Burgerlijk Procesrecht - UL - B3 - Oefententamen januari 2015


Vragen

Casus 1

Jankel Halberstadt heeft al vele jaren een goed lopende zaak waar hij fietsen en aanverwante artikelen verkoopt. Jankel heeft één monteur in dienst: Schlomo Boaz. Hoewel Schlomo altijd goed en nauwkeurig heeft gewerkt, heeft hij het laatste jaar regelmatig fouten gemaakt. Jankel heeft hier met Schlomo een aantal malen over gesproken. Deze gesprekken zijn schriftelijk vastgelegd. Het blijkt dat Schlomo last heeft van stijfheid in zijn vingers. Dit bemoeilijkt het werk. Hij krijgt hiervoor medicijnen. Tevens is hij in behandeling bij een fysiotherapeut. Helaas verbetert het werk van Schlomo niet. Volgens Schlomo komt dit doordat de medicijnen niet aanslaan. Jankel gelooft hem niet. Dit geeft frictie en het contact tussen Jankel en Schlomo verslechtert. Inmiddels ondervindt Jankel ook nog de nadelen van de recessie. Jankel wil met spoed de arbeidsovereenkomst op basis van art. 7:685 BW ontbinden. Jankel overweegt het verschuldigde griffierecht niet te voldoen.

Vraag 1

Welke sanctie staat op niet-tijdige voldoening van het verschuldigde griffierecht? Uiteindelijk betaalt Jankel het griffierecht toch tijdig. Hij doet bij de rechter een beroep op ontbinding wegens verandering van omstandigheden. Schlomo verweert zich onder andere met de opmerking dat Jankel niet volledig is geweest met betrekking tot de weergave van de feiten. Zo heeft Jankel met geen woord gerept over het feit dat Schlomo last heeft van stijfheid in zijn vingers en dat hij hiervoor medicijnen inneemt en tevens in behandeling is bij een fysiotherapeut. Ook heeft hij maar één gespreksverslag overgelegd. Dit is het verslag van het enige gesprek waarbij niet over de aandoening van Schlomo is gesproken. Vaststaat dat deze constateringen van Schlomo op zichzelf juist zijn.

Vraag 2

Heeft Jankel hier een plicht geschonden? Zo ja, welke en waarom geldt deze plicht ook in deze procedure? Zo neen, waarom niet? De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens veranderde omstandigheden. Schlomo kan zich niet vinden in het oordeel van de rechter. Bovendien heeft de rechter het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. De rechter heeft Schlomo namelijk niet de gelegenheid gegeven om te reageren op een productie die Jankel later in de procedure heeft ingebracht. Schlomo wil tegen de uitspraak in hoger beroep gaan en vraagt u als advocaat om advies.

Vraag 3

Kan Schlomo tegen deze uitspraak appel instellen? Zo ja, op grond waarvan en binnen welke termijn dient dit te geschieden? Zo neen, waarom niet?

Casus 2

Na een onstuimig leven als kunstvervalser neemt Jakeb van Izaaks het besluit om voortaan als deugdzaam burger door het leven te gaan. Helaas, is dit goede voornemen slechts van korte duur. Hij laat namelijk na om de nog openstaande factuur ad € 475.000,- aan zijn advocaat mr. Biedermann te voldoen, dit ondanks herhaalde aanmaningen. Biedermann besluit via een bodemprocedure het bedrag ad € 475.000,- van Jakeb te vorderen. Nadat de procedure aanhangig is gemaakt, legt Biedermann ter securisering van zijn vordering beslag op de volgende goederen van Jakeb:

  1. een prachtige villa gelegen vlakbij Valkenburg,

  1. en een raceauto: een Lamborghini Veneno Roadster.

Vraag 1

Benoem de beide beslagen nauwkeurig. Geef tevens aan of dit conservatoire of executoriale beslagen zijn en waarom? De rechter wijst in de bodemprocedure de vordering van Biedermann af. Volgens de rechter heeft Biedermann de vordering onvoldoende aannemelijk gemaakt. Biedermann is het hier uiteraard niet mee eens en gaat tegen dit bodemvonnis tijdig in hoger beroep. Jakeb is daarentegen in zijn nopjes met de uitspraak van de bodemrechter en geeft zijn nieuwe advocaat mr. Breitenstein de opdracht om opheffing van de gelegde beslagen in kort geding te vorderen. Breitenstein verzekert Jakeb dat de kortgedingrechter de opheffing van de beslagen zonder meer zal toewijzen. Breitenstein meent, dat hier namelijk de afstemmingsregel van toepassing is. Deze regel houdt in, dat een kortgedingrechter zijn vonnis altijd af dient te stemmen op het eerder gegeven oordeel van de bodemrechter. De bodemrechter heeft immers het primaat.

Vraag 2

Is in deze casus het standpunt van advocaat Breitenstein juist? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? Stel dat Jakeb, een maand vóór het opheffingskortgeding, zijn villa verkoopt en levert aan Gavril Edersheim. Vervolgens krijgt Breitenstein gelijk: in die zin, dat de kortgedingrechter de beslagen bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad opheft. Biedermann is het hier niet mee eens en gaat tegen dit opheffingsvonnis in hoger beroep. De appelrechter geeft Biedermann gelijk en vernietigt het opheffingsvonnis. Ondanks de vernietiging van het opheffingsvonnis meent Gavril Edersheim dat hij de onbelaste eigendom van de villa heeft verkregen en dat Biedermann het beslag niet tegen hem kan inroepen. Biedermann meent, dat juist door vernietiging van het opheffingsvonnis de villa weer onder het beslag valt, en dat op grond daarvan de vervreemding van de villa niet tegen hem kan worden ingeroepen.

Vraag 3

Geef aan wie gelijk heeft.

Casus 3

Feivel Lipschitz (wonende te Gouda) is eigenaar van een prachtig pand in Parijs. Feivel heeft het pand verhuurd voor een periode van 5 maanden voor een bedrag van € 5.000,- per maand aan Zelig Erwteman (wonende te Leiden). Zelig is juridisch adviseur voor met name banken en investeringsmaatschappijen. Hij is met name betrokken bij internationale financiële transacties die veel tijd en inspanning vergen. Door zich even in Parijs voor een paar maanden terug te trekken, hoopt hij zijn dissertatie te kunnen voltooien. Het lukt Zelig inderdaad het boek af te ronden en een last valt van zijn schouders. Eenmaal thuisgekomen vergeet hij door zijn werk en een verhuizing naar een ander pand ook gelegen in Leiden, de laatste twee huurtermijnen te voldoen. Na diverse sommaties besluit Feivel betaling van deachterstallige huur ad € 10.000,- in rechte te vorderen van Zelig en tevens de reeds gemaakte buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.750,-.

Vraag 1

Geef aan waarom de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft in de tegen Zelig aanhangig te maken procedure? De rechter wijst in eerste aanleg de vordering ad € 10.000,- toe en matigt de buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 750,-. Feivel kan zich niet verenigen met de matiging van de buitengerechtelijke kosten en stelt tijdig appel in. Zelig staat voor memorie van antwoord. Het schiet hem te binnen dat hij de waarborgsom van Feivel nog niet heeft teruggekregen. Hij wil deze in appel alsnog van Feivel vorderen.

Vraag 2

Kan Zelig de waarborgsom bij memorie van antwoord alsnog vorderen? Zo ja, waarom en op grond waarvan? Zo neen, waarom niet? Zowel Feivel als Zelig vragen pleidooi aan. Het pleidooi wordt toegestaan en beide partijen pleiten naar hartenlust. Echter, de pleitnota van de advocaat van Feivel, mr. Lewkowitz, bevat meer dan mondeling werd voorgedragen.

Vraag 3

Bespreek welk beginsel mr. Lewkowitz hier heeft geschonden? Het gedrag van mr. Lewkowitz is ook in strijd met art. 14 van de Gedragsregels voor de advocatuur.

Vraag 4

Zijn deze gedragsregels bindend voor advocaten? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet? De appelrechter bekrachtigt het vonnis van de rechter in eerste aanleg.

Vraag 5

Staat er nog een rechtsmiddel open voor partijen? Zo ja, op basis waarvan en waar staan de gronden die tegen de uitspraak kunnen worden aangewend? Zo neen, waarom niet?

Antwoordindicatie

Casus 1

Vraag I.1 (2 punten)

Het betreft hier een verzoekschriftprocedure. Zie hiervoor art. 7:685 lid 1 BW waar het woord “verzoek” wordt vermeld. Bij niet tijdige voldoening van het griffierecht door de verzoeker, zal de rechter de verzoeker niet ontvankelijk verklaren op grond van art. 282a lid 2 Rv.

Vraag I.2 (4 punten)

Jankel heeft de waarheidsplicht ex art. 21 Rv geschonden. Jankel heeft niet de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aangevoerd door de aandoening van Schlomo te verzwijgen en alle verslagen die daar naar verwijzen, niet te overleggen. Artikel 21 Rv geldt ook voor verzoekschriftprocedures. Dit volgt uit het arrest van de Hoge Raad X/Y Non-Salomon (HR 25 maart 2011 NJ 2012, 627). Bovendien is art. 21 Rv opgenomen in de afdeling algemene voorschriften voor procedures. Deze voorschriften gelden zowel voor dagvaardings- als verzoekschriftprocedures.

Vraag I.3 (5 punten)

In beginsel is in casu geen hoger beroep mogelijk ex art. 7:685 lid 11 BW. Echter, in dit geval kan evenwel het appelverbod worden doorbroken op grond van verzuim van essentiële vormen, namelijk schending van hoor en wederhoor. Uit de casus blijkt dat Schlomo zich hier op wil beroepen, omdat de rechter naar het oordeel van Schlomo hem niet in de gelegenheid heeft gesteld om te reageren op een productie die Jankel later in de procedure heeft ingebracht. Hoger beroep is dus mogelijk ex art. 358 lid 1 Rv binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak op grond van art. 358 lid 2 Rv.

Casus 2

Vraag 2.1 (5 punten)

Uit de casus blijkt dat er nog geen executoriale titel is in de zin van artikel 430 lid 1 Rv. Dit betekent dat het conservatoire beslagen zijn. Het beslag op de villa is een conservatoir beslag op een onroerende zaak ex art. 725 Rv. Het beslag op de raceauto is een conservatoir beslag op een roerende zaak niet zijnde een registergoed ex art. 711 lid 1 Rv.

Vraag 2.2 (5 punten)

In het arrest Bijl/Van Baalen Inzicht in uitzicht (HR 30 juni 2006, NJ 2007, 483 rov. 3.4 - 3.6) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een vordering tot opheffing van een conservatoir beslag op de grond dat de vordering tot verzekering waarvan dat beslag is gelegd, door de bodemrechter in eerste aanleg is afgewezen, in het geval tegen dat vonnis hoger beroep is ingesteld, niet zonder meer moet worden toegewezen (ook niet onder het voorbehoud van kennelijke misslagen in de uitspraak van de bodemrechter). Ook in een zodanig geval dienen de wederzijdse belangen van partijen te worden afgewogen. De omstandigheid dat de bodemrechter in eerste aanleg in de hoofdzaak reeds uitspraak heeft gedaan, dient hierbij wél te worden meegewogen. Dit betekent dat het standpunt van Breitenstein onjuist is.

Vraag 2.3 (5 punten)

Uit het arrest Forward/Huber Stergrond (HR 5 september 2008, NJ 2009, 154 rov. 3.3.2 - 3.4) volgt dat een dergelijk beslag niet leidt tot beschikkingsonbevoegdheid van de beslagene, maar dat nadat het beslag is gelegd, de vervreemding door de beslagene niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen ex 726 lid 1 jo art. 505 lid 2 Rv.Doel van de opheffing van dit beslag bij of ingevolge een bij voorraad uitvoerbaar vonnis is, de beslagene volledig te herstellen in zijn bevoegdheid zonder de beperking van art. 726 lid 1 jo 505 lid 2 Rv. Daarom verkrijgt Gavril Edersheim die, na de beslaglegging de eigendom van het huis heeft gekregen, door de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde opheffing van het beslag alsnog de onbelaste eigendom van de villa. Herleving van het beslag door de vernietiging van het opheffingsvonnis door de appelrechter doet daar niets aan af. Als dit anders zou zijn, dan zou de door de opheffing van het beslag gewijzigde rechtstoestand van het beslagen goed, niet worden geëerbiedigd. Gavril Edersheim heeft dus gelijk.

Casus 3

Vraag 3.1 (4 punten)

Uit art. 1 Rv blijkt dat bepalingen neergelegd in verdragen en EU/EG-verordeningen omtrent rechtsmacht voorrang hebben op de bepalingen neergelegd in art. 2 - 14 Rv. Er is hier een EU/EG- verordening van toepassing, namelijk de EEX-Vo 1215/2012. Op grond van art. 24 aanhef en lid 1 EEX-Vo heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht. Volgens dit artikel zijn bevoegd de gerechten van de lidstaat waar de verweerder woonplaats heeft, indien het gaat om huur en verhuur van onroerende goederen voor tijdelijk particulier gebruik voor ten hoogste zes aaneensluitende maanden. Daarbij dient de huurder een natuurlijk persoon te zijn en de eigenaar en de huurder woonplaats te hebben in dezelfde lidstaat. Hier is in casu aan voldaan. Het gaat hier om verhuur van een onroerende goed, namelijk verhuur van een prachtig pand in Parijs. Het pand wordt hier tijdelijk gehuurd voor particulier gebruik voor ten hoogste zes opeenvolgende maanden. Zelig heeft namelijk et pand gehuurd voor vijf opeenvolgende maanden om zijn dissertatie te voltooien. Verder is Zelig een natuurlijk persoon en zowel eigenaar Feivel als huurder Zelig wonen in dezelfde lidstaat, namelijk Nederland.

Vraag 3.2 (2 punten)

Het gaat hier om een dagvaardingsprocedure ex art. 78 Rv. Zelig kan de waarborgsom niet alsnog vorderen bij memorie van antwoord. De waarborgsom betreft immers een eis in reconventie die Zelig voor het eerst in appel wil instellen. Op grond van art. 353 lid 1 Rv is dit niet mogelijk.

Vraag 3.3 (2 punten)

Mr. Lewkowitz heeft in casu het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. Dit beginsel is onder meer neergelegd in art. 19 Rv en art. 6 EVRM. Mr. Lewkowitz heeft dit beginsel geschonden nu zijn pleitnota meer bevat dan dat hij mondeling heeft voorgedragen (SKM 155). Hierdoor heeft mr. Lewkowitz de wederpartij, in dit geval Zelig, de mogelijkheid ontnomen om op dat “meerdere” in de pleitnota te reageren.

Vraag 3.4 (2 punten)

Neen, de Gedragsregels voor Advocaten zijn geen bindende rechtsregels voor advocaten. De tuchtrechtelijke colleges achten zich hier dan ook niet zonder meer aan gebonden. Wel zijn deze gedragregels vaak richtinggevend bij de vraag of een tuchtrechtelijke sanctie is aangewezen (SKM 100).

Vraag 3.5 (4 punten)

Partijen kunnen hier in cassatie. Artikel 398 sub 1 Rv opent de mogelijkheid tot cassatie onder meer indien het gaat om een uitspraak die in hoger beroep is gewezen. Dat is in casu het geval. De appelrechter heeft hier immers het vonnis van de rechter in eerste aanleg bekrachtigd. De cassatiegronden zijn te vinden in art. 79 RO.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Waarom een account aanmaken?

  • Je WorldSupporter account geeft je toegang tot alle functionaliteiten van het platform
  • Zodra je bent ingelogd kun je onder andere:
    • pagina's aan je lijst met favorieten toevoegen
    • feedback achterlaten
    • deelnemen aan discussies
    • zelf bijdragen delen via de 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering