Conflictbemiddeling, ook wel mediatie genoemd, wordt door verschillende benadering op verschillende manieren gedefinieerd. Ten eerste is er de probleemoplossende of faciliterende benadering. Deze ziet bemiddeling als een onderhandelingsproces dat gericht is op het oplossen van het conflict. Zij zien de mediator als een neutrale bemiddelingsdeskundige die de onderhandelingen tussen de partijen begeleidt om zo tot een voor ieder acceptabel en optimaal resultaat te komen. Een veel gebruikte definitie van mediatie is een interventie in een conflict door een geaccepteerde derde partij, welke een beperkte (of geen dwingende) beslissingsbevoegdheid heeft, en die de partijen assisteert bij het bereiken van een vrijwillig tot stand gekomen en wederzijds geaccepteerde oplossing van het conflict. Ten tweede is er de communicatiegerichte of interactionele benadering. Zij zien mediatie als een meer algemeen en sociaal proces. Zij richten zich op het verbeteren van de onderlinge interactie, zodat men meer begrip krijgt voor de situatie. Deze benadering definieert conflictbemiddeling als een sociaal proces waarin een derde partij de deelnemers helpt bij hun inspanningen om de kwaliteit van hun interactie en onderlinge communicatie te verbeteren. Het uiteindelijke resultaat van conflictmiddeling is niet altijd een oplossing van het conflict. Een resultaat kan ook simpelweg zijn het verbeteren van de onderlinge communicatie, of meer zicht krijgen op de eigen belangen, de doelen en de mogelijkheden.
Autonomie en beslissingsbevoegdheid van de deelnemers
Wanneer de deelnemers autonome zelfbeschikking hebben, sluiten de beslissingen vaak veel beter aan op hun eigen behoeftes. Ze zijn dan meer bereid om zich aan de afspraken te houden en mee te werken. De autonomie van de deelnemers kan echter nooit honderd procent zijn. De mediator moet vaak corrigerend optreden, om er voor te zorgen dat de uiteindelijke beslissing door beide partijen in vrijheid kan worden genomen. Daarbij moet echter wel worden opgepast. Het is belangrijk dat de inperkingen van de vrijheid en autonomie nog wel binnen de rol van de mediator passen.
Onpartijdigheid, neutraliteit en vertrouwelijkheid
Een mediator moet volledig onpartijdig zijn en neutraal zijn. Deze kenmerken moeten de deelnemers beschermen tegen een onterechte beïnvloeding van de mediator. Neutraliteit en onpartijdigheid zijn twee zeer verschillende begrippen.
Onpartijdig zijn betekent dat de mediator geen enkele blijk mag geven van een voorkeur voor een van de beide deelnemers. Hij mag niet handelen vanuit een bepaalde vooringenomenheid tegen een van de deelnemers. Het blijkt echter vaak moeilijk om er als mediator helemaal niet bij betrokken te raken. Vaak wordt dan ook de onpartijdigheid vervangen door zogenaamde ‘meervoudige partijdigheid’, waarbij de mediator bij iedereen even veel betrokken is.
Neutraliteit houdt in dat een mediator geen enkel belang mag hebben bij de oplossing van een conflict. Hij mag dan ook geen invloed uitoefenen op de aard van de oplossing. Dit moet de deelnemers beschermen tegen het doorwerken van de mening, waarden en gevoelens van de mediator. Mediators kunnen op verschillende manieren omgaan met deze neutraliteit. Zogenaamde ‘dealmaker’ mediators bereiden de deelnemers voornamelijk voor op het accepteren van bepaalde oplossingen. Andere ‘faciliterende’ mediators beperken hun interventies tot het actief structureren van de communicatie. Het kan zijn dat er een situatie ontstaat waardoor de mediator afstand moet doen van zijn neutraliteit. Dat kan bijvoorbeeld wanneer er sprake is van grote machtsongelijkheid, of geweld van een van de deelnemers, of dreiging van een duidelijk onrechtvaardige oplossing.
Tot slot moet de mediator te vertrouwen zijn. De deelnemers moeten er op vertrouwen dat de informatie niet verspreid wordt en ze moeten vertrouwen hebben in de competentie van de mediator.
Inhoudelijk gerichte (of: evaluatieve) benadering. Deze benadering richt zich vooral op het bereiken van een overeenkomst die voor de beide deelnemers te accepteren is. Er is simpelweg een conflict waarvoor een oplossing moet komen.
Probleemoplossende (of: faciliterende) benadering. In deze benadering wordt meer waarde gehecht aan het realiseren van gezonde procedures. De bemiddeling is een constructief proces van het oplossen van het probleem en onderhandelen. Dit is belangrijker dan het vinden van de oplossing.
Communicatiegerichte (of: interactionele) benadering. In deze benadering wordt minder gekeken naar de inhoud of de procedures voor het oplossen van problemen, en meer naar het openen van de onderlinge communicatie, het uitspreken van gevoelens en het creëren van een constructief gesprek tussen de deelnemers.
Er worden zeven stappen onderscheiden.
Procedures bij de entree
Wanneer er een conflictbemiddeling wordt gestart, moet er eerst een werkrelatie worden opgebouwd tussen de mediator en de deelnemers. De mediator kan dat op verschillende manieren doen. Hij kan gebruik maken van zogenaamde reflexive tactics. Hierbij geeft hij overtuigend en geloofwaardig aan hoe de bemiddeling gaat verlopen en dat hij geschikt is als mediator. Hij leeft mee met de deelnemers en laat zien dat hij ze gelijk zal behandelen. Andere mediators gebruiken meer expressieve tactieken, zoals het tonen van scherpzinnigheid, competentie en persoonlijke betrokkenheid. Soms maken mediators gebruik van impression management. Hierbij lichten ze de deelnemers in over hun eigen competentie en ervaring, door voorbeelden te geven van zijn werk in vergelijkbare zaken. Tijdens dit eerste gesprek moet vervolgens het conflict globaal worden gediagnosticeerd en moet worden besloten hoe het probleem zal worden aangepakt. Na deze eerste fase kan men ofwel doorgaan naar de tweede fase, moet men nogmaals de eerste fase doorlopen, of zal de mediator aangeven dat hij het niet zit zitten en de bemiddeling niet kan doen.
Het voorbereiden van de partijen op de onderlinge confrontatie
Tijdens deze fase wordt de voorgeschiedenis teruggekoppeld naar de inhoud en procedures. De rol van de mediator zal nader worden toegelicht. Ook zal er worden verduidelijkt wat tijdens de confrontatie de procedures en regels zullen zijn.
Het identificeren van het probleem
Nu is het tijd om het conflict goed in beeld te brengen. Er moet goed gekeken worden wat er precies aan de hand is en wat ieders onderliggende belangen zijn. Er wordt een drietal belangen onderscheiden. Inhoudelijke belangen betreffen onder meer financiën, goederen en diensten. Procedurele belangen betreffen het proces, denk aan de procedures, de protocollen en het tijdschema. Tot slot hebben de deelnemers persoonlijke belangen. Dit betreft de manier waarop mensen willen worden behandeld. Nadat alles duidelijk in beeld is gebracht, moet er orde op zaken worden gesteld en moet er worden gekeken welke dingen prioriteit hebben.
Exploratiefase
In deze fase gaat men onderzoeken wat de mogelijke oplossingen zijn.
Evaluatiefase
Nu wordt door de mediator en de deelnemers beslist over de meest wenselijke oplossing. Deze moet vervolgens worden geïntegreerd.
Acceptatiefase
Tijdens deze fase moet de mediator de deelnemers helpen bij het vinden van de nodige acceptatie met betrekking tot het conflict én de oplossing.
Het opstellen van het uitvoeringsplan
In deze laatste fase wordt het uitvoeringsplan gecreëerd en worden de gemaakte afspraken vastgelegd.
Conflictbemiddeling kan niet altijd worden toegepast. Er bestaan conflicten die niet via bemiddeling kunnen worden opgelost. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn:
Het niveau van het conflict. Soms is een conflict erg geëscaleerd. Als deelnemers niet alleen een ongelofelijke hekel aan elkaar hebben, maar elkaar ook absoluut niet meer kunnen vertrouwen en het gesprek niet meer met elkaar kunnen aangaan, dan is bemiddeling heel lastig.
Wanneer de deelnemers weinig gemotiveerd zijn om een oplossing te vinden.
Wanneer de deelnemers niet erg betrokken zijn bij de bemiddeling en ze niet denken dat het tot een oplossing zal leiden.
Een tekort aan middelen. Soms zijn er gewoon niet genoeg middelen om ieder tevreden te stellen.
Wanneer het conflict gaat over fundamentele principes. Deze zijn vaak met bemiddeling niet op te lossen.
Wanneer er een ongelijke machtsverdeling bestaat tussen de deelnemers. Bemiddeling is moeilijk wanneer de ene deelnemer duidelijk meer macht heeft, en zo het bemiddelingsproces beïnvloedt.
Conflicthantering is het proces waarin het probleem wordt opgelost. Dit proces doorloopt drie fasen. In de eerste fase wordt het probleem geïdentificeerd. Er kunnen verschillende technieken worden gebruikt om het probleem duidelijker in beeld te krijgen. Denk aan poneren, het formuleren van standpunten, het gebruik van non-defensieve communicatie, rolomkering, onderhandelen, luisteren en het hanteren van sterke emoties. In de tweede fase worden de mogelijke oplossingen geëxploreerd. Om dit goed te kunnen doen moeten de deelnemers optimaal gemotiveerd zijn, moeten de ideeën gerangschikt kunnen worden en moeten de deelnemers worden gemotiveerd om hun basiswensen te behouden. In de laatste fase moeten de standpunten worden geïntegreerd en moet er een beslissing worden genomen over een oplossing van het conflict. Nu worden een aantal interventies en technieken besproken die tijdens conflicthantering gebruikt kunnen worden.
Brainstormen is een oefening die mensen aanspoort om buiten de gebruikelijke kaders te stappen en creativiteit te stimuleren. Het doel is om een lijst met ideeën te produceren, zonder deze ideeën in eerste instantie te beoordelen. Doordat het beoordelen wordt uitgesteld tot later, wordt dit gescheiden van het genereren van ideeën. Dit leidt er toe dat er meer ideeën worden geproduceerd, en men hanteert het principe dat kwantiteit kwaliteit voortbrengt. Brainstormen kent vier hoofdregels: 1) bekritiseren en beoordelen van ideeën is niet toegestaan, 2) alle ideeën zijn welkom, 3) hoe meer ideeën, hoe beter, 4) het combineren en verbeteren van al ingebrachte ideeën is toegestaan en aangemoedigd. Brainstormen vindt als volgt plaats. Eerst worden de grondregels door de deelnemers doorgenomen en kan er eventueel geoefend worden. Dan wordt het probleem en de achtergrond ervan omschreven. Vervolgens bedenkt iedereen ideeën. Daarna krijgt de groep even de tijd om de beste ideeën kritisch te selecteren. Tot slot wordt het brainstormen nabesproken. Er wordt bekeken in hoeverre de regels zijn toegepast en tot welke resultaten de sessie heeft geleid.
Deze techniek is met name ontwikkeld voor het oplossen van internationale conflicten. Fractioneren betekent het opdelen van de conflictstof in een aantal kleinere, maar beter te hanteren onderdelen. Het is gebaseerd op het idee dat conflicten de neiging hebben zich uit te breiden en te generaliseren, waardoor ze moeilijker te hanteren worden. Het conflict moet opnieuw worden gedefinieerd. Er moet goed worden gekeken wie de directe betrokkenen zijn en wat de concrete punten zijn. Een manier om dat te doen is door te laten zien dat een bepaalde oplossing niet alleen overeenkomt met de wensen van de eigen partij, maar ook met die van de andere partij. Een andere methode is het verschuiven van de discussie: in plaats van door te gaan met discussiëren, moet eerst gekeken worden of deze discussie überhaupt wel relevant is bij dit conflict. Soms blijkt dan dat geen van beide partijen haar standpunt hoeft op te geven.
Herformulering is vaak nodig wanneer een van de deelnemers een opmerking maakt die door de andere deelnemer wordt opgevat als beschuldigend, intimiderend of overheersend. Het is dan aan de mediator om de betekenis van die opmerking om te vormen naar een meer constructieve boodschap. Hij moet proberen om de negatieve, niet-productieve elementen te minimaliseren of te veranderen. Herformuleren vindt plaats direct nadat een bepaalde boodschap is uitgesproken
Samenvatten vindt plaats nadat iedereen heeft gezegd wat die wilde zeggen. Het is meer een overzicht van wat er is gezegd. Samenvatten heeft veel voordelen in het conflictbemiddelingsproces. Het benadrukt dat er voortgang is in het proces, het zet alle informatie op een rijtje, het verbindt losse eindjes en kan laten zien hoe er wordt overgegaan naar een nieuw onderwerp, en het geeft een overzicht van de punten waarover nog geen overeenstemming is bereikt.
Dit is een continu proces waarin de mediator aan de deelnemers laat zien dat hij op een accurate en niet-oordelende manier de positie van de deelnemers begrijpt. Het is belangrijk dat de mediator zich onbevooroordeeld, open, betrokken en geïnteresseerd opstelt
Het is belangrijk dat een mediator niet-bedreigende en open vragen stelt. Voor verschillende situaties kunnen verschillende typen vragen worden toegepast. De mediator moet goed nadenken wat voor vragen hij wanneer stelt. Wat wil hij bereiken met zijn vraag? Denk aan open vragen, uitweidende vragen, vraag om verheldering, vraag om argumentatie, vraag om bevestiging, confronterende vraag, hypothetische vraag en evaluerende vragen.
Het doen van systematische concessies is een bepaalde vorm van onderhandelen. De deelnemers moeten daarbij geven en nemen en komen zo tot een oplossing. Dit gebeurt vooral in de tweede fase. Daar worden verschillende technieken toegepast om het conflict op te lossen.
Fase 1: het vaststellen van de aspiraties op een hoog niveau en daaraan zoveel mogelijk vast blijven houden. Als de deelnemers hun doelen laag stellen, zullen ze te snel toegeven en een slechte oplossing bereiken (omdat geen van de beide deelnemers hun echte doel heeft bereikt). Er moet dus goed worden doorgevraagd naar de onderliggende belangen.
Fase 2: het zoeken van een manier om aan de wensen van alle deelnemers te voldoen. Er worden vijf methoden benoemd die kunnen worden toegepast om de wensen van de deelnemers met elkaar te laten integreren: - Het uitbreiden van de beschikbare hulpbronnen (soms zijn er te weinig middelen om aan ieders wensen te voldoen). - Niet-specifieke compensatie (wanneer de ene deelnemer krijgt wat hij wil, en de andere deelnemer wordt terugbetaald op een ander gebied). - Logrolling (alle deelnemers doen concessies op punten met een lage prioriteit, in ruil voor concessies van de andere deelnemer op punten met een voor hun hoge prioriteit). - Het terugbrengen van de kosten (wanneer de ene deelnemer krijgt wat hij wil, en in ruil daarvoor worden voor de andere deelnemer de kosten van bepaalde concessies verminderd). - Overbrugging (wanneer van geen van beide deelnemers aan de oorspronkelijke eisen wordt voldaan, maar er een hele nieuwe mogelijkheid wordt bedacht die tegemoet komt aan de meest belangrijke punten die aan die eisen ten grondslag liggen).
Het verlagen van de gewenste doelen en verder zoeken.
Deze tekst is gebaseerd op hoofdstukken 8 en 9 uit het Trainingsboek Conflicthantering en mediation (Prein) - 5e druk.
Conflictbemiddeling, ook wel mediatie genoemd, wordt door verschillende benadering op verschillende manieren gedefinieerd. Ten eerste is er de probleemoplossende of faciliterende benadering. Deze ziet bemiddeling als een onderhandelingsproces dat gericht is op het oplossen van het conflict. Zij zien de mediator als een neutrale bemiddelingsdeskundige die de onderhandelingen tussen de partijen begeleidt om zo tot een voor ieder acceptabel en optimaal resultaat te komen. Een veel gebruikte definitie van mediatie is een interventie in een conflict door een geaccepteerde derde partij, welke een beperkte (of geen dwingende) beslissingsbevoegdheid heeft, en die de partijen assisteert bij het bereiken van een vrijwillig tot stand gekomen en wederzijds geaccepteerde oplossing van het conflict. Ten tweede is er de communicatiegerichte of interactionele benadering. Zij zien mediatie als een meer algemeen en sociaal proces. Zij richten zich op het verbeteren van de onderlinge interactie, zodat men meer begrip krijgt voor de situatie. Deze benadering definieert conflictbemiddeling als een sociaal proces waarin een derde partij de deelnemers helpt bij hun inspanningen om de kwaliteit van hun interactie en onderlinge communicatie te verbeteren. Het uiteindelijke resultaat van conflictmiddeling is niet altijd een oplossing van het conflict. Een resultaat kan ook simpelweg zijn het verbeteren van de onderlinge communicatie, of meer zicht krijgen op de eigen belangen, de doelen en de mogelijkheden.
Add new contribution