Psychologie Leiden (UL) - Jaar 2

Psychologie Leiden (UL) - Jaar 2

Aantekenigen, overzichten en kernbegrippen voor de tweedejaarsvakken van Psychologie Leiden. 

Developmental Psychopathology (18/19)

Developmental Psychopathology (18/19)

Image

Schematische aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Developmental Psychopathology (18/19) van de Universiteit Leiden. De aantekeningen zijn deels Engels en deels Nederlands. 

LET OP! de colleges zijn dit jaar veranderd, niet alle aantekeningen van voorgaande jaren zijn nog bruikbaar. (Toevoeging HC 7 Verstandelijke Beperking). 

LET OP! Voor het tentamen hoef je niet de delen over interventies (preventie en behandelingen) te leren. Scheelt weer ;)

Stress, Gezondheid en Ziekte - UL - Notes (2016-2017)

Stress, Gezondheid en Ziekte - UL - Notes (2016-2017)


Hoorcollege 1: Inleiding: stressrespons en evolutie

De definitie van stress is verschilt. Soms ligt de nadruk op respons en soms op stimulus. Stress of stressrespons is de toestand van lichamelijke of psychologische spanning die ontstaat doordat een bestaand evenwicht neigt te veranderen. Hetgeen dat het evenwicht verstoort of dreigt te verstoren wordt de stimulus of de stressor genoemd. Iedereen reageert zowel psychisch als lichamelijk verschillend op stressoren. Kort gezegd is de stressrespons een negatieve emotionele respons die psychobiologisch van aard is.

Psychobiologische mediatoren

Stress heeft invloed op lichamelijke ziekte. Stress kan zowel direct als indirect invloed hebben op lichamelijke gezondheid. Er kunnen meerdere mediatoren tegelijk verklaren hoe een stoornis tot uiting komt. Voorbeelden van mediatoren bij stress zijn: PTSD (in het Nederlands is dit PTSS), depressie/angststoornis, cognitieve prestatie, ‘health behavior’ (roken, slaapritme, slecht eten etc.) en de lichamelijke gezondheid. Health behavior wordt onder andere beïnvloed door cognitieve prestatie, depressie en PTSD. ‘Health behavior’ beïnvloedt ook zelf de lichamelijke gezondheid.

Het verloop van stress

Wanneer een stressvolle situatie/prikkel (stressor) zich voordoet, wordt een inschatting (appraisal) gemaakt van de situatie/prikkel. Als deze inschatting negatief is – dat wil zeggen: als de stressor als stressvol wordt ervaren – kan dit leiden tot een acute stressrespons. Tegelijkertijd probeert men om met de situatie om te gaan, dit wordt 'coping' genoemd. Wanneer de coping niet voldoende verlichting van de stress geeft, zal de acute stressrespons leiden tot een chronische stressrespons. Deze chronische stressrespons kan leiden tot lichamelijk schade of een verlaagde weerstand, dat uiteindelijk kan leiden tot een organische ziekte (door ziekteverwekkers).

Biologische stresstheorie

Er zijn drie verschillenden soorten stresstheorieën. Allereerst is er de biologische stresstheorie. Deze theorie stelt dat een acute stressrespons indirect kan leiden tot een organische ziekte. Het is inmiddels empirisch bewezen dat stress ziekte kan veroorzaken. Volgens Cannon is er bij psychologische dreiging sprake van een snelle biologische reactie door middel van adrenaline: de fight-or-flight respons. In de natuur is deze respons zeer nuttig: je hart klopt sneller, je spieren spannen zich en je zintuigen staan op scherp. Hierdoor ben je sneller, scherper en vergroten je overlevingskansen. In de huidige samenleving is deze stressrespons echter niet nuttig. De stressrespons is er wel, maar er wordt niets meegedaan (de coping ‘mislukt’). Hierdoor kan een langdurige of zelfs chronische stressrespons ontstaan. Chronische stress is een uiting van de mens, en komt niet in de natuur voor. Kortdurende stress is meestal functioneel, langdurige stress absoluut niet.

Selye kwam met het ‘General adaption syndrome ‘(GAS). Het GAS is niet-specifiek, het stelde dat hetzelfde stressrespons kan ontstaan door zowel fysieke als psychologische dreiging. De stressrespons is fylogenetisch oud: het is in grote mate hetzelfde voor alle diersoorten, inclusief voor de mens. Het volgt dezelfde 'biologische routes'. Zelfs de typisch menselijke stressoren, zoals liefdesverdriet en werkdruk, volgen deze oude biologische routes. Er zijn drie stadia bij het ‘General adaption syndrome’:

  • Alarm stage

  • Resistance (weerstand) stage

  • Exhaustion (uitputting) stage

In de ‘alarm stage’ is er sprake van de fight-or-flight respons. Wanneer de dreiging niet verdwijnt, gaat men over in het stadium van weerstand. In dit stadium wordt het immuunsysteem onderdrukt, de spijsvertering op een laag pitje gezet en het hartritme verhoogd. Wanneer er geen sprake is van succesvolle weerstand, maar dit stadium aanhoudt, gaat men over in chronische stress. In het derde stadium is er sprake van uitputting: de middelen/hormonen zijn op en er volgt ziekte of zelfs de dood. Deze drie stadia worden voornamelijk gereguleerd door het hormoon cortisol. Selye had het niet helemaal goed: het tweede stadium kan ook al heel goed leiden tot ziekte. Daarnaast wordt het derde stadium in werkelijkheid bijna nooit bereikt. Dit stadium wordt enkel bereikt in heel uitzonderlijke situaties als oorlog en enorme werkdruk (burn-out). Ook zullen hormonen nooit opgaan.

Drie consequenties van fylogenetische ouderdom:

  • De functie is nog steeds het wegnemen van dreiging of ontvluchten

  • Typisch menselijke stress heeft via oude biologische routes effect op het lichaam

  • Nog steeds door de zelfde basale psychologische factoren

Psychologische stresstheorie

Ten tweede is er de psychologische stresstheorie. Deze theorie richt zich op het (verkeerd) inschatten van situaties of stressors en op het copinggedrag. Het effect van stress op het lichaam van mens en dier ontstaat door dezelfde basale psychologische factoren. Er zijn drie verschillende stressor-dimensies:

  • Aversiviteit

  • Oncontroleerbaarheid en onvoorspelbaarheid

  • Duur

Bij de psychologische stresstheorie is de oncontroleerbaarheid en onvoorspelbaarheid belangrijk. De mate waarin de controleerbaarheid en voorspelbaarheid van de stressor worden ingeschat zijn van groot belang voor de stress die ervaren wordt. Een klassiek experiment, het 'Yoked control-design', van Brady, Weiss en Seligman demonstreert dit bij ratten. Twee ratten krijgen elk dezelfde aversieve stimulus, namelijk een elektrische schok. Rat 1 kan de stimulus uitzetten door op een hendel te drukken en rat 2 kan dit niet. Rat 1 ervaart aanzienlijk minder stress dan rat 2, omdat rat 1 'controle' heeft. Hetzelfde geldt wanneer rat 1 op een vast interval schokken krijgt, terwijl rat 2 op random momenten (maar evenveel!) schokken krijgt. Rat 2 ervaart meer stress, omdat hij niet zoals rat 1 de voorspelbaarheid ervaart. De hulpeloosheid van rat 2 leidt uiteindelijk tot een depressie. De grotere stressrespons van rat 2 is omkeerbaar.

Bij oncontroleerbare stress in de vroege levensfasen kunnen langdurige veranderingen optreden (lage serotine-niveaus en hoge cortisol-reactiviteit) en kunnen er structurele veranderingen plaatsvinden (overgevoelige systemen met een vertraagd herstel). Hoewel er in de menselijke situatie vaak sprake is van complexe stressoren, kunnen deze goed vertaald worden naar ‘controleerbaarheid’ en ‘voorspelbaarheid’. Een beurscrisis heeft bijvoorbeeld te maken met een gebrek aan controleerbaarheid en een gebrek aan voorspelbaarheid.

Omgevingsstresstheorie

De andere twee stressor-dimensies, namelijk aversiviteit en duur, zijn ook belangrijk. Deze twee stressor-dimensies richten zich op de eigenschappen van de stressor zelf. De duur van de stressor is van belang voor de stress die ervaren wordt. Bij aversiviteit gaat het om de aard van de dreiging. Wanneer de dreiging fysiek is, is er sprake van directe dreiging. Voorbeelden zijn: kou, infecties en geweld. Als de dreiging psychologisch is, is er sprake van waargenomen dreiging. Voorbeelden zijn: fysieke integriteit (bijvoorbeeld fysieke stress) of psychosociale integriteit (bijvoorbeeld deprivatie van primaire psycho(bio)logische behoeften).

Wanneer men de controle over stressors dreigt te verliezen, wordt het defense-mechanisme ingezet. Het doel van dit mechanisme is om de controle terug te krijgen door middel van inspanning. Boosheid (vechten), angst (vluchten) en waakzaamheid zijn de belangrijkste emoties bij dit mechanisme. Deze negatieve emoties zijn gericht op een actietendens. De actietendens is de fysiologische voorbereiding. Deze fysiologische voorbereiding lijkt op wat er in je lichaam gebeurt wanneer je sport, maar met sporten mis je de ervaring van negatieve emoties (de waargenomen aversiteit en de bedreiging van controle). Wanneer de controle over de stressor al verloren is, treedt het 'defeat-mechanisme' op. Dit betekent opgeven. Het doel van dit mechanisme is om energie te conserveren door terugtrekking. Hierbij zijn hulpeloosheid, hopeloosheid en depressie de belangrijkste emoties.

Fysiologie

Fysiologische stress respons is in de kern hetzelfde als een inspanningsrespons, maar met negatieve emoties. Bij een stressrespons worden er verschillende systemen in het lichaam in werking gesteld. Het autonoom zenuwstelsel (onderdeel van het perifeer zenuwstelsel) reguleert organen die onvrijwillig functioneren en bestaat uit het sympathisch en het parasympatisch zenuwstelsel. Met name het sympathische zenuwstelsel bereidt het lichaam voor op actie. Het sympathisch zenuwstelsel werkt als antagonist ten opzichte van het parasympatisch zenuwstelsel. Vanuit de hersenen - het limbische systeem en met name de amygdala - gaat een signaal van dreiging uit naar de hypothalamus. Deze zorgt voor een tweeledige stressrespons. De acute respons vindt plaats in het SAM-systeem (Sympathetic Adrenal Medullary). Hier wordt het parasympathische zenuwstelsel op een laag pitje gezet terwijl het sympathische zenuwstelsel wordt geactiveerd door adrenaline in het bijniermerg. Deze adrenaline wordt naar de targetorganen gebracht: het hart, de bloedvaten, de longen, de spieren, het immuum-systeem etc. Dit zorgt onder andere voor een versnelde hartslag en een hogere bloeddruk (voorbereiding om tot actie te komen). Daarnaast gaat men meer zweten (verkoeling en grip) en komt er meer suiker in het bloed (brandstof).

Wanneer de stress intens is (oncontroleerbaar en/of chronisch), gaat het HPAC-systeem (Hypothalamus Pituitary Adrenal Cortical), een rol spelen. De hypothalamus zorgt voor activiteit in de hypofyse in het HPAC-systeem. De Hypofyse produceert acetylcholine (ACTH) dat zorgt voor cortisol in de bijnierschors. Deze cortisol gaat naar de targetorganen. Het HPAC-syteem houdt de effecten van het SAM-systeem in stand en zorgt voor de onderdrukking van het immuunsysteem en overige manieren van energiebesparing in het lichaam. Daarnaast zorgt dit systeem ervoor dat de schade die het SAM-systeem kan veroorzaken beperkt blijft, dat het lichaam terugkeert naar de ‘steady state’ (herstel-staat) en dat pijn onderdrukt wordt.

Negatieve emoties en ziekte

Wanneer het parasympatische zenuwstelsel op een laag pitje wordt gezet, betekent dit dat het herstellend vermogen van het lichaam en het immuunsysteem ook op een lager pitje gaan. Alle aandacht gaat uit naar het intensiveren van de fight-or-flight respons. Dit houdt in dat er meer aandacht gaat naar spieren, longen, het hart en de bloedvaten. Wanneer de andere benodigde functies te lang op non-actief staan, ben je vatbaarder voor infecties en bacteriën en kun je ziek worden. Als de effecten van het SAM-systeem en het HPAC-systeem te lang duren, loop je ook risico op een chronisch verhoogde bloeddruk en aderverkalking. Dit kan ook komen omdat het parasympatische systeem 'niet meer goed weet' hoe het ook alweer functioneerde.

Rode draden

  • Langdurige stress is slecht, kortdurende stress is meestal goed.

  • De stressrespons is fylogenetisch oud (het is in grote mate hetzelfde voor alle diersoorten inclusief de mens). De stressrespons is een functionele reactie op elke mogelijke dreiging.

  • De psychologische kern van een stressor zijn oncontroleerbaarheid en/of onvoorspelbaarheid.

  • De functie van de biologische stress-respons is: kunnen vluchten of vechten. Dit is mogelijk doordat er zuurstof en brandstof naar de spieren gaat, brandstoffen en bouwstoffen gespaard worden en schade en negatieve sensatie beperkt worden.

  • Mensen raken gestrest (gaan in voorbereiding om te vluchten of vechten), maar ondernemen geen actie.

Hoorcollege 2: Wie wordt ziek en van welke stress?

Uit onderzoek blijkt dat de initialen van iemand voorspellend zijn voor zijn of haar levensverwachting. Mensen met positieve initialen als ‘V.I.P’ blijken langer te leven dan mensen met negatieve initialen als ‘D.I.E.’.

Oorzaken van gezondheidsklachten

Er zijn een aantal veelvoorkomende oorzaken van gezondheidsklachten die kunnen worden opgedeeld in drie groepen:

  • Biologische kwetsbaarheid

  • Fysieke kwetsbaarheid

  • Psychologische kwetsbaarheid

Onder de biologische kwetsbaarheid vallen erfelijkheid, lichamelijke condities (zwanger, oude leeftijd, ziek) en directe ziekteverwekkers (bacteriën, virus, giftige stoffen). Onder de fysieke kwetsbaarheid vallen allerlei fysieke stressoren (extreme temperaturen, extreme activiteiten, ongelukken). Onder de psychologische kwetsbaarheid vallen psychologische stressoren (levenservaringen, dagelijkse stress, sociaal economische status), cognities van gezondheid (interpretatie van symptomen, overtuiging/geloof in risico’s) en 'health behavior' (alcohol, drugs, roken, risicovolle sport, slaapritme). De psychologische kwetsbaarheid bepaalt ruim 10% van onze gezondheid. Deze kwetsbaarheden kunnen aangetoond worden met de stresstheorieën uit het vorige college (omgevingstheorieën, psychologische theorieën en biologische theorieën). Er zijn individuele verschillen in de biologische stressrespons en kwetsbaarheid.

Typen stressoren

Er zijn verschillende typen stressoren, namelijk psychologische trauma’s, grote levensgebeurtenissen of veranderingen, dagelijkse problemen en chronische stressoren (zoals piekeren). De ‘typen stressoren’ zijn belangrijk voor de omgevingsstresstheorie. De SRRS (Social Readjustment Rating Scale) meet hoe mensen zich na een levensverandering/gebeurtenis aanpassen aan de situatie. Ook is er de VRMG (Vragenlijst Recente Meegemaakte Gebeurtenis) die vraagt of mensen bepaalde stressvolle gebeurtenissen hebben meegemaakt in de voorgaande 12 maanden. De APL (Alledaagse Problemen Lijst) bekijkt onder andere welke dagelijkse problemen (daily hassles) mensen in de laatste 2 maanden hebben meegemaakt. De grote levensveranderingen werden eerst verondersteld de grootste invloed te hebben op stress. Later bleek echter dat juist de dagelijkse gebeurtenissen meer invloed hadden op de hoeveelheid stress die een persoon ervaart. Dit is getest met bovenstaande schalen en vragenlijsten.

Dagelijkse problemen zijn meestal oncontroleerbaar en onvoorspelbaar. Ze stapelen zich op en kunnen zorgen voor de ontwikkeling van ‘aangeleerde hulpeloosheid’. Het gaat vaak om chronische stressoren. Deze dagelijkse problemen zijn vaak de mediator van levensgebeurtenissen die leiden tot ziekte. Hieruit blijkt ook dat dagelijkse problemen belangrijker zijn dan levensgebeurtenissen op zichzelf. Dagelijkse problemen zijn vaak sociaal van aard. Intermenselijke conflicten worden als ergst ervaren, omdat men bang is om uitgesloten te worden. Mensen hebben dan een gevoel van oncontroleerbaarheid. Wat nog niet in de vragenlijsten staat, is een categorie van moderne stressoren zoals e-mails en smartphones, sociale netwerken en prestatiedruk op school.

Wat betreft de chronische stressoren blijft nummer 1 het hebben van een lage sociaal economische status (SES). Elke stap hoger op de ladder van de SES betekent een kleiner risico op ziekte. Het gaat hierbij om de relatieve plaats op de ladder. Een lage SES leidt onder andere tot meer stressvolle dagelijkse gebeurtenissen, lagere zelfwaardering en meer ongezond gedrag. Moderatoren die hierbij horen zijn: minder sociale steun, minder voorspelbaarheid en minder controleerbaarheid. Andere chronische stressoren zijn omgeving, werk, huwelijk/relatie, het verzorgen van iemand met de ziekte van Alzheimer en psychopathologische stress.

Modulatoren van de stressrespons

Een modulator is een zogenaamde moderator die de stressrespons beïnvloedt. Een moderator beïnvloedt het effect dat de stressor heeft op de stressrespons. Een moderator is echter geen verklarende factor (geen mediator). Deze modulatoren van de stressrespons horen bij de psychologische stresstheorieën. Er worden in dit college vier belangrijke moderators toegelicht:

  • Sociale steun

  • Appraisal

  • Afreageren

  • Persoonlijkheid

Uit onderzoek blijkt dat sociale steun zorgt voor een lagere sterfte. Daarnaast is de algehele gezondheid van mensen met een groot sociaal netwerk beter: lagere bloeddruk, minder depressie, minder sportletsel, etc. Het directe effect van sociale steun is eigenlijk altijd goed: de gezondheid verbetert. Het indirecte effect van sociale steun is de steun om gezond te gaan leven en het feit dat een goede omgeving helpt wanneer er sprake is van een grote stressor. Bij indirecte effecten is sprake van een soort buffer-effect, de sociale steun absorbeert de schok van een stressor.

'Appraisal' is de tweede moderator voor de stressrespons. Het is de waargenomen onvoorspelbaarheid en oncontroleerbaarheid van een stressor. Uit een onderzoek blijkt dat ratten die op onverwachte momenten kaas krijgen, een hoger cortisolniveau hebben dan ratten die op voorspelbare momenten dezelfde hoeveelheid kaas krijgen. Uit hetzelfde onderzoek als besproken in college 1 kwam het volgende: twee ratten krijgen allebei schokken. Rat 1 ervaart controle (een hendeltje waarmee hij bepaalt wanneer hij schokken krijgt – iets wat rat 2 niet heeft) en ervaart daarom minder stress dan rat 2. Echter, wanneer rat 1 weer geschokt wordt terwijl controle (het hendeltje) is weggehaald, dan ervaart de rat significant meer stress dan rat 2. Wanneer rat 1 in een valse situatie van controle gezet wordt (er staat een hendeltje om de schokken te stoppen, maar die werkt helemaal niet), wordt de stressrespons ook al minder. Dit toont aan dat het werkelijk ‘het geloof in de controle’ is, die de stressrespons doet afnemen.

Afreageren (catharsis) als derde moderator, blijkt een illusie. Het vermindert de stress niet en verlaagt de bloeddruk niet. Hoewel afreageren niet helpt, blijkt dat iemand terugpakken wel helpt. Wanneer de oorzaak van een stressor wordt aangepakt, geeft dit verlichting van de stress. Hokanson deed een onderzoek waarin hij participanten boos maakte door hen een moeilijke opdracht te geven. De mensen die geïrriteerd raakten hadden een hogere bloeddruk. Toen zij de proefleider mochten terugpakken ging de bloeddruk omlaag. Terugpakken helpt, want het geeft een gevoel van controle. Het gedrag hoeft niet eens uitgevoerd te worden, het gaat puur om het gevoel van ‘ik kan het straks rechtzetten’ of ‘ik kan diegene straks terugpakken’. Lichamelijke inspanning zorgt voor afleiding en voor ‘bufferen’, het verwijdt bijvoorbeeld de bloedvaten bij een hoge bloeddruk. In het boek van Sapolsky staat nog wel beschreven dat afreageren helpt, maar dit klopt niet.

Persoonlijkheid, de vierde moderator, beïnvloedt de stressor ook. Vroeger werd gedacht dat de type-A persoonlijkheid (vijandigheid, extreem streefgedrag, competitief, onder tijdsdruk staan) een goede voorspeller was voor hartziekten. Tegenwoordig is gebleken dat alleen ‘vijandigheid’ (hostility) hartziekten fatsoenlijk voorspelt en dat de andere onderdelen van 'type-A' hieraan niet bijdragen. Er zijn wel een aantal andere persoonlijkheidskenmerken die ziekte voorspellen. ‘Angstig zijn’ zorgt ervoor dat een mens regelmatig in een stressrespons schiet, wat schadelijk kan zijn voor het lichaam. Hier is, net als bij vijandigheid, sprake van een reactie op de dreiging tot het verliezen van de controle. Daarnaast is een depressieve persoonsvariabele een voorspeller voor het 'opgeven' op momenten dat de controle over de stressor al is verloren. Echter bij defensiviteit/repressie lijkt juist een verlengde zwakke stressrespons constant aanwezig te zijn. Het controleverlies wordt niet bewust waargenomen, wordt ontkent of wordt onderdrukt.

Piekeren

Piekeren (rumination) leidt tot langdurige/chronische stress, omdat de stressor verlengd wordt door middel van her-activatie van de problemen. Piekeren is dus ongelimiteerd in de zin dat je eindeloos kunt blijven reageren op situaties die er (nog) niet zijn. Je kunt piekeren over de toekomst (anticipated stress), maar je kunt ook piekeren over vroeger (perseverative cognition/thinking). Hierdoor duren de stressresponsen langer dan wanneer ze werkelijkheid voorkomen, ofwel een verlengde stressrespons. Dit zorgt voor vertraagd herstel en een verlaagd immuunsysteem. Piekeren over de toekomst is veel erger dan piekeren over vroeger. Hoewel men vooral ‘vroegere’ stressoren meet en niet ‘toekomstige’ stressoren, is de meest voorkomende stress ‘toekomstige' stress. DitRead more

DPP Tentamentip!
Stress, Health & Disease
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Image
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Last updated
23-06-2022
Search