TentamenTests bij de 6e druk van Contractuele samenwerkingsvormen in beroep en bedrijf van Huizink


Wat zijn de kenmerken en welke eisen kent de oprichting? - Tentamen 2

 

Vragen

Vraag 1

De heer van Veen, mevrouw Walraven en de heer Zandvliet willen onder de naam ‘De Tuinkabouter’ een samenwerkingsverband aangaan. Het samenwerkingsverband willen zij aangaan om gezamenlijk winst te behalen door siertuinen voor particulieren aan te leggen. De heer van Veen heeft veel verstand van financiën. Mevrouw Walraven heeft technische kennis. De heer Zandvliet zal alleen op aanwijzing van mevrouw Walraven uitvoerende werkzaamheden verrichten. Het samenwerkingsverband is niet ingeschreven in het handelsregister. In het samenwerkingscontract is o.a. het volgende opgenomen:

De ondergetekenden:

  1. dhr. B. van Veen, wonende te Hillegom, geboren 18 mei 1984 te Amsterdam, Nederland, hierna te noemen vennoot sub 1;
  2. mevr. C.S.V. Walraven, wonende te Lisse, geboren 5 februari 1975 te Haarlem, Nederland, hierna te noemen vennoot sub 2;
  3. dhr. D.B. Zandvliet, wonende te Sassenheim, geboren 6 juni 1979 te Leiden, Nederland, hierna te noemen vennoot sub 3;

verklaren dat zij met elkaar per 14 februari 2016 een samenwerkingsverband onder de naam ‘De Tuinkabouter’ zijn aangegaan, welke zal worden geregeerd door de navolgende bepalingen:
(...)

Artikel 2

Het doel van de samenwerking is het aanleggen van siertuinen en het verlenen van aanverwante diensten.
(...)

Artikel 4
  • Vennoot sub 1 brengt in:
    • Een bedrag van € 20.000.
  • Vennoot sub 2 brengt in:
    • Een bestelbus van het merk en type MERCEDES-BENZ SPRINTER met het bouwjaar 2009 ter waarde van € 5.000.
  • Vennoot sub 3 brengt zijn volledige en onverdeelde arbeidskracht, vlijt en kennis in.

(...)

De heer van Veen stelt dat de samenwerking is te kwalificeren als een vennootschap onder firma. Hoe beoordeelt u deze stelling van de heer van Veen?

Vraag 2

Maartje is met haar vader Jan met ingang van 1 september 2012 voor onbepaalde tijd een v.o.f. aangegaan (VOF Veehouderij Koetjes & Kalfjes) die ten doel heet het gezamenlijk uitoefenen van een veehouderijbedrijf op de boerderij van Jan. De vof is ingeschreven in het handelsregister. Jan heet bij het aangaan van de vennootschap de boerenwoning ingebracht evenals de veestallen en de 15 hectare land die om de boerderij heen liggen. Ook heeft hij de hele veestalen ingebracht evenals zijn kennis en arbeid. Maartje heeft haar kennis en arbeid ingebracht. Daarnaast heeft zij de ‘economische’ eigendom van een tractor ingebracht in het samenwerkingsverband. In de schritelijke vennootschapsovereenkomst is bepaald dat ieder der vennoten bevoegd is de vennootschap te doen eindigen door schriftelijke opzegging aan de andere vennoot met een opzegtermijn van 3 maanden. Na een groot meningsverschil over de bedrijfsvoering tussen Maartje en Jan, besluit Maartje op 1 augustus 2017 dat ze niet langer wil samenwerken met haar vader. Ze zegt de vennootschap daarom op in overeenstemming met de opzeggingsvereisten in de vennootschapsovereenkomst. De vennootschap wordt vervolgens per 1 december 2017 ontbonden. Tijdens de verefening en verdeling van het vermogen van de vennootschap stelt Maartje zich op het standpunt dat de waardevermindering van de tractor (de afschrijving hiervan over de afgelopen 5 jaar) verrekend moet worden tussen haar en haar vader. Tevens stelt zij dat Jan en zij gezamenlijk eigenaar zijn van de tractor en dat Jan zijn aandeel in de tractor aan haar terug moet leveren.

Geef aan in hoeverre de stellingen van Maartje correct zijn.

Vraag 3

Bert en Geert kennen elkaar van de rechtenstudie in Utrecht en werken allebei al een aantal jaren in de praktijk als advocaat. Tijdens een reünie van hun studievereniging in Utrecht raken Bert en Geert aan de praat en ontstaat het idee om samen een advocatenpraktijk te beginnen. De praktijk zou gevoerd kunnen worden vanuit de woning van Bert onder de naam Bert en Geert advocaten. Een paar maanden later bezoeken Bert en Geert de notaris om een contract te tekenen waarin de voorwaarden voor hun samenwerking zijn vastgelegd. In het contract is onder andere bepaald dat Bert zijn huis aan het Wilhelminapark inbrengt, Geert een geldbedrag zal inbrengen en dat de winsten gelijk verdeeld zullen worden. Het samenwerkingsverband wordt ingeschreven in het handelsregister met de gemaakte afspraken inzake vertegenwoordiging.

Hoe zou het samenwerkingsverband van Bert en Geert gekwalificeerd moeten worden? Welke elementen spelen bij die kwalificatie een rol? Is het vereist dat Bert en Geert de afspraken over hun samenwerking schriftelijk dan wel notarieel vastleggen?

Vraag 4

Stel dat Bert namens het kantoor kantoorbenodigdheden heeft besteld voor € 1.500 en deze bij afname uit eigen zak betaald heeft, kan hij deze betaling dan verhalen op de vennootschap of op de andere vennoot?

Vraag 5

De samenwerking tussen Bert en Geert verloopt niet optimaal. Als Bert op 7 oktober 2013 voor RTV Utrecht een onhandige uitspraak doet over een zaak die Gerard behandelt, is dit voor Gerard de druppel die de emmer doet overlopen. Dezelfde avond besluiten Bert en Gerard de samenwerking op te zeggen per 1 januari 2014 zodat ieder de tijd heeft om de lopende zaken af te ronden. Op 25 oktober 2013 besluit het kabinet dat de hypotheekrente per direct wordt afgeschaft. De volgende dag dalen de huizen prijzen in Nederland met 10%.

Moet de waardedaling van de woning aan het Wilhelminapark tussen de ex-vennoten verrekend worden? Zo ja, hoe, zo nee waarom niet?

Vraag 6

Simon Schoon en zijn zoon Diederik Schoon zijn in 2009 een vennootschap onder firma (VOF) aangegaan onder de naam Schoonmaakbedrijf Switch. Allebei hebben zij hun arbeid ingebracht. In 2013 besluiten de vennoten om ook Karlijn Schaap als vennoot toe te laten treden tot de VOF. Karlijn brengt ook alleen haar arbeid in. Omdat zij geen familie is, wil Simon in het vennootschapscontract laten opnemen dat hij, als 'pater familias', bevoegd is tot het uitstoten van een van de vennoten uit het vennootschapsverband wanneer er sprake is van wanprestatie van een de vennoten jegens de andere vennoten. Hij vraagt hierover uw advies.

Is het mogelijk een dergelijk beding op te nemen in de vennootschapsovereenkomst? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de vereisten voor een dergelijk beding?

Vraag 7

Meredith, Amelia en Maggie zijn in 2001 een vof aangegaan onder de naam Riggs. De drie vennoten hebben allen alleen hun arbeid ingebracht. De vof is op 3 januari 2011 door opzegging ontbonden. Maggie zal de onderneming voortzetten als eenmanszaak. De vennoten hebben de afspraak gemaakt dat de aandelen in het maatschapsvermogen van Meredith en Amelia toegescheiden zijn aan Maggie onder de verplichting om de waarde van de aandelen in geld uit te keren aan Meredith en Amelia. Wanneer Meredith uitbetaling van haar aandeel vordert van Maggie, stelt Maggie dat Meredith geen recht heeft op 1/3e van de winst omdat Meredith een zo geringe arbeidsinbreng had, dat van een reële inbreng geen sprake was. Meredith betwist dit. Er was in het contract geen afspraak gemaakt over de verdeling van winst en verlies tussen de vennoten. Meredith stelt dat zij net als Maggie en Amelia ondernemingsrisico heeft gelopen en derhalve wel recht heeft op 1/3e van de winst, ongeacht het feit dat zij minder arbeid heeft verricht.

  • Geef een argument voor de stelling van Meredith.

  • Geef een argument voor de stelling van Maggie.

Antwoordindicaties

Vraag 1

Om het samenwerkingsverband te kwalificeren als een VOF zal sprake moeten zijn van een maatschap tot uitoefening van een bedrijf onder een gemeenschappelijke naam (art. 16 WvK). Van een maatschap is sprake (art. 7A:1655 BW) als voldaan is aan de volgende vereisten. Er moet een overeenkomst zijn (in casu aanwezig), inbreng door elk der vennoten (zie art. 4 contract), oogmerk om voordeel te behalen en te delen (aanwezig: zie de zinssnede ‘om gezamenlijk winst te behalen’) en gelijkwaardige samenwerking (HR Dierenartsenpraktijk). Op dit laatste punt is er wellicht twijfel; mogelijk omdat de casus vermeldt dat de heer Zandvliet louter op aanwijzing van Walraven werkzaamheden zal uitvoeren. Maar er bestaat in ieder geval een VOF tussen van Veen en Walraven. Het gaat in casu om uitoefening van een bedrijf (aanleggen van siertuinen voor particulieren) onder gemeenschappelijke naam (in casu ‘De Tuinkabouter’). NB inschrijving in het handelsregister is geen oprichtingsvereiste (art. 23 WvK).

Vraag 2

De manier waarop goederen in de vennootschappelijke gemeenschap zijn ingebracht, is bepalend voor het antwoord op de vraag of er verrekend en/of teruggeleverd moet worden. Maartje heeft de ‘economische’ eigendom van de tractor ingebracht. Dat betekent dat een waardedaling – in beginsel – voor rekening komt van de vof, wat neerkomt op verrekening van de waardedaling tussen de vennoten c.q. Maartje en haar vader. De eerste stelling van Maartje is dus juist. Van een goed dat economisch wordt ingebracht blijft het juridisch eigendom bij de inbrenger. De stelling van Maartje ten aanzien van de gezamenlijke eigendom en teruglevering is dus onjuist. De tractor is alijd haar eigendom gebleven en er is dus ook geen sprake van een aandeel van Jan dat hij zou moeten terugleveren.

Norm:

  • bij economische inbreng dienen waardeverminderingen en vermeerderingen achteraf verrekend te worden
  • deze stelling is dus juist
  • van een goed dat economisch wordt ingebracht blijft het juridisch eigendom bij inbrenger
  • geen levering van aandeel
  • deze stelling dus onjuist

Vraag 3

Een openbare maatschap is volgens art. 7A:1655 BW e.v. een samenwerking van beoefenaars van vrije beroepen (advocaat), die een bedrijf uitoefenen onder een gemeenschappelijke naam. Er moet sprake zijn van een overeenkomst, waarin ook meerdere personen zich tot een inbreng verbinden, met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met elkaar te delen.

  • Er moet wilsovereenstemming zijn (bijzondere overeenkomst)

  • Tot samenwerking ('Affectio Societatis'; gelijkwaardigheid)

  • Voor gemeenschappelijke rekening

  • Van twee of meer personen, de vennoten

  • Welke samenwerking gericht is op het behalen van vermogensrechtelijk voordeel ten behoeve van alle vennoten

  • Door middel van inbreng door ieder van de vennoten (iets in gemeenschap brengen)

  • Beroep of bedrijf of bedrijfs- of beroepsmatige handelingen

Het is geen VOF, want het betreft de uitoefening van beroep en geen bedrijf. Het verschil is dat beroep vaak een soort van erecode heeft, waarbij clienten verbonden zijn aan personen. Volgens het arrest Dierenartspraktijk hoeft dit niet schriftelijk en dus ook niet notarieel en hoeft er zelfs niet ingeschreven te worden, want de criteria vormen de maatschap, art. 2 HrB en 5 HrW. Het is vormvrij, dus het is niet vereist afspraken over hun samenwerking schriftelijk vast te leggen, maar er zijn wel authentieke gegevens nodig, art. 9-14 Handelsregisterwet 2007, art. 22 WvK.

Vraag 4

Ja, hij kan de vennoten aanspreken op grond van art. 7A:1676 lid 1 en 3 BW. Er is sprake van een beheershandeling, er wordt vanuit gegaan dat de vennoten elkaar die bevoegdheid hebben gegeven. Beheershandelingen zijn die handelingen die noodzakelijk zijn voor de dagelijkse werkzaamheden. Beschikken is voor al het andere en hier is meestal toestemming voor nodig, dus bij grotere aankopen/beslissingen.

Vraag 5

Inbreng is geregeld in art. 7A:1662 BW.

  • Jurisdisch eigendom (eigendomsoverdracht) -eigenaar: vennoten -risico voor vennoten.

  • Genot - eigenaar: inbrenger - risico inbrenger

  • Economisch eigendom -eigenaar: inbrenger -risico vennoten

Bij ontbinding van de maatschap wordt er gekeken naar eventuele waarde dalingen (arrest Hoge Raad, economisch eigendom).

Vraag 6

Essentieel is de gelijkwaardige samenwerking. Dat is in dit geval afwezig, er is eerder sprake van een arbeidsverhouding (arrest HR Vink). Er moet uitdrukkelijk een daartoe strekkend beding zijn afgesproken, dit hoeft niet in strijd te zijn met gelijkwaardige samenwerking.

Vraag 7

Meredith zou haar stelling kunnen onderbouwen door te wijzen op de tekst van art. 1670 lid 1 en 2; wanneer vennoten alleen hun arbeid inbrengen en er zijn geen bijzondere afspraken gemaakt over de winstverdeling, dan geldt dat de vennoten gelijk delen in de winst, zie HR Winst- en verliesdeling.

Maggie zou kunnen betogen op grond van het genoemde arrest van de Hoge Raad dat een gelijke verdeling in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en daarom Meredith niet op gelijke wijze deelt nu zij minder arbeid heeft in gebracht. Het is mogelijk in een geval dat iedere vennoot alleen arbeid inbrengt ieders arbeidsprestatie op waarde te laten taxeren door middel van een bindend advies.

Wat zijn de organisatorische aspecten van de samenwerking? - Tentamen 3

 

Vragen

Vraag 1

Mevrouw Dekker drijft de onderneming ‘Juweeltjes’ en verkoopt sieraden uit Afrika. Op 1 augustus 2016 verkoopt mevrouw Dekker haar onderneming met grote winst aan Juultje van Dijk en Jordi van Berkel, die de onderneming gezamenlijk voortzetten in de vorm van een vennootschap onder firma. In het vennootschapscontract worden geen van de wet afwijkende afspraken opgenomen en ‘Juweeltjes’ VOF wordt ingeschreven in het handelsregister. Op 3 augustus 2016 bestelt Juultje bij Mode BV voor een bedrag van € 1.250 aan promotiemateriaal voor de modetrends van 2017, zonder dat Jordi hiervan op de hoogte is. Ga er van uit dat Juultje het promotiemateriaal bij de aanschaf direct heeft betaald van haar eigen privé bankrekening.

Kan Juultje het door haar betaalde bedrag met kans op succes verhalen op het vennootschapsvermogen en/of op de andere vennoot?

Vraag 2

Twee aannemers willen hun krachten bundelen en een contractuele samenwerkingsvorm aangaan. Zij denken aan een vennootschap onder firma of een stille maatschap. Ze besluiten zich eerst te verdiepen in de wetelijke bepalingen die voor deze rechtsvormen gelden. Nu lezen zij dat voor de v.o.f. geldt dat de vennoten niet bevoegd zijn te vertegenwoordigen ten aanzien van handelingen welke niet tot de vennootschap betrekkelijk zijn. Bij de maatschap vinden zij een dergelijke bepaling niet terug in de wet.

Leg uit waarom bij de maatschap geen behoefte bestaat aan een dergelijke bepaling.

Vraag 3

Mark runt een eenmanszaak die zich bezighoudt met kaasimport uit Zwitserland, Fromagerie genaamd. Mark staat ingeschreven als eigenaar in het handelsregister en zijn dochter Irene werkt in de zaak. in verband met het bereiken van de pensioengerechigde leeftijd wil Mark zich terugtrekken uit de onderneming en de zaak overdoen aan Irene. Aldus geschiedt, maar per abuis wordt vergeten Mark uit te schrijven uit het handelsregister. Na een tijdje komt Mark hierachter en hij vreest voor persoonlijke aansprakelijkheid voor schulden van de eenmanszaak, wanneer gehandeld wordt namens Fromagerie. Mark raadpleegt een bevriende student rechten en die beweert het volgende: “Degene die staat ingeschreven in het handelsregister is alijd aansprakelijk wanneer gehandeld is namens de onderneming, waarbij het geen verschil maakt of de derde daadwerkelijk het handelsregister heeft geraadpleegd.”

Geef aan op welke rechtspraak en wetgeving de bewering van de student gebaseerd is en noem twee redenen waarom deze bewering niet juist althans niet volledig is.

Vraag 4

Sinds de opriching in 2010 floreert wijnhandel Annies & Co VOF, de wijnhandel is opgezet en wordt geleid door de drie zussen Anne, Amber en Lot van Duijn. Zij hebben allen geld en arbeid ingebracht. De samenwerkingsovereenkomst bevat geen van de wet afwijkende bepalingen. Op 1 mei 2017 is Amber uitgetreden uit het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband en het uitreden van Amber van Duijn zijn ingeschreven in het handelsregister. Het samenwerkingsverband wordt voortgezet door Anne en Lot. Begin april 2017 heeft Anne van Duijn namens Annies & Co VOF een partij Franse wijn bij Wijnleverancier De Fransoos besteld voor een bedrag van 10.000 euro. De wijn is – zoals afgesproken – afgeleverd in juni 2017, maar nog steeds niet betaald in november 2017. Wijnleverancier De Fransoos spreekt vervolgens de kapitaalkrachtige Amber van Duijn in prive aan tot betaling van de 10.000 euro. Amber betoogt tegenover de crediteur dat hij zijn vordering eerst zal moeten verhalen op Annies & Co VOF.

Kan Amber van Duijn met kans op succes worden aangesproken tot betaling van de 10.000 euro door Wijnleverancier De Fransoos? Besteed in uw antwoord ook aandacht aan het verweer van Amber.

Vraag 5

De huisartsen Van Maas, Den IJssel en Van der Meer hebben gezamenlijk een huisartsenpraktijk. De drie huisartsen werken samen om gezamenlijk voordeel te behalen. Van Maas heeft het pand waarin de praktijk wordt uitgeoefend ingebracht in het samenwerkingsverband, Den IJssel bracht apparatuur in en Van der Meer de dienstauto. De praktijk heeft geen gemeenschappelijke naam. Namens de praktijk koopt Van Maas zonder dat de andere vennoten hiervan op de hoogte zijn een hoeveelheid verbandmiddelen bij Groothandel Medex BV. Direct na aflevering worden de verbandmiddelen door de huisartsen in gebruik genomen.

Wie kan/kunnen met kans op succes worden aangesproken door Medex BV tot betaling van de verbandmiddelen?

Vraag 6

Willem, Kees en Huib zijn notaris en werken, middels hun praktijkvennootschappen, samen in de maatschap "WKH notarissen". De maatschap is ingeschreven in het handelsregister. Huib verricht al jaren werkzaamheden in opdracht van cliënt X, handelaar in onroerend goed. Tijdens een van de laatste zaken die Huib doet voor cliënt X, vergeet hij, wegens ernstige problemen in zijn privésfeer, voor de levering van het betreffende onroerend goed, te checken of er beslag op ligt. Na de levering blijkt dat dit het geval is. Cliënt X lijdt hierdoor schade. Hij stelt daarop de maatschap alsmede Huib, Willem en Kees in privé aansprakelijk voor deze beroepsfout en vordert schadevergoeding.

Bespreek de kans van slagen van de vordering van cliënt X.

Vraag 7a

Sinds de oprichting in 2006 floreert Wijnhandel Gorter. De wijnhandel is een vennootschap onder firma en wordt geleid door de twee broers Rijk en Rogier Gorter. Zij hebben beide kapitaal en arbeid ingebracht en werken samen om voordeel te halen in de wijnhandel. In juli 2013 is voor € 5.000 een partij witte wijn besteld door Rogier namens de wijnhandel bij de Limburgse Wijngaard St. Bernardus. Deze is afgeleverd en is in het magazijn geplaatst. Wijngaard St. Bernardus spreekt vervolgens de kapitaalkrachtige Rijk Gorter in privé aan tot betaling van de vordering op de wijnhandel.

Geef aan of Rijk Gorter met kans op succes voor deze schuld van de wijnhandel aangesproken kan worden door Wijngaard St. Bernardus.

Vraag 7b

Rijk Gorter betoogt tegenover de crediteur dat die zijn vordering eerst zal moeten verhalen op de VOF zelf. Acht u dit verweer van Rijk Gorter verdedigbaar?

Vraag 8a

Fitz is beherend vennoot en zijn vader Chevalric is commanditair vennoot van Kaarsen CV, een winkel in kaarsen en kaarsattributen. Het gaat in augustus 2012 niet goed met de winkel. Fitz heeft grote schulden gemaakt en de wlambaar BV die Fitz weer voor de helft van de gebruikelijke adviesprijs aanbiedt in de winkel. Vlambaar BV heeft uit deze overeenkomst een vordering op de CV van € 10.000.

Wie kan/kunnen door Vlambaar BV aangesproken worden tot betaling van de € 10.000?

Vraag 8b

Helaas weet Fitz niet voldoende klanten naar zijn winkel te trekken met de aanbieding van de kaarsen. In een mailbericht van 13 november heeft Fitz aan Chevalric laten weten dat hij besloten heeft de winkel te sluiten en 'het niet meer ziet zitten om door te gaan'. Fitz verzoekt Chevalric te helpen om te komen tot kwijting van alle schulden van de CV. Per direct sluit Fitz de deuren van zijn winkel. Daags na dit bericht komt Chevalric in contact met Veritas en deze laatste geeft aan de winkelvoorraad te willen overnemen voor € 7.000 en hij betaalt dit bedrag direct aan Chevalric die dit weer aan de CV doet toekomen. Op 1 december komt Chevalric een schuldeiser van de CV tegen op een feestje. Chevalric weet voor elkaar te krijgen dat deze schuldeiser de schuld van de CV gedeeltelijk kwijtscheldt en dat de CV het restant van de schuld in termijnen mag afbetalen. Op 13 december worden de CV en Fitz failliet verklaard. De curator wil Chevalric aansprakelijk stellen voor de schulden van de CV. Chevalric betwist dit.

Op welke grond stelt de curator Chevalric aansprakelijk? Welke verweren zijn met kans op succes in deze situatie aan te voeren door Chevalric mede gezien de rechtspraak?

Vraag 9a

Drie vrienden die elkaar kennen uit hun studententijd vormen een maatschap, genaamd YOU-advocaten. De maten heten Albert, Bert en Coen. De maten hebben elkaar over een weer een volmacht gegeven om namens de maatschap rechtshandelingen te verrichten. Albert koopt bij leverancier X namens de maatschap kantoorbenodigdheden ter waarde van € 500. Deze kantoorartikelen worden meteen in gebruik genomen op het advocatenkantoor. Stel dat Albert zelf de koopprijs van € 600 voldoet. Kan hij dit bedrag verrekenen met Bert en Coen?

Vraag 9b

Stel dat Albert het bedrag van € 600 niet direct bij de aankoop heeft voldaan. Van wie en voor welk bedrag kan X betaling vorderen?

Vraag 10

Hoe zou u het samenwerkingsverband van Dr.’t Hart en Dr. Van der Stoel kwalificeren? Welke elementen spelen bij die kwalificatie een rol?

Het advocatenkantoor Law 4 All heeft vier vennoten in haar maatschap. Een vijfde advocaat, die medewerker was, treedt als vennoot toe. Vrij snel na zijn toetreding komt er een grote beroepsaansprakelijkheidsclaim als gevolg waarvan de maatschap failliet gaat. De curator stelt alle vijf de vennoten aansprakelijk voor het tekort.

Vraag 11a

Wie kan aangesproken worden wanneer de wijnhandel wel, maar de vertegenwoordigingsafspraak (individueel slechts bevoegd tot een bepaald bedrag) niet in ingeschreven in het handelsregister?

Vraag 11b

Verandert uw antwoord op de vorige vraag wanneer de wijnhandel in het geheel niet is ingeschreven in het handelsregister?

Antwoordindicaties

Vraag 1

Hoewel het in casu gaat om een VOF gelden voor dit geval de regels van de maatschap (1 WvK en/of 15 WvK). Het is in dit verband van belang onderscheid te maken tussen beheers- en beschikkingshandelingen. De handeling valt hoogstwaarschijnlijk aan te merken als beheershandeling omdat de handeling samenhangt met de normale dagelijkse gang van zaken; een organisatie die sieraden verkoopt zal regelmatig promotiemateriaal nodig hebben. Hiertoe worden de vennoten geacht elkaar over en weer de bevoegdheid te hebben verleend en deze handeling komt voor rekening van de maatschap (art. 7A:1676 sub 1 BW). Derhalve kan Juultje het bedrag voor rekening van de maatschap laten komen dan wel dit verhalen bij Jordi.

Vraag 2

De bepaling waarop de vraag ziet is te vinden in art. 17 lid 2 WvK. Bij de maatschap behoeven de maten een volmacht van de andere maten om de maatschap te kunnen vertegenwoordigen (art. 7A:1679/1681 BW). Er geldt dus geen vertegenwoordigingsbevoegdheid op grond van de wet zoals bij de v.o.f., waar de vennoten bevoegd zijn tot vertegenwoordiging tenzij de samenwerkingsovereenkomst anders bepaalt of de handeling buiten het doel valt (art. 17 lid 1 en 2 WvK). Omdat maten toch alijd een volmacht nodig hebben van de andere maten, is een beperking tot handelingen die binnen het doel vallen niet nodig: voor handelingen buiten het doel zal geen volmacht worden verleend.

Norm:

  • bij maatschap volmacht vereist voor vertegenwoordiging 2 pnt
  • art. 7A:1679 of 1681 Bw 1 pnt
  • Vennoten in een VOF in beginsel steeds bevoegd tenzij. 2pnt
  • art. 17 lid 1 WvK 1 pnt
  • art 17 lid 2 WvK 1 pnt
  • Omdat maten toch alijd een volmacht nodig hebben van de andere maten, is een beperking tot werkzaamheden die binnen het doel vallen niet nodig 3 pnt

Vraag 3

De student baseert zijn bewering op het arrest Damen/Geho en art. 25 Hrgw. Uit het arrest Damen/Geho volgt inderdaad dat het niet uitmaakt of de derde daadwerkelijk het handelsregister heeft geraadpleegd om bescherming te kunnen ontlenen aan art. 25 Hrgw. Het is echter niet zo dat degene die staat ingeschreven alijd aansprakelijk is. Hij is niet aansprakelijk als de werkelijke eigenaar niet gebonden is (vgl. Conclusie A-G onder 5). Ook is hij niet aansprakelijk jegens een derde die weet dat hij niet de eigenaar is. De derde wordt namelijk enkel beschermd indien hij te goeder trouw is (‘onkundig’), zo blijkt uit art. 25 Hrgw.

Norm:

  • Damen/geho 1pnt
  • art. 25 Hrgw 1 pnt
  • aansprakelijkheid werkelijke eigenaar (door schijn of bekrachiging) 4 pnt
  • goede trouw 4 pnt

Vraag 4

De vof is bevoegd vertegenwoordigd door Anne op grond van art. 17 WvK (haar bevoegdheid is niet uitgesloten of beperkt en de koop van wijn valt binnen het doel van de vof). De vof is dus gebonden. Voor de verbintenissen van de vof zijn -naast de vof- de vennoten hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK). Deze aansprakelijkheid blijft (in beginsel) ook na uitreden bestaan. Omdat de verbintenis van de vof is ontstaan begin april 2017, voor het uitreden van Amber op 1 mei 2017, kan Amber voor het gehele bedrag (10.000 euro) aangesproken worden in prive op grond van art. 18 WvK. Het verweer van Amber is niet juist omdat de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten inhoudt dat zij elk voor de gehele schuld kunnen worden aangesproken zonder dat er voor de schuldeiser een voorgeschreven volgorde van verhaal geldt.

Norm:

  • vof bevoegd vertegenwoordigd door Anne 1 pnt
  • Art 17 WvK 1 pnt
  • Dus vof verbonden 1 pnt
  • Vennoten hoofdelijk verbonden 1 pnt
  • Art. 18 WvK 1 pnt
  • Amber is aansprakelijk na uitreden 2 pnt
  • Want Amber was vennoot ten ijde van aangaan ovk 1 pnt
  • Verweer van Amber slaagt niet/wel + uitleg hoofdelijkheid/redelijkheid en billijkheid 2pnt

Vraag 5

Stille maatschap (beroep, geen gemeenschappelijke naam). Art. 7A:1681 BW: handeling voor rekening maatschap verbindt slechts de vennoot die deze is aangegaan, tenzij hij een toereikende volmacht had of de zaak ten voordele der maatschap strekt. De verbandmiddelen worden direct in gebruik genomen, het strekt dus ten voordele van de maatschap, het verbindt dus alle vennoten. Bekrachtiging volmacht geschiedt op grond van art. 3:69 BW. Uit het arrest HR Diesel kan afgeleid worden dat er in casu geen voordeel is, dit voordeel moet namelijk financieel zijn.

Binding:

  • Volmacht (art. 7A:1679/1681 BW). art: 3:69 BW: bekrachtiging.

  • Baat (ten voordele) art. 7A:1681 BW (HR dieselgarage II) (art. 7A:1679 BW, volmacht moet toereikend zijn, bekrachtiging door gebruik. Artikel 3:69 BW geeft de bekrachtigingweer. Schijn van volmacht: art. 3:61 lid 2 BW, op grond van opgewekt vertrouwen.

Vennoten in gelijke delen, art. 7A:1680 BW, kunnen worden aangesproken nu er binding is, op grond van art. 6:6 BW kan dit hoofdelijk. Het betreft een stille maatschap zonder afgescheiden vermogen, dus de maatschap is niet aansprakelijk.

Vraag 6

Openbare maatschap (beroep, gemeenschappelijke naam):

  • Voldoende volmacht, dus ieder voor gelijke delen schulden aansprakelijk, art. 7A:1679 en 7A:1681 BW (Biek/Holding, afgescheiden vermogen).

  • Overeenkomst van opdracht. Als de maatschap de opdracht aanvaardt, dan is iedere vennoot hoofdelijk aansprakelijk op grond van art. 7:407 lid 2 BW. Ook uittreden uit de maatschap zorgt er niet voor dat de vennoot niet meer gebonden is; persoonlijke binding.

Vraag 7a

Art. 17 WvK, iedere vennoot is bevoegd de VOF aan derden te verbinden.

Art. 18 WvK, elk der vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor verbintenissen VOF.

Vraag 7b

Eerst naar VOF, daarna vennoten, geen verplichting. Nee, Rijk is hoofdelijk aansprakelijk, dus de schuldeiser kan kiezen, rekening houdende met de redelijkheid en billijkheid.

Vraag 8a

Op Fitz, art. 17 en 18 (en 19) WvK en de CV.

Vraag 8b

Chevalric heeft in naam van vennootschap opgetreden tegen Veritas en de schuldeiser. Art. 20 WvK gaat over beheersdaden, op grond van art. 21 WvK is hij hoofdelijk verbonden als je het beheersverbod overtreedt. Chevalric kan verweren dat hem niks te verwijten valt, want er moet sprake zijn van een bewuste overtreding en een ernstig verwijt, hetgeen de curator moet bewijzen. Om de aansprakelijkheid te ontlopen, zou hij zich tijdelijk kunnen inschrijven en vervolgens weer uit kunnen schrijven.

Vraag 9a

Ja, op grond van art. 7A:1676 sub 1 BW heeft Albert beheersbevoegdheid. Deze bevoegdheid impliceert het stellen van rechtshandelingen, die gelet op het doel van de maatschap, tot haar gebruikelijke, regelmatig voorkomende werkzaamheden behoren. Albert kan verrekenen

Vraag 9b

Albert is bevoegd namens de maatschap te handelen nu hij een volmacht heeft (art. 7A:1679 jo 1681 BW). X kan Albers, Bert en Coen aanspreken voor gelijke delen, dus ieder voor € 200 (art. 7A:1680 BW).

Vraag 10

De samenwerking zou gekwalificeerd kunnen worden als een stille maatschap. Er is sprake van een samenwerking die gericht is op het behalen van vermogensrechtelijk voordeel (besparing van kosten ten behoeve van alle vennoten) door middel van inbreng door ieder van de vennoten. De relevante elementen zijn blijkens de uitspraak HR 2 september 2011 LJN BQ3876 Dierenartspraktijk: overeenkomst, samenwerking, gelijkheid/gelijkwaardigheid, verdeling van voordeel, inbreng en gerichtheid op voordeel voor alle deelnemers. De vraag is of er sprake is van een samenwerking (affectio societates). Verdedigd zou kunnen worden dat er slechts sprake is van een zogenaamde ‘kostenmaatschap’ die dan eerder als een contract ‘sui generis’ is te beschouwen.

Vraag 11a

Niet inschrijving kun je niet tegenwerpen, art. 25 lid 3 HrW. Dit kan alleen als je te goede trouw bent, de derde moet niet van het bestaan van de regel weten. De VOF en de vennoten zijn aansprakelijk op grond van art. 18 HrW.

Vraag 11b

Art. 29 HrW: bij niet inschrijven, mag er van uitgaan worden dat vennoten voldoende bevoegdheid hebben, dit geldt ook indien er sprake is van kwade trouw (art. 25 lid 3 HrW).

 

Vraag 1

 

Mevrouw Dekker drijft de onderneming ‘Juweeltjes’ en verkoopt sieraden uit Afrika. Op 1 augustus 2016 verkoopt mevrouw Dekker haar onderneming met grote winst aan Juultje van Dijk en Jordi van Berkel, die de onderneming gezamenlijk voortzetten in de vorm van een vennootschap onder firma. In het vennootschapscontract worden geen van de wet afwijkende afspraken opgenomen en ‘Juweeltjes’ VOF wordt ingeschreven in het handelsregister. Op 3 augustus 2016 bestelt Juultje bij Mode BV voor een bedrag van € 1.250 aan promotiemateriaal voor de modetrends van 2017, zonder dat Jordi hiervan op de hoogte is. Ga er van uit dat Juultje het promotiemateriaal bij de aanschaf direct heeft betaald van haar eigen privé bankrekening.

Kan Juultje het door haar betaalde bedrag met kans op succes verhalen op het vennootschapsvermogen en/of op de andere vennoot?

Antwoord: in te zien voor abonnees

 

Wat is de verdeling omtrent winst en verlies bij samenwerkingsvormen? - Tentamen 4

 

 

Vragen

Vraag 1

Jansen en van Stockel zijn beherende vennoten van taxibedrijf MetStijl CV. Verbruggen is commanditair vennoot. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van Jansen is in de vennootschapsovereenkomst beperkt tot het verrichten van rechtshandelingen waarmee een bedrag is gemoeid van maximaal € 20.000. Alles is op de juiste manier ingeschreven in het handelsregister. Jansen en Verbruggen kopen gezamenlijk handelend op 4 januari 2017 namens MetStijl CV een bestelauto voor een bedrag van €25.000 van TopAuto BV. Wanneer de bestelauto ten kantore van de CV wordt afgeleverd, zijn niet alleen alle vennoten aanwezig, maar ook de buurman die kantoor houdt naast de CV. De bestelauto blijkt precies de auto te zijn die buurman zoekt. Hij wil de auto graag overnemen van de CV voor € 30.000 en dit gebeurt ook op de correcte manier. Op 1 februari 2017 treedt Jansen uit als beherend vennoot en treedt Grijpstra toe als beherend vennoot. De vennootschapsovereenkomst bevat een voortzettingsbeding. Op 1 maart 2017 heeft TopAuto BV nog steeds geen betaling gekregen. De uittreding van Jansen en de toetreding van Grijpstra zijn ingeschreven in het handelsregister.

Wie kan/kunnen door TopAuto BV aangesproken worden voor het onbetaalde bedrag van € 25.000?

Vraag 2

Ga ervan uit dat sprake is van een vennootschap onder firma tussen de drie genoemde vennoten. Na een jaar staat vast dat een winst van € 60.000 verdeeld kan worden. Mevrouw Walraven vreest conflicten over de verdeling van de winst tussen haar medevennoten. Aangezien zij het nog steeds met zowel de heer van Veen als de heer Zandvliet goed kan vinden, wordt op haar voorstel op 12 december 2016 het volgende artikel toegevoegd aan het vennootschapscontract:

Artikel 10
Ter berekening van de netto-winst worden van de bruto-inkomsten afgetrokken alle verliezen, bedrijfskosten, afschrijvingen en rentevergoedingen. Geen winst zal geacht worden te zijn gemaakt, indien enig verlies over vorige jaren niet zal zijn
ingehaald.
Vennoot sub 2 bepaalt tot welk percentage van de winst elk der vennoten gerechtigd is.

Op welke wijze zal de winst verdeeld worden op 14 februari 2017?

Vraag 3

Ga ervan uit dat tegelijkerijd met de uitreding van Amber van Duijn, Silke van Westerdorp op 1 mei 2017 als commanditaire vennoot toetreedt tot het samenwerkingsverband en Olivier Noord als beherend vennoot. Aan alle daarbij behorende formaliteiten wordt voldaan.

Kan/kunnen Silke en/of Olivier met kans op succes door Wijnleverancier De Fransoos worden aangesproken tot betalinge van de 10.000 euro? Zo Ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet? (10 punten)

Vraag 4

De VOF is op 3 januari 2013 door opzegging ontbonden. Karlijn Schaap zal de onderneming voortzetten als eenmanszaak. De vennoten hebben de afspraak gemaakt dat de aandelen in het maatschapsvermogen van Simon Schoon en Diederik Schoon toegescheiden zijn aan Karlijn Schaap onder de verplichting om de waarde van de aandelen in geld uit te keren aan Simon en Diederik. Wanneer Simon uitbetaling van zijn aandeel vordert van Karlijn, stelt Karlijn dat Simon geen recht heeft op 1/3e van de winst omdat Simon een zo geringe arbeidsinbreng had, dat van een reële inbreng geen sprake was. Simon betwist dit. Er was in het contract geen afspraak gemaakt over de verdeling van winst en verlies tussen de vennoten. Simon stelt dat hij net als Diederik en Karlijn een ondernemingsrisico heeft gelopen en derhalve wel recht heeft op 1/3e van de winst, ongeacht het feit dat hij minder arbeid heeft verricht.

  • Geef een argument voor de stelling van Simon.

  • Geef een argument voor de stelling van Karlijn.

Vraag 5

Stel dat ten aanzien van de vertegenwoordigingsbevoegdheid de vennoten in hun overeenkomst hebben bepaald dat zij individueel slechts bevoegd zijn tot een bedrag van € 2.000. Een en ander is ingeschreven in het handelsregister.

Wie kan in dat geval aangesproken worden tot betaling van de € 5.000?

Antwoordindicaties

Vraag 1

Jansen was niet de bevoegd de CV te vertegenwoordigen (art. 17 lid 2 WvK); ook Verbruggen was als commanditair vennoot niet bevoegd de CV te vertegenwoordigen. De auto wordt echter meteen met winst doorverkocht, waardoor er sprake is van baattrekking (art. 7A:1681 BW) en de CV wordt gebonden. Tevens is aan te nemen dat de CV gebonden is te op grond van art. 3:69 BW; er is sprake van bekrachtiging nu de overige vennoten de auto doorverkopen. Jansen en van Stockel zijn als beherend vennoten hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 K). Verbruggen gedraagt zich als beherend vennoot en is daarom ook hoofdelijk aansprakelijk (art. 20 lid 2 jo 21 WvK) voor alle verbintenissen van de CV. Van de uitzondering van Lunchroom De Katterug is geen sprake, want X wist niet dat hij met een commandiet te maken had. Jansen is weliswaar uitgetreden als beherend vennoot, maar zijn aansprakelijkheid blijft bestaan (art. 18 WvK). Ook Grijpstra is als toegetreden vennoot hoofdelijk aansprakelijk (HR Carlande). Omdat de CV gebonden is, kan TopAuto zich verhalen op het afgescheiden vermogen van de CV.

Vraag 2

O.g.v. art. 7A:1671 lid 1 BW jo. 1 en/of 15 WvK is een beding als in artikel 10 derde zin van het vennootschapscontract verboden. Volgens lid 2 van artikel 7A:1671 lid 2 BW wordt een dergelijk beding als ongeschreven beschouwd en dienen de vennoten voor de winstverdeling de regel uit artikel 7A:1670 BW te gebruiken. Iedere vennoot krijgt een deel van de winst naar rato van zijn/haar inbreng (art. 7A:1670 lid 1 BW). De inbreng van Zandvliet wordt volgens lid 2 van dit artikel gelijk gesteld aan de inbreng van Walraven. De verdelingsverhouding is dus als volgt: 4 (van Veen): 1 (Walraven): 1 (Zandvliet). van Veen krijgt dus € 40.000, Walraven € 10.000 en Zandvliet € 10.000.

Vraag 3

Silke is als commanditaire vennoot (in beginsel) niet aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Het ontbreken van externe aansprakelijkheid kan worden afgeleid uit art. 20 lid 3 WvK, dat duidelijk maakt dat de commanditaire vennoot slechts intern gehouden is tot haar inbreng in de venootschap. Wijnleverancier De Fransoos kan Silke derhalve niet aanspreken tot betaling van de 10.000 euro. De Wijnleverancier kan wel Olivier als toetredend beherend vennoot aanspreken voor de betaling van 10.000 euro. Uit het arrest HR Carlande volgt immers dat een toetredend beherend vennoot op grond van art. 18 WvK (ook) hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden van de vennootschap die zijn ontstaan voor zijn toetreden.

Norm:

  • De commanditaire vennoot is niet aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap.
  • Art. 20 lid 3 WvK.
  • Wijnleverancier kan Silke derhalve niet aanspreken tot betaling
  • Olivier als toetredend beherend vennoot aansprakelijk.
  • HR Carlande + rechtsregel
  • Art. 18 WvK.

Vraag 4

Art. 7A:1670 BW: elks aandeel geëvenredigd aan hetgeen hij in de maatschap heeft ingebracht. Lid 2 geldt bij louter inbreng arbeid, waarbij het aandeel gelijk is aan dat aandeel van de vennoot die het minst heeft ingebracht. Ze hebben in casu alle drie alleen arbeid ingebracht. Indien er verder niets van te voren is afgesproken, dan hebben ze in beginsel recht op gelijke delen en dus wel recht op winst.

Karlijn kan zich beroepen op redelijkheid en billijkheid.

Vraag 5

Is er een binding? Nee, want er is geen toereikende volmacht.

  • Art. 3:70 BW: instaan voor volmacht, maar ingeschreven in handelsregister. De VOF is niet gebonden, Rogier echter wel op basis van art. 3:70 jo. 3:78 BW (alleen bij goede trouw).

  • Art. 7A:1681 BW: Rogier is nu zelf verbonden (ook bij kwade trouw)

Arrest Vof/ van den Broek: Rogier kan zelf geen beroep doen op inschrijving, handelsregister beschermd slechts derden.

 

Vraag 1

 

Jansen en van Stockel zijn beherende vennoten van taxibedrijf MetStijl CV. Verbruggen is commanditair vennoot. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van Jansen is in de vennootschapsovereenkomst beperkt tot het verrichten van rechtshandelingen waarmee een bedrag is gemoeid van maximaal € 20.000. Alles is op de juiste manier ingeschreven in het handelsregister. Jansen en Verbruggen kopen gezamenlijk handelend op 4 januari 2017 namens MetStijl CV een bestelauto voor een bedrag van €25.000 van TopAuto BV. Wanneer de bestelauto ten kantore van de CV wordt afgeleverd, zijn niet alleen alle vennoten aanwezig, maar ook de buurman die kantoor houdt naast de CV. De bestelauto blijkt precies de auto te zijn die buurman zoekt. Hij wil de auto graag overnemen van de CV voor € 30.000 en dit gebeurt ook op de correcte manier. Op 1 februari 2017 treedt Jansen uit als beherend vennoot en treedt Grijpstra toe als beherend vennoot. De vennootschapsovereenkomst bevat een voortzettingsbeding. Op 1 maart 2017 heeft TopAuto BV nog steeds geen betaling gekregen. De uittreding van Jansen en de toetreding van Grijpstra zijn ingeschreven in het handelsregister.

Wie kan/kunnen door TopAuto BV aangesproken worden voor het onbetaalde bedrag van € 25.000?

Antwoord: in te zien voor abonnees

 

Wat is de positie van de vennootschapscrediteuren? - Tentamen 5

 

 

Vragen

Vraag 1

Ga ervan uit dat MetStijl CV is gebonden aan de koopovereenkomst met TopAuto BV. Op 1 april 2017 is de rekening van TopAuto BV nog steeds niet betaald. TopAuto BV spreekt van Stockel aan tot betaling van de auto. Van Stockel laat weten dat TopAuto BV zich beter kan verhalen op één van de anderen omdat hij, van Stockel, al een dermate grote schuld heeft aan Boersma, een goede vriend van hem, dat hij niet ook nog TopAuto BV kan betalen. De schuld aan Boersma is een schuld uit een aan van Stockel door Boersma verstrekte lening; van Stockel heeft het geleende geld besteed aan vakanties en luxe goederen voor privégebruik. TopAuto BV legt aan u als deskundige de volgende vraag voor: wie heeft een sterkere positie om de vordering op van Stockel persoonlijk te verhalen: TopAuto BV als zaakscrediteur van MetStijl CV, of Boersma?

Leg aan TopAuto BV uit hoe dit zit.

Vraag 2

Rijk Gorter heeft in augustus 2013 in privé voor € 3.000 een aantal speciale, Franse eikenhouten wijnvaten aan Wijngaard St. Bernardus verkocht en geleverd. Kan Rijk Gorter zich verweren tegen de vordering van € 5.000 die de Wijngaard St. Bernardus tegen hem instelt vanwege de levering van de wijn aan de wijnhandel met een beroep op verrekening met de vordering van hem in privé op Wijngaard St. Bernardus?

Vraag 3

Rogier is onlangs gescheiden van zijn vrouw en hij moet aan haar uit hoofde van de daarover gemaakte afspraken alimentatie betalen. Rogier zit krap bij kas terwijl de VOF juist floreert. Kan de ex-vrouw van Rogier haar vordering verhalen op de vennootschap?

Vraag 4

Op 24 november 2015 16.00 is het officieel: het faillissement van A BV wordt uitgesproken. Die ochtend heeft A BV nog een computer geleverd aan Teletwee BV, die vooraf betaald is. Is Teletwee eigenaar geworden van de computer?

Antwoordindicaties

Vraag 1

De BV is weliswaar zaakscrediteur, maar wat betreft verhaal op een vennoot persoonlijk gelijk te stellen met een privé-crediteur. Ten aanzien van het privévermogen van van Stockel hebben zij dus gelijke rechten.

Vraag 2

HR Teunissen: persoonlijk verweer mag je aandragen als je persoonlijk wordt aangesproken (hoofdelijk). De VOF heeft dit verweermiddel anders niet, want de VOF heeft niet de verrekening van Rijk. Het afgescheiden vermogen is bedacht voor zakelijke crediteuren, verrekening met eigen vennoot tussen hem en de maatschap kan dus niet (arrest HR Bliek).

Vraag 3

Afgescheiden vermogen heeft alleen betekenis voor zakelijke crediteuren, niet voor privé crediteuren. De vrouw moet proberen hem failliet te laten verklaren, zodat de vennootschap ontbonden wordt en zijn vermogen naar hem terug stroomt.

Vraag 4

Nu de faillietverklaring werkt vanaf de dag waarop de faillietverklaring wordt uitgesproken, die dag daaronder begrepen (art. 23 Fw), was A BV niet beschikkingsbevoegd. De eigendom is daarom in beginsel niet overgegaan op Teletwee BV (art. 3:84 BW) want beschikkingsbevoegdheid is een eis voor een geldige overdracht, tenzij Teletwee bescherming kan ontlenen aan art. 3:86 BW, mits zij te goeder trouw is. Dit is denkbaar in casu, nu het faillissement nog niet gepubliceerd was ten tijde van de verkoop (art. 35 lid 3 Fw).

 

Vraag 1

 

Ga ervan uit dat MetStijl CV is gebonden aan de koopovereenkomst met TopAuto BV. Op 1 april 2017 is de rekening van TopAuto BV nog steeds niet betaald. TopAuto BV spreekt van Stockel aan tot betaling van de auto. Van Stockel laat weten dat TopAuto BV zich beter kan verhalen op één van de anderen omdat hij, van Stockel, al een dermate grote schuld heeft aan Boersma, een goede vriend van hem, dat hij niet ook nog TopAuto BV kan betalen. De schuld aan Boersma is een schuld uit een aan van Stockel door Boersma verstrekte lening; van Stockel heeft het geleende geld besteed aan vakanties en luxe goederen voor privégebruik. TopAuto BV legt aan u als deskundige de volgende vraag voor: wie heeft een sterkere positie om de vordering op van Stockel persoonlijk te verhalen: TopAuto BV als zaakscrediteur van MetStijl CV, of Boersma?

Leg aan TopAuto BV uit hoe dit zit.

Antwoord: in te zien voor abonnees

 

Hoe wordt het samenwerkingsverband beëindigd? - Tentamen 6

 

 

Vragen

Vraag 1a

Alberts, Berends en Corneille werken samen in de VOF De Drukkerij. Het bedrijf houdt zich bezig met activiteiten op het gebied van de boekdrukkunst. De drie vennoten brengen ieder hun arbeid in. Daarnaast is afgesproken dat Corneille een bedrijfspand met een waarde van € 200.000 zal in brengen en Berends een drukpers (roerende zaak) met een waarde van € 15.000.

Corneille wil de samenwerking met Alberts en Berends opzeggen. Kan een vennoot te allen tijde aan de vennootschap opzeggen? Aan welke vereisten dient een opzegging te voldoen?

Vraag 1b

Op welke wijze kan worden bereikt dat er een automatische verkrijging van de onroerende zaken door Alberts en Berends plaatsvindt als Corneille uit de vennootschap treedt door opzegging? Welke formaliteiten dient men, gelet op het feit dat het gaat om de verkrijging van onroerende zaken, in acht te nemen? Welke wetsartikelen zijn voor dit antwoord van belang?

Vraag 1c

Op 2 juli 2013 koopt Alberts namens de VOF voor € 5.000 papier bij leverancier Papyrus BV. Betaling van deze € 5.000 door de VOF blijft uit, zelfs na herhaaldelijk aanmanen door Papyrus. Op 1 augustus 2013 is Corneille uitgetreden en is Daamen toegetreden als nieuwe vennoot tot de VOF. Het samenwerkingsverband is ingeschreven in het handelsregister, als ook de uittreding van Corneille en toetreding van Daamen. Wie is er aansprakelijk?

Vraag 2a

Het advocatenkantoor Law 4 All heeft vier vennoten in haar maatschap. Een vijfde advocaat, die medewerker was, treedt als vennoot toe. Vrij snel na zijn toetreding komt er een grote beroepsaansprakelijkheidsclaim als gevolg waarvan de maatschap failliet gaat. De curator stelt alle vijf de vennoten aansprakelijk voor het tekort.

Is de als vijfde toegetreden vennoot aansprakelijk voor het tekort als gevolg van de beroepsaansprakelijkheidsclaim indien de daarmede samenhangende beroepsfout is gemaakt vóór zijn toetreden als vennoot?

Vraag 2b

Stel, de maatschap gaat niet failliet, maar is erg succesvol behalve waar het betreft de prestaties van de laatst toegetreden vennoot. De vier andere vennoten wensen hem wegens zijn “wanprestatie” uit te stoten.

Wat zijn de mogelijkheden voor uitstoting van de laatst toegetreden vennoot?

Antwoordindicaties

Vraag 1a

Opzegging kan door art. 7A:1683 lid 3 BW. Volgens art. 15 WvK jo. 7A:1686 BW is deze opzegging vernietigbaar als het in strijd is met redelijkheid en billijkheid.

Vraag 1b

Uittredingsovereenkomst-> voortzettingsbeding is een dergelijke opzegging, geen ontbinding als gevolg, maar dat het doorgezet kan worden (bij juridisch eigendom).

Blijvingsbeding -> vereist is dan levering, art. 3:89 en 3:186 lid 1 BW (dus krachtens een authentieke akte en inschrijving).

Overnemingsbeding -> bij niet juridisch eigendom.

Vermogensbeding

Vraag 1c

Albert en Berend zijn op basis van art. 17 en 18 WvK hoofdelijke aansprakelijk. Een toetredend vennoot is in beginsel niet aansprakelijk.

Vraag 2a

De laatst toegetreden vennoot zal niet aansprakelijk zijn voor verbintenissen die voor zijn toetreden zijn ontstaan (o.a. Hof Arnhem, 14 september 1999, JOR 2000, 48 (Kroese Wevers/Timberwoord)). Het tegendeel is echter ook verdedigbaar op grond van anders luidende rechtspraak, nl. RB Assen 23 februari 2005 (Wezo Groep/A).

Vraag 2b

Uitstoting (opzegging) door de gezamenlijke of meerderheid van de vennoten aan één vennoot terwijl de vennootschap wordt voortgezet, staat als zodanig niet in de wet, maar kan wel worden overeengekomen. Dat een uitdrukkelijk beding noodzakelijk is in de maatschapsovereenkomst blijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad van 13 juni 1969, NJ 1969, 384 (Warnderink-Vinke). In dat geval kan, aldus de Hoge Raad, een vennoot uitgestoten worden indien hij daar volgens het overeengekomen beding redenen voor geeft.

 

Vraag 1a

 

Alberts, Berends en Corneille werken samen in de VOF De Drukkerij. Het bedrijf houdt zich bezig met activiteiten op het gebied van de boekdrukkunst. De drie vennoten brengen ieder hun arbeid in. Daarnaast is afgesproken dat Corneille een bedrijfspand met een waarde van € 200.000 zal in brengen en Berends een drukpers (roerende zaak) met een waarde van € 15.000.

Corneille wil de samenwerking met Alberts en Berends opzeggen. Kan een vennoot te allen tijde aan de vennootschap opzeggen? Aan welke vereisten dient een opzegging te voldoen?

Antwoord: in te zien voor abonnees
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Join World Supporter
Join World Supporter
Follow the author: Law Supporter
Supporting content
Law & Public Administration - WorldSupporter Start
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer