Hoofdstuk 1
Need to belong | De behoefte om interactie met liefdevolle, intieme partners te behouden. |
Sex ratio | Geslachtsverhouding. De verhouding geeft het aantal mannen ten opzichte van de vrouwen in een bepaalde populatie aan. |
Gender roles | Gedragspatronen voor mannen en vrouwen die cultureel bepaald zijn. |
androgynous | Personen die in het bezit is beide sets van competenties, competenties die geassocieerd worden met het mannelijke geslacht en met het vrouwelijke geslacht. |
Intrumental traits | Mannelijke taakgerichte vaardigheden |
Expressive traits | Emotionele vaardigheden |
Self- esteem | gevoel van eigenwaarde |
Sociometer | Meet de kwaliteit van onze relaties met anderen. |
Parental investment | Ouderlijke investering in het opvoeden van kinderen |
Paternity uncertainty | Ondanks dat een man alle vertrouwen heeft in zijn vrouw, kan hij nooit zeker weten of het kind zijn kind is. |
Hoofdstuk 2
Representative Sample | Representatieve steekproef |
Convencience Sample | Het gebruiken van iedereen die snel beschikbaar is en deel wil nemen aan het onderzoek. Dit wordt Convencience Sample genoemd. |
Correlation | (Lineaire) samenhang tussen twee verschillende metingen |
Experiments | Experimenten geven duidelijke informatie over de oorzaken en de gevolgen. |
Cross- sectional design | Het vergelijkt verschillende mensen in verschillende stadia of leeftijden in een ontwikkelingsproces. |
Longitudinal design | Dezelfde groep mensen wordt gedurende een periode gevolgd om metingen af te nemen. |
Participant attrition | Het wegvallen van participanten. |
Retrospective design | Terugblikken naar gebeurtenissen die al plaats hebben gevonden. |
Validity | Validiteit: Meet de test wat het zou moeten meten? |
Reliability | Betrouwbaarheid: Levert de test steeds dezelfde resultaten wanneer er na een tijd op nieuw gemeten wordt? |
Self report | Zelfrapportages |
Self-serving bias | mensen schrijven succes aan hun eigen capaciteiten of talenten toe, terwijl ze hun falen meer toeschrijven aan de omstandigheden of fouten van anderen |
Social desirability bias | Vertekening van resultaten door dat participanten een goede indruk willen maken. |
Experience- sampling | Is een methode waarbij gebruik wordt gemaakt van intermitteren, korte periodes van observatie om een sample van het gedrag die daadwerkelijk optreedt in een langere periode, vast te leggen. |
Reactivity | Participanten kunnen hun gedrag veranderen wanneer ze door hebben dat ze geobserveerd worden. |
Meta- analyse | In deze studies worden resultaten van diverse studie, die eerder uitgevoerd zijn, gecombineerd. |
Hoofdstuk 3
Proximity | Nabijheid |
Mere exposure | Herhaald contact met een persoon verhoogt de kans dat we de persoon mogen. |
Contrast effect | A perceptual phenomenon in which a given object is perceived differently depending on the other objects to which it is compared. |
Matching | partners in een gevestigde romantische relaties hebben een vergelijkbaar niveau van fysieke aantrekkelijkheid. |
Fatal attractions | Deze komen voor wanneer bepaalde kwaliteiten van de partner in eerste instantie als aantrekkelijk beschouwd werden, maar geleidelijk aan worden deze kwaliteiten als de meest onaangename, irritante kenmerken van de partner gezien. |
Hoofdstuk 4
Social cognition | The processes of perception and judgement with which we make sense of our social worlds |
Conformation bias | neiging van mensen om informatie te zoeken die hun overtuigingen bevestigt. |
Primacy effect | Het primacy effect is de neiging om de eerste informatie die we ontvangen als extra belangrijk te beschouwen in het vormen van onze algehele indruk. |
Attributions | Attributies zijn de verklaringen die we geven aan gebeurtenissen. |
Actor/ observer effects | Het eigen gedrag wordt door externe invloed verklaard terwijl het gedrag van een ander door een interne invloed wordt verklaard. |
Reconstructive memory | De term reconstructive memory wordt gebruikt om de manier waarop ons geheugen voortdurend wordt herzien en herschreven als er nieuwe informatie wordt verkregen, te beschrijven. |
Romanticism | Volgens deze benadering vormt liefde de belangrijkste factor voor het kiezen van een partner. |
Destiny beliefs | Believing that people can’t change and that true loves just happen, they don’t try to solve problems, they just avoid them and they report more interest in ending the relationship than in making an effort to repear it. |
Growth beliefs | Growth beliefs gaan ervan uit dat gelukkige relaties het resultaat zijn van hard werken. |
Self- fulfilling prophecies | Valse voorspellingen worden waarheid omdat ze ertoe leiden dat mensen zich op een bepaald manier gaan gedragen die verkeerde verwachtingen waar maken |
Self- enhancement | Het verlangen naar positieve, complementaire feedback |
Self- verification | Het verlangen naar feedback dat consistent is aan het self- concept |
Self- concept | Alle overtuigingen en gevoelens die we over onszelf hebben. |
Impression management | Proberen om de indruk die anderen over ons vormen te beïnvloeden. |
Self- monitoring | Zelfcontrole |
Emotional intelligence | Een set van vaardigheden die de talenten van een personen in het waarnemen, het gebruik, het begrijpen van en omgaan met emoties beschrijft |
Hoofdstuk 5
Interpersonal Gap | Een interpersonal gap is het verschil in de bedoeling van de verzender en de interpretatie van de boodschap door de ontvanger |
Display rules | Culturele normen die bepalen welke emoties geschikt zijn in bepaalde situaties. |
Paralanguage | Paralanguage bevat alle variaties in de stem van een persoon. |
Self- disclosure | Dit is het proces waarbij iemand persoonlijke informatie aan een andere onthuld. |
Taboo topics | gevoelige zaken die volgens de partners de kwaliteit van hun relatie kan bedreigen |
Kitchen- sinking | Meerdere onderwerpen tegelijk willen bespreken |
Off- beam conversations | Conversaties die van de hak op de tak gaan |
Mindreading | Mensen denken dat ze de gedachten, gevoelens en meningen van hun partners kennen zonder er naar te vragen |
Yes- butting | Het nooit eens zijn met de mening van de partner |
Cross- complaining | In plaats van interesse in de klacht van de ander, wordt een klacht van de een beantwoord met een klacht van de ander. |
Stonewalling | Terugtrekken in een ijzige stilte |
Belligerence | Het compleet afwijzen van de partner |
Perception Checking | mensen beoordelen de juistheid van hun conclusies over het gevoel van de partner door te vragen naar opheldering. |
Hoofdstuk 6
Social exchange | De onderlinge uitwisseling van gewenste beloningen met anderen. |
Comparison level | De eigen vergelijkingsniveau die de waarde van de uitkomst beschrijft die we volgens onszelf verdienen. |
Comparison level for alyetnatives | Een vergelijkingsniveau voor alternatieven beschrijft de waarde van de uitkomst die we denken te krijgen als we onze huidige partner verlaten en naar het beste alternatief gaan. |
Exchange relationships | Deze relaties worden gekenmerkt door het verlangen en de verwachting dat gegeven voordeel direct terug wordt betaald. |
Communal relationships | Deze relaties worden gekenmerkt door het verlangen en de verwachting van gelijkwaardige gevoeligheid voor de behoeften van de ander. |
Commitment | De intentie om een relatie voort te zetten |
Personal commitment | Er is sprake van personal commitment wanneer een persoon een relatie wil voortzetten omdat hij./ zij zich voelt aangetrokken tot de ander en de relatie bevredigend is. |
Constraint commitment | Het voorzetten van een relatie omdat men er van uit gaat dat het moet, omdat het verbeken van de relatie hoge kosten met zich mee brengt. |
Moral commitment | Vanuit morele verplichtingen tegenover de partner of relatie, kiest men ervoor om de relatie voort te zetten. |
Accomodative behavior | Mensen reageren niet op vernietigend gedrag van hun partner met hetzelfde gedrag. |
Willingness to sacrifice | Bereidheid tot opofferen van het eigenbelang |
Perceived superiority | Het denken dat de eigen relatie beter is dan die van anderen. |
Hoofdstuk 7
Responsiveness | De combinatie van attente en ondersteunend erkenning van onze behoeften en belangen. |
Capitalization | Goede vrienden versterken onze vreugde als we die met ze delen. |
Social comparison | We vergelijken onze overtuigingen en vaardigheden met die van onze vrienden om onszelf beter te begrijpen. |
Dyadic withdrawal | As people see more and more of a lover, they see less and less of their friends. |
Relational self- construal | beschrijft de mate waarin we onszelf als onderling afhankelijk, in plaats van onafhankelijk, zien |
Shyness | Een combinatie van sociale geslotenheid en geremd gedrag met nerveuze ongemakkelijkheid in sociale situaties. |
Social isolation | Gebrek aan sociale netwerk van vrienden en kennissen |
Emotional isolation | Gebrek aan een hechte, intieme relatie |
Hoofdstuk 8
Excitation transfer | De arousal opgewekt door de ene gebeurtenis wordt gecombineerd met de arousal dat door een tweede gebeurtenis opgewekt wordt. De invloed van de eerste gebeurtenis wordt verwaarloosd |
Eros | De relatie wordt gekenmerkt door sterke fysieke component |
Ludus | Liefde zonder verbintenis |
Storge | Ontkrachten belang van sterke emoties en streeft naar een oprechte vriendschap |
Mania | veeleisend en bezitterig, veel fantasie en obsessies |
Agape | Vrijgevig, altruistisch en onzelfzuchtig |
Pragma | Praktisch en pragmatisch, zoeken partners die volgens de logica het beste matchenq |
Hoofdstuk 9
Extradyadic sex | het hebben van seks buiten de dyade |
Sociosexual orientations | De overtuiging en gedragingen doe onze gevoelens over seks beschrijven |
Sperm competition | Occurs when the sperm of two or more men occupy a women’s vagina at the same time |
Illusion of unique invulnerability | Het idee dat de kans groter is dat andere mensen nare dingen overkomt dan onszelf |
Pluralistic ignorance | Mensen veronderstellen onterecht dat hun gevoelens en overtuigingen anders zijn dan die van andere mensen. |
Hoofdstuk 10
Relational evaluation | De mate waarin iemand de relatie waardevol, belangrijk en intiem acht |
Relational devaluation | Schijnbare daling in de acceptatie van anderen voor ons |
Ostracism | Vorm van uitsluiting waarbij iemand wordt genegeerd door de mensen uit zijn omgeving. |
Reactive jealousy | deze vorm van jaloezie vindt plaats wanneer iemand zich bewust wordt van een werkelijke bedreiging van een waardevolle jaloezie. |
Suspicious jealousy | deze vorm van jaloezie vindt plaats zonder dat er een aanleiding of reden is voor jaloezie |
Deceiver’s distrust | Als mensen liegen , zijn ze geneigd om de ontvanger ook als minder eerlijk en betrouwbaar zien, omdat ze ervan uitgaan dat zij hetzelfde zijn en ze zich beter voelen als andere dezelfde fouten maken. |
Truth bias | Het aannemen dat de partner meestal de waarheid zegt |
Hoofdstuk 11
Interpersonal conflict | Er is sprake van een interpersoonlijk conflict wanneer de motieven, doelen, overtuigingen, mening of het gedrag van een persoon niet verenigbaar is met anderen |
Dialectics | Opposing motivations |
Attributional conflict | Conflict tussen partners over wiens verklaring de juiste verklaring is |
Negative affect reciprocity | Partners provoceren elkaar over en weer |
Hostiles | Koppels die geen 5:1 verhouding van positief/ negatief gedrag kunnen handhaven |
Volatile couples | Koppels met frequente en gepasioneerde ruzies |
Validators | Koppels met een beleefde stijl van ruzie maken. |
Avoiders | Koppels die confrontatie vermijden en voeren discussies op een milde en voorzichtige manier |
Hoofdstuk 12
Principle of lesser interest | In any partnership, the person who has less interest in continuing and maintaining the relationship has more power in that partnership |
Reward power en coercive power | verwijzen naar het vermogen van een persoon om verschillende beloningen en straffen te geven aan anderen |
Legitimate power | Er is sprake van legitimate power wanneer onze partners geloven dat we het recht hebben om ze te vertellen wat ze moeten doen en ze verplicht zijn om dit ook te doen |
Referent power | Er is sprake van referent power wanneer onze partners van ons houden en bereid zijn alles te doen wat wij willen, omdat ze zich verbonden met ons voelen |
Expert power | Wanneer partners onze kennis en ervaring erkennen en beïnvloed worden doordat we meer weten |
Informational power | Wanneer iemand specifieke informatie bezit die de ander graag ook wil weten. |
Situational couple violence | Geweld dat laait meestal van verhitte conflicten die uit de hand lopen. |
Intimate terrorism | Één van de partners gebruikt geweld als een middel om controle te krijgen over de ander en hem of haar te onderdrukken |
Violent resistance | Hierbij vecht de partner terug tegen intimate terroism. |
Hoofdstuk 13
Other- oriented | Hierbij probeert een persoon de gevoelens van de partner te beschermen |
Self- oriented | egoïstisch zijn ten koste van het gevoel van de partner |
Persevering indirectness | Één van de twee doet herhaalde pogingen om de relatie te beëindigen zonder die intentie bekend te maken. De persoon doet ook geen pogingen om de relatie te verbeteren. |
Personal phase | Een van de partners is ontevreden met de relatie |
Dyadische fase | De ongelukkige partner onthult zijn ontevredenheid. |
Social phase | De partners maken aan familie en vrienden bekend dat de relatie beëindigd wordt. |
Grave- dressing phase | Rouw wordt minder, en de partners komen over het verlies heen. |
Resurrection phase | De ex- partners gaan als vrijgezellen weer verder met hun leven. |
Hoofdstuk 14
Relationship maintenance mechanism | De strategische acties die mensen ondernemen om hun relatie te behouden |
Cognitive interdependence | Het denken in wij, ons en onze in plaats van ik en me |
Positive illusions | Partners idealiseren elkaar en bekijken hun relatie vanuit de meest positieve kant |
Michelangelo phenomenon | In voorspoedige relaties gedraagt de één zich op een manier dat de ander aanmoedigt zo te worden zoals diegene het zou willen. |
Affective reconstruction | The process through which a spouse re-imagines and revisits past relationships in an effort to identify the themes and coping styles that characterized conflicts with past partners. |
Vraag 1 Intieme relaties verschillen van meer dagelijkse ontmoetingen op ten minste zes manieren. Benoem deze zes verschillen.
Vraag 2 Welke invloeden hebben culturele normen op relaties?
Vraag 3 In culturen met een hoge sex ratio worden traditionele huwelijken met een ouderwetse rolverdeling tussen mannen en vrouwen gestimuleerd. Echter wanneer er sprake is van een lage sex ratio, worden er juist minder traditionele normen gehandhaafd. Welke verklaring geven Guttentag en Second voor dit fenomeen.
Vraag 4 Bartholow onderscheidt vier hechtingsstijlen. Benoem deze vier hechtingstijlen.
Vraag 5
A) Waar verwijst sex difference naar?
B) Waar verwijst gender difference naar?
Vraag 6 Er wordt onderscheid gemaakt tussen beschrijvende en experimentele vragen. Leg uit wat beschrijvende en experimentele vragen zijn.
Vraag 7 Hoe ontstaat volunteer bias en welke gevolgen heeft het voor een onderzoek?
Vraag 8 Benoem een aantal voordelen van zelfrapportages.
Vraag 9 benoem een aantal nadelen van zelfrapportages.
Vraag 10 Wat zijn de voor- en nadelen van observatie van gedrag?
Vraag 11 Waarom hebben mensen die dichter bij elkaar wonen een grotere kans om vrienden te worden?
Vraag 12 Wat houdt de Balance Theory in?
Vraag 13 Wat is het Romeo- Julliet effect?
Vraag 14 Welke drie universele thema’s gebruiken mensen om hun potentiële partner te beoordelen?
Vraag 15 Wat is het primacy- effect?
Vraag 16 Wat zijn attributies?
Vraag 17 Welke functies worden tijden sociale interacties beïnvloed door het zelfconcept?
Vraag 18 Wat houdt confirmation bias in?
Vraag 19 Hoe wordt het volgende effect genoemd: ‘Het eigen gedrag wordt door externe invloed verklaard terwijl het gedrag van een ander door een interne invloed wordt verklaard’.
Vraag 20
Wat is impression management?
Beschrijf verschillende manieren van impression management
Vraag 21 Wat is een interpersonal Gap?
Vraag 22 De fysieke afstand tussen twee personen kent vier zones. Beschrijf deze vier zones.
Vraag 23 Wat houdt paralanguage in?
Vraag 24 Hoe wordt het proces waarbij iemand persoonlijke informatie aan een andere onthuld genoemd?
Vraag 25 In het begin van een relatie zien we een sterke toename in tevredenheid. Deze toename ban tevredenheid verdwijnt na een tijdje. Noem een aantal redenen hiervoor.
Vraag 26 Noem de twee vormen van relaties die betrekking hebben op normen van uitwisseling.
Vraag 27 Wanneer zijn mensen het meest tevreden in een relatie volgens het equity theory?
Vraag 28 Hoe hebben hechtingsstijlen effect op wederzijdse afhankelijkheid?
Vraag 29 Volgens Johnson zijn er drie typen verbondenheid. Benoem deze drie typen verbondenheid.
Vraag 30 Uit welke elementen bestaat een vriendschap?
Vraag 31 Hoe worden vriendschappen tussen vrouwen genoemd en hoe worden vriendschappen tussen mannen genoemd?
Vraag 32 Beschrijf twee vormen van eenzaamheid.
Vraag 33 Wat is een mogelijke verklaring voor het feit dat mannen zich meestal eenzamer voelen dan vrouwen?
Vraag 34 Volgens Sternberg zijn er drie aspecten die zorgen voor verschillende vormen van liefde. Benoem deze drie aspecten.
Vraag 35 Welke twee factoren spelen een rol bij gepassioneerde aantrekking?
Vraag 36 Geef drie redenen voor waarom romantische liefde daalt nadat mensen trouwen
Vraag 37 Waarom is vriendschappelijke liefde stabieler dan romantische liefde?
Vraag 38 Wanneer zijn seksuele interacties het meest belonend?
Vraag 39 Welke factoren spelen een rol bij goede seks?
Vraag 40 Beschrijf de twee vormen van jaloezie.
Vraag 41 Welke technieken zijn er om jaloezie te verminderen?
Vraag 42 Beschrijf een aantal manieren om om te gaan met verraad?
Vraag 43 Vergeving gaat gemakkelijker met de aanwezigheid van een aantal componenten. Welke componenten zijn dat?
Vraag 44 Conflicten kunnen vrijwel over elk onderwerp gaan. Peterson classificeert de onderwerpen in vier categorieën. Benoem deze categorieën.
Vraag 45
Wat is het demand/ withdraw patroon?
Het komt vaak voor dat de vrouw de demander is en de man de withdrawer is. Geef hiervoor twee mogelijke verklaringen.
Vraag 46 Wat is de speaker- listener technique?
Vraag 47 Wat is legitimate power?
Vraag 48 In de meeste relaties is de man de dominante partner. Geef hiervoor twee verklaringen.
Vraag 49 Welke factoren hebben volgens Karney en Bradbury invloed op een echtscheiding?
Vraag 50 Welke verklaringen geeft de disillusionment model voor de dalende huwelijkstevredenheid en verloop van tijd?
Vraag 51 Wat is persevering indirectness?
Vraag 52 Beschrijf vier soorten nahuwelijkse relaties.
Vraag 53 Beschrijf vijf strategieën die helpen om een relatie te behouden.
Vraag 54 Welke onderwerpen worden in de Prevention and Relationship enhancement program besproken?
Vraag 55 Wat zijn de belangrijkste ingrediënten van een succesvolle huwelijk?
Antwoord 1
Knowledge (Kennis): Intieme partners wisselen vaak uitgebreide persoonlijke en vertrouwelijke informative aan elkaar uit.
Care: Intieme partners geven om elkaar en voelen relatief veel affective voor elkaar.
Interdepence (onderlinge afhankelijkheid): de onderlinge afhankelijkheid in intieme relaties is frequent, sterk, divers en langdurig.
Mutuality (wederkerigheid): de mate waarin intieme partners de overlap tussen elkaars levens herkennen en denken in termen als ‘wij’.
Trust (vertrouwen): De verwachting dat een intieme partner eerlijk zal zijn.
Committed (verbinding): Partners verwachten dat de relatie zal blijven bestaan en dat er tijd, moeite en energie in stoppen.
Antwoord 2 Culturele normen vormen een basis voor een relatie, doordat ze vorm geven aan onze verwachtingen en bepalen wat mensen normaal vinden.
Antwoord 3Volgens Guttentag en Second heeft dit te maken met de dominante positie van mannen. DE veranderingen in de man- vrouw verhouding komt ten gunste van mannen. Wanneer er relatie minder mannen zijn is het voor mannen niet gunstig om vast te zitten aan één vrouw. Wanneer er relatief meer mannen dan vrouwen zijn, is het voor de mannen juist gunstiger als de vrouwen afhankelijk zijn van hen.
Antwoord 4
Secure style
Preoccupied style
Fearful style
Dismissing style
Antwoord 5
A) Sex difference i shet biologische onderscheid tussen mannen en vrouwen
B) Gender difference verwijst naar het sociale en psychologische onderscheid tussen mannen en vrouwen.
Antwoord 6 Beschrijvende vragen worden gebruikt om één of meerdere gebeurtenissen beschreven. Het doel hiervan is om een gebeurtenis zo accuraat en compleet als mogelijk te kunnen beschrijven. Experimentele vragen worden gebruikt om causale verbanden tussen gebeurtenissen en hun uitkomsten te ontdekken.
Antwoord 7 Hoe ontstaat volunteer bias en welke gevolgen heeft het voor een onderzoek?
Volunteer bias ontstaat als mensen die participeren in een onderzoek verschillen van mensen die niet participeren aan het onderzoek. Dit zorgt ervoor dat de resultaten niet gegeneraliseerd kunnen worden naar andere groepen.
Antwoord 8
Zelfrapportages geven informatie over hoe de relaties subjectief ervaren worden door de partners
Zelfrapportages zijn goedkoop en gemakkelijk te verkrijgen
Antwoord 9
De data is afhankelijk van hoe de participant de vragen in het onderzoek interpreteert.
Mensen zijn niet accuraat in het herinneren van hun ervaringen
Zelfrapportages zijn mogelijke systematisch vertekend of verstoord
Antwoord 10
Voordelen:
Meestal kunnen getrainde observatoren de bedoelingen van de geobserveerde persoon goed interpreteren.
Er is vrijwel geen risico op slecht geheugen of vertekeningen.
Nadelen:
Het nadeel van observaties is, is dat ze geen informatie geven over de eigen perceptie op ervaringen.
Observaties zijn duur, kosten veel tijd en vragen soms uitgebreide en ingewikkelde apparatuur.
Wanneer participanten door hebben dat ze geobserveerd worden, kan hun gedrag veranderen (risico op reactiviteit)
Antwoord 11 Ten eerste is het gemakkelijker om de beloningen die de ander geeft te kunnen ontvangen. Ten tweede komen mensen die dicht bij elkaar wonen elkaar vaker tegen en worden ze zo bekender met elkaar. Volgens het mere exposure effect zouden personen die elkaar vaak tegenkomen elkaar meer mogen.
Antwoord 12 De Balance theory stelt dat mensen er naar streven om consistent te zijn in hun gedachten, gevoelens en sociale relaties.
Antwoord 13 Wat is het Romeo- Julliet effect? Romeo- Julliet effect: Hoe meer de ouders de relatie proberen tegen te gaan, hoe meer hun kind van zijn/ haar partner gaat houden.
Antwoord 14
Status en middelen
Aantrekkelijkheid en vitaliteit
Warmte en loyaliteit
Antwoord 15 Het primacy effect is de neiging om de eerste informatie die we ontvangen als extra belangrijk te beschouwen in het vormen van onze algehele indruk.
Antwoord 16 Attributies zijn de verklaringen die we geven aan gebeurtenissen.
Antwoord17 Tijdens sociale interacties vervult het zelfconcept twee functies: Ten eerste, mensen willen graag feedback zodat hun zelfconcept versterkt wordt (self- enhancement). Ten tweede, mensen zoeken feedback die hun zelfconcept bevestigt (self- verifivation)
Antwoord 18 Confirmation bias: Het zoeken naar informatie die de eigen indruk over een bepaald persoon bevestigt.
Antwoord19 Dit wordt het Actor/ observer effect genoemd.
Antwoord 20
Impression management is het proces waarbij we de indrukken die anderen over ons vormen, proberen te beïnvloeden.
Er zijn vier verschillende manieren van impression management:
Door middel van iemand een compliment te geven of een plezier te doen proberen we ervoor te zorgen dat de persoon ons accepteert (ingratiation).
Self-promotion (nadruk leggen op eigen prestaties of er voor zorgen dat de eigen vaardigheden zichtbaar worden voor anderen).
Intimidatie
Doen alsof je onzeker of onhandig bent om zo hulp te krijgen (supplication)
Antwoord 21 Een interpersonal gap is het verschil in de bedoeling van de verzender en de interpretatie van de boodschap door de ontvanger.
Antwoord 22
Intieme zone
Persoonlijke zone
Sociale zone
Publieke zone
Antwoord 23 Paralanguage bevat alle variaties in de stem van een persoon.
Antwoord 24 Dit wordt het self- disclosure genoemd.
Antwoord 25
De partners brengen meer tijd door met elkaar, hierdoor kunnen routines en plannen verstoord worden.
Weerstand vanuit de omgeving.
Er ontstaan onzekerheden en twijfels wanneer men meer aan elkaar gehecht raken.
Antwoord 26 Exchange relationships en Communal relationships
Antwoord 27 Volgens het Equity Theory zijn mensen het meest tevreden wanneer er sprake is van proportionele rechtvaardigheid.
Antwoord 28 Veilig gehechte personen voelen zich eerder comfortabel in relaties en zijn eerder in staat om afhankelijkheid te accepteren. Vermijdende mensen besteden meer aandacht aan hun afhankelijkheid en zelfstandigheid, waardoor hun approach motivatie lager is. Angstig mensen zijn vang voor afwijzing, waardoor ze sterke avoidance motivatie vertonen.
Antwoord 29
Personal commitment
Moral commitment
Constraint commitment
Antwoord 30 Vriendschap bestaat uit affectieve elementen, gemeenschappelijkheid en gezelligheid.
Antwoord 31 Vriendschappen tussen vrouwen worden face- to – face genoemd. Vriendschappen tussen mannen worden side- by –side genoemd.
Antwoord 32
Social isolation: Hierbij is er sprake van een gebrek aan sociaal netwerk van vrienden en kennissen
Emotional isolation: Hierbij is er sprake van een gebrek aan hechte en intieme relaties.
Antwoord 33 Mannen voelen zich eenzamer dan vrouwen omdat mannen onderling slechts oppervlakkige contact hebben.
Antwoord 34 Intimiteit, passie en verbondenheid
Antwoord 35 Fysieke arousal en de overtuiging dat de ander de oorzaak van de arousal is
Antwoord 36 Geef drie redenen voor waarom romantische liefde daalt nadat mensen trouwen.
De fantasie daalt na verloop van tijd als we onze partner beter leren kennen. Fantasie is belangrijk bij het versterken van de romantiek
Doordat er geen sprake is van nieuwigheid in de relatie. Nieuwigheid is belangrijk voor het versterken van de opwinding en energie en veroorzaakt seksuele opwinding.
Na verloop van tijd vermindert de arousal.
Antwoord 37 In vriendschappelijke relaties wordt er meer intimiteit ervaren, terwijl in romantische liefde passie een belangrijke component is. Passie is minder stabiel dan intimiteit, waardoor vriendschappelijke liefde stabieler is dan romantische liefde.
Antwoord 38 Wanneer zijn seksuele interacties het meest belonend?
Seksuele interacties zijn het meest belonend als ze de basisbehoeftes van de mensen voor autonomie, competence en relatedness vervullen.
Antwoord 39 Goede seks wordt bereikt door het vervullen van de behoeftes van beide personen, door de ander op waarde te schatten en toegewijd zijn aan de relatie, door te genieten van het bij elkaar zijn.
Antwoord 40
Reactive jealousy: deze vorm van jaloezie vindt plaats wanneer iemand zich bewust wordt van een werkelijke bedreiging van een waardevolle jaloezie.
Suspicious jealousy: deze vorm van jaloezie vindt plaats zonder dat er een aanleiding of reden is voor jaloezie.
Antwoord 41
Self-reliance: Men moet proberen kalm te blijven en niet boos te worden of beschaamd te voelen door niet te blijven hangen in de oneerlijkheid van de situatie.
Self- bolstering: Door iets leuks te doen en te denken aan de goede kwaliteiten kan de zelfwaardering versterkt worden.
Antwoord 42 Beschrijf een aantal manieren om om te gaan met verraad?
Een manier om met verraad om te gaan, is het verraad onder ogen te zien en niet te ontkennen.
Men kan verraad interpreteren vanuit een positieve kant en hier zien als een aanleiding voor persoonlijke ontwikkeling.
Vertrouwen op steun van vrienden en familie.
Antwoord 43
Een hechte sterke relaties zorgt er voor dat vergeving makkelijker gaat
Empathie vanuit slachtoffer voor zijn/ haar partner
Oprechte spijtbetuiging
Door de daden van de partner en toegebrachte schade los te laten.
Antwoord 44
Criticism
Illegitimate demands
Rebuffs
Cumulative annoyances
Antwoord 45
Bij een demand- withdraw patroon één van de partners kritiek levert, zeurt en stelt eisen aan de ander, terwijl de andere partner juist confrontaties vermijdt, zich terugtrekt en zich defensief gedraagt.
Ten eerste kan dit verklaard worden door genderverschillen, vrouwen worden namelijk aangemoedigd om zich te richten op de gemeenschap en om expressief te zijn. Mannen daarentegen worden juist aangemoedigd om onafhankelijk te zijn. Mannen verdedigen hun onafhankelijkheid wanneer vrouwen nabijheid zoeken, waardoor het demand- withdraw partoon ontstaat. De social structure hypothese biedt een andere verklaring voor dit patroon. Het stelt dat dit patroon ontstaat door de machtverschillen tussen mannen en vrouwen in de maatschappij en in het huwelijk.
Antwoord 46 Wat is de speaker- listener technique? De speaker- listener techniek biedt een structuur tot kalmte, duidelijke communicatie over omstreden onderwerpen waardoor het gebruik van actieve luistervaardigheden bevordert worden en vergroot de kans dat partners elkaar begrijpen en bevestigen ondanks hun conflicten.
Antwoord 47 Er is sprake van legitimate power wanneer onze partners geloven dat we het recht hebben om ze te vertellen wat ze moeten doen en ze verplicht zijn om dit ook te doen.
Antwoord 48
Dit kan te maken hebben door het feit dat de man meestal relatief meer verdient dan de vrouw. Geld en status geven macht door beloning en wetmatigheid aan degene die deze middelen bezit.
De sociale normen ondersteunen en handhaven mannelijke dominantie.
Antwoord 49
Enduring vulnerabilities
Adaptive processes
Stressful events
Antwoord 50 Deze benadering stelt dat koppels in het begin van een huwelijk rooskleurig, romantische verbeeldingen hebben die onrealistisch positief zijn. Gedurende het huwelijk, wanneer de partners niet meer hun best doen om indruk te maken op de ander, erodeert de werkelijkheid langzaam de aangename ficties.
Antwoord 51
Fiery Foes
Angry Associates
Cooperatieve colleagues
Perfect pals
Antwoord 52
Positivity: door beleefd te zijn, vrolijk blijven en de opgewekt zijn tegen elkaar.
Openness and self- disclosure: Het delen van gedachten en gevoelens aan elkaar
Assurance: aankondingen van de liefde, commitment en aandacht voor elkaar.
Sharing a social network: het hebben van dezelfde vrienden en tijd doorbrengen met de schoonfamilie.
Sharing Tasks: gedeelde verantwoordelijkheid voor taken in het huishouden,
Sharing Activities: Samen tijd doorbrengen
Support: Elkaar geruststellen indien het nodig is.
Humor
Conflict management: het toegegeven van gemaakte fouten, en de partner vergeven
Avoidance: bepaalden onderwerpen niet bespreken, elkaars privacy respecteren.
Antwoord 53
De mate van commitment om de opvattingen en het gedrag van de partner te veranderen.
Het belang om samen plezier te hebben
Het belang om openlijk te communiceren of sex.
De consequenties van verkeerde verwachtingen.
Antwoord 54 Door middel van:
Empathic joining
Unified detachment
Tolerance building
Antwoord 55 Wat zijn de belangrijkste ingrediënten van een succesvolle huwelijk?
Het waarden van het huwelijk en het beschouwen als een langdurige committment.
Humor in een relatie
Partners moeten hetzelfde zijn om het eens te kunnen zijn over de meeste dingen
De partners moeten elkaar oprecht mogen en genieten van het samen zijn.
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution