Jurisprudentievragen
verpleegster-arrest
Vraag 1
Ter zake van welk delict werd de verpleegster vervolgd?
Vraag 2
Op welke wijze is de culpa in de tenlastelegging verwoord? Duidt deze omschrijving op bewuste of onbewuste culpa?
Vraag 3
Was een beroep op “avas” in dit geval een beroep in de zin van art. 358 lid 3 geweest?
Vraag 4
Stelling: Indien de verdachte een feit niet kan worden toegerekend wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens (art. 39 Sr), is culpa misschien nog wel te bewijzen, maar opzet in ieder geval niet. Is deze stelling juist of onjuist.
Onvoldoende rechtshouden in Winssen
Vraag 1
Voor welk delict had het Hof de verdachte in hoger beroep veroordeeld?
Vraag 2
Waarom vond de verdachte dat ze niet onachtzaam had gereden en (dus) geen schuld had aan het ongeval (en het letsel)?
Vraag 3
Stelling: “ Volgens de HR kan uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag worden afgeleid dat er sprake is van aanmerkelijke mate van onoplettendheid en/of onachtzaamheid.” Is deze stelling juist/onjuist? Licht uw antwoord toe.
Vraag 4
Waarom heeft de HR de bestreden uitspraak van het Hof vernietigd?
Oefenvragen
Wanneer Bas en Chantal in de bebouwde kom van Zuidhorn een door verkeerslichten beveiligde oversteekplaats voor voetgangers naderen, steekt Anton over. Hoewel het licht voor hem op rood staat en hij de Vespa ziet aankomen, steekt hij rustig over. “Dat moet nog wel lukken". Anton schat de snelheid van de Vespa echter totaal verkeerd in. Bas heeft groen licht en remt niet af. Bas en Chantal komen met een snelheid van 65 km per uur aanrazen. De scooter komt tegen de paal van een verkeerslicht tot stilstand. Op het moment van de botsing vliegt Chantal van de scooter af.
De OvJ vervolgt Anton succesvol wegens het overtreden van artikel 62 RVV. Die bepaling luidt: “Weggebruikers zijn verplicht gevolg te geven aan de verkeerstekens die een gebod of verbod in houden”. De OvJ overweegt vervolgens de bestuurder van de scooter te vervolgen wegens overtreding van art. 20 aanhef onder b sub 2 RVV. Daaruit blijkt dat de scooter niet harder had mogen rijden dan 45 km per uur. De officier besluit beide personen te vervolgen wegens zwaar letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW)
Vast staat dat Chantal is overleden als gevolg van de botsing. Anton wordt veroordeeld.
Vraag 1a
Heeft het eerstgenoemde verweer kans van slagen?
Bas: I. “Anton is de enige die schuld heeft. Hij is immers onherroepelijk veroordeeld en dat is ook terecht: als hij niet was overgestoken was er niets aan de hand geweest. Ik moet vrijuit gaan”.
Vraag 1b
Heeft het tweede verweer kans van slagen?
Bas: II. “Het ernstige letsel van Chantal is niet mijn schuld. Het verkeerslicht was groen voor mij. Ik mocht erop vertrouwen dat de weg vrij was. Ik heb ook nog al het nodige gedaan om de voetganger te ontwijken. Ik kon er niks aan doen”.
Een schipper verzoekt een brugwachter een brug voor hem te openen. Ter plaatse loopt echter een sterke ebstroom, schuin voor de brugopening. De brugwachter waarschuwt de schipper daarvoor en adviseert hem te wachten tot laag water. Dat zal zo’n twee uur duren. De schipper slaat deze waarschuwing echter in de wind. Gekomen ter hoogte van de brug wordt het grote schip door de ebstroom gegrepen. De schipper botst met zijn vaartuig tegen een openstaand gedeelte van de brug.
De brug raakt door de klap ontzet en is ruim een week onbruikbaar. Het verkeer moet omdraaien en enkele vrachtwagens moeten achteruitrijdend. Daarbij ontstaat meermalen een levensgevaarlijke situatie. De schipper wordt vervolgd ter zake van art. 163 aanhef en onder 1 Sr.
Vraag 2a
Heeft de vervolging kans van slagen?
Vraag 2b
Heeft de vervolging ter zake van art. 163 Sr in dit geval kans van slagen?
Antwoordindicatie
Jurisprudentievragen
Vraag 1
De verpleegster wordt vervolgd ter zake van art. 307; dood door schuld.
Vraag 2
“In een mindere of meerdere mate van grove onachtzaamheid, onvoorzichtigheid en ondoordachtheid”. Onvoorzichtigheid is een neutrale omschrijving van culpa à duiden op onbewuste schuld.
Vraag 3
Nee, culpa bevat wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid. Dit staat in de tenlastelegiing en dus komt het aan de orde bij de 1e materiële vraag. Bewijsverweer.
Vraag 4
Onjuist; dit betreft een schulduitsluitingsgrond; verwijtbaarheid valt dan weg. Geen sprake van culpa.
-
Vraag 1
Verdachte is veroordeeld wegens overtreding van art. 6 WVW, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Vraag 2
Verdachte voert aan dat zij een black-out heeft gehad van 3 seconden. Ze heeft niet onachtzaam gereden omdat ze geen alcohol gedronken had en geen medicijnen had gebruikt
Vraag 3
Onjuist. De HR overweegt; “Voort verdient opmerking dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met 1 of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin”. ( HR 3.5 laatste stuk)
Vraag 4
Volgens de HR is de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen omkleed. Het hof heeft namelijk niet gemotiveerd waarom zij de black-out redengevend heeft geacht voor de bewezenverklaring. (HR 3.7)
Oefenvragen
Vraag 1a
Gelet op de casus geven de vragen van art. 348 Sv geen aanleiding tot een einduitspraak in de zin van art. 349 Sv.
1e materiële vraag art. 350 Sv; Kan de tenlastelegging bewezen worden?
Gaat in art. 6 WVW om een culpoos gevolgdelict; “aan zijn schuld te wijten” à schuld aan het veroorzaken van een gevolg. Deze vorm van schuld moet een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid inhouden.
De schuld is dus betrokken op de dood van een ander; de dood is het gevolg waarop de culpa gericht moet zijn. De vraag is of deze schuld bewezen kan worden.
- Is er sprake van een onvoorzichtige gedraging?
- Kon en behoorde de dader het (onwenselijke) gevolg van zijn gedraging te voorzien? Ja, een normaal mens zou het gevolg kunnen en behoren te voorzien wanneer je 65 km door de bebouwde kom rijdt dat dit gevaar oplevert. Daarnaast is het een concreet gedragsvoorschrift dat juist strekt ter voorkoming van het gevolg.
- Was er (dus) ook de plicht om de gedraging achterwege te laten (wederrechtelijk)? Er is geen sprake van een gedraging waarbij een geoorloofd risico werd genomen. Ze hebben gewoon te hard gereden zonder enige reden. Ook geen sprake van een rechtvaardigingsgrond.
Vraag 1b
Is de onvoorzichtige gedraging verwijtbaar?
Van de dader kon worden gevergd dat hij anders handelde, vermijdbaar dat hij te hard heeft gereden binnen de bebouwde kom. Geen sprake van een schulduitsluitingsgrond.
- Is het onvoorzichtige gedrag aanmerkelijk?
Het onvoorzichtige gedrag is van voldoende gewicht om aanmerkelijk te kunnen worden genoemd. Dat Anton schuld aan het gevolg heeft, betekent nog niet dat Bas geen schuld heeft. Hiermee kan worden bewezen dat er sprake is van schuld ten aanzien van de dood van Chantal.
De rechter kan de culpa dus bewijzen.
Vraag 2a
Gelet op de casus geven de vragen van art. 348 Sv geen aanleiding tot een einduitspraak in de zin van art. 349 Sv.
1e materiële vraag art. 350 Sv; Kan de tenlastelegging bewezen worden?
- Is er sprake van een onvoorzichtige gedraging?
- Kon en behoorde de dader het (onwenselijke) gevolg van zijn gedraging te voorzien?
Ja de schipper heeft door een onvoorzichtige gedraging de brug vernield, hij kon en behoorde te voorzien dat als gevolg van zijn gedraging de brug zou kunnen worden vernield. Hierbij komt de Garantenstelling die geldt voor een schipper, waarbij hij een verhoogde zorgplicht heeft. Dit geldt in casus in versterkte mate aangezien hij is gewaarschuwd.
- Was er (dus) ook de plicht om de gedraging achterwege te laten (wederrechtelijk)? Er is geen sprake van een gedraging waarbij een geoorloofd risico werd genomen. Ook geen sprake van een rechtvaardigingsgrond.
- Is de onvoorzichtige gedraging verwijtbaar?
Verwijtbaarheid zit besloten in het bestanddeel gevolg schuld (Verpleegster-arrest). Culpa is verwijtbare onvoorzichtigheid.
Van de dader kon worden gevergd dat hij anders handelde, vermijdbaar is dat hij ondanks de waarschuwing toch is gaan varen. Hij had gewoon kunnen wachten.
- Is het onvoorzichtige gedrag aanmerkelijk?
Niet elke onvoorzichtigheid levert culpa op. Deze moet ook aanmerkelijk zijn. Dat de brugwachter misschien een verwijt valt te maken is in deze zaak niet relevant. Ook een ander kan schuld hebben aan het gevolg, dat betekent niet dat de schipper geen schuld heeft. De schuld kan worden bewezen.
Causaliteit; doordat de schipper toch is gaan varen en de vernieling is ontstaan à is het verkeer onveilig geworden
2e materiële vraag 350 SV
Is het bewezenverklaarde feit strafbaar?
Aangenomen kan worden dat het bewezenverklaarde feit strafbaar is
3e materiële vraag 350 Sv
Is de dader strafbaar?
De dader is strafbaar. De wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid zijn in het kader van het bewijs van de culpa al meegenomen. Het beroep op een strafuitsluitingsgrond is een bewijsverweer; dus dader is gewoon strafbaar volgt al uit de 1e materiële vraag.
Een veroordeling ter zake van art. 163 Sr. is mogelijk.
Vraag 2b
Voor het bewijs van culpa aan de vernieling van de brug is weer nodig dat de schipper een onvoorzichtige gedraging heeft verricht. Daarvoor is vereist dat de vernieling als gevolg van zijn gedraging voorzienbaar was.
Dat is hier niet het geval, omdat de schipper de beschadiging van de brug niet behoefte te voorzien. De aanvaring is mede veroorzaakt door plotseling noodweer, dat ook door de brugwachter en het KNMI niet werd voorzien.
Geen sprake van onvoorzichtig gedrag, ook niet meer te worden nagegaan of het gedrag verwijtbaar is, omdat de schipper van voorzichtig gedrag geen vewijt kan worden gemaakt.
Add new contribution