Wat houdt het aansprakelijkheidsrecht in? - Oefententamens 5

Vragen uit het oefententamen 2018 van B3 van de Rijksuniversiteit Groningen

Vraag 1 

Vorige vraag: Het Parijs Akkoord van 2015 beoogt onder andere de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen om te voorkomen dat de atmosfeer meer dan 2°C opwarmt. Geef kort aan wat van staten verwacht wordt om aan deze verplichting te voldoen. Hoe wordt een dergelijke verplichting naar zijn aard doorgaans aangeduid?

Leg uit of niet-nakomen van de in vorige vraag bedoelde verplichting door Nederland in beginsel kan leiden tot internationale aansprakelijkheid van Nederland?

Mogelijk aantal punten: 6

Vraag 2 

Zweden heeft Palestina deels als staat erkend. De Palestijnse ambassade in Zweden organiseert namens de staat Palestina een grote conferentie in Zweden over de toekomst van het Midden-Oosten. Na afloop blijft betaling aan het congrescentrum waar de conferentie is gehouden uit. De eigenaar van het congrescentrum daagt Palestina voor de Zweedse rechter en vordert naleving van het contract. Leg uit of de Zweedse rechter in deze zaak bevoegd is om een uitspraak te doen.

Mogelijk aantal punten: 8


Vragen uit het oefententamen 2016 van B3 van de Rijksuniversiteit Groningen

Vraag 3 

De ‘no harm rule’ is gebaseerd op het concept van staatsaansprakelijkheid. Om het probleem van klimaatverandering mondiaal effectief aan te pakken is meer nodig.

Geef twee argumenten waarom staatsaansprakelijkheid slechts beperkt soelaas biedt en beschrijf kort voor ieder van de twee argumenten met welke beginselen of methoden in het internationaal (klimaat)recht hierop gereageerd is.


Vragen uit het oefententamen 2015 van B3 van de Rijksuniversiteit Groningen

Vraag 4 

De buurstaten Togo en Benin hebben al jaren een gespannen verhouding. Deels is dit veroorzaakt door de opvang in Togo van politieke tegenstanders (de Opositia) van president Talon, die al vele jaren met harde hand Benin regeert. Togo biedt de Opositia huisvesting, voedsel en scholing en financiert de politieke en militaire training van de leden van de Opositia. Enkele van deze leden plegen een bomaanslag op het paleis van president Talon waarbij veel doden en gewonden vallen en het paleis zwaar beschadigd wordt. Togo wil Benin aansprakelijk stellen onder het internationaal recht voor de bomaanslag en schadevergoeding vorderen voor alle schade.

Heeft de staat Togo een kans van slagen? Geef een internationaalrechtelijk onderbouwd advies aan de staat Togo.


Vragen uit het oefententamen 2016 van B1 van Universiteit Leiden

Vraag 5 

Wat is geen rechtsgevolg van staatsaansprakelijkheid?

  1. De verplichting tot nakoming van de geschonden norm.
  2. De verplichting te voorzien in rechtsherstel.
  3. De verplichting om tegenmaatregelen te nemen.
  4. De verplichting tot beëindiging van de onrechtmatige daad.

Vraag 6

Het Katwijkse bedrijf Potje & Pasje (P&P) exploiteert een vissersvloot van 16 vissersschepen. Stel dat alle schepen van P&P onder Nederlandse vlag varen en dat P&P besluit om in 2016 enkel nog voor de kust van IJsland te vissen, namelijk in een gebied tussen 12 en 40 zeemijl van de kust van IJsland. IJsland heeft een exclusieve economische zone rond het eiland ingesteld.

Kan IJsland Nederland aansprakelijk stellen onder internationaal publiekrecht?

  1. Ja, het handelen van P&P is in beginsel aan Nederland toe te rekenen en kwalificeert als een inbreuk op de soevereine rechten van IJsland.
  2. Nee, het handelen van P&P is in beginsel aan Nederland toe te rekenen, maar kwalificeert niet als een inbreuk op de soevereine rechten van IJsland.
  3. Nee, het handelen van P&P kwalificeert weliswaar als een inbreuk op de soevereine rechten van IJsland, maar kan in beginsel niet aan Nederland worden toegerekend.
  4. Nee, het handelen van P&P kwalificeert niet als een inbreuk op de soevereine rechten van IJsland en kan ook niet aan Nederland worden toegerekend.

Vraag 7

Stelling: Als een staat een verplichting erga omnes (een verplichting jegens de internationale gemeenschap als geheel) schendt, mag elke andere staat de aansprakelijkheid van die staat inroepen.

  1. Dit is juist.
  2. Dit is onjuist.

Vraag 8

Welke stelling met betrekking tot de aansprakelijkheid van internationale organisaties onder internationaal publiekrecht is juist?

  1. Als een staat troepen ter beschikking stelt aan de Verenigde Naties (VN) voor vredesbewarende activiteiten dan is het niet uitgesloten dat het handelen van die troepen zowel aan de staat als aan de VN wordt toegerekend.
  2. In het Genocide arrest (Bosnië/Servië) overwoog het Internationaal Gerechtshof dat voor toerekening van handelingen van staatsorganen aan een internationale organisatie ‘effectieve controle’ van de internationale organisatie noodzakelijk is.
  3. In tegenstelling tot de regels inzake staatsaansprakelijkheid zijn de regels inzake aansprakelijkheid van internationale organisaties niet door de International Law Commission gecodificeerd.
  4. De regels inzake aansprakelijkheid van internationale organisaties zijn primair bedoeld om individuen een rechtsmiddel te geven tegen schendingen van regels van internationaal publiekrecht door internationale organisaties.

Vragen uit het oefententamen 2015 van B1 van Universiteit Leiden 

Vraag 9 

In het Nuhanović-arrest oordeelde de Hoge Raad ten aanzien van de aansprakelijkheid van Nederland voor het handelen van Dutchbat dat:

  1. Het niet is uitgesloten dat het handelen van Dutchbat zowel aan Nederland als aan de Verenigde Naties kan worden toegerekend (‘dual attribution’).
  2. Het handelen van Dutchbat ofwel aan Nederland ofwel aan de Verenigde Naties moet worden toegerekend, maar niet aan beide.

Vraag 10 

In september 2014 besloot Nederland om gevechtsvliegtuigen beschikbaar te stellen voor luchtaanvallen gericht tegen IS op Iraaks grondgebied. Het gaat om vier gevechtsvliegtuigen, twee reservetoestellen en 130 militairen, die tot taak hebben de Iraakse en Koerdische strijdkrachten met training en advies te ondersteunen.

Stel dat één van de Nederlandse militairen op eigen houtje besluit deel te nemen aan gevechten en daarbij op onrechtmatige wijze onschuldige burgers doodt.

Kan het handelen van de Nederlandse militair worden toegerekend aan Nederland?

  1. Ja, het handelen van een Nederlandse militair die zijn bevoegdheid overschrijdt, wordt aan Nederland toegerekend op grond van artikel 7 DARS.
  2. Ja, het handelen van een Nederlandse militair in het buitenland wordt in beginsel toegerekend aan Nederland op grond van artikel 8 DARS.
  3. Nee, de Nederlandse militair maakt geen deel uit van een staatsorgaan in de zin van artikel 4 DARS.
  4. Nee, de Nederlandse militair stond immers niet onder effectieve controle van Nederland in de zin van artikel 8 DARS.

Vraag 11 

Een internationale onrechtmatige daad kan in beginsel niet bestaan uit:

  1. Een toerekenbaar nalaten dat een schending oplevert van een verplichting onder internationaal gewoonterecht.
  2. Een toerekenbare handeling die een schending oplevert van een verplichting onder een multilateraal verdrag.
  3. Een toerekenbaar nalaten dat in strijd is met een aanbeveling van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
  4. Een toerekenbare handeling die in strijd is met een eenzijdige rechtshandeling, zoals een toezegging om geen kernproeven meer uit te voeren.

Vraag 12 

In 2004 zond de VN Veiligheidsraad een VN vredesmacht naar Haïti (MINUSTAH). Deze vredesmacht is nog steeds actief. In 2010 zond Nepal een contingent Nepalese soldaten naar Haïti om deel uit te maken van MINUSTAH.

In november 2010 berichtte de NOS, voor zover relevant:

“In Haïti zijn betogingen uit de hand gelopen van mensen die de VN de schuld geven van de cholera-epidemie. (…)

De oorzaak van de uitbraak is nog niet opgehelderd, maar de betogers zeggen dat de ziekte is meegenomen door militairen uit Nepal, waar ook cholera heerst. Een week na hun aankomst op de VN-basis in Haïti werden in de buurt de eerste cholera-gevallen vastgesteld. In Haïti is al decennia geen cholera voorgekomen.”

Welke stelling ten aanzien van de mogelijke aansprakelijkheid voor het handelen van de Nepalese MINUSTAH-soldaten onder internationaal publiekrecht is, mede in het licht van de jurisprudentie van de Hoge Raad, onjuist?

  1. Als de VN effectieve controle uitoefende over de Nepalese MINUSTAH-soldaten dan kan het handelen van de Nepalese MINUSTAH-soldaten worden toegerekend aan de VN.
  2. Als Nepal effectieve controle uitoefende over de Nepalese MINUSTAH-soldaten dan kan het handelen van de Nepalese MINUSTAH-soldaten worden toegerekend aan Nepal.
  3. Een Nepalese rechter is in beginsel niet bevoegd om zich uit te spreken over de mogelijke aansprakelijkheid van de VN voor het handelen van de Nepalese MINUSTAH-soldaten aangezien de VN beschikt over absolute immuniteit.
  4. Een Nepalese rechter is in beginsel niet bevoegd om zich uit te spreken over de mogelijke aansprakelijkheid van Nepal voor het handelen van de Nepalese MINUSTAH-soldaten aangezien Nepal staatsimmuniteit toekomt.

Vragen uit het oefententamen 2017 van B3 van de Rijksuniversiteit Groningen

Vraag 13 

INTERNATIONAL COURT OF JUSTICE
CERTAIN IRANIAN ASSETS
(ISLAMIC REPUBLIC OF IRAN v. UNITED STATES OF AMERICA)
Op 14 juni 2016 heeft Iran een zaak aanhangig gemaakt bij het Internationaal Gerechtshof waarin
Iran eist dat de Verenigde Staten een einde maken aan (onder andere) de toekenning door
Amerikaanse rechters van hoge schadevergoedingen (inmiddels meer dan 56 miljard US$) aan
burgers te betalen door Iran, Iraanse instellingen en staatsbedrijven. De Amerikaanse wet staat dit
toe wanneer een vreemde staat tot “a State sponsoring terrorism” wordt verklaard. Onder ander
slachtoffers van de aanslagen in 2001 hebben dergelijke rechtszaken tegen Iran, Iraanse instellingen
en staatsbedrijven zoals de Iraanse Centrale Bank, met succes gevoerd. In 2016 is de Amerikaanse
wetgeving aangescherpt en is een kwalificatie als “a State sponsoring terrorism” niet langer nodig.
Een verband tussen vermeend onrechtmatig gedrag van een staat en een terroristische aanslag in de
Verenigde Staten is nu voldoende. Er is nog geen uitspraak over de hoofdvraag: de Verenigde Staten
heeft preliminaire bezwaren opgeworpen. Hierover zal het Gerechtshof zich eerst buigen.
 
Leg uit waarom Iran op grond van het internationaal recht sterk lijkt te staan in de claim dat
de VS onrechtmatig handelen ten opzichte van Iran.

Vraag 14 

De Centrale Bank van Iran is eer Iraans staatsbedrijf met een eigen rechtspersoonlijkheid
naar Iraans recht. De Centrale Bank opereert relatief onafhankelijk van de Iraanse regering. De Bank
heeft een belangrijke taak in de regulering van het geldverkeer in Iran en ziet toe op en faciliteert
financiële transacties van Iraanse burgers en bedrijven met het buitenland. Stel dat feitelijk vaststaat
dat de Bank een rol speelde in de financiering van terroristische activiteiten in of tegen de Verenigde
Staten, maar dat dit gebeurde zonder medeweten van de Iraanse regering. Stel voorts dat de
Verenigde Staten als tegeneis in deze zaak voor het Internationaal Gerechtshof stelt dat Iran op
grond van internationaal recht aansprakelijk is voor de schade toegebracht als gevolg van de
betrokkenheid van de Centrale Bank bij de financiering van terroristische activiteiten die de belangen
van de VS hebben geschaad. Ga uit van het feit dat zowel de VS als Iran partij zijn bij het
Internationaal Verdrag ter Bestrijding van de Financiering van Terrorisme. Op grond van dit verdrag
staten verplicht zijn financiering van terrorisme te bestrijden en te bestraffen. Leg uit of Iran hiervoor
op grond van het internationaal recht internationaal aansprakelijk gehouden kan worden door de VS.

Antwoordindicatie

Vraag 1 

Ja, dat kan. Zie ILC artikelen staatsaansprakelijkheid (ARSIWA) (1); dit is gewoonterecht (1); Niet nakoming van een internationale verplichting die kan worden toegerekend aan de staat levert een internationale onrechtmatige daad op en daarmee internationale aansprakelijkheid op (2), zie art. 1 en 2 ARSIWA (1). Niet nakoming van de inspanningsverplichting zou in beginsel alleen aan de orde zijn indien Nederland niet overgaat tot maatregelen die, gezien de situatie, redelijkerwijs verwacht mogen worden (zie ook art. 16 ARSIWA); of geen voldoende maatregelen neemt die, gezien de 'due diligence' die deze verplichting met zich meebrengt, om te voorkomen dat personen en bedrijven teveel CO2 uitstoten; of het nalaten van parlement en regering om adequate maatregelen te nemen kan worden toegerekend aan Nederland (zie art. 4 ARSIWA); etc. (1).

Vraag 2 

Palestina kan hier mogelijk staatsimmuniteit inroepen; zie VN verdrag inzake de immuniteit van staten 2004; dit is (grotendeels) gewoonterecht (2); of immuniteit kan worden ingeroepen hangt af van de vraag of dit een overheidshandelen of een commercieel handelen is? (2) Geen immuniteit indien commercieel, art 10 VN Verdrag (2); hoe onderscheid te maken? Kijken naar de aard of het doel, zie art 2.2 (2); Meestal wordt gekeken naar de aard, en dus zou Palestina hier geen staatsimmuniteit toekomen, immers het is een commercieel contract. Maar de uiteindelijke conclusie doet er niet toe, het gaat om de elementen in de argumentatie

Vraag 3 

De suggesties moeten gerelateerd zijn aan de kenmerken van staatsaansprakelijkheid: schending van verplichting en/of toerekenbaarheid. Het gaat niet om de beperkingen van het ‘no harm rule’ of het nemen van algemene milieumaatregelen.

Vraag 4 

Het antwoord moet duidelijk maken: bekendheid met de ILC regels op gebied staatsaan-sprakelijkheid, de definitie van een internationaal onrechtmatige daad (schending en toerekenbaarheid; art 1-3 ARSIWA) en de toepassing van deze regels op de casus, waarbij verwezen moet worden naar relevante bronnen. De geschonden regels kunnen o.a. zijn het geweldverbod van art 2.4 Hv VN of het non-interventiebeginsel, zoals oa in AV Res 2526 (Declaration on Friendly Relations…) is neergelegd. Als de toepasselijke regel die een schending van het internationale recht door Benin oplevert is vastgesteld, dan moet de vraag beantwoord worden of deze schending toerekenbaar is aan Benin. De rebellen zijn geen staatsorgaan en voeren geen staatsfunctie uit dus de vraag is of zij onder de “instruction or direction and control” van Benin staan. (Art 4-11 ARSIWA, in bijzonder artikel 8; en verwijs bijvoorbeeld de Nicaragua zaak). Indien niet toerekenbaar, hetgeen het geval lijkt in deze casus, zou het mogelijk zijn voor staat Togo om Benin aansprakelijk te houden wegens het niet voorkomen van schade aan Togo, dus in strijd met de internationale vereiste zorgvuldigheid ten opzichte van andere staten. Hier kan bijvoorbeeld verwezen worden naar resolutie 2526, de Tehran Hostages zaak of de genocidezaak tussen Bosnië en Servië. Indien de aansprakelijkheid van Benin is vastgesteld kan gewezen worden op de omstandigheden die de onrechtmatigheid wegnemen (niet relevant in deze casus) en ontstaat een recht op herstel, waaronder schadevergoeding. Nr. 257-268 Nollkaemper.

Vraag 5

3. is juist 

Vraag 6 

3. is juist 

Vraag 7 

1. is juist 

Vraag 8

1. is juist 

Vraag 9 

1. is juist 

Vraag 10 

1. is juist 

Vraag 11 

3. is juist 

Vraag 12 

4. is juist 

Vraag 13 

VS handelt in strijd met staatsimmuniteit (3 pt). Soevereine gelijkheid. Nationale rechters kunnen
zich niet uitlaten over handelen van andere staten – zeker niet wanneer het over uitoefening van
staatstaken gaat. Beperkte uitzonderingen op staatsimmuniteit (IGH: Germany vs Italy).
Betrokkenheid bij terrorisme is niet een internationaal geaccepteerde uitzondering op de
immuniteitsregels. Staten kunnen afstand doen van immuniteit (waiver), maar is hier niet aan de
orde. (3 pt voor nadere uitleg). Gebaseerd op gewoonterecht, maar verwijzing naar 2004 VN Verdrag
over immuniteiten van staten en hun eigendommen ook mogelijk (2 pt). Het gaat hier niet om een
uitleg van internationale staatsaansprakelijkheid: een uitleg waarom Iran niet aansprakelijk is naar
internationaal recht levert hooguit 1 pt op.

Vraag 14 

ILC Artikelen inzake staatsaansprakelijkheid Art 1 en 2 (1 pt); gewoonterecht (1pn); schending van
internationaal recht + toerekenbaarheid ex art 2. (2 pnt); is het handelen van de bank toerekenbaar?
Is Bank een orgaan ex artikel 4 of kan het worden gezien als een entiteit die publieke taken uitoefent
ex art 5? Regulering van geldverkeer is een publieke taak, dus toerekenbaar, op grond van 4 dan wel
art 5. Antwoord mag zowel op art 4 als op art 5 gebaseerd worden – studenten hebben onvoldoende
kennis om dit helemaal te weten zolang toerekenbaarheid maar expliciet gemaakt wordt. Uitleg
vereist. (4 pt). Dat de regering van niets wist is geen argument: art 7 (2 pt); Art 8 ILC niet van
toepassing, maar als het antwoord wordt gebaseerd op een correcte toepassing van art 8 (zou in dit
geval zijn: geen toerekenbaarheid want niet onder de effectieve control), toch punten (max 2 pt).
Schending van internationaal recht (art 12) moet expliciet gemaakt worden: schending van
inspanningsplicht Iran onder het verdrag inzake financiering van terrorisme (2 pt). Als geen
toerrekening wordt aangenomen onder art 4-11 ILC, dan rust op Iran nog een zorgvulgheidsplicht
(due diligence) om schade vanaf het grondgebied aan andere staten te proberen te voorkomen.
Inspanningseis (Corfu Channel; Bosnia vs Serbia - genocidezaak).
Deze vraag heeft vele facetten. Uit het antwoord moet begrip blijken van het leerstuk
staatsaansprakelijkheid zoals toegepast op deze casus; het antwoord moet bijvoorbeeld intern
cosistent zijn. Ook moeten bronverwijzingen (correct) gebruikt zijn. Het genoemd hebben van
bovengenoemde elementen alleen is dus niet voldoende. Het gaat om een samenhangend (en liefst
overtuigend) betoogje

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: HannahFvz16
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
582