HC burgerlijk recht 3 week 6 (A en B) --> Geen 7

HC 6A invloed van Europees recht

Menu

Invloed van Europa (3 manieren)

Constitutionalisering van het schadevergoedingsrecht

Uniformering van het aansprakelijkheidsrecht

Productaansprakelijkheid

Oneerlijke handelspraktijken

Misleidende reclame

Mededingingsrecht 

 

Duiden van Europese invloed op NL aansprakelijkheidsrecht.

Het krijgen van inzicht in de constitutionalisering van het schadevergoedingsrecht en uniformering vna het aansprakelijkheidsrecht.

Kennis vergaderen over en toepassen van regelgeving mbt productaansprakelijkheid, oneerlijke handelspraktijken, mededingingsrecht en misleidende reclame.

 

Invloed van Europa

Europese Unie (richtlijnen), doel was een interne markt. Verdrag uitgewerkt door richtlijnen, de richtlijnen liggen aan de grondslag van boek 6. EVRM voor mensen- en grondrechten. EVRM valt onder de raad van Europa. Professorenrecht, door studiegroepen bedacht aan universiteiten. 

 

Richtlijnen:

  • Misleidende reclame
  • Productaansprakelijkheid
  • Oneerlijke handelspraktijken
  • Mededingingsrecht

Vormt een blokkade want men moet zich en aan Duitse en Italiaanse wetgeving houden, daardoor ontstonden richtlijnen die lidstaten moesten implementeren. 

Hof van Justitie, als een nationale rechter zit met een vraag over productaansprakelijkheid en niet weet hoe hij een conflict tussen partijen moet oplossen dan kan hij een prejudiciële vraag stellen aan het Hof van Justitie. 

Doelstelling: verbeterde werking van de interne markt

 

Lidstaten dienen op straffe van staatsaansprakelijkheid richtlijnen te implementeren door de Europese Commissie. Op grond van het Unierecht moet de nationale rechter de nationale wetgeving richtlijn conform uitleggen.

 

EVRM

Schending van een fundamenteel recht als een op zichzelf staande immateriële schadepost (HC 7). 

  • Het recht op leven art. 2 EVRM (Groningen Oosterpark-rellen)
  • Het recht op een eerlijk proces art. 6 EVRM 
  • Recht op privé- en gezinsleven art. 8 EVRM (Aardbevingsschade)

 

Professorenrecht PETL

Principles of European Tort Law

European Group on Tort Law

Geen EU-recht, het is soft law. Gebruikt voor onderzoek bijv. rechtsvergelijking. Met name ter inspiratie, academisch experiment gericht op de versterking en harmonisatie van het onrechtmatige daadsrecht binnen Europa. Geen weerslag geldende recht; verschillen te groot.

 

Art. 1:101 PETL hoofdnorm, lid 1 wanneer ben je verplicht om schade te compenseren (als het aan jou kan worden toegerekend) lid 2 zegt sprake van een fout. Art. 4:101 aansprakelijk van opzettelijke/nalatige taak ten opzichte van de zorgvuldigheidsnorm. Gedragsnorm/zorgvuldigheidsnorm de principles geven hiervoor verschillende wegingsnormen art. 4:102 lid 1 PETL. De gedragsnorm kan worden bijgesteld lid 2. 

 

Professorenrecht DCFR

Ziet op contractenrecht ipv onrechtmatige daadsrecht, maar heeft wel aansprakelijkheidsrecht. Het is een politiek model, academische tekst en uitgebreide toelichting. Voor college. Inspiratiebron bij rechtsvergelijking, wetgeving, toolbox en optioneel instrument. 

 

Personen onder 18 minder aansprakelijk gesteld. Toezichthoudend persoon verantwoordelijk, risico aansprakelijkheid schending zorgvuldigheidsnorm. 

 

Productaansprakelijkheid

Richtlijn productaansprakelijkheid omgezet in afdeling 6.3.3 BW. 

Product àart. 6:187 lid 1 (inclusief bestanddelen). 

Producent àart. 6:187 lid 2 t/m lid 4 (ruime uitleg). Ook producent van de grondstof, producten implementeert in Europese markt en de leverancier. Consument kan dus altijd ergens terecht!

Gebrek àart. 6:186 lid 1 (objectieve toets aan de hand van gezichtspunten). 

  • Presentatie van dit product, de waarschuwing/gebruiksaanwijzing. Wat mag het publiek verwachten? Afhankelijk van hoe het product wordt gepresenteerd.
  • Het redelijkerwijs te verwachten gebruik ervan. Hoe mag men het product gebruiken? Bijv. vrouw stopt kat in magnetron, drinken parfum, producent niet aansprakelijk. 
  • Het tijdstip waarop het in het verkeer is gebracht. Veiligheidsnormen die gelden op het moment dat de producent het product op de markt brengt. 

 

Arrest Boston Scientific

Geplaatst bij mensen bij hartfalen, bij pacemakers kon de batterij vroegtijdig leeggaan zonder het voortijd aan te geven. Deze hadden een magneetschakelaar die konden vastzitten zodat die geen schok meer zouden geven, dus producent waarschuwt de artsen. Drie patiënten waarbij de apparten worden vervangen, de verzekeraars krijgen de rekening om de pacemakers te vervangen. Zij spreken de producenten aan. 

Wat als je te maken hebt met een groep producten die behorend tot bijzonder type met een verhoogd veiligheidsrisico? En je niet kan vaststellen of het individuele product gebrkkig is? Prejudiciële vraag.

HvJ zegt ‘bij deze producten van pacemakers die en potentieel gebrek vertonen kan men spreken van een gebrekkig product zonder dat moet worden vastgesteld dat het product in kwestie een gebrekkig product is’. 

Verweren product beperkt uitleggen art. 6:185 

  • Sub a: niet in het verkeer gebracht ‘een product moet worden beschouwd als in het verkeer gebracht, wanneer dat het productieproces van de producent heeft verlaten en is opgenomen in een verkoopproces in een vorm waarin het aan het publiek wordt aangeboden voor gebruik of consumptie’. Kan anders zijn in geval van diefstal tussendoor. 
  • Sub c: geen economisch doel, Veedfald-arrest. Arrest: niertransplantatie van ene broer naar andere broer, bij verwijdering nier moet vloeistof doorspoelen. Vloeistof veroorzaakt blokkade in de nier, niertransplantatie kan niet doorgaan dus nog een nieuwe. Ziekenhuis aanspreken want transplantatie en uit eigen apotheek, voor medische doelverrichting en geen economisch doel. Verweer gaat niet op. 
  • Sub e: stae of the art-verweer. Producent kan zeggen ‘gezien de stand van kennis van het maken kan ik niet weten dat het product gebrekkig kon zijn’. Arrest Commissie-Verenigd Koninkrijk, objectieve stand van de wetenschappelijke en technische kennis, daaronder begrepen het meest geavanceerd niveau + feitelijk toegankelijk. Dus er valt heel veel onder de kennis van dat moment. TOEGANG toe die kennis. 

 

Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking? 

Gevolgschade art. 6:190 lid 1 BW.

  • Letsel (brand in woning en bewoner krijgt brandwonden)
  • Zaakschade: zaak gebruikt in privésfeer bij consumenten + franchise tot 500 euro (schade moet hoger zijn dan 500 euro, daaronder moet je naar de partij gaan waar je het hebt gekocht erboven dan naar de producent. (Schade aan de woning). Arrest Bosten Scientific ook kosten ter verwijdering en vervanging is schade en productaansprakelijkheid. 

 

Bewijslast ligt bij de benadeelde art. 6:188 BW. Die wordt gesteund op grond van art. 6:188 BW, vordering insteller moet schade en gebrek bewijzen. Causaal verband is lastig te bewijzen. De rechter komt vaak tot een feitelijk vermoeden op grond van ervaringsregels, de producent moet bewijzen dat het niet zo is.

 

W.c.s./Sanofi Pasteur:Vaccin ontwikkelt en toegebracht en die kreeg later ziekteverschijnselen en MS, letselschade. Hoe bewijs je het gebrek? Heeft dat vaccin de MS veroorzaakt bij de patiënt? Prejudiciële vraag of de rechter mag tegemoetkomen? In hoeverre is bewijslastomkering toegestaan?

HvJ: ‘Nationale regel die inhoudt dat de rechter de discretionaire bevoegdheid heeft om op basis van feitelijke gegevens causaal verband tussen gebrek en schade aannemelijk te achten is wel toegestaan’. 

‘Nationale regel die inhoudt dat op basis van bepaalde aanwijzingen het causaal verband bewezen wordt geacht is niet toegestaan’. Dus rechter mag het wel, de wetgever niet. 

 

Verhouding productaansprakelijkheid tot art. 6:162 BW.

Omdat de richtlijn bestaan mogen lidstaten geen regelingen maken omtrent productaansprakelijkheid, maar je mag wel de producent aansprakelijk stellen op grond van andere regelingen. Bijvoorbeeld een algemene grondslag zoals onrechtmatige daad, dit is van belang voor:

  • Producten die voor 1990 in het verkeer zijn gebracht want de richtlijn bestond toen nog niet. 
  • Als producten niet in de zin van art. 6:187 lid 1 (landbouwproducten tot 2000).
  • Schade aan het product zelf en geen contract. 
  • Geen consumentenschade, maar bedrijfsmatig gebruik product (showroom lichten).
  • Subrogatie (art. 6:197) verzekeraar die de schade gaat verhalen die hij betaalt heeft voor het slachtoffer

Samenloop met art. 6:193 BW. Verjaarde vordering art. 6:191 BW. 

 

Koolhaas/Rockwool;Produceerde steenwol die wordt gebruikt in potgrond. Werd geleverd aan potgrondfabrikant en die leverde het aan telers. Alleen de telers gebruiken de potgrond waarin de steenwol is verwerkt voor het kweken van planten, door nieuwe methode zit er minder steenwol in dus minder plantenkweken dus schade. Kwamen terecht bij art. 6:162 want zijn producenten.

Was de overstap van Rockwool onrechtmatig? wel gemeld aan potgrondfabrikant maar niet aan telers.

Onrechtmatig? toerekenbaar? Niet in absolute zin ongeschikt gebleken. 

Wel onrechtmatigheid zegt de HR en het is toegerekend want zorgplicht producent houdt in om schade te voorkomen en hiermee een onderzoeksplicht om de effecten na te gaan van het vernieuwd product. Hiermee hangt een informatieplicht samen jegens de telers om hen te informeren.

 

Daf/Achmea

Daf produceert vrachtwagens en geeft deze aan Bemo Bedrijfswagens. 

Tijdens rijden vliegt de vrachtwagen in brand. 

Achmea die Bemo compenseert de schade en spreekt Daf aan want deugt niet, art. 6:162 BW (ondernemer en geen consument). Eerst geleverd in Duitsland en toen aan Bemo. Ik heb het niet op het NL markt gebracht.

HR Te maken met onrechtmatige daad in de zin van art. 6:185 BW, sluit aan bij dit artikel. Productaansprakelijkheid werkt door in de onrechtmatige daad. Verweren worden eng uitgelegd.

“Dit product heeft het productieproces verlaten en is opgenomen in het verkoopproces in een vorm waarin het aan het publiek wordt aangeboden voor gebruik of consumptie”. 

 

Verhouding productaansprakelijkheid tot art. 6:173 BW

Art. 6:173 BW is de aansprakelijkheid voor de bezitter van de roerende zaak.

Art. 6:173 lid 2 kanaliseert de aansprakelijkheid naar de producent, de bezitter is niet aansprakelijk als de producent aansprakelijk is. 

 

Verhouding tot art. 7:17 BW. Hetzelfde geldt bij consumentenkoop, non-conformiteit. Art. 7:24 lid 2 en 3 staat dat de keukenleverancier niet aansprakelijk is bij zaakschade boven de 500 euro of letsel, want dan gaat de aansprakelijkheid naar de producent. 

 

Oneerlijke handelspraktijken

Art. 6:193a ev. Van ondernemers naar consumenten toe.

Hoofdnorm: omstandigheden van het geval (art. 193b lid 2):

  • Professionele toewijding
  • Economische verstoringstoets

Twee sub-normen (art. 193b lid 3):

  • Misleidende praktijken en omissies
  • Agressieve praktijken

Twee zwarte lijsten 

  • Misleidende praktijken art. 193g
  • Agressieve praktijken art. 193i

 

Misleidende handelspraktijken:

U een gratis product aanbieden zonder te vertellen dat u daarna iedere maand nog meer producten krijgt, waarvoor u moet betalen.

In de prijs niet alle extra kosten noemen, waardoor de totaalprijs hoger is dan u had verwacht.

Reclame maken voor producten die niet beschikbaar zijn (lokkertjes).

Zeggen dat ze aangesloten zijn bij een keurmerk of een branchevereniging terwijl dat niet zo is.

 

Arrest stichting loterij verlies tegen staatsloterij:

20 grote prijzen zouden vallen, 20 grote prijzen onder meer nummers dan de verkochte loten (prijzen vielen op nummers die geen loten hadden verkocht) dus maar 3 of 4 daadwerkelijke gevallen.

Spraken staatsloterij aan want schade geleden, sprake van misleiding. De winkansen waren niet waar.

HR zegt misleiding over winstkans. Schadevergoeding? Vaststellen of de individuele consument een ander besluit had genomen, geen omkeringsregel. Bewijs van schade (bonnetjes). 

 

Agressieve handelspraktijken:

U ongevraagd producten sturen en vragen of u deze wilt betalen, terugsturen of bewaren.

Zeggen dat u hun pand niet uit mag voordat u een overeenkomst hebt gesloten.

U onder druk zetten.

 

Link met wilsgebreken:

  • Misleidende handelspraktijken leiden tot dwaling en bedrog. 
  • Agressieve handelspraktijken leiden tot misbruik van omstandigheden en bedreiging.

De gemiddelde consument, ‘gemiddelde geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument. Dus niet die ene individu in het geval.

Kwetsbare consument art. 6:193a lid 2 BW, leeftijd en handicap.

Sancties: 

  • Schadevergoeding: onrechtmatige daad art. 6:193 lid 1 en lid 2, omkering van de bewijslast. 
  • Consument wordt niet gesteund bij de vraag wat is de schade? En de causaliteit?
  • Vernietiging art. 6:193j lid 3 BW: overeenkomst vernietigen, mits causaal verband en schade moet worden bewezen maar geen omkeringsregel dus lastig te bewijzen. 

Dus onrechtmatige daad is vernietiging.

 

Misleidende reclame

Art. 6:194 ‘openbaar maakt of laat maken’

Art. 6:194a; vergelijkende reclame, in beginsel toegestaan mits aan voorwaarden voldaan. 

Art. 6:195: omkering bewijslast, dus door de ondernemer die de reclame heeft gemaakt.

Toepassingsbereik voor misleidende reclame is B2B-verhouding. Ondernemer-ondernemer.

Toepassingsbereik oneerlijke handelspraktijken is B2C-verhouding. Ondernemer-consument.

 

Reclame Code Commissie: stichting waarbij consumenten en ondernemers kunnen klagen en de ondernemer aanspreken.

 

Mededingingsrecht

Kartelvorming monopolie en prijsafspraken. ACM, autoriteit consument en markt.

Richtlijn 2014, art. 193k ev regelt de privaatrechtelijke consequenties van schending van het mededingingsrecht. Op grond van de onrechtmatige daad de ondernemers aanspreken.

Art. 6:193m en 193n geven uitzondering:

  • Kleine of middelgrote inbreukplegende onderneming, tenzij leidende rol of eerder al schuldig.
  • Inbreukpleger met immuniteit, tenzij afnemers en leveranciers geen volledige schadevergoeding kunnen krijgen van andere inbreukplegers.

 

HC 6B 

Menu

Bronnen van verbintenissen

Zaakwaarneming (storm en raam beschadigt, buurman zorgt ervoor dat ramen wordt gemaakt)

Onverschuldigde betaling

Ongerechtvaardigde verrijking (schilder gaat kwalitatief betere verf gebruiken ipv afgesproken)

Samenloop 

 

Bronnen van verbintenissen

Art. 6:1 BW Verbintenissen die (rechtstreeks) voortvloeien uit de wet, de wet koppelt aan een rechtsfeit het ontstaan van een verbintenis. 

Verbintenissen die voortkomen uit overeenkomst, bij overeenkomst ontstaat dit. 

Andere bronnen dan OD of OVK: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking. 

 

Zaakwaarneming

Art. 6:198 ev, ingeval in noodsituaties/acute gevaren/geen reactie belanghebbende (niet aanwezig/bekend).

Zodat er geen bezorgdheid over kosten en billijkheidsoverwegingen is. Bijvoorbeeld auto ongeluk, je verschaft hulp door iemand uit de auto te halen.

 

Behartiging van eens ander belang, dit kan op grond van feitelijke of rechtshandelingen. De feitelijke rechtshandelingen zijn materiële daden zoals afsluiten van lekkende waterleiding, wegslepen, onderhouden, verzorgen. Rechtshandelingen staan in art. 6:201 BW. 

Het moet een bewuste intentie uit, willens en wetens handelen, dit kan achteraf gebeuren. 

Er moet een aanleiding, op redelijke grond zijn (geen bemoeizucht). Is er een noodzaak tot handelen? Bijv. koe heeft ladder om zijn nek, vrouw is bang dat hij beschadigingen maakt op haar erf. De vee-arts komt en verdoofd de koe, maakt kosten. Zaakwaarneming buurvrouw-buurman? Buurvrouw handelt voor eigenaar van de koe. Redelijke grond om te bellen om in te grijpen kosten voor het komen vergoed. Kosten verdoving is niet, vee-arts geen eerst weer terug maar er was geen noodzaak tot handelen. 

Op redelijke grond?

Omstandigheden die de handelende persoon ertoe hebben gebracht ten behoeve van een ander in diens belang in te grijpen. 

HR 26 juni 2015, storm waardoor een kotter zinkt, haven zit met half gezonken boot. Eigenaar doet er niets mee, haven verwijdert het zelf en wil de kosten verhalen op de eigenaar van de boot op grond van zaakwaarneming. Hof zegt ja dit mocht zodat verdere kosten werden bespaard, hoe langer het er ligt hoe meer kosten gemaakt worden dus redelijke grond om in te grijpen en dus zaakwaarneming. Dit mag indien onduidelijk is of de eiser in staat is die kosten te vergoeden en het schip vanwege zijn waarde onvoldoende verhaal voor die kosten biedt. 

 

Zonder bevoegdheid daartoe. 

Rechtshandeling: contract of volmacht, dan is geen sprake van zaakwaarneming.

Het betreft een rechtsverhouding die geregeld is elders in de wet, voogdij of curatele of arts (7:464 BW) of op zee (8:551 onder a BW). Hierbij ook geen sprake van zaakwaarneming. 

Arrest; onderweg gaat het mis, vlotten raken los. Ene vlot belt 112, kustwacht doet oproep. Ondernemer heeft kosten gemaakt er verplaatsing van de kosten, art. 8:551 BW. Wel vergoeding.

 

Zaakwaarneming niet altijd vrijwillig, nalaten kan onder omstandigheden een onrechtmatige daad opleveren art. 450 Sr. Dit is zaakwaarneming.

 

Publiekrechtelijke taak?

Brandweer, waterbedrijf. Sprake van een individueel of collectief belang? Specifiek bij een huis afsluiten, dan behartigen individueel belang waarbij de gemeente de kosten wil verhalen. 

Arrest 11 december 1992; boot in de haven en was afgebrand met veel nablussen, nablussen niet meer nodig voor hele collectief alleen individueel belang. In tussen tijd is Windmill-arrest gewezen. Kunnen de kosten privaatrechtelijk worden verhaal? Deze kosten kunnen niet via het publiekrecht worden verhaald, dan kan het ook niet via het privaatrecht. Dus geen kostenverhaal. 

 

Bevoegdheid zaakwaarnemer art. 6:201 BW, bevoegdheid tot vertegenwoordiging.

Wat is de relatie met betrekking tot volmacht?

Zaakwaarneming kan handelen in eigen naam, ovk derde-zaakwaarneming (schutting).

Zaakwaarneming kan handelen in naam van belanghebbende, ovk derde-belanghebbende (verzekering).

Je kunt de bevoegdheid als gevolmachtigde overschrijden, art. 3:69 BW, volmachtgever kan de handelingen bekrachtigen en dit kan de belanghebbende ook! 

 

Onderscheiden van de goedkeuring! 

Bij zaakwaarneming die wordt bekrachtigd wordt de handeling bekrachtigd als bevoegdheid wordt overschreden, onbevoegde handeling bekrachtigen. 

Bij goedkeuring door belanghebbende (pseudo-zaakwaarnemer) wordt de handeling ansicht gerepareerd, dus ook de onbehoorlijke handelswijze van art. 6:202 BW. Geen redelijke grond/onbehoorlijk. Zaakwaarneming is goed, anders dan overschrijding vertegenwoordigingsbevoegdheid.

 

Schadelijke bemoeizucht kan een onrechtmatige daad opleveren, art. 6:200 BW gaat over handelswijze en beschermt niet tegen ongevraagde inmenging. Vordering op de belanghebbende bij zorgvuldige behartiging.

 

Verplichtingen voor zaakwaarnemer art. 6:199 BW, een bepaalde zorg betrachten en als je die eenmaal begonnen bent moet je die voorzetten (redelijkheidstoets) en achteraf heb je een verantwoordingsplicht (rekeningen overleggen). 

Opruiming na ontruiming achtergelaten inboedel vormt geen schending van art. 6:199 BW. 

Schending van zorgplicht waarnemer, OD àwanprestatie dus verzuim van rechtswege art. 6:83 sub b àmatiging art. 6:109 BW. Zaakwaarnemer heeft bij schending zorgplicht geen recht op vergoeding

 

Verplichtingen voor de belanghebbende. 

Schadevergoeding bij behoorlijke behartiging: alleen schade geleden in de uitoefening van de zaakwaarneming. 

Loon bij professionele behartiging. Art. 6:200 lid 2 BW, moet wel redelijk zijn!

Betaalt de belanghebbende niet: geen verzuim van rechtswege, dus in gebreke stellen. 

Zwerfkatten: vrouwproblemen met de buren, 60 katten moesten weg, dierenkliniek verzorgt de katten. Schadevergoeding, mevrouw zegt het is teveel eten betaalt, dierenkliniek zegt ik hou de katten tot jij betaalt. 

 

Onverschuldigde betaling

Art. 6:203 BW. 

Het moet gaan om een prestatie (een betaling), door de een aan de ander verricht zonder rechtsgrond (nietigheid en vernietiging art. 3:53 BW, of geld overmaken op verkeerde rekening). 

Bewust of onbewust gebeurt maakt niet uit.

 

De ongedaanmakingsverbintenis. 

Zelfde doel als onverschuldigde betaling is het herstel in dezelfde toestand, geen schadevergoeding. 

 

Artikel 6:203 BW: 

Auto leveren, ovk vernietigt, de betaling (lid 2) wordt teruggedraaid en auto terug (lid 1). Zaken zijn lid 1 en geld ziet op lid 2. 

Lid 3 stelt dat een prestatie naar zijn aard niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Bijvoorbeeld renteverlies. 

 

Ongedaanmaking van een prestatie dat onmogelijk is naar aard van de prestatie, zoals huurgenot, werkzaamheden, beldiensten. 

Art. 6:210 lid 2 BW: vergoeding van de waarde van de prestatie op het ogenblik van ontvangst daarvan. 

Dit leidt tot waardevergoeding in drie gevallen (voor zover redelijk). 

  1. Indien ontvanger is verrijkt door de prestatie.
  2. Indien aan hem is toe te rekenen. 
  3. Indien hij heeft ingestemd met verrichten van een tegenprestatie.

 

Nakoming is onmogelijk omdat de zaak is vergaan door bijvoorbeeld brand of overboord gevallen. Dit is een tekortkoming in de nakoming, dit leidt tot wanprestatie. Eventueel schadevergoeding art. 6:74 BW indien het toerekenbaar is art. 6:204 BW ivm zorgvuldigheid, tenzij sprake is van overmacht art. 6:78 BW. 

Ingebrekestelling art. 6:205 BW? Alleen indien de ontvanger te goeder trouw is. 

 

Ongedaanmaking door handelingsonbekwame ontvanger art. 6:209 BW. 

Alleen verplicht terug te betalen indien het werkelijk tot voordeel heeft gestrekt.

Zaak 1: bedrag naar minderjarige overgeschreven, bedrag niet gebruikt maar gebruikt door derde die de pinpas had gestolen want hij had er geen voordeel van gehad.

Zaak 2: gestolen pinpas van minderjarige bedrag opgenomen in fases en daarna aangifte van diefstal. Aangifte nadat het bedrag is verdwenen. Dus wel terugbetalen. 

 

Rechten ontvanger ter kwader trouw: 

  • Art. 6:206 jo 3:121 BW: beperkt recht op vergoeding van kosten die hij ten behoeve van het goed heeft gemaakt (vruchten moet hij afstaan). 
  • Art. 6:205 BW terstond in verzuim.

Rechten ontvanger ter goeder trouw: 

  • Art. 6:206 jo 3:120 BW: vruchten en vergoeding van de ten behoeve van het goed gemaakte kosten.
  • Art. 6:207 jo 204 BW: vergoeding van kosten van ontvangst en retourneren van het goed, én van uitgaven die hij heeft gedaan in de periode waarin hij redelijkerwijze met een verplichting tot teruggave van het goed geen rekening behoefde te houden en die zouden zijn uitgebleven als hij het goed niet had ontvangen.

 

Gratis mobieltjes II-arrest

Je krijgt geen gratis mobiel want de prijs wordt dik terugbetaalt door het abonnement, dus sprake van koop op afbetaling of kredietovereenkomst met bijbehorende informatieplicht.

Als consument vordering instellen op grond van onrechtmatige daad of overeenkomst vernietigen art. 193j. 

Sprake van partiële nietigheid. 

Terugbetaling koopprijs is geldsom door aanbieder art. 6:203 lid 2 BW.

Teruggave toestel is goed door ontvanger art. 6:203 lid 1 BW (in beginsel de stat betreft waarin het toestel verkeerde ten tijde van ontvangt. 

Complicaties bij nakoming: 

  • Vermindering waarde door enkele tijdsverloop
  • Vermindering van de waarde door gebruik of beschadiging
  • Achterwege blijven van restitutie van het toestel.
  • Onmogelijkheid van restitutie door tenietgaan, zoals doorverkoop.

 

Hoe om te gaan met deze complicaties?

  • Waardevermindering: voor rekening van de aanbieder.
  • Staatvermindering: gelet op 6:204 lid 1 niet snel voor rekening voor de ontvanger.
  • Niet-nakoming: ingebrekestelling (6:205) + vervangende schadevergoeding (6:87): vervangende waarde tegen tijdstip van de omzetting tenzij waarde al eerder is gedaald door onzorgvuldigheid (6:204 lid 1). De waarde wordt verrekend met de terugbetalingsplicht van de aanbieder (koopprijs).
  • Onmogelijkheid; moet door ontvanger worden gesteld en bewezen, evt 6:78 bij overmacht.

 

Vergoeding genot op grond van 6:203 jo 210 lid 2 BW?

Gebruik is naar zijn aard niet meer ongedaan te maken.

HR nee na vernietiging van de overeenkomst ziet de onverschuldigde prestatie die moet worden teruggegeven dan ook slechts op het toestel, en niet op het met de eigendom gepaard gaande genot dat de consument eventueel van het toestel heeft gehad. GEEN waardevergoeding.

 

Ongerechtvaardigde verrijking (6:212): Nee, strijd met Europese regels en afschrikwekkende sanctie op schending consumentenregels. Als ze dat doen dan gaat consument geen beroep doen en dus wordt de consument niet meer beschermd. 

 

Ongerechtvaardigde verrijking

Ongegronde vermogensverschuivingen, vergoeding van de schade en niet ongedaanmaking.

Standaard arrest: Quint te poel-arrest (oud BW). Nieuw BW 6:212 BW.

Van der Tuuk Adriani/Batelaan

Op grond van nieuwe regelgeving werd vergunning voor apotheek voor huisarts afgenomen, Batelaan werd verarmd en apotheek kwam toe aan van der Tuuk die werd verrijkt. 

HR stelt, de wet brengt deze verrijking toe maar rechtvaardigt haar niet. Huisarts heeft vordering op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Nu simpeler want art. 6:212 BW. 

 

Art. 6:212 BW:

Verrijking 

  • HR 5 sept 2008: Man verricht verbouwingskosten, hij zegt besparing van verbouwingskosten maar pand is niet in waarde gestegen. Niet nodig dat het pand in waarde is gestegen, ook afname schuld is verrijking.

Verarming

  • HR 24 mei 2013: Subway betaalt lager aan tussenpersoon dan tussenpersoon aan eigenaar. Tussenpersoon valt er tussenweg, Subway met eigenaar nieuwe huurovk. Tijdje zit Subway zonder ovk wel in het pand, een jaar lang. Er moet sprake zijn van een verarming.

    • Verarming ook als hij niet elders vervangende bedrijfsruimte hoeft te huren en hij niet door dat gebruik is verhinderd de ruimte aan een derde te verhuren. 

Causaal verband tussen verarming en verrijking

  • HR 30 sept 2005: de Groene Specht. Koker koopt huis voor moeder voor lage prijs, C heeft gebruiksrecht van het huis en bracht verbeteringen aan. C moet het huis verlaten. Is K ongerechtvaardigd verrijkt? NEE, geen causaal verband tussen verrijking (lage prijs) en verarming (verbetering). Wel als voldaan is aan nadere criteria om vast te stellen of een beroep op 6:212 toch slaagt. 

    • Recht jegens de verkoper. 
    • Vergoedingsregeling was geregeld tussen moeder en K (restrictief toepassen). 
    • Ongerechtvaardigd (toerekenbare onzorgvuldigheid)

Ongerechtvaardigde verrijking.

Dubbel plafond: 

  • Niet meer dan voordeel/verrijking ook al is de verarming groter.
  • Niet meer dan nadeel/verarming (schade) ook al is de verrijking groter. 

 

Stel de woning stijgt in waarde met 150.000, kosten zijn maar 50.000 euro. Hoeveel vergoeden? Nooit meer dan 50.00 euro. Andersom? Verbetering leidt tot 50.000 euro maar kosten 150.000. Dan is de vergoeding 50.000 euro. ALTIJD HET LAAGSTE BEDRAG VERGOEDEN.

 

Voor zover redelijk; 

  • Geen opgedrongen besteding (ziet schuurtje, gaat het verven en stuurt de rekening op).
  • Grote vrijheid bij bepaling hoogte schadevergoeding (bijv. lager dan die 50.000 euro).
  • Schadevergoeding in nature art. 6:103 BW (bijv. teruglevering van iets).

 

Verrijking afgenomen

  • Art. 6:212 lid 2: wel of niet toerekenen aan de verrijkte?
  • Art. 6:212 lid 3: verdacht en niet verdacht tijdsbestek?

 

Vermobo/Van Rijswijk (HR 29 jan 1993):

De zoon sluit de overeenkomst om op grond van de vader de stal te bouwen. 

De zoon kan niet meer betalen. Aannemer probeert vader aan te spreken. 

Vermindering van de verrijking in de verdachte periode blijft buiten beschouwing lid 3, dus onder omstandigheden kan lid 3 de hoogte van de vergoeding beïnvloeden. Speelt hier niet.

 

Contract? Haviltex want de vader was erbij. HR zegt nee.

Onrechtmatig gehandeld? 

  • Vader wist dat zoon geld niet had, op grond van vader ingestemd dat het op zijn grond komt. 
  1. Hij profiteert van de nieuwbouw
  2. Hij ook van meet af aan heeft geweten dat de opdrachtgever niet zal betalen
  3. Hij toch heeft nagelaten de aannemer te waarschuwen.

Omstandigheden van het geval bepalen of sprake is van ongerechtvaardigde verrijking: redelijkheidstoets! 

Bij ongerechtvaardigde verrijking redelijkheidstoets, niet bij onrechtmatige daad.

 

Samenloop

Samenloop kan met meerdere leerstukken. 

Zaakwaarneming en

  • Onrechtmatige daad zijn. 

    • Schadevergoedingsplicht van zaakwaarnemer jegens de belanghebbende.
    • Schadevergoedingsplicht van belanghebbende jegens zaakwaarnemer (Verhuizende zusjes).
  • Vinderschapsregeling art. 5:5 BW gaat voor op zaakwaarneming.

 

Onverschuldigde betaling en

  • Onrechtmatige daad (later vernietigde belastingaanslag)
  • Revindicatie
  • Ongerechtvaardigde verrijking (onverschuldigde betaling en een derde speelt)
    • Verkoper, huurder, verhuurder. Huurder plaatst deur maar betaalt niet aan de verkoper, de huurder profiteert hiervan. Verkoper heeft vordering op verhuurder.

 

Ongerechtvaardigde verrijking en

  • Onrechtmatigde daad (Vermobo/Van Rijkswijk).

 

 

 

 

 

 

 

Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]