TentamenTests bij de 4e druk van Psychologie en de multiculturele samenleving van Knipscheer et al.


Wat zijn de centrale begrippen bij de rol van cultuur in de psychologie? - TentamenTests 1

Vragen

Vraag 1

Door welke drie fenomenen kan de sociaalculturele factor niet meer worden genegeerd door psychologen?

Vraag 2

Hoe wordt cultuur onderzocht? Benoem hoe de culturele antropologie en psychologie dit doet.

Vraag 3

Benoem minstens drie kenmerken van het begrip ‘cultuur’

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Geringe representativiteit: ondervertegenwoordiging van etnische minderheden in de psychologie

  2. Toename van migratie in Europa in de laatste dertig jaar

  3. Opkomst van de globalisering: De psychologie als vakgebied verspreidde zich vanuit het westen over de hele wereld

Vraag 2

  • Culturele antropologie: Gedrag in een specifieke socioculturele context bestuderen

  • Psychologie: Proccessen die het individuele gedrag bepalen bestuderen, kleinschalig en los van de maatschappelijke context

Vraag 3

  1. Een aangeleerd aspect van het menselijk gedrag

  2. Meestal impliciet aanwezig in ons bestaan

  3. Een keuze voor bepaalde gewoonten en gedragsvoorschriften

  4. Bindend: Mensen nemen cultuur als vanzelfsprekend van elkaar over

  5. Verwijst naar een groep mensen

  6. Verwijst naar symbolen en verleent betekenis

Functieleer-psychologische kijk op cultuur: verschilt informatieverwerking over culturen? - TentamenTests 2

Vragen

Vraag 1

Wat bleek uit het experiment van Tse & Cavanagh (2000)?

Vraag 2

Welke vaardigheid ontbreekt bij mensen uit traditionele culturen op het gebied van logisch denken en waarom?

Vraag 3

Zijn psychologische (basis)functies algemeen voor alle culturen of bestaan er verschillen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Uit een experiment van Tse & Cavanagh (2000) blijkt dat bepaalde waarnemingen die bijzonder automatisch verlopen toch gebaseerd zijn op ervaring. De output van een moduul wordt overgeschreven door een op ervaring gebaseerd proces.

Vraag 2

Logisch denken is bij iedereen aanwezig. Alleen denken mensen in traditionele culturen niet altijd binnen de grenzen van een gesteld probleem. Dit lijkt een vaardigheid te zijn die op school wordt aangeleerd.

Vraag 3

Interpretatie (en dus cognitie) heeft biologische componenten en cultuur daarmee ook. Interpretatie is afhankelijk van de kennis in je geheugen. Informatie uit je geheugen organiseert wat je ziet tot een betekenisvol geheel. Dat noem je cognitie. Om te kunnen interpreteren heb je kennis nodig. Deze kennis komt ergens vandaan en is in de regel overgedragen.

Hoe meten we cultuur en persoonlijkheid? - TentamenTests 3

Vragen

Vraag 1

Benoem de drie postulaten uit het onderzoek van Kardiner naar de basispersoonlijkheid van een cultuur.

Vraag 2

Kardiner & DuBois deden onderzoek op een eiland bij Java. Wat namen zij waar met betrekking tot het opvoedingspatroon van de eilandbewoners?

Vraag 3

Wat stelt Rohner (2004) wat betreft ouderlijke warmte en latere persoonlijkheid?

Vraag 4

In de Six Culture Study (Whiting & Whiting, 1975) werd een keten gevonden van vier variabelen. Benoem dit keten.

Vraag 5

Welke waarden (5) en emoties (2) kenmerken het individualisme?

Vraag 6

Welke waarden (4) en emoties (3) kenmerken het collectivisme?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Vroege ervaringen leiden tot blijvende effecten

  2. Gelijke ervaringen leiden tot gelijke persoonlijkheden

  3. Een opvoeding is tamelijk uniform in een maatschappij

Vraag 2

Een opvoedingspatroon van relatieve verwaarlozing leidt tot een basispersoonlijkheid die getypeerd wordt door labiliteit, cognitieve achterstand en onevenwichtige relaties met anderen.

Vraag 3

Maatschappijen die kinderen koel opvoeden creëren volwassenen met weinig emotionele reacties, een laag zelfbeeld en een instabiel karakter.

Vraag 4

  1. De complexititeit van de economische en maatschappelijke structuur

  2. Werklast van de moeder

  3. Taken van de kinderen

  4. Zorgdragend/verantwoordelijk versus dominant/afhankelijk gedrag van kinderen

Vraag 5

  • Waarden: onafhankelijkheid, emotionele loskoppeling van groepen, prestaties, wedijver en autonomie.

  • Emoties: boosheid, trots.

Vraag 6

  • Waarden: gehoorzaamheid, harmonie, deugdzaamheid, onderlinge samenwerking.

  • Emoties: sympathie, schaamte, verbondenheid.

Migratie en psychische problematiek bij jeugdigen: reden tot (professionele) zorg? - TentamenTests 4

Vragen

Vraag 1

Wat zijn de twee theoretische perspectieven op de relatie tussen migratie en psychische problematiek?

Vraag 2

Welke twee conclusies kunnen er getrokken worden door het onderzoek in Nederland betreffende migratie en psychische problematiek onder jeugdigen?

Vraag 3

Wat zijn de 4 acculturatieoriëntaties van Berry?

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. het stressperspectief

  2. het veerkrachtperspectief

Vraag 2

  1. Het effect van migratie op verschillende indicatoren van internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij jongeren in Nederland lijkt niet veranderd te zijn in de laatste tien jaar.

  2. In vergelijking met Marokkaans-Nederlandse jongeren laten Turks-Nederlandse jongeren meer internaliserende problemen zien

Vraag 3

  1. Assimilatie: een strategie waarbij migranten zich aanpassen aan de huidige cultuur en daarbij afstand doen van de oorspronkelijke cultuur

  2. Integratie: een aanpassing aan de huidige samenleving en tegelijk een behoud van de oorspronkelijke cultuur

  3. Separatie: migranten richten zich alleen op de oospronkelijke cultuur

  4. Marginalisatie: migranten richten zich zowel niet op de oorspronkelijke cultuur als op de huidige cultuur

Wat voor soort sociale verhoudingen zijn er in een multiculturele samenleving? - TentamenTests 5

Vragen

Vraag 1

Noem twee verklaringen voor de menselijke neiging tot sociale categorisatie.

Vraag 2

Definieer het begrip ‘ingroup bias’.

Vraag 3

Wat kan de negatieve consequentie zijn van een ingroup bias?

Vraag 4

Wanneer worden mensen zich bewust van hun culturele identiteit?

Vraag 5

Omschrijf de gedachte van de Terror Management Theory (Greenberg et al., 1990).

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Behoefte aan cognitieve ordening

  2. Behoefte aan een positieve sociale identiteit

Vraag 2

Het toeschrijven van meer positieve eigenschappen aan je eigen groep en je minder aangetrokken voelen tot leden van andere groepen.

Vraag 3

Negatieve denkbeelden ontwikkelen over andere groepen (ook wel genoemd ‘outgroup derogation’).

Vraag 4

Als ze in aanraking komen met een andere cultuur.

Vraag 5

Mensen realiseren zich dat het leven eindig is en dat veroorzaakt doodsangst. Een positieve zelfwaardering is een belangrijke buffer tegen die angst. Als mensen het idee hebben dat hun waarden worden bedreigd zijn ze sterker geneigd tot ingroup bias en outgroup derogation.

Wat voor soort culturele diversiteit in organisaties in Nederland is er? - TentamenTests 6

Vragen

Vraag 1

Benoem de vijf dimensies die Hofstede onderscheidt ten aanzien van waarden op het werk.

Vraag 2

Noem vier voorbeelden van ‘surface level diversity’.

Vraag 3

Beschrijf het begrip ‘fault lines’.

Vraag 4

Wat is een ‘boundary spanner’?

Vraag 5

In de theorie van Tuckman & Jensen worden een aantal fasen onderscheiden. Zet ze in de goede volgorde.

Vraag 6

Definieer de term diversiteitsmanagement.

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Machtsafstand

  2. Individualisme

  3. Masculiniteit

  4. Onzekerheidsreductie

  5. Langetermijnoriëntatie

Vraag 2

  1. Etniciteit

  2. Taal

  3. Leeftijd

  4. Kleding

Vraag 3

Demografische verschillen tussen teamleden die potentieel tot een breuk of tot subgroepvorming kunnen leiden.

Vraag 4

Persoon die de grenzen tussen subgroepen binnnen een groep oversteekt en zorgt voor betere communicatie tussen de subgroepen; een teamlid dat zich met verschillende subgroepen kan identificeren en vaak aan verschillende subgroepen deelneemt.

Vraag 5

  1. Forming

  2. Storming

  3. Norming

  4. Performing

  5. Adjourning.

Vraag 6

Het creëren van een positieve omgeving waarin verschillen binnen het personeel worden onderkend en gewaardeerd.

Wat is de relevantie van gezondheidspsychologie in een pluriforme samenleving? - TentamenTests 7

Vragen

Vraag 1

Noem de vijf onderdelen van BRAVO.

Vraag 2

Noem drie van de vier potentiële stressoren voor migranten.

Vraag 3

Beschrijf de fasen in het ‘commonsense-model’ van ziekte- en gezondheidsgedrag (Leventhal et al., 1984)

Vraag 4

Wat zijn de drie stappen in de methode van Pinto (1994)?

Vraag 5

Definieer het begrip ‘somatisatie’.

Antwoordindicatie

Vraag 1

  1. Bewegen

  2. Roken

  3. Alcohol- en drugsgebruik

  4. Voedsel en veiligheid (in vrijen en wonen)

  5. Ontspanning

Vraag 2

  1. Migratie

  2. Acculturatie

  3. Maatschappelijke beeldvorming

  4. Discriminatie

Vraag 3

De patiënt is een zelfregulerend systeem dat de ervaring van klachten of symptomen verwerkt in vier fasen:

  1. Taxatie van klachten leidt tot handelingen gericht op

  2. Het omgaan met deze klachten

  3. Het eventueel zoeken van hulp en vervolgens tot

  4. Evaluatie van de resultaten waarbij geleerd wordt van voorafgaande

Vraag 4

Stap 1: Leren kennen van eigen (cultuurgebonden) normen en waarden

Stap 2: Leren kennen van (cultuurgebonden) normen en waarden van de ander

Stap 3: Vaststellen van de wijze waarop men in de gegeven situatie met de verschillen in normen en waarden omgaat

Vraag 5

Psychische klachten in de vorm van lichamelijke klachten presenteren; niet willen instemmen met een psychische duiding.

Hoe verhouden seksualiteit en cultuur zich tot elkaar? - TentamenTests 8

Vragen

Vraag 1

Wat is de Nederlandse nieuwe term voor vrouwenbesnijdenis?

Vraag 2

Definieer het begrip infibulatie.

Vraag 3

Wat zijn de mogelijke gevolgen van vrouwenbesnijdenis?

Vraag 4

Waaruit ontstaat minderheidsstress en wat is het gevolg ervan volgens het Minority Stress Model (Meyer, 2003)?

Vraag 5

Waarom kan homoseksualiteit beschouwd worden als een minderheidsfactor?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Vrouwelijke genitale verminking (VGV)

Vraag 2

Verwijdering van de clitoris, meest invasieve vorm van vrouwenbesnijdenis.

Vraag 3

  • Depressies

  • Chronische overgevoeligheid

  • Gevoelens van incompleetheid

  • Angst voor onvruchtbaarheid, voor seksueel contact en voor de gezondheid van het geslachtsorgaan

Vraag 4

Minderheidsstress is het gevolg van geïnternaliseerde negatieve attitudes, discriminatie en sociale afkeuring en uitsluiting. Depressie, hopeloosheid en suïcidale ideatie zijn het gevolg.

Vraag 5

Gezien sociale afkeuring van homoseksualiteit vanuit de normen van niet-westerse culturen en religies zoals de islam.

Welke vormen van diagnostiek en testgebruik met allochtonen zijn er in Nederland? - TentamenTests 9

Vragen

Vraag 1

Definieer het begrip ‘externe vertekening’ oftewel ‘external bias’.

Vraag 2

Definieer het begrip ‘interne vertekening’ oftewel ‘internall bias’, en noem de drie soorten interne vertekening.

Vraag 3

Noem twee andere woorden voor equivalentie.

Vraag 4

Wat doet de COTAN?

Vraag 5

Noem drie manieren van aanpak om de kwaliteit van multicultureel testen te verbeteren.

Antwoordindicatie

Vraag 1

De test voorspelt niet even goed voor autochtonen en allochtonen.

Vraag 2

Een item of test meet niet hetzelfde in verschillende culturele groepen.

  1. Constructbias

  2. Methodebias

  3. Itembias

Vraag 3

Vergelijkbaarheid, gelijkwaardigheid.

Vraag 4

Deze onderwerpt psychologische tests aan een kwaliteitsbeoordeling.

Vraag 5

  1. Gebruik van cultuurvrije tests

  2. Gebruik van standaardtests

  3. Geen gebruik van standaardtests, enkel werken met interviews en gedragsobservaties

Wat is de rol van klinische psychologie in cultureel perspectief? - TentamenTests 10

Vragen

Vraag 1

Wat is volgens het universalisme en het relativisme de relatie tussen cultuur en psychische problemen?

Vraag 2

Wat is somatisatie en hoe relateert het tot psychische problemen?

Antwoordindicatie

Vraag 1

Volgens het universalisme heeft cultuur geen invloed op de psychische problemen zelf, alleen op de symptomen er van. Volgens het relativisme moeten psychische problemen echter altijd in het licht van de patiënt zijn cultuur bekeken worden.

Vraag 2

Somatisatie is het benadrukken van lichamelijke klachten. Wellicht lijdt de migrant niet daadwerkelijk aan deze lichamelijke klachten, ze moeten worden gezien als een uiting van de nood van de migrant. Het is vaak een uiting van het onder woorden brengen van het zieke gevoel bij PTSS en het gevolg van langdurige stress.

Wat is het belang van een effectieve cultuursensitieve psychotherapie? - TentamenTests 11

Vragen

Vraag 1

Waarom kunnen psychische problemen van allochtonen niet altijd worden behandeld met reguliere psychotherapie?

Vraag 2

Wat is ‘ethnic matching’?

Vraag 3

Leg uit waarom cultuursensitieve therapie effectiever kan zijn dan ‘ethnic matching’.

Antwoordindicatie

Vraag 1

In westerse landen zijn waarden zoals onafhankelijkheid, individuele vrijheid en autonomie van groot belang. Men verwacht in therapie vaak eigen verantwoordelijkheid voor de genezing. Allochtonen stellen zich echter vaker passiever op. Zij schamen zich vaker voor hun psychische problemen en hebben er moeite mee zich open te stellen tegenover de therapeut.

Vraag 2

Een koppeling tussen een cliënt en een therapeut met dezelfde etnische achtergrond.

Vraag 3

Uit onderzoek is gebleken dat het behandeleffect onafhankelijk is van de etnische achtergrond van de therapeut. Belangrijker is dat de therapeut zich bewust is van zijn eigen culturele achtergrond en de invloed daarvan op zijn hulpverlening. Tevens moet hij zich bewust zijn van de leef- en denkwereld van de cliënt. Het bewustzijn van de therapeut is belangrijker dan zijn etnische achtergrond.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Psychology Supporter
Content categories
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer