Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2019/2020
Leg uit waarom het onderscheid tussen absolute en relatieve ondeugdelijkheid van de poging in het kader van straffeloosheid wel van belang is voor de objectieve pogingsleer en niet voor de subjectieve pogingsleer. Volgens Kelk en De Jong kan men zeggen dat de ruime opvatting over het wettelijk bestanddeel ‘wederrechtelijk’ op gespannen voet staat met het legaliteitsbeginsel. Leg deze stelling uit aan de hand en betrek in uw antwoord het Dreigbrief arrest (HR 9 februari 1971, NJ 1972, 1). In het Limburgse gehucht Aaldbeek is voor jongeren weinig te doen. Drie vrienden die er opgroeiden – Henk, Sam en Michelle – hingen als tieners vaak rond op een net buiten het dorp gelegen verlaten industrieterrein. Ze rookten er samen jointjes en stookten er vuurtjes tussen de oude opslagcontainers die op het terrein stonden. Inmiddels zijn de vrienden allemaal 20 jaar oud en is de vriendschap onder druk komen te staan sinds Henk een vriendin uit Rotterdam heeft. De wekelijkse hangavond van de vriendengroep is al in geen tijden door Henk bezocht en de spaarzame keren dat Henk wel op kwam dagen deed hij nogal uit de hoogte. Henk zei bij de laatste ontmoeting dat de anderen ‘duidelijk geen idee hebben wat zich in de grote steden afspeelt’ en dat zij ‘hier weggestopt zitten in de provincie en altijd alleen zullen blijven’.In een koude decemberweek appt Henk naar Sam en Michelle dat hij dat weekend zonder zijn vriendin in Aaldbeek zal zijn. Hij vraagt of zij het bier alvast klaarzetten voor een zaterdagavond chillen op hun oude vertrouwde plekje. Sam en Michelle komen elkaar tegen en bespreken dat het tijd...
Add new contribution