Study guide with lecture notes for Elective courses Psychology Bachelor 2 & 3 at University of Leiden

Study guide with lecture notes

Lecture notes with Cross-cultural Psychology of Health and Illness

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with The Psychology of Advertising

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Artificial Intelligence & Neurocognition

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Psychological and Neurobiological Consequences of Child Abuse

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Attention: Theory & Practice

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Culture & Diversity at Work

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Emotion and Cognition

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Pharmacological and Biological Approaches to Clinical and Health Psychology

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Psychotherapy: Theory, Research & Practice

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with Sexology

  • See the supporting content of this study guide

Lecture notes with The Adolescent Brain

  • See the supporting content of this study guide
Supporting content II (teasers)
Study Notes Psychology of Advertising - UL
Notes Psychological Consequences Child Abuse, Leiden (ENG & NL)

Notes Psychological Consequences Child Abuse, Leiden (ENG & NL)

This summary is written in 2015-2016. Er zijn een heleboel redenen te bedenken waarom men zich zou moeten verdiepen in de gevolgen van kindermishandeling. Echter, er zijn ook een aantal argumenten van sceptici die vinden dat men zich hier niet in zou moeten verdiepen. Zo vinden sommige mensen dat we niet te lang stil moeten blijven staan bij het verleden. Daarnaast zeggen sommigen dat alles al vastligt in het brein en hier geen veranderingen meer aan toe te brengen zijn. Ook zegt men dat er genoeg nieuwe ervaringen zijn die de oude ervaringen overschrijven. En als laatst houdt de focus op het verleden persoonlijke ontwikkeling tegen. Allereerst zei Freud in zijn psychoanalyse al dat in de kinderjaren de basis voor bijvoorbeeld neuroses wordt...

Attention - UL - StudyNotes (NL) (2014-2015)

Attention - UL - StudyNotes (NL) (2014-2015)

AandachtCognitie gaat over basisconcepten, zoals perceptie, geheugen, het nemen van beslissingen, acties en controle. Aandacht heeft met al deze concepten te maken.Geschiedenis van het onderzoek naar aandachtTot ongeveer 1850: Het belang van aandacht werd geïntroduceerd door filosofen. Er werd in deze tijd enkel getheoretiseerd, er werden dus nog geen experimenten uitgevoerd. De nadruk lag op het verschil tussen automatische en intentionele aandacht.1850-1909: In deze tijd kwam het onderzoek naar aandacht op gang. Belangrijke namen in deze periode zijn Wundt, Donders, Helmholtz en James.Hermann von Helmholtz (1894): deed onderzoek naar het richten van aandacht, dit wordt later meer uitgebreid besproken.William James (1890): zijn definitie van aandacht wordt nog steeds vaak gebruikt, hierbij legde hij nadruk op het selectieve aspect van aandacht.1910-1949: Tot 1910 werden er veel experimenten gedaan, maar was er nog weinig bekend over de onderliggende mechanismes. Hier werd ook in de periode tot 1949 weinig onderzoek naar gedaan. Dit was de tijd van het behaviorisme, waarin men de nadruk legde op het observeerbare. Er was dus weinig aandacht voor aandacht. Er zijn wel een paar uitzonderingen, zo werd bijvoorbeeld het ‘stroop effect’ ontdekt.1950-1974:Na het...

Culture and Diversity at Work - UL - StudyNotes (NL) (2013-2014)

Culture and Diversity at Work - UL - StudyNotes (NL) (2013-2014)

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014. Diversiteit is wat iemand onderscheidt van een ander op een bepaald gebied. Dat kan van alles zijn. In de cursus wordt vooral nadruk gelegd op onderscheidende kenmerken, die stabiel zijn over tijd en zijn aangeboren. Geslacht en leeftijd zijn voorbeelden. Vroeger waren vooral blanke mannen in de werkplaats te vinden. Andere werknemers pasten zich aan de normen van de blanke mannen aan zonder hun eigen normen mee te nemen (assimilatie in plaats van integratie). Daarna veranderde de populatie op de werkvloer: er kwamen meer etnische minderheden, vrouwelijke vrijwilligers, vrijwilligers met een beperking en werknemers die hadden aangegeven homo of lesbisch te zijn. Daarnaast werd er geprobeerd om oudere werknemers te behouden op de werkplaats. 57% van de vrouwen werkt in Nederland. Dit is beter dan de rest van Europa. Vanaf 1990 begon het aantal werkende vrouwen in Nederland te groeien. Vooral de jonge vrouwen, hoogopgeleide vrouwen en vrouwen met een man en kind zijn vanaf 1990 gaan werken. Hiervan werken maar weinig full-time. 69% van de werkende vrouwen werkt minder dan 35 uur en dit percentage is het hoogste van Europa. Daarnaast hebben weinig vrouwen werk op een hoge machtspositie. Het is ook opvallend dat vrouwen in andere sectoren werken dan mannen. Vrouwen werken meer in de zorg en service, mannen in de handel en industrie. Ook in de regering en op academisch gebied zijn weinig vrouwen actief. Van de 16,7 miljoen mensen in Nederland is 21 % allochtoon. Dit houdt in dat in ieder geval...

Culture and Diversity at Work - UL - StudyNotes (NL) (2012-2013)

Culture and Diversity at Work - UL - StudyNotes (NL) (2012-2013)

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Diversiteit is alles wat mensen van elkaar scheidt. Maar in deze cursus praten we vooral over de primaire dimensie van diversiteit: dit zijn meestal kenmerken die aangeboren en onveranderlijk zijn (zoals geslacht, leeftijd, etniciteit).GeschiedenisEr waren vooral witte mannen werkzaam, er vond assimilatie (aanpassing) plaats door minderheden in plaats van integratie. Toen kwamen er veranderingen wat betreft de consumenten en de werkpopulatie, zoals meer vrouwen en etnische minderheden.Nederland-GeslachtIn Nederland is ongeveer 57% van de vrouwen aan het werk. Dit is minder dan het aantal mannen, maar meer dan in de rest van Europa. Sinds 1990 is het ook enorm gegroeid. 69% werkt minder dan 35 uur. Dit is veel meer dan het aantal mannen. Het aantal parttime werkende van vrouwen in Nederland is veel hoger dan in de rest van Europa. Weinig vrouwen hebben een hoge positie. Er is duidelijk een scheiding tussen mannen en vrouwen wat betreft de werkzame sector (vrouw: zorg/service, man: handel, industrie). Er zijn ook weinig vrouwen werkzaam in de regering (ongeveer 30%). Ook zijn er weinig vrouwelijk academici.-Etniciteit21% wordt in Nederland als allochtoon beschouwd. De tweede generatie allochtonen zijn in Nederland geboren. 59% behoort tot de eerste generatie en 41% tot de tweede. De meesten zijn van Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse afkomst. Bij de etnische minderheden zijn minder mensen werkzaam, vooral vrouwen.De verhoudingen tussen de werkende Nederlandse man/ Allochtone man is 78% om 62%, en de verhouding werkende Nederlandse vrouw om Allochtone vrouw is 60% om 38%. Er heerst een...

Emotion and Cognition - UL - StudyNotes (NL) (2012 - 2013)

Emotion and Cognition - UL - StudyNotes (NL) (2012 - 2013)

EmotieEmotie wordt als een overkoepelende term gezien en heeft verschillende aspecten.Phenomenal experience, je kan je goed voelen zonder dat je je er mee bezighoudt. Het is gaat meer om het fenomeen dat je voelt, dan dat je er iets van af weet. Aan de andere kant heb je ook fysiologische patronen, dit is ook iets waar je je niet mee bezighoudt. Je bent bang dus je trilt, je staat er verder niet bij stil. Dit is dus meer de fysieke ervaring ervan. Soms overlappen deze twee processen, maar dat hoeft niet. Als laatst is er de verbale en nonverbale expressie. Dit heeft te maken met gezichtsuitdrukkingen.Eliciting emotions, is het uitlokken of versterken van emoties. Dit wordt vaak gedaan door middel van plaatjes, muziek of met beloningen.Measuring emotions, de stroop taak wordt soms ook gebruikt met woorden met enige emotionele lading. Bijvoorbeeld de woorden ‘liefde’ en ‘dood’ met verschillende kleuren om te kijken hoe lang de proefpersoon is afgeleid door het woord zelf voordat deze de juiste kleur opnoemt. Ook is er een methode die gebruik maakt van elektriciteit laten geleiden door de huid, deze maakt geen verschil tussen emoties maar wel tussen de sterkte van emoties.Darwins approachDarwin had...

Lecture notes Pharmacological and Biological Approaches to Clinical and Health Psychology - UL, B2/3

Lecture notes Pharmacological and Biological Approaches to Clinical and Health Psychology - UL, B2/3

In some patients just medication is not very effective and they still have different symptoms. Different biological factors can play a role in such a case, like genes, endocrine system (like hormones), immune system (depression can have a negative influence on the immune system) and neurobiological factors (changes in the brain network). It is necessary to use a multi-dimensional intervention because of the interaction between all the different factors.The exposure from the environment (physical and psychosocial) leads to the interaction between these processes. In the end this interaction influences health and disease. Phenotype can be described as the observable characteristics of someone. Some examples are appearance, blood type, personality traits and behaviour. Nature (or heredity): our phenotype is caused by genetics. So our characteristics are congenital and can be seen as a predisposition.Nurture (or environment): our phenotype is influenced by the environment. The surroundings affect the development of someone.Nurture and nature are both very important and the combination makes them inseparable. The interaction is shown by the example that certain kind of genes not always lead to a certain type of pathology. These genes can be seen as a risk factor that can lead to pathology if some environmental factors cross a...

Study Notes - Pharmacological and Biological Approaches to Clinical and Health Psychology - UL, B2/3

Study Notes - Pharmacological and Biological Approaches to Clinical and Health Psychology - UL, B2/3

Voor sommige patiënten is alleen medicatie niet echt effectief en dit zorgt ervoor dat zij nog verschillende symptomen hebben. Verschillende biologische factoren spelen een rol in zulke casussen, zoals genen, het endocriene systeem (zoals hormonen), het immuun systeem (een depressie kan een negatieve invloed hebben op het immuunsysteem) en andere neurobiologische factoren (zoals veranderingen in het hersennetwerk). Het is noodzakelijk om een multi-dimensionele interventie te gebruiken omdat er een interactie is tussen verschillende factoren. De blootstelling vanuit de omgeving (zowel fysiek als psychosociaal) leidt tot de interactie tussen deze processen. Uiteindelijk beïnvloed deze interactie gezondheid en ziekte. Fenotype kan worden beschreven als iemands observeerbare karakteristieken. Enkele voorbeelden zijn uiterlijk, bloedtype, persoonlijkheidstrekken en gedrag. Nature (of erfelijkheid): ons fenotype wordt veroorzaakt door onze genen. Onze karakteristieken zijn aangeboren en kunnen gezien worden als een predispositie.Nurture (of omgeving): ons fenotype wordt beïnvloed door de omgeving. Onze omgeving beïnvloed de ontwikkeling van een persoon.Nature en nurture zijn allebei erg belangrijk en de combinatie van beide maakt ze onafscheidelijk. De interactie kan worden gezien aan de hand van een voorbeeld...

Collegeaantekeningen 2016/2017: Psychotherapy: Theory, Research & Practice - Universiteit Leiden

Collegeaantekeningen 2016/2017: Psychotherapy: Theory, Research & Practice - Universiteit Leiden

Deze aantekeningen zijn gebaseerd op het vak Psychotherapy: Theory, Research & Practice van het collegejaar 2016-2017. Systematische benadering: gebruik je wetenschappelijke kennis in het adviseren van een cliënt.Evidence Based Psychotherapy (EBP): best kloppende bewijs voor een bepaald (onderzoeks)gebied. Je kan dit gebruiken om mensen (individueel) van het beste advies te voorzien.Klinische vragen. Cliënten hebben vaak vragen over de volgende zaken:Therapie;Diagnose;Prognose;Etiologie/schade.Interventie kan ook schadelijk zijn. Soms is het daarom beter om eerst te beginnen met het stabiliseren van de toestand van de cliënt.7 stappen van een CAT:Klinisch scenario: casus, iemand komt met een hulpvraag vb.) ‘Wat kunt u mij adviseren?;Klinische vraag: aan de hand van de PICO (= patient problem or population (P), intervention (I), comparison (C) (vergelijking van bijvoorbeeld therapie met medicijnen), outcome (O) (uitkomst)) herformuleer je de vraag van de cliënt;Literatuur onderzoek: zoek in de literatuur naar ondersteuning. Dit kan bijvoorbeeld door middel van PubMed (gratis)/Medline. Door te selecteren, zoek je de best passende artikelen bij...

Sexology - IBP Year 2 - Lecture notes

Sexology - IBP Year 2 - Lecture notes

In the book, different theories on sexuality are described. The psychological theories that are mentioned are psychoanalytic theories, learning theories and cognitive theories. The book focuses on criticism on these theories as well. Evolutionary and sociological theories are described as well. Sexuality is a central aspect of human being throughout life and encompasses sex, gender identities and roles, sexual orientation, eroticism, pleasure, intimacy, and reproduction. Sex has different functions: Procreation (fertility), relationship (bonding of individuals, intimacy, confirmation of being human/a man/a woman), or recreation (pleasure, relaxation, dealing with emotions, et cetera). Sexuality evolves around psychological factors, biological/physical factors, and social factors. They all have influence on sexuality and they influence one another (the bio-psycho-social model of sexuality). Sexology is the scientific interdisciplinary study of sexuality...

Sexology: lecture notes - Leiden University - 2018/2019
Lecture notes 2015/2016: The Adolescent Brain - Leiden University

Lecture notes 2015/2016: The Adolescent Brain - Leiden University

These lecture notes are based on the subject The Adolescent Brain from the year 2015-2016 With adolescence we refer to the period after childhood and before adulthood, approximately between the ages of 8 to 25. Puberty is considered to be the start of adolescence, so the bodily changes that come along with the hormonal changes which we refer to as puberty can be seen as the starting point of adolescence. It’s more difficult to determine where adolescence ends, because it’s much more culturally determined, so there are many cultural variations in that. Neurons are brain cells, and from the neuron there are axons that extend from the cell body. The axons are nerve fibers that conducts electrical impulses. There are also dendrites, which are branched projections of neurons that receive electrical impulses. There’s a distinction between grey matter and white matter. The gray matter consists of neuronal cell bodies and can be mainly found on the surface of the cerebral cortex and cerebellum and in subcortical structures, for example the amygdala, nucleus accumbens, thalamus, hypothalamus, putamen, etc. The white matter consists of bundles of myelinated nerve cells (axons) connecting gray matter areas of the brain. The white matter carries nerve impulses.In general we can distinguish between four main lobes of the brain: the frontal, parietal...

Collegeaantekeningen 2015/2016: The Adolescent Brain - Universiteit Leiden

Collegeaantekeningen 2015/2016: The Adolescent Brain - Universiteit Leiden

Deze collegeaantekeningen zijn gebaseerd op het vak The Adolescent Brain van het collegejaar 2015-2016 Met adolescentie wordt de periode na de kindertijd en voor de volwassenheid bedoeld, ongeveer tussen de leeftijd van 8 en 25 jaar. Puberteit wordt gezien als de start van de adolescentie, dus de lichamelijke veranderingen die samengaan met de hormonale veranderingen wat we ‘puberteit’ noemen, kunnen gezien worden als het startpunt van de adolescentie. Het is moeilijker om te bepalen wanneer de adolescentie eindigt, omdat dit veel meer cultureel bepaald is. Er zijn hierin dus veel culturele variaties. Neuronen zijn hersencellen, en vanuit de neuronen komen axonen die zich uitbreiden vanuit het cellichaam. De axonen zijn zenuwuiteinden die elektrische signalen geleiden. Er zijn ook dendrieten, dit zijn vertakte projecties van neuronen die elektrische impulsen ontvangen. Er is een onderscheid tussen witte stof en grijze stof. De grijze stof bestaat uit neuronale cellichamen en kan vooral gevonden worden op de oppervlakte van de cerebrale cortex en het cerebellum en in de subcorticale structuren, bijvoorbeeld de amygdala, nucleus accumbens, thalamus, hypothalamus, putamen, etc. De witte stof bevat bundels van gemyeliniseerde zenuwcellen (axonen) die verschillende hersengebieden met elkaar...

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Waarom een account aanmaken?

  • Je WorldSupporter account geeft je toegang tot alle functionaliteiten van het platform
  • Zodra je bent ingelogd kun je onder andere:
    • pagina's aan je lijst met favorieten toevoegen
    • feedback achterlaten
    • deelnemen aan discussies
    • zelf bijdragen delen via de 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Psychology Supporter
Supporting content
Psychologie: Leiden - Bachelor en Masters UL - Samenvattingen en studiehulp
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
vacatures

JoHo kan jouw hulp goed gebruiken! Check hier de diverse studentenbanen die aansluiten bij je studie, je competenties verbeteren, je cv versterken en een bijdrage leveren aan een tolerantere wereld