Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10168 reads
Van der Heijden/Dexia
Hoge Raad, 29-04-2011, 10/01279 JRV 2011, 265
Casus
Het gaat in deze zaak (onder meer) om de toepassing van artikel 6:100 BW (‘een zelfde gebeurtenis’) in een geval waarin verschillende effectenleaseproducten zijn gekocht, waarvan er enkele winstgevend bleken en andere leidden tot verlies.
Van der Heijden is vijf overeenkomsten tot effectenlease aangegaan met (een rechtsvoorgangster van) Dexia. Op grond van de overeenkomsten heeft Van der Heijden geldbedragen van Dexia geleend, waarmee effecten zijn aangekocht die Van der Heijden van Dexia heeft geleaset. Over de geleende bedragen was Van der Heijden, naar in de overeenkomsten is vermeld, rente verschuldigd. Veranderingen in de waarde van de geleasete effecten kwamen voor zijn rekening. De overeenkomsten zijn aangegaan voor bepaalde tijd en zijn intussen alle geëindigd, steeds met een schuld van Van der Heijden aan Dexia. Die schuld is ontstaan doordat de geleasete effecten, die bij de beëindiging van de overeenkomsten zijn verkocht, minder hebben opgebracht dan de door Van der Heijden geleende bedragen (voor zover deze niet eerder waren terugbetaald). De verkoopopbrengst van de effecten is benut voor de terugbetaling van de geleende bedragen maar was hiertoe niet toereikend. Van der Heijden heeft het restant (hierna: de restschuld) uit andere middelen voldaan.
De vordering van Van der Heijden strekt tot terugbetaling van het grootste deel van hetgeen hij op grond van de overeenkomsten aan Dexia heeft betaald, waaronder begrepen de door hem afgeloste restschuld, te vermeerderen met wettelijke rente: Dexia heeft onrechtmatig gehandeld doordat zij is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht en mitsdien gehouden is tot vergoeding van de door Van der Heijden geleden schade.
Het hof heeft de vordering van Van der Heijden afgewezen: Dexia behoeft uit hoofde van schending van haar waarschuwingsplicht enkel de (betaalde) restschuld aan Van der Heijden te vergoeden, nu nakoming van de onderzoeksplicht niet zou hebben uitgewezen dat de overeenkomsten naar redelijke verwachting een onaanvaardbaar zware financiële last op Van der Heijden legden; op deze restschuld moet het door Van der Heijden uit hoofde van drie eerdere leaseovereenkomsten genoten voordeel krachtens artikel 6:100 BW in mindering worden gebracht. Hiertegen richt het zich het cassatieberoep.
Hoge Raad
Artikel 6:100 BW heeft de strekking bij de begroting van de omvang van de schade die de benadeelde heeft geleden, voor zover dat redelijk is rekening te houden met eventuele voordelen die voortvloeien uit de gebeurtenis die de schade heeft veroorzaakt. Door opneming van de maatstaf van ‘een zelfde gebeurtenis’ in de wet wordt de eis gesteld dat zowel het genoten voordeel als de geleden schade een zodanig verband hebben met de feiten waarop de aansprakelijkheid berust, dat het gerechtvaardigd is dat het genoten voordeel bij het begroten van de schade wordt verdisconteerd. In de rechtspraak van de Hoge Raad ligt besloten dat aan dit vereiste strikt de hand moet worden gehouden, maar opmerking verdient dat de wetgever aan de rechter bij zijn oordeel wanneer plaats is voor voordeelstoerekening, de nodige vrijheid heeft toegekend.
De afnemer heeft slechts recht op vergoeding van het door hem geleden verlies als Dexia is tekortgeschoten in de nakoming van (een van) haar zorgplichten en, in geval van schending van de onderzoeksplicht, aannemelijk is dat Dexia hem had moeten adviseren van het sluiten van een overeenkomst betreffende dit risicovolle product af te zien. Tussen partijen staat vast dat Dexia structureel heeft nagelaten deze verplichtingen jegens haar afnemers na te komen. Indien zij deze verplichtingen wel zou hebben nageleefd, is aannemelijk dat zulks betrokkene in voorkomend geval niet alleen het verlies zou hebben bespaard, doch ook van het maken van winst op deze vorm van belegging zou hebben weerhouden. Ook het uit winstgevende transacties genoten voordeel is dus mede behaald als gevolg van het tekortschieten van Dexia in de nakoming van haar zorgplichten, waarbij te bedenken valt dat het realiseren van winst of verlies op de belegging niet beïnvloed wordt door de nakoming van deze verplichtingen maar enkel afhankelijk is van de toevallige waardeontwikkeling van de geleasete effecten. Er is geen goede reden te aanvaarden dat degene die als gevolg van dit telkenmale tekortschieten van Dexia ervoor kiest achtereenvolgens een aantal soortgelijke effectenleasetransacties aan te gaan, moet worden gecompenseerd voor daarbij geleden verlies zonder dat daarbij acht wordt geslagen op de door hem bij een deel van die transacties behaalde winst, zulks op de enkele grond dat sprake is van afzonderlijke transacties. Dit klemt temeer nu dit geval niet wezenlijk verschilt van het geval dat een afnemer – als gevolg van het hier aan de orde zijnde tekortschieten van Dexia – een enkele overeenkomst sluit die een aantal effectenleasetransacties omvat waarvan sommige met verlies en andere met winst worden afgesloten, in welk geval zonder meer voldaan zou zijn aan het vereiste van ‘een zelfde gebeurtenis’ van artikel 6:100 BW.
In de overwegingen van het hof ligt besloten dat het in een geval als het onderhavige in feite gaat om een zodanig samenhangend geheel van telkens soortgelijke transacties in een bepaalde periode waarbij Dexia telkens is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende bijzondere zorgplichten, dat dit in haar verhouding tot dezelfde afnemer aangemerkt kan worden als ‘een zelfde gebeurtenis’ in de zin van artikel 6:100 BW die zowel schade (bij verliesgevende transacties) als voordeel (bij winstgevende transacties) teweegbrengt, hetgeen meebrengt dat de genoten voordelen, voor zover dat redelijk is, mede in aanmerking behoren te worden genomen bij de begroting van de omvang van de schade. Dit oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk.
N.B. Zie voor de vraag waarop het te verrekenen voordeel in mindering komt r.o. 4.4.
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1458 |
Add new contribution