Werkgroep uitwerking week 1 rechtseconomie 2018/2019
VragenDe vragen zijn gekoppeld aan hoofdstuk 1 en 2 van 'Recht en efficientie'. Probleem 1Bereken het consumentensurplus voor een prijs van 2 en van 0. Waarbij een grafiek weergegeven wordt in dia 2 die een lijn weergeeft tussen een prijs van 10 en een aantal van 100.Reserveringsprijs: de maximale prijs die men bereid is te betalen om een bepaald goed of een bepaalde service te kopenConsumentensurplus: ($10-$2) * 80,000 liter* (1/2) = $320,000 ($10-$0) * 100,000 liter * (1/2) = $500,000Probleem 2Je bedrijf produceert luxe vliegtuig maaltijden. Air France betaalt je $ 10 per maaltijd. Het aantal maaltijden per dag is afhankelijk van het aantal werknemer-uren per dag (zie tabel). Dia 4.A: Als het loon $ 15 per uur is en uw dagelijkse vaste kosten voor het gebouw $ 60 bedragen, wat is dan de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden? Daarvoor maak je een tabel zoals in dia 7. Waarbij je 5 rijen maakt: aantal maaltijden, totale omzet ($/dag), totale arbeidskosten (uren x salaris), totale kosten (arbeidskosten + vaste kosten) en de winst ($/dag) (omzet-kosten). Hierbij is te vinden dat bij 20 maaltijden per dag de winst 35 dollar is. Wanneer je meer of minder maaltijden gaat produceren wordt de winst minder. Dus is 20 maaltijden de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden. Berekening: omzet is 200 bij 20 maaltijden, de totale arbeidskosten zijn: 7x15 = 105. (7 volgt uit tabel dia 5, en staat voor het aantal werknemers uren er nodig zijn voor het produceren van 20 maaltijden per dag) De totale kosten zijn: 105 + 60 = 165. De winst is daardoor: 200-165 = 35 dollar.B: Als het loon $ 15 per uur is en uw dagelijkse vaste kosten voor het gebouw $ 30 bedragen, wat is dan de winstmaximaliserende hoeveelheid maaltijden?Daarvoor wordt weer een tabel gemaakt zoals genoemd in opdracht 2a. Het verschil is hier dat de vaste kosten niet 60 dollar zijn maar 30 dollar. Dit deel in de tabel zal dan ook veranderen ten opzichte van vraag a, dat is...
Add new contribution