Studiegids met artikelsamenvattingen voor Opvoeding en Maatschappij aan de Universiteit Utrecht - 23/24

Samenvattingen per artikel bij Opvoeding en Maatschappij

Samenvattingen per artikel bij Opvoeding en Maatschappij

  • voor samenvattingen bij alle voorgeschreven artikelen bij Opvoeding en maatschappij studiejaar 23/24, zie de supporting content van deze studiegids
  • zie de supporting content van deze studiegids

Inhoudsopgave

  • The reconstruction of parenting after migration van De Haan
  • Laat je horen van Jansen
  • Deaf persons of Asian American, Hispanic American, and African American backgrounds van Foster
  • Help, ik word hulpverlener! van Leunen
  • An introduction to peer-supported open dialogue in mental healthcare van Razzaque
  • Gifted students van Worrell e.a.

Gerelateerde samenvattingen en studiehulp

Supporting content I (full)
The reconstruction of parenting after migration: a perspective from cultural translation - De Haan - Universiteit Utrecht

The reconstruction of parenting after migration: a perspective from cultural translation - De Haan - Universiteit Utrecht

De Haan

The reconstruction of parenting after migration: a perspective from cultural translation

Hedendaagse visies om het sociale leven te begrijpen, zijn voornamelijk gebaseerd op het idee van mobiliteit, dynamiek. Studies van migratie lijken hierin achter te lopen, omdat zij migratie conceptualiseren als lineaire beweging van A naar B. Een belangrijk sociaal domein dat erg wordt beïnvloed door migratie, is opvoeding.

In de huidige conceptualisaties wordt acculturatie gemeten met twee dimensies: de mate waarin migranten hun eigen cultuur aanhouden, en de mate waarin zij contact zoeken met de nieuwe cultuur (beide sluiten elkaar niet uit). Transformatie kan in dit geval gezien worden als een kwestie van mate van aanpassing of afstand tot een verder statisch en gesloten systeem. Zulke acculturatietheorieën falen echter in het verklaren van culturele complexiteiten die kenmerkend is voor een geglobaliseerde wereld waarin culturen samensmelten en opnieuw worden uitgevonden in nieuwe 'contactzones'.

Daarom wordt in dit artikel een nieuw perspectief ingenomen: ‘culturele translatie’ als model, waarin zowel de geschiedenis van confrontaties tussen verschillende culturele systemen als het feit dat translatie kwalitatieve veranderingen voor beide systemen betekent, centraal staat.

Transities in migratiesettingen conceptualiseren: van assimilatie tot culturele translatie

Langer verblijf van migranten betekent niet altijd een soepelere integratie: immigrant paradox: immigranten laten steeds minder ‘aanpassend’ gedrag zien in loop van de tijd.

  • De manier/mate waarin immigranten zich aanpassen hangt o.a. af van de relatie met de dominante cultuur.
  • Een ander problematisch aspect van de manier waarop verandering wordt beschreven is dat de culturele systemen die worden geconfronteerd grotendeels 'intact' lijken te blijven en niet fundamenteel worden beïnvloed door hun confrontatie. Berry:
    • Immigranten kunnen aspecten van hun eigen cultuur aanhouden en tegelijkertijd nieuwe waarden en praktijken aannemen;
    • Acculturatie is veelzijdig en interactief van aard;
    • Acculturatie kan op verschillende snelheden en in verschillende mate plaatsvinden in verschillende domeinen, afhankelijk van de aard van contact met de dominante cultuur;
      • Wat hier nog mist, is dat contact tussen culturen ook voor nieuwe praktijken kan zorgen die kwalitatief verschillen van de praktijken die al bestonden.

Nieuwe theoretische noties:

  • Conceptualisering van verandering als ’culturele translatie’, wat plaatsvindt door confrontatie tussen twee culturen waardoor er een kwalitatieve verandering plaatsvindt in deze systemen zelf. Translatie kan niet plaatsvinden zonder de originele betekenis te veranderen.
  • Een perspectief van culturele identiteiten als zijnde hybride.

Identiteiten reflecteren eerdere ontmoetingen en gedeelde constructies, die dan kernpunten worden van de productie van identiteit en cultuur > doorgaand proces.

  • Recente herformuleringen van de aard van de cultuur, waarbij verschil wordt gedefinieerd als de opeenhopende effecten van de verschillende raakvlakken tussen de culturele tradities.

‘Transformatie’ in studies over opvoeding, gerelateerd aan migratie: Een review van literatuur

Culturele afstand kan gezien worden als oorzaak van stagnatie in praktijken van ouders, zichtbaar wordend in het verlies van machtsposities in de familie of de onmogelijkheid om gepaste oplossingen te vinden in de nieuwe setting. Bijv. als het gaat om discipline.

Na migratie kan het ouderschap een andere vorm aannemen. In de meeste studies is deze transformatie geassocieerd met een verandering van een ‘traditioneel/premodern’ naar een ‘modern’ model van kindertijd. Met het moderne model wordt het concept van kindertijd bedoelt, dat in de 18e en 19e eeuw in het Westen is ontstaan. Kort: dit model ziet kindertijd als gescheiden van volwassenheid, zorg en training ligt bij professionele hulpverleners i.p.v. bij ouders, kinderen doorlopen levenstrajecten buiten hun ouders’ ogen om.

In aanraking komen met gemoderniseerde vorm van opvoeding, resulteert niet altijd in een soepel aanpassingsproces. Geconfronteerd worden met beide modellen kan onzekerheid voor kinderen als gevolg hebben. De veranderingen die de kindertijd doormaken tijdens migratie, worden bepaald door het contact met beide modellen en de interpretaties die daaruit worden gemaakt door kinderen en ouders hoe ze met de tegenstellingen om moeten gaan > er wordt niet zomaar een model overgenomen. Aan de andere kant is het ook mogelijk dat er sterk wordt vast gehouden aan de traditionele opvoeding, in reactie op de confrontatie met een andere omgeving. Tot slot kan het dat er in bepaalde domeinen bepaalde nieuwe waarden/praktijken worden overgenomen, maar dat in andere domeinen oude waarden/praktijken blijven bestaan.

Veranderingen in immigranten ouderschap: een studie op hoe immigranten ouders reflecteren op transformaties

Er is een onderzoek gedaan met immigranten ouders d.m.v. interviews. In de interviews lag de focus op hoe ouders hun rol als opvoeders ervaarden, wat voor mogelijke veranderingen hun opvoeding heeft gehad, en hoe ze ‘andere’ opvoedingspraktijken zagen.

Resultaten:

  • Bijna alle ouders gaven aan dat er iets in hun rol als ouder verandert was.
  • Als het ging om hoe ze ‘andere’ opvoedingspraktijken zagen, werden er vooral verschillen in de volgende 5 domeinen genoemd: 1) discipline; 2) monitoren; 3) steun voor het kind; 4) volwassenen-kind relatie; 5) promoten van onafhankelijkheid;
  • Toegenomen monitoren en toegenomen investering in het kind werden als meest genoemd wanneer werd gevraagd wat ouders hadden veranderd sinds de migratie.

 

 

 

 

 

 ,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Discipline: culturele translatie: traditioneel model met strenge straffen en strikte autoriteit, vergeleken met een model dat minder streng is, meer gebaseerd op de rede. Kinderen voelen zich gesteund bij de normen van de Nederlandse maatschappij > verzwakking van de machtspositie van de ouder.

Monitoren: In termen van culturele vertaling wordt een spanning gecreëerd tussen verschillende culturele werelden en daarmee samenhangende praktijken die niet te vergelijken lijken. Enerzijds is er de noodzaak voor vrouwen om thuis te blijven en binnen hun eigen culturele wereld te blijven. Aan de andere kant is er de noodzaak om in te spelen op de behoeften van uw kinderen, ongeacht waar ze zich bevinden. De confrontatie van deze beide tradities, en vooral het beoordelen ervan vanuit het kader van de andere traditie, maakt ze dus instabiel, maar maakt ze ook klaar om er een nieuwe betekenis aan te geven.

Discussie

Idee van culturele translatie: door confrontatie worden de raamwerken van twee culturen zo gevormd, dat het eindresultaat niet per definitie een perfecte vertaling is, maar meer een herformulering van beide raamwerken. Wanneer bepaalde onderdelen van het raamwerk niet begrepen worden, blijven er ‘residuen’ over. Het model van culturele translatie focust niet op de rol van de actoren die komen kijken bij het transformatieproces.

  • De rol van zelfstandigheid

Hoe opvoedingspraktijken er bij migratie uitzien is niet alleen het resultaat van een reeks ontmoetingsplaatsen tussen heterogene opvoedingspraktijken en hun transformerende effecten. Nieuwe opvoedingspraktijken worden ook bepaald door de richting die wordt gekozen en door de nieuwe behoeften en problemen die worden ervaren.

  • Machtsrelaties, in het bijzonder minderheid-meerderheid relaties
  • Hoe meningen in een translatie geïnterpreteerd worden, is afhankelijk van publieke distributie en eerdere interpretaties en meningen van anderen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Discipline: culturele translatie: traditioneel model met strenge straffen en strikte autoriteit, vergeleken met een model dat minder streng is, meer gebaseerd op de rede. Kinderen voelen zich gesteund bij de normen van de Nederlandse maatschappij > verzwakking van de machtspositie van de ouder.

Monitoren: In termen van culturele vertaling wordt een spanning gecreëerd tussen verschillende culturele werelden en daarmee samenhangende praktijken die niet te vergelijken lijken. Enerzijds is er de noodzaak voor vrouwen om thuis te blijven en binnen hun eigen culturele wereld te blijven. Aan de andere kant is er de noodzaak om in te spelen op de behoeften van uw kinderen, ongeacht waar ze zich bevinden. De confrontatie van deze beide tradities, en vooral het beoordelen ervan vanuit het kader van de andere traditie, maakt ze dus instabiel, maar maakt ze ook klaar om er een nieuwe betekenis aan te geven.

Discussie

Idee van culturele translatie: door confrontatie worden de raamwerken van twee culturen zo gevormd, dat het eindresultaat niet per definitie een perfecte vertaling is, maar meer een herformulering van beide raamwerken. Wanneer bepaalde onderdelen van het raamwerk niet begrepen worden, blijven er ‘residuen’ over. Het model van culturele translatie focust niet op de rol van de actoren die komen kijken bij het transformatieproces.

  • De rol van zelfstandigheid

Hoe opvoedingspraktijken er bij migratie uitzien is niet alleen het resultaat van een reeks ontmoetingsplaatsen tussen heterogene opvoedingspraktijken en hun transformerende effecten. Nieuwe opvoedingspraktijken worden ook bepaald door de richting die wordt gekozen en door de nieuwe behoeften en problemen die worden ervaren.

  • Machtsrelaties, in het bijzonder minderheid-meerderheid relaties
  • Hoe meningen in een translatie geïnterpreteerd worden, is afhankelijk van publieke distributie en eerdere interpretaties en meningen van anderen.
Artikelsamenvatting bij Laat je horen: Zó maak jij een positief verschil in de wereld van Jansen - 2020

Artikelsamenvatting bij Laat je horen: Zó maak jij een positief verschil in de wereld van Jansen - 2020

Inleiding

Mensen met een handicap ervaren dagelijks vooroordelen en discriminatie. Dit komt door validisme, de overtuiging dat mensen zonder handicap de norm zijn. In dit artikel bespreken we de impact van validisme en hoe we dit kunnen bestrijden.

Validisme in de praktijk

Validisme manifesteert zich op verschillende manieren. Kinderen met een handicap worden vaak in aparte klassen of scholen geplaatst, waardoor ze minder kansen krijgen om te leren en te integreren. Mensen met een handicap worden vaker gediscrimineerd bij de sollicitatieprocedure en hebben minder kans op een baan die past bij hun vaardigheden en interesses. Openbare ruimtes zijn vaak niet toegankelijk voor mensen met een handicap, waardoor ze beperkt worden in hun mobiliteit en deelname aan de samenleving.

De impact van validisme

Validisme kan een grote impact hebben op het leven van mensen met een handicap. Het kan leiden tot gevoelens van isolatie, frustratie en woede. Het kan ook hun zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde aantasten.

Wat kan je doen?

We kunnen allemaal een verschil maken in de strijd tegen validisme. Enkele tips:

  • Leer meer over validisme en de impact ervan.
  • Spreek je uit tegen validisme en discriminatie.
  • Ondersteun organisaties die zich inzetten voor de rechten van mensen met een handicap.
  • Maak je omgeving toegankelijker voor mensen met een handicap.

Conclusie

Validisme is een ernstig probleem dat we samen moeten bestrijden. Door ons bewust te worden van validisme, ons uit te spreken tegen discriminatie en actie te ondernemen, kunnen we een inclusieve samenleving creëren waarin iedereen meetelt.

Deaf persons of Asian American, Hispanic American, and African American backgrounds: A study of intraindiviudal diversity and identity - Foster - Universiteit Utrecht

Deaf persons of Asian American, Hispanic American, and African American backgrounds: A study of intraindiviudal diversity and identity - Foster - Universiteit Utrecht

Foster

Deaf persons of Asian American, Hispanic American, and African American backgrounds: A study of intraindividual diversity and identity

Hoe denken dove studenten die lid zijn van een raciale minderheidsgroep over hun identiteit, en hoe beschrijven zij die identiteit?

Dovencultuur: een unieke cultuur met een eigen taal, geschiedenis, gedeelde ervaringen en identiteit. Hoe ontdekken doven die cultuur? Ze komen er als ze volwassen zijn, of ontdekken het door gespecialiseerde educatiesystemen.

Review of relevant literature

Minderheidsstatus bemoeilijkt vaak de academische, persoonlijke en sociale ontwikkeling. Voor doven uit de minderheidsgroep is het nog moeilijker: zij horen bij 2 minderheidsgroepen, hebben geen passende rolmodellen en een negatieve houding van de dominante cultuur. Ander onderzoek: 97% v/d leraren zijn wit; de studenten worden vaker in gesegregeerde en lagere niveau klassen geplaatst; ze worden 3-4 keer zo snel geclassificeerd als verstandelijk gehandicapt, emotioneel verstoord, of leerstoornis. Zwarte dove mensen zijn ‘a minority within a minority.’> een dubbel stigma en vooroordeel naar zowel doofheid als etniciteit.

Overeenkomsten in sociaal protest tussen zwarten en dove Amerikanen: het belang van een coalitie, de behoefte aan rolmodellen in het onderwijs, grenzen aan succes in de werkgelegenheid, een interpretatie van wetgeving die uitkomsten lijkt te ondermijnen.

Persistente afwijzing en isolatie in de horende gemeenschap + acceptatie en identificatie met andere doven > sociale constructie van de Dovengemeenschap. De houding van de meerderheid van de maatschappij naar de doven en de doventaal, de grootte van de dovengemeenschap, en de mogelijke levenskeuzes voor doven bepalen hoe de horende en dovengemeenschap tegenover of juist met elkaar kunnen bestaan > verschillende dimensies mogelijk.

Model van Scale en Glickman: stage theorie waarin doven door de volgende stages van identiteit kunnen gaan: a) culturally hearing; b) culturally marginal; c) immersion in the Deaf world; d) bi-cultural.

Ouders hebben een significante invloed op identiteit: dove kinderen van horende ouders, en horende kinderen van dove ouders zijn meer gemarginaliseerd dan dove kinderen van dove ouders. Onderzoek: kinderen met dove ouders en ervaring in gescheiden scholen, zijn het meest waarschijnlijk een Dove identiteit te hebben, maar degenen die een biculturele identiteit hebben, hebben de meest positieve houding naar doven.

Results

De resultaten worden in 3 categorieën opgedeeld: familieachtergrond en vroege jaren, schoolervaringen, en zelfrapport van identiteit.

Familieachtergrond en vroege jaren

De familieachtergronden van de studenten varieerden. De meerderheid van de studenten werd voor hun 5e levensjaar doof. De meerderheid van de ouders hebben in ieder geval wat negatieve reacties naar de doofheid van hun kind getoond. Veel ouders willen hun kind normaliseren en moedigen hun kind aan om te spreken en te lezen. Sommige ouders geloven dat gebarentaal de taalontwikkeling van het kind zou belemmeren > ontmoedigen van het aanleren van gebarentaal. Communicatie thuis werd vaak omschreven als frustrerend, en conversaties waren gelimiteerd.

Schoolervaringen

Respondenten gingen naar zowel mainstream- als residentiële scholen. Veel respondenten zijn een paar keer gewisseld van school. De beschikbaarheid, mate, en kwaliteit van ondersteuning op school varieerde ook. Sommige respondenten hadden ondersteuning en waren er tevreden mee, anderen hadden dat niet en waren vaak gefrustreerd. Weer anderen konden er wel gebruik van maken, maar deden dat liever niet.

Respondenten die betrokken waren bij een residentieel programma hadden daar een zeer goede ervaring aan overgehouden. Respondenten die alleen maar op residentiële scholen hadden gezeten, rapporteerden het hoogste niveau van betrokkenheid in buitencurriculum activiteiten. Degenen die van een mainstream school kwamen, werden op een residentiële school ook wel steeds meer betrokken.

Zowel de respondenten op een mainstream school, als die op een residentiële school gaven aan dat ze grenzen ervaarden bij het leren over hun cultureel erfgoed.

  • Mainstream: communicatiemoeilijkheden met de horende peers waarmee ze hun culturele achtergrond deelden.
  • Residentieel: klassen en programma’s zijn grotendeels wit > de minderheid student heeft weinig mogelijkheden om met studenten van dezelfde culturele achtergrond te interacteren.

Zelfrapport van identiteit

4 factoren:

  • Individuele kenmerken: intern en fundamenteel; ze representeren de kernelementen van identiteit, gereflecteerd in de manier waarop individuen zichzelf zien in relaties tot anderen. Kenmerken zoals: fysieke, mentale en spirituele attributen.

De andere 3 factoren zijn extern en voorwaardelijk.

  • Situationele condities: geografische locatie, locatie van het programma, en functionele locatie (bijv. thuis, school of werk).
  • Sociale condities: een reflectie van interacties met anderen.
  • Maatschappelijke condities: brede maatschappelijke trends en patronen. Wordt als minder invloedrijk gezien dan de andere 3 factoren.

Biologisch component: gereflecteerd in veranderingen in identiteit die plaatsvinden over de tijd.

De vier factoren samen produceren een vloeiende, dynamische identiteit in welke een of meer van de individuele kenmerken is geselecteerd, gemedieerd en tot een response gemaakt in een bepaalde situatie.

Discussion

Help, ik word hulpverlener! - Leunen - Universiteit Utrecht

Help, ik word hulpverlener! - Leunen - Universiteit Utrecht

Leunen

Help, ik word hulpverlener!

Doel artikel: een pleidooi voor de inzet van peer support om zo ruimte te scheppen voor zelfonthulling en het aanboren en ontwikkelen van aanwezige ervaringskennis van studenten > het concept van peer support moet stevig verankerd worden binnen het hedendaags Social Work onderwijs.

Tot voor kort was het voor hulpverleners ongebruikelijk om eigen ervaring/kwetsbaarheid in te zetten. De campagne ‘Zet ervaringskennis in’ roept een brede doelgroep op om meer ervaringskennis in te zetten.

Deskundigheid door ontwrichting en herstel

Vanwaar de groeiende belangstelling voor ervaringsdeskundigheid? Te danken aan inzet van een groeiende herstelbeweging, erkenning door het werkveld dat de zorg veranderd moet worden en meer ondersteunend moet zijn bij de herstelprocessen van hen die van de zorg gebruik maken.

Wat is ervaringsdeskundigheid? Door eigen ervaringen te analyseren en erop te reflecteren, ontstaat ervaringskennis. Deze kennis is eenzijdig en wordt verbreed door ervaringen te delen met lotgenoten, die ook geanalyseerd en gereflecteerd worden. Zo ontstaat er een brede en genuanceerde ervaringskennis. Wanneer deze ervaringskennis op professionele wijze wordt ingezet in cliëntcontact, is er sprake van ervaringsdeskundigheid.

Het potentieel aan ervaringskennis

Veel (aankomend) hulpverleners blijken over een behoorlijk potentieel aan ervaringskennis te beschikken, ze hebben alleen geleerd dat het niet professioneel is om deze ervaringen bekend te maken of te gebruiken. Opmerkelijk: ‘op afstand het meest nabij’, ‘critical friend’. Wetenschappelijke kennis, beroepspraktijkkennis en ervaringskennis kunnen elkaar juist aanvullen en versterken. Echter, vanwege gebrek aan veiligheid en andere basale randvoorwaarden blijven vele kansen onbenut.

Een introductie op het concept peer support

Wat is peer support?Sociaal-emotionele ondersteuning, vaak gekoppeld aan praktische steun, dat onderling gegeven wordt door personen met een psychische aandoening, teneinde een gewenste sociale of persoonlijke verandering te helpen tot stand te brengen.’ Sleutelbegrippen hierbij zijn: respect, gedeelde verantwoordelijkheid en een gedeelde opvatting over wat helpend is.

Peer support-programma’s komen in verschillende vormen voor, maar meestal betrekken ze altijd mensen met vergelijkbare achtergronden die emotionele, sociale of praktische ondersteuning bieden aan elkaar. Een belangrijke veronderstelling van het concept peer support is, dat vanwege gedeelde ervaringen en levensomstandigheden, peers beter in staat zijn om een steunvolle vertrouwensrelatie tot stand te brengen met mensen die hulp nodig hebben.

Is het effectief? Onderzoek laat zien dat peer support vergelijkbare of verbeterde resultaten oplevert ten aanzien van traditionele behandelmethoden waarbij geen peers worden ingezet (minder ziekenhuisopnamen, toegenomen gevoel van controle en onafhankelijk, verhoogd zelfbeeld en vertrouwen, uitgebreidere sociale ondersteuningsnetwerken en verbinding met de gemeenschap, verbeterde sociale vaardigheden etc.). Drie belangrijke voordelen:

  1. Een groter gevoel van hoop door positieve zelfonthulling;
  2. Gebruik van vergelijkbare achtergrond en ervaring (ervaringskennis) om positieve rolmodellering te faciliteren;
  3. Meer vertrouwen, begrip, en empathie tussen de peer-supporter en de ontvanger.

Angst voor zelfonthulling

Wat zijn de verschillende rollen van een zorgprofessional? De expertrol (meer kennis hebben dan de leek), de niet-wetenrol (zoals vaak gehanteerd in psychotherapie) en de persoonlijke rol: de relatie van mens tot mens. Bij de persoonlijke rol hoort ook professionele zelfonthulling: een professional verschaft persoonlijke informatie aan de cliënt.

Waarom delen studenten dikwijls hun verhaal niet? Ze voelen schaamte/ongemak wanneer het eigen ervaringen betreft of zijn zich er onvoldoende van bewust dat dergelijke ervaringen zodanig gebruikt kunnen worden dat ze hierdoor juist iets extra’s te bieden hebben in de praktijk.

Begeleiding tijdens de studie

Bijna zeven op de tien studenten ervaart vaak tot zeer vaak prestatiedruk in het dagelijks leven. Bovendien heeft 14,4% zeer serieuze angst- en depressieklachten en zou bijna een op de vijf studenten een hoog risico op zelfdoding hebben.

Wat is het probleem? Studenten blijven rondlopen met psychische klachten of delen problemen uitsluitend in eigen kring. Een peer-supportprogramma maakt de weg vrij om het hebben van psychische problemen bespreekbaar te maken binnen de opleiding > leren van elkaars ervaringen en onderlinge ondersteuning bij het studeren met psychische problemen.

Ervaringskennis als kennisbron, pilot peer support op de HU

De HU heeft in het afgelopen jaar grote stappen gezet in het positioneren van ervaringskennis als een waardevolle en gelijkwaardige kennisbron naast andere kennisbronnen. De wens van studenten om meer te doen met eigen ervaringen en psychische kwetsbaarheid is vertaald in een peersupportgroep voor studenten.

Wat gebeurt er in zo’n peersupportgroep voor studenten? Aankomend sociaal werkers delen ervaringen gerelateerd aan de ontwikkeling van hun beroepsidentiteit. Dit helpt hen bij de overweging of en hoe ze persoonlijke ervaringen in willen/kunnen zetten ten behoeve van hun professionalisering al sociaal werker.

Hoe ziet het programma eruit? Acht bijeenkomsten zijn onderverdeeld in vier thema’s: herstel, empowerment en stigma, ervaringsdeskundigheid en herstelondersteuning. Deelnemers hebben tijdens en na afloop van de bijeenkomsten meermaals benadrukt hoe inspirerend en leerzaam het is om in deze setting ervaringen en ervaringskennis met elkaar te delen.

An introduction to peer-supported open dialogue in mental healthcare - Razzaque - Universiteit Utrecht

An introduction to peer-supported open dialogue in mental healthcare - Razzaque - Universiteit Utrecht

Razzaque

An introduction to peer-supported open dialogue in mental healthcare

Wat is een open dialoog? Open dialoog is een holistisch, persoonsgericht model voor geestelijke gezondheidszorg. Open dialoog gaat gepaard met een psychologisch consistente benadering die zich richt op iemands gezin en sociale netwerk, waarbij alle teamleden worden getraind in gezins- en systeemgerichte methoden. Hoofdkenmerken:

  • Een op de eigen omgeving gericht, geïntegreerd zorgsysteem, waarbij gezinnen en sociale netwerken al vanaf het begin van het zoeken naar hulp worden betrokken;
  • Een dialogue practice, oftewel een bepaald soort therapeutisch gesprek tijdens de ‘behandelbijeenkomst. De behandelbijeenkomst vervult een belangrijke rol als therapeutische context van open dialoog, door het samenbrengen van professionele zorgverleners en het netwerk in een samenwerkingsverband.

Pleidooi voor een sociaal model van zorg

Wat is de kritiek op de heersende aanpak in wetenschappelijk onderzoek? Er wordt voornamelijk een technisch paradigma gebruikt.  Hierdoor krijgt het sociale aspect van mentale gezondheid weinig aandacht, terwijl dat juist zo belangrijk is. Er is bewijs van het belang van sociale relaties bij de oorzaak en genezing van mentale stoornissen. Voorbeelden: vrienden hebben is geassocieerd met betere klinische uitkomsten en een hogere kwaliteit van leven met mentale stoornissen.  

De ontwikkeling van POD
De roots van POD liggen in Finland. Onderzoekers hadden een zorgmethode dat ‘the need-adapted treatment model’ heette:

  • Snelle en vroege interventie;
  • Een therapeutische houding om te onderzoeken en te behandelen;
  • Een continue, responsieve en adaptieve planning  voor behandeling op maat voor elke patiënt en familie.
  • Integratie van verschillende therapeutische methoden, met een constante monitoring van de vooruitgang.

Community treatment:

  • Intensieve hulp vanaf het begin;
  • Een bereidheid om zowel de patiënt als de kennissen/verzorgers van het programma erbij te betrekken;
  • Consistente zorg door 1 team;
  • Een voortdurende en uitgebreide service i.p.v. een tijd-gelimiteerde service;
  • Een mobiele en snel reagerende service;
  • Hulp aangeboden in het huis van de patiënt;

Er zijn dus paralellen tussen de NADP benadering, en de community treatment benadering.

Kernprincipes

Wat zijn de kernprincipes van een open dialoog?

  1. Sociaal netwerk perspectief

Het sociale netwerk perspectief ligt als fundament voor het ‘open dialoog model’. Familie en andere belangrijke personen van de patiënt zijn altijd uitgenodigd voor netwerkbijeenkomsten, die vaak bij de patiënt thuis plaatsvinden. In de bijeenkomst vinden discussies plaats over de zorg. De bijeenkomst functioneert op een zeer persoon-gecentreerde manier, die meer samenwerkend en minder hiërarchisch is dan gewone clinicus-patiënt interactie. In de bijeenkomst spreken clinici ook open met elkaar, waar de genodigden op mogen reageren zodat er een dynamiek van openheid en reflectie ontstaat.

  1. Provisie van onmiddellijke hulp

Er is sprake van een snelle reactie, op het moment van doorverwijzing. Doordat de patiënt vanaf het begin aanwezig is, kan er een gevoel van veiligheid gecreëerd worden en zo ontstaat er een stevige basis voor gemeenschaps- en netwerkbijeenkomsten.

  1. Verantwoordelijkheid en psychologische consistentie

De eerste teamleden die betrokken zijn bij de eerste bijeenkomst, blijven de rest van het zorgpad betrokken. Dit betekent dat hetzelfde team verantwoordelijk is voor de behandeling zolang het zowel ambulante als intramurale settings duurt. Tijdens de hele behandeling wordt de netwerkbijeenkomst gezien als het 'soevereine' besluitvormingsorgaan.

  1. Flexibiliteit en mobiliteit

Alle conceptualisering rond wat wel en niet gepast of nodig is, wordt in de bijeenkomst besproken, zodat passende antwoorden en interventies zich op een op de behoeften afgestemde manier kunnen ontwikkelen tijdens de vergaderingen.

Praktijk-gerelateerde principes van open dialoog vormen de ruggengraat van de bijeenkomsten:

  1. Dialoog en polyfonie

Dialogisme: de manier waarop alle taal en gedachten een proces zijn van evolutie: elke gedachte/uitspraak is product van een gedachte/uitspraak die eraan vooraf ging. Om een dynamiek te laten dialogiseren, moet deze dus zonder vaste doelstellingen beginnen. Bovendien is er, in tegenstelling tot de dialectische dynamiek, geen sprake van een samensmelting van standpunten om tot een gemeenschappelijk perspectief te komen. Ieder mens kan zijn eigen perspectief behouden en elk perspectief kan in bepaalde omstandigheden meer opvallen - afhankelijk van de behoeften op dat moment.

Polyfonie: de veelheid aan geaccepteerde perspectieven.

  1. Tolerantie van onzekerheid

Onzekerheid, zowel bij de patiënt als bij de clinicus, wekt de ervaring van geestesziekte en psychische problemen op. Volgens het model, echter, is de reflexieve wens om de onzekerheid te verwijderen vaak juist het element dat het versterkt. Verbinding met het leed dat wordt ervaren is de sleutel, en dit betekent dat er niet te snel gehandeld moet worden om verandering teweeg te brengen.

Een weloverwogen aanpak

Aanwezig zijn in het heden. Clinici benaderen hun werk vaak met een set van voorbeelden die hun helpen keuzes te maken hoe te reageren. Een nadeel hiervan echter is dat patiënten en verzorgers zich ongehoord kunnen voelen. Een moment-to-moment verbinding is een kernaspect van mindfulness, en dit heeft een positief effect op de therapeutische relatie. Een belangrijke praktijk in een open dialoog is dan ook om te reageren op de uitlatingen van de patiënt wanneer deze zich voordoen en de aandacht te blijven richten op wat er in het hier en nu gebeurt. Daarbij is een ander voordeel dat non-verbale verbinding meer zichtbaar wordt.

Acceptatie van gedachten en emoties. Professionals in de geestelijke gezondheidszorg zien het vaak als hun taak om moeilijke gedachten en emoties te verwijderen. In een open dialoog is een belangrijke vaardigheid echter het vermogen om alle gedachten en emoties die zich op dit moment voordoen - zolang er geen directe dreiging is - te accepteren en te laten ontstaan en te laten ervaren.

Stimuleren van handelingsvermogen

Handelingsvermogen wordt gevormd door iemands omgeving, door de manier waarop beslissingen worden genomen en daarmee door de manier waarop betekenis wordt gegeven. Een centrale doelstelling van deze werkwijze is iemand door de dialogische interactie met zijn/haar sociale netwerk in staat te stellen om betekenis te geven aan de ervaring.

Risico en bestuur

Terwijl de clinicus meestal een checklist met vragen over de belangrijkste elementen van risico's doorloopt, is de bredere discussie in een netwerkbijeenkomst per definitie minder doelgericht. Toch zullen alle items die normaal gesproken op de checklist staan, aan bod komen door de dialogische interactie.

Ondersteuning door ervaringsdeskundigen (Peer support)

Peer support blijkt voor herstel van geestelijke gezondheid een belangrijke factor te zijn. Als volwaardige teamleden fungeren en vervullen in het team een dubbelrol: deelnemer aan netwerkbijeenkomsten volgens de principes van open dialoog (therapeutische rol) en de eigen professionele rol die waar nodig is, toegepast moet worden. Ook ervaringsdeskundigen hebben twee rollen: hun expertise wanneer het desbetreffende individu een gebrekkig/geen sociaal netwerk heeft. De tweede rol is het leggen van contacten en het stimuleren van een plaatselijke groep van peers die momenteel hulp krijgen van plaatselijke ggz-instellingen.

Specialistische training

POD-training: combinatie van traditionele leermethoden om het model te leren begrijpen en te kunnen toepassen, met ervaringsgerichte training om de kernvaardigheden te ontwikkelen.

Uitdagingen en onderzoek

Obstakels voor implementatie van POD zijn de organisatorische continuïteit van de zorgverlening in de steeds verder gefragmenteerde zorg en de culturele uitdagingen van de introductie van een platte hiërarchie, grotere autonomie voor de patiënt en het gezin en de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen.

Conclusie

POD is een zorgmodel dat berust op sterk humanistische, persoonsgerichte waarden. Het accent ligt op het tot stand brengen van verbindingen tussen hulpverleners en patiënten en tussen de patiënt en zijn of haar sociale netwerk. Het uiteindelijke doel is het creëren van een gevoel van handelingsvermogen bij de patiënt en diens sociale netwerk, door het laten ontstaan van een dialogische omgeving.

Article summary with Gifted students by Worrell a.o. - 2019

Article summary with Gifted students by Worrell a.o. - 2019

Introduction

The article, titled "Gifted Students," by Worrell et al. (2019), provides a comprehensive overview of the topic of giftedness. It explores various aspects, including definitions, identification methods, educational programs, and social-emotional considerations.

Methodology

The authors employ a literature review approach, analyzing existing research on gifted students. They delve into various scholarly publications and theoretical frameworks to synthesize current knowledge in the field.

Results

  • Defining Giftedness: The article acknowledges the ongoing debate surrounding the definition of giftedness. While there is no universally accepted definition, the authors adopt a general understanding of gifted students as those exhibiting exceptional abilities or performance compared to their peers.
  • Conceptual Frameworks: The review explores various frameworks used to conceptualize giftedness. These frameworks can be broadly categorized into three main approaches: ability-focused, talent development-focused, and integrative approaches.
  • Identification: The article discusses common methods for identifying gifted students, including standardized testing, teacher nominations, and student portfolios. It emphasizes the importance of employing diverse identification strategies to ensure inclusivity and avoid overlooking giftedness in underrepresented populations.
  • Prevalence and Programming: The review provides insights into the prevalence of gifted students and the various educational programs designed to support their development. These programs often involve differentiated instruction, enrichment activities, and accelerated learning opportunities.
  • Social and Emotional Aspects: The authors acknowledge that gifted students may face unique social and emotional challenges, such as social isolation, perfectionism, and asynchronous development (where intellectual ability outpaces emotional maturity).

Discussion

The article highlights the complexities surrounding the topic of giftedness, emphasizing the need for ongoing research and discussion. It underscores the importance of considering various perspectives and addressing the challenges faced by gifted students to ensure their holistic development and well-being.

Conclusion

Worrell et al. (2019) offer a valuable resource for educators, researchers, and policymakers by providing a comprehensive overview of the current landscape of gifted education. The article emphasizes the importance of recognizing and nurturing the potential of gifted students while acknowledging the ongoing need for further exploration and addressing the multifaceted aspects of giftedness.

Article summary with Gifted students by Worrell a.o. - 2019 - Chapter
Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Waarom een account aanmaken?

  • Je WorldSupporter account geeft je toegang tot alle functionaliteiten van het platform
  • Zodra je bent ingelogd kun je onder andere:
    • pagina's aan je lijst met favorieten toevoegen
    • feedback achterlaten
    • deelnemen aan discussies
    • zelf bijdragen delen via de 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Social Science Supporter
Supporting content
Pedagogiek: Utrecht - Bachelor en Masters UU - Samenvattingen en studiehulp
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.