2

Geef aan op basis waarvan de rechter reeds op de hoogte kan zijn van de door Lung Fung aangevoerde verweren tegen de vorderingen van Mastvast. Vermeld hierbij ook de wettelijke grondslag. Mastvast weet dat Lung Fung een bankrekening bij de Barobank in Nederland heeft en wil ter securisering van zijn vordering tot schadevergoeding op die bankrekening beslag leggen.

Vraag 3

Benoem het beslag nauwkeurig. Geef tevens aan of dit een conservatoir of executoriaal beslag is en waarom.

Tegen de vordering van Mastvast tot nakoming verweert Lung Fung zich met het argument dat de wet de import van een deel van de radarapparatuur verbiedt zodat, wat die delen betreft, er sprake is van een nietige overeenkomst. Over dit verweer overweegt de rechtbank in het lichaam van haar tussenvonnis d.d. 18 maart 2015 dat de wet inderdaad de import van die delen van de radarapparatuur verbiedt zodat het verweer van Lung Fung tegen de vordering van Mastvast op dit punt slaagt. Een nader oordeel in het dictum hierover stelt de rechtbank uit tot het eindvonnis. Nadat het tussenvonnis op 18 maart 2015 is gewezen maar voordat de rechtbank zich aan het schrijven van het eindvonnis zet, heeft de Hoge Raad in een vergelijkbare zaak tussen andere partijen, geoordeeld dat de wetgeving op het punt waar het ook in onze casus om gaat, onverbindend is. De rechtbank wil, gezien de uitspraak van de Hoge Raad, terugkomen op haar eerder in het tussenvonnis ingenomen standpunt met betrekking tot het verweer van Lung Fung.

Vraag 4

Kan de rechtbank in casu terugkomen van haar eerder in het tussenvonnis van 18 maart 2015 uitdrukkelijk en zonder voorbehoud ingenomen standpunt ten aanzien van het verweer van Lung Fung? Zo ja, op grond waarvan? Zo neen, waarom niet?

In het tussenvonnis van 18 maart 2015 heeft de rechtbank over de vordering van Mastvast tot schadevergoeding overwogen dat voldoende aannemelijk is dat Mastvast schade heeft geleden en dat de vordering tot schadevergoeding daarom toewijsbaar is. Het dictum van dit tussenvonnis beperkt zich echter enkel tot een bewijsopdracht met betrekking tot één van de schadeposten. De rechtbank komt op 10 juni 2015 met het eindvonnis waarin alle vorderingen van Mastvast worden toegewezen. Lung Fung kan zich niet vinden in dit eindvonnis en ook niet in het tussenvonnis van 18 maart 2015. Lung Fung gaat daarom tegen beide vonnissen op 10 augustus 2015 in hoger beroep.

In hoger beroep verklaart het gerechtshof Lung Fung niet-ontvankelijk met betrekking tot zijn grieven die zich richten tegen het tussenvonnis van 18 maart 2015, omdat Lung Fung tegen dit tussenvonnis niet binnen de gestelde appeltermijn, dus niet tijdig, het hoger beroep heeft ingesteld.

Vraag 5

Is dit oordeel van het gerechtshof juist? Zo ja, op grond waarvan? Zo neen, waarom niet?

Stel dat Mastvast en Lung Fung hun geschil niet aan de burgerlijke rechter hadden voorgelegd. In plaats daarvan zijn zij schriftelijk overeengekomen dat het geschil zal worden voorgelegd aan arbiters. In de overeenkomst is arbitraal hoger beroep uitgesloten. Het scheidsgerecht veroordeelt Lung Fung uiteindelijk in een goed gemotiveerd arbitraal vonnis tot betaling van een schadevergoeding ad € 500.000,- aan Mastvast. Lung Fung is het niet eens met dit vonnis en vraagt om vernietiging van dit vonnis bij de burgerlijke rechter. De procedure wordt op de juiste wijze bij de burgerlijke rechter aanhangig gemaakt. De burgerlijke rechter ziet de zaak geheel anders dan het scheidsgerecht en vindt dat de vordering van Mastvast had moeten worden afgewezen. Hij vernietigt daarom het vonnis op grond van artikel 1065 lid 1 sub d Rv: het vonnis is zijns inziens niet met redenen omkleed.

Vraag 6

Hoe oordeelt u over de werkwijze van de burgerlijke rechter en waarom? Mag de burgerlijke rechter hier het arbitraal vonnis op basis van artikel 1065 lid 1 sub d Rv vernietigen?

Tot zover Lung Fung en Mastvast.

De notoire ruziezoeker Ruud Rattestaert houdt op het internet een weblog bij onder de naam “Visgeur.nl”. Op zijn website heeft hij compromitterende foto’s van een bekende Nederlandse politica geplaatst. Op vordering van deze politica heeft de kortgedingrechter Ruud Rattestaert bevolen die foto’s van het internet te halen. Hieraan heeft de kortgedingrechter een door Ruud Rattestaert te verbeuren dwangsom verbonden van € 200,- per dag dat Ruud na betekening van het vonnis nalaat aan deze verplichting te voldoen. Ruud Rattestaert is het met deze uitspraak niet eens en begint een bodemprocedure tegen de politica. Het kort gedingvonnis wordt vervolgens aan Ruud Rattestaert betekend. Ruud Rattestaert weigert echter de foto’s van zijn website te halen, omdat hij ervan overtuigd is dat de rechter hem in de bodemzaak gelijk zal geven. Die verwachting komt uit, want in de op het kort geding volgende bodemprocedure oordeelt de rechtbank dat het plaatsen en handhaven van de compromitterende foto’s niet als onrechtmatig tegenover de politica kan worden aangemerkt.

Vraag 7

Is Ruud Rattestaert gelet op de uitspraak van de bodemrechter, nog wel verplicht tot betaling van de in de periode tussen het kortgedingvonnis en het bodemvonnis verbeurde dwangsommen? Zo ja, op grond waarvan? Zo neen, waarom niet?

Antwoordindicatie

Vraag A.1 (3 punten)

De stelling: “Wie stelt, moet bewijzen!” is niet juist. Een partij hoeft immers slechts die feiten te stellen die nodig zijn voor het intreden van het beoogde rechtsgevolg. Op grond van art. 150 Rv draagt men in beginsel hiervoor de bewijslast, tenzij uit een bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere bewijslast voortvloeit, dan wel deze feiten door de wederpartij niet of onvoldoende zijn weersproken of feiten zijn van algemene bekendheid ex art. 149 Rv, dan wel er sprake is van een bewijsvermoeden.

Vraag B.1 (5 punten)

Antwoord D. De rechter mag, behoudens een enkele uitzondering, niet meer of iets anders toewijzen dan door de eiser is gevorderd. Gelet op de autonomie van partijen en de lijdelijkheid van de rechter binnen het burgerlijk procesrecht, bepalen partijen in beginsel de aard en de omvang van de rechtsstrijd. Het is dus juist dat de rechter in beginsel ten aanzien van al het gevorderde of verzochte uitspraak dient te doen en niet meer of iets anders mag toewijzen dan geëist of verzocht is. Dit valt af te leiden uit artikel 23 Rv respectievelijk artikel 24 Rv.

Vraag B.2 (5 punten)

Antwoord C. Executoriaal beslag leggen. De rechter legt de tussen Sagi en Raizel gemaakte afspraken in een proces-verbaal vast. De uitgifte van het proces-verbaal geschiedt in executoriale vorm ex art. 87 lid 3 Rv. Dit is een voorbeeld van een “andere bij de wet als executoriale titel aangewezen stuk (...)” als bedoeld in artikel 430 lid 1 Rv. Raizel beschikt dus over een executoriale titel. Daarom kan zij met het proces-verbaal van de comparitie ten laste van Sagi met inachtneming van de vereiste voorschriften meteen executoriaal beslag leggen teneinde haar geld te krijgen.

Vraag C.1 (5 punten)

Uit art. 1 Rv volgt dat verdragen en EG/EU-Verordeningen voorrang hebben boven de bepalingen neergelegd in de eerste afdeling van Boek 1 Rv. In casu is de EEX-Vo van toepassing. Volgens art. 5 EEX-Vo jo art. 7 aanhef EEX-Vo kan een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat - in dit geval Lung Fung - in een andere lidstaat worden opgeroepen. In casu wil Mastvast nakoming van een verbintenis uit een koopovereenkomst van roerende lichamelijke zaken (de radarapparatuur). Ten aanzien van een dergelijke verbintenis heeft op grond van art. 7 lid 1 sub b, eerste streepje EEX-Vo de rechter rechtsmacht van de plaats van de lidstaat waar de zaken volgens de overeenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden. Lung Fung en Mastvast zijn overeengekomen dat de radarapparatuur afgeleverd zou worden bij de botenwerf van Mastvast in Spakenburg. Spakenburg ligt in Nederland; de Nederlandse rechter heeft aldus rechtsmacht.

Vraag C.2 (2 punten)

Mastvast heeft de zaak op de juiste wijze aanhangig gemaakt bij de Nederlandse rechter. Lung Fung verschijnt niet in rechte en de rechter verleent verstek tegen Lung Fung. Verstek kan alleen worden verleend, indien de voorgeschreven termijnen en formaliteiten door eiser – in dit geval Mastvast – in acht zijn genomen (art. 139 Rv). De rechter heeft dan ook moeten nagaan of de dagvaarding van Mastvast in orde is; of aan alle termijnen (art. 114 e.v. Rv) en formaliteiten (voor wat betreft de dagvaarding: art. 111 Rv, alsmede de betekening: art. 46 e.v. Rv) is voldaan. Eén van deze formaliteiten is neergelegd in art. 111 lid 3 Rv. Op grond van dit artikel dient de dagvaarding van Mastvast de verweren en gronden op te nemen die de gedaagde (Lung Fung) tegen de eis heeft aangevoerd. Op grond van de door Mastvast uitgebrachte dagvaarding kan de rechter in casu dus reeds op de hoogte zijn van de door Lung Fung aangevoerde verweren.

Vraag C.3 (3 punten)

Uit de casus blijkt dat er nog geen executoriale titel is in de zin van art. 430 lid 1 Rv. Dit betekent dat

het een conservatoir beslag is. Het beslag op de bankrekening is een conservatoir derdenbeslag ex art.

718 Rv jo 475 Rv.

Vraag C.4 (5 punten)

In casu is sprake van een bindende eindbeslissing, nu de rechter uitdrukkelijk en zonder voorbehoud een beslissing heeft genomen met betrekking tot een geschilpunt. Uit het arrest HR 25 april 2008, NJ 2008, 553 (De Vries/Gemeente Voorst – ‘Binnenhuisarchitecte’) vloeit voort dat de eisen van een goede procesorde kunnen meebrengen dat de rechter aan wie is gebleken dat een eerder door hem gegeven, maar niet in een einduitspraak vervatte, eindbeslissing berust op een onjuiste feitelijke of juridische grondslag bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen. In casu is de rechtbank, gelet op de uitspraak van de Hoge Raad, uitgegaan van een onjuiste juridische grondslag. De wetgeving waarop de eindbeslissing berust is immers onverbindend verklaard. De rechter kan dus op zijn eindbeslissing terugkomen.

Vraag C.5 (5 punten)

Het vonnis van 18 maart 2015 is een tussenvonnis, omdat in het dictum niets is beslist over (een deel van) het gevorderde. In dit tussenvonnis wordt ex artikel 337 lid 1 Rv geen voorlopige voorziening getroffen of geweigerd. Aldus geldt artikel 337 lid 2 Rv: hoger beroep kan slechts tegelijk met de einduitspraak worden ingesteld, tenzij de rechter anders heeft bepaald. In casu heeft de rechter niet anders bepaald, dus Lung Fung kan slechts hoger beroep tegen het tussenvonnis van 18 maart 2015 instellen tegelijkertijd met de einduitspraak.

Conform artikel 339 lid 1 Rv is de termijn van beroep drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak van het vonnis. In casu is het eindvonnis gewezen op 10 juni 2015. Lung Fung heeft dus tot 10 september 2015 de tijd om appel in te stellen. Hij heeft het appel op 10 augustus 2015 ingesteld. Dat is binnen de appeltermijn en dus tijdig. Het oordeel van het gerechtshof is derhalve onjuist.

Vraag C.6 (3 punten)

Arbitrale vonnissen kunnen vernietigd worden door de burgerlijke rechter (art.1064 Rv). De vernietigingsgrond waar Lung Fung een beroep op doet is in de vraag gegeven: “het vonnis is (…) niet met redenen omkleed.” (art. 1065 lid 1 sub d Rv.). Deze grond staat centraal in het arrest Nannini/SFT (HR 9 januari 2004, NJ 2005, 190). Uit dat arrest volgt dat de burgerlijke rechter een arbitraal vonnis niet op deze grond mag vernietigen wanneer hij het niet eens is met de beslissing maar slechts indien het arbitrale vonnis in het geheel niet gemotiveerd is door de arbiters dan wel in het geval dat de motivering enige steekhoudende verklaring voor de desbetreffende beslissing ontbeert. Omdat het arbitraal vonnis volgens de vraag goed gemotiveerd is, kan het arbitrale vonnis dus niet op grond van art. 1065 lid 1 sub d worden vernietigd. De werkwijze van de burgerlijke rechter is daarom niet correct.

Vraag C.7 (4 punten)

Uit het arrest Ciba Geigy/Voorbraak (Plantengroeiremmiddel)(HR 16 november 1984, NJ 1985, 547) blijkt dat de partij die door de voorzieningenrechter is veroordeeld, zich aan het verbod/bevel van de voorzieningenrechter dient te houden zolang dat van kracht is en dat een andersluidend oordeel in de bodemprocedure er niet aan in de weg staat dat eenmaal op grond van het kortgedingvonnis verbeurde dwangsommen verschuldigd blijven. Derhalve is Ruud Rattestaert verplicht tot betaling van de verbeurde dwangsommen in de periode tussen het kortgedingvonnis en het bodemvonnis.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Waarom een account aanmaken?

  • Je WorldSupporter account geeft je toegang tot alle functionaliteiten van het platform
  • Zodra je bent ingelogd kun je onder andere:
    • pagina's aan je lijst met favorieten toevoegen
    • feedback achterlaten
    • deelnemen aan discussies
    • zelf bijdragen delen via de 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering