Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Op welke plek stond het gemeen Romeinse recht (ius commune) binnen de hiërarchie van Middeleeuwse rechtsbronnen?
Waarom stond het ius commune (gemeen recht) in de Middeleeuwen ook wel bekend als ‘geleerd recht’?
De receptie van het Romeinse recht geschiedde op verschillende manieren en in variërende mate. Ondanks de verschillen hadden de Europese landen ook wat met elkaar gemeen. Wat was dit?
Welke van onderstaande stellingen over de toepassing van het Romeinse recht in de Middeleeuwen is correct?
Het Romeinse recht had sinds de zogenaamde receptie ervan slechts gelding in de West-Europese landen die:
Op welke manier werd door de rechtspraktijk van de hoogste rechterlijke instanties in verscheidene Europese gebieden (waaronder Schotland en Duitsland) bijgedragen aan de receptie van het Romeinse recht vanaf de late vijftiende eeuw?
C. De tweede plek na lokale wetgeving, daarna volgde het lokale gewoonterecht.
D. Het gemene recht werd ontwikkeld en onderwezen aan de universiteiten.
B. De subsidiaire toepassing van het Romeinse recht.
A. Bij de uitleg van het lokale recht werd de terminologie van het Romeinse recht gebruikt.
D. Geen van de bovenstaande opties is correct.
In het antwoord moeten uit het volgende rijtje ten minste drie elementen genoemd worden: de (strikte) interpretatie van het lokale recht, het subsidiaire karakter van het Romeinse recht, de voorbeeldfunctie van de hoogste gerechtshoven ten opzichte van lagere rechters (en streven naar uniformering van het recht), de universitaire scholing van de rechters in de hoogste gerechtshoven.
Op welke wijze kon de volkstribuun (tribunus plebis) een belangrijke rol spelen in Romeinse civiele procedures ten overstaan van de praetor?
Waaruit bestonden de codices (rechtsboeken) van Hermogenianus en Gregorius?
De keizer had het druk met diverse activiteiten. In één geval concurreerde hij met de Romeinse juristen. Bij welke activiteit was dit aan de orde?
Het keizerlijke departement van de verzoekschriften (procuratura a libellis) concurreerde met:
Welk staatsorgaan beschikte ten tijde van de Republiek niet over regelgevende bevoegdheden?
Op welke ambten baseerden keizers hun gezag?
In de keizertijd verstarde het ius civile, maar toch werd het in die tijd aangevuld met een extra (republikeinse) rechtsbron. Om welke bron gaat het?
Op welk ambt was de politieke macht van de keizer gebaseerd in het constitutionele bestel van de keizertijd sinds Augustus?
Welke van de volgende stellingen over het Romeinse burgerschap is correct?
De geleerde Ulpianus meende dat al hetgeen de Romeinse keizer besliste, de kracht van wet in zich had. Waar was deze wetgevende bevoegdheid op gebaseerd?
Met het uitvaardigen van de Wet der Twaalf Tafelen werd gepoogd het recht voor elke inwoner van Rome begrijpelijker en toegankelijker te maken. In eerste instantie werd dit doel niet bereikt, waarom niet?
Wat was het verschil tussen het ius civile en het ius gentium, zoals de juristen in het Romeinse Rijk deze termen hanteerden?
Gedurende de sociale strijd tussen de plebejers en de patriciërs dreigden de plebejers in staking te gaan en een eigen stad te stichten. Zij zouden blijven als aan hen een concessie werd gedaan. Welke was dit?
Welke stelling over de inrichting van het consulaat gedurende de Romeinse republiek is niet waar?
Tijdens welke perioden werd aan de rechtsvorming bijgedragen door praetoren?
Binnen het Romeinse recht werd onderscheid gemaakt tussen het ius civile (recht van de burgers en het ius honorarium (magristratenrecht). Welk van onderstaande opties is geen rechtsbron van ius civile?
In de keizertijd werd aan de betere juristen het recht verleend om in het openbaar adviezen uit te brengen (ius publice respondendi). Wat geldt ten aanzien van dit recht?
‘Keizer’ Augustus riep een aantal bevoegdheden voor zichzelf in het leven. Met de bevoegdheden van welke moderne magistraat zijn deze bevoegdheden vergelijkbaar?
Met welk hedendaags staatsrechtelijk instrument is het Romeins senaatsbesluit (senatus consultum) ten tijde van de koningstijd en de republiek vergelijkbaar?
In het tijdperk van ‘keizer’ Augustus (63 voor Chr. – 14 na Chr.) werden de oude staatsinstellingen van de Republiek hersteld. Toch wist hij een centrale plek in dit nieuwe staatsbestel van het principaat te bemachtigen. Op welke wijze lukt hem dit?
Het ius civile was niet eenvoudig aan te passen. Waardoor werd het ondersteund, aangevuld en gecorrigeerd?
Keizer Caracalla verleende in 212 na Chr. middels de constitutio Antoniniana het Romeinse burgerschap aan vrijwel alle inwoners van het Romeinse rijk. Wat was het gevolg van deze constitutio op het recht zoals dat werd toegepast in de provincies?
Een edictum dat door de praetor bij aanvang van zijn ambtstermijn werd uitgevaardigd:
Wat gold na de invoering van de les hortensia ten aanzien van het verschil tussen een ‘lex’ (wet in formele zin) en een ‘plebisciet’?
Welke van de volgende rechtsbronnen heeft nooit formele rechtskracht gehad in het Romeinse recht?
Door wie werd de koning opgevolgd in de zogenaamde Romeinse koningstijd?
De Romeinse term ‘tribunus plebis’ werd vertaald naar ‘volkstribuun’. Dit is nogal misleidend, omdat de volkstribuun:
Sinds de lex Hortensia (286 voor Chr.) bestond tussen beide Romeinse wetten in formele zin, de leges (wetten) en plebiscita (volksbesluiten) geen onderscheid meer wat betreft de rechtskracht. Waarin verschilden de leges en plebiscita nog wel?
Het Romeinse recht heeft nooit een internationaal-privaatrechtelijk conflictenrecht gekend. De oorzaak hiervan is dat in processen tussen Romeinse burgers en vreemdelingen recht werd gesproken door een bijzondere praetor, de vreemdelingenpraetor. Deze praetor sprak recht op basis van:
In de historie van het klassieke Romeinse recht heeft de rechtspraak nooit een beslissende rol gespeeld bij de rechtsvorming. Dit komt omdat:
Wat omvatte het imperium van een magistraat in de Romeinse tijd?
De term ius civile wordt op twee wijzen gebruikt, hiermee wordt namelijk gedoeld op:
De opinies van rechtsgeleerden hadden buitengewoon veel invloed op de ontwikkeling van het Romeinse recht voorafgaand aan Justinianus. De reden hiervan is dat:
Een keizerlijk ‘rescript’ betreft een:
De constitutio Antoniniana (Antonijnse wet) had als gevolg dat:
Welk kenmerk van een codificatie onderscheidt deze van een optekening van het gewoonterecht?
Een van de grootste Romeinse juristen, Ulpianus, stelt dat de keizerlijke beslissingen kracht van wet hebben op basis van twee theorieën. Om welke gaat het?
Ten tijde van de Romeinse republiek berustte de soevereiniteit bij één staatsrechtelijk orgaan. De leer van de machtenscheiding was toen niet aan de orde. Om welk orgaan gaat het?
De Wet van de Twaalf Tafelen betreft de eerste codificatie van het Romeinse recht. De uitleg en toepassing van de wet was in eerste instantie toevertrouwd aan:
In het tijdperk van de Romeinse republiek bestond naast de wetten in formele zin (plebiscita, leges) nog een andere belangrijke rechtsbron. Welke is dit?
Wat betreft de rechtskracht bestaat een wezenlijk verschil tussen een wet in formele zin (lex of plebiscitum) en het edict van een Romeinse magistraat. Wat is dit verschil?
Waarin is het zogenaamde ius gentium (volkerenrecht) hoofdzakelijk ontwikkeld?
In het Romeinse tijdperk van de republiek werd de volkstribuun gekozen door:
Welke van de volgende Romeinse rechtsbronnen werd wel tot het ius praetorium (of ius honorarium) gerekend, maar niet tot het ius civile?
Welke van de volgende rechtsbronnen vormde geen formele rechtsbron in het tijdperk voorafgaand aan de codificatie van Justinianus?
Het Romeinse recht bestaat gedeeltelijk uit het ius civile en gedeeltelijk uit het ius gentium. Wat houdt het ius gentium in?
De Romeinse jurist Marcianus noemde het ius praetorium/honorarium van de praetor ook wel de ‘levende stem van het recht’. Hiermee doelde hij op de positie die dit recht innam ten opzichte van het ius civile. Wat was deze positie? Bespreek in het antwoord de uitspraak van Marcianus.
Op welke twee manieren heeft de praetor het Romeinse privaatrecht ontwikkeld?
Welke taken hadden de lekenrechter en de praetor in een civiel proces in het tijdperk van Papinianus?
Geef een korte omschrijving van zowel het ius civile als het ius honorarium.
C. Hij kon elke beslissing van de praetor ongedaan maken met zijn veto.
D. Privéverzamelingen van het toenmalig geldende keizerrecht.
A. Bij de publicatie van juridische adviezen (rescripta).
C. Met de taak van de respondeerjuristen.
B. De Senaat.
D. Proconsul en volkstribuun.
A. Besluiten van de senaat (senatus consulta).
C. Het ambt van volkstribuun.
C. Het Romeinse burgerschap was voorbehouden aan de inwoners van Rome.
B. Op een wet waarin het volk zijn wetgevende bevoegdheid overdroeg aan de keizer.
D. De uitleg van de Twaalftafelenwet bleef een privilege voor het (patricische) priestercollege.
A. Het ius civile gold enkel voor Romeinse burgers, waar het ius gentium voor alle inwoners van het Romeinse rijk gold.
C. De instelling van volkstribunen (tribuni plebis) met vetorecht.
A. De consuls werden benoemd voor het leven.
C. Gedurende de republiek en het principaat.
B. Edicten (edicta).
D. Een jurist met dit recht mocht in het openbaar onderwijs geven.
C. De Amerikaanse president, vanwege het opperbevel over het leger en het vetorecht.
A. Een parlementaire motie.
C. Augustus werd proconsul (oud-consul) voor het leven met de macht van een volkstribuun.
D. Het recht dat werd uitgevaardigd door magistraten tijdens hun ambtstermijn (ius honorarium).
A. De verhoudingen tussen burgers werden vanaf dat moment beoordeeld naar het recht dat de Romeinen voor zichzelf hadden vastgesteld (ius civile).
D. Had tijdens de volledige ambtstermijn van de praetor rechtskracht.
A. Aan de totstandkoming van plebiscieten was niet door de patriciërs meegewerkt.
B. De rechtspraak.
B. De persoon die door de volksvergadering was gekozen.
C. Niet het hele Romeinse volk vertegenwoordigde.
A. Leges werden uitgevaardigd door het hele Romeinse volk, terwijl plebiscita slechts door een gedeelte van het volk werden uitgevaardigd.
D. Het ius gentium.
C. Recht werd gesproken door leken.
D. De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
A. Het hele Romeinse positieve recht en tevens een onderdeel ervan dat was gebaseerd op wetten- en gewoonterecht.
B. De rechtspraak in handen van leken lag en zij zich richtten naar de opinies van rechtsgeleerden.
C. Door de keizer gegeven rechtsgeleerd advies.
B. Aan alle inwoners van het Romeinse rijk, enkele uitzonderingen daargelaten, het Romeinse burgerschap werd toegekend.
A. Exclusiviteit.
C. De volkssoevereiniteit en het absolutisme.
D. De consuls.
C. Het priestercollege.
A. Het praetorische recht (ius praetorium).
A. De rechtskracht van een ‘edict’ berustte op het imperium van de magistraat, waardoor die verviel na afloop van diens ambtstermijn.
B. De rechtspraak van de Romeinse vreemdelingenpraetor.
B. De plebejers.
C. Het ‘Eeuwig Edict’ (edictum perpetuum).
A. De uitspraken van rechters (sentiae iudicium).
D. Het ongeschreven recht dat de rede voorschrijft.
Het praetorisch recht is het recht dat het ius civile aanvult, ondersteunt en corrigeert. Met andere woorden: het ius praetorium vooronderstelt het ius civile. Het ius civile wordt gekenmerkt door het statische karakter ervan, waar het ius praetorium juist dynamisch en flexibel is en daarmee inspeelt op actuele behoeftes. Vandaar de uitspraak ‘levende stem van het recht’.
Eerste manier: door het uitvaardigen van algemene regels, zogenaamde ‘edicten’. Tweede manier: de praetor had een beslissende invloed op de procesgang, hij bood de rechtzoekenden acties en verweermiddelen, die zij met zijn instemming mochten opnemen in ‘formula’, het procesformulier. Gemakshalve formuleerde hij veel standaardmodellen die konden worden gebruikt. Voldeden de bestaande acties echter niet in een aan hem voorgelegde kwestie, dan kon hij besluiten ofwel een bestaande actie aan te passen met door middel van een fictie, ofwel een volledig nieuwe – op het geval toegesneden – actie in het leven te roepen. Op deze manier vormde hij aan de hand van praktijkgevallen de inhoud van het Romeinse privaatrecht.
De lekenrechter sprak recht op basis van de formula die de praetor had opgesteld.
In 533 na Chr. werden de Digesten ingevoerd. Keizer Justinianus verbood hierbij het bijschrijven van aantekeningen in de marge en tussen de regels. Wat was de reden van dit verbod?
In 533 na Chr. werden de Digesten ingevoerd. Hoe moest volgens keizer Justinianus worden omgegaan met eventuele tegenstrijdigheden binnen de Digesten?
Na de uitvaardiging van de Digesten in 533 na Chr. was het nodig een Tweede Codex (Codex repetitae praelectionis) uit te vaardigen in 534 na Chr. Wat was hier de reden van?
Welke van de volgende rechtsboeken is nooit door Justinianus zelf als codificatie van het daarin opgenomen recht uitgevaardigd?
Welke van de volgende onderdelen van de codificatie van Justinianus is in de zogenaamde ‘dark ages’ tussen 600 en 1000 in West-Europa vrijwel volledig in de vergetelheid geraakt?
Wat was gecodificeerd in de Codex Theodosianus?
Het ambt van vreemdelingen-praetor raakte zo goed als overbodig nadat:
Met ‘interpolatie’ wordt gedoeld op:
De Wet van de Twaalf Tafelen (449 voor Chr.) werd als rechtsbron vervangen door:
Hoe heette de eerste codificatie van keizerlijke wetgeving?
Welke van de hieronder genoemde onderdelen van de codificatie van Justinianus is nog gedurende het leven van de keizer herroepen en vervangen voor een vernieuwd exemplaar?
Bij het vervaardigen van de Digesten werd door de Justinianus’ codificatiecommissie geput uit de werken van belangrijke Romeinse juristen. Uit wiens werk werd niet geput?
De zogenaamde Citeerwet (lex citandi) had geen betekenis meer na het uitvaardigen van
De wetgeving die door Justinianus uitgevaardigd is na 534 onderscheidt zich van de daaraan voorafgaande wetgeving doordat zij
Waarop is de continentaal-Westeuropese juridische traditie gegrondvest?
Waarvan is het zogenaamde Authenticum de Latijnse vertaling?
Justinianus’ Instituten zijn grotendeels gebaseerd op het boek van?
Wat is gecodificeerd in Justinianus’ Digesten?
De Codex Justicianus bestaat uit:
Welke van de volgende Romeinse rechtsbronnen was niet opgenomen in de Codex Theodosianus?
Welke van de volgende rechtsboeken kan niet worden aangemerkt als een codificatie in juridische zin (een van overheidswege uitgevaardigde optekening van het recht)?
Welke van de volgende onderdelen van Justinianus’ codificatie geldt als één keizerlijke constitutie, waardoor de uitleg-regel lex posteriour derogat legi priori (de latere wet gaat voor de oudere) hierop niet van toepassing is ?
Welke van de volgende rechtsboeken en/of rechtsbronnen behield rechtskracht na de uitvaardiging van de eerste Codex Justinianus?
Het Corpus Iuris Iuris Civilis, de wetgeving van Justinianus, bestaat uit een viertal onderdelen. Welke zijn dit?
Welke regel werd niet toegepast op de pandekten en digesten?
Waarvoor werden de Elementen en Instituten van Justinianus gebruikt?
B. Het tegengaan van tekstcorruptie.
A. Tegenstrijdigheden moeten worden opgelost conform de regel dat alle fragmenten in overeenstemming met elkaar zijn.
D. In de Eerste Codex ontbrak de wetgeving die was uitgevaardigd gedurende de totstandkoming van de Digesten.
C. De Novellen.
B. De Digesten.
A. Keizerlijke constituties.
A. De constitutio Antoniniana in 212 na Chr. werd uitgevaardigd door keizer Caracalla.
D. De aanpassing van een tekst uit het klassieke Romeinse recht door de codificatiecommissie van Justinianus.
C. De codificatie van keizer Justinianus.
B. De Codex Theodosianus.
B. De Codex Justinianus.
A. Tribonianus.
C. De Digesten in 533.
B. Grotendeels in het Grieks was vervat.
A. De Digesten.
C. De Novellen.
C. Gaius.
D. Rechtsgeleerde fragmenten (ius).
A. De volledige keizerlijke wetgeving tot en met die van Justicianus.
C. Geschriften van gezaghebbende juristen.
B. De Codex Gregorianus.
B. De Digesten.
D. Het Edictum perpetuum.
Codex Justinianus, Digesten (of Pandekten), Instituten (Elementen), Novellen.
Lex posteriori derogat legi priori: de jongere wet gaat voor de oudere.
Het onderwijs.
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution