Thema: Borst (Cardiologie & Longheelkunde) - Geneeskunde - Oefententamen 4

Thema: Hoest / Hemoptoe

1. Bij een patiënt met ernstig longemfyseem wordt een niet-kleincellig longcarcinoom vastgesteld in een periode dat hij veel meer is gaan hoesten. het carcinoom zit perifeer in de rechter bovenkwab. Er is geen lymfadenopathie en er zijn geen metastasen aantoonbaar. Patient heeft bij spirometrie een FEV1 van 700 ml. Wat is de voorkeursbehandeling?

1. Radiotherapie
2. operatie
3. chemotherapie
4. best supportive care

2. Een patiënt met postprimaire longtuberculose wordt in Nederland behandeld met:

1. 6 maanden INH en Rifampicine
2. 9 maanden INH en Rifampicine
3. 2 maanden INH, pyrazinamide, rifampicine, en soms etambutol gevolgd door 4 maanden INH en rifampicine
4. 4 maanden INH, rifampicine en pyrazinamide

3. Een meisje dat erg veel hoest wordt door de longarts geanalyseerd. Op de Ct scan zijn diffuus bronchi te zien die wijder zijn dan de begeleidende pulmonaalarterietakken. Waarbij kan dit passen?

1. Sarcoidose stadium I
2. Chronische bronchitis
3. Cystic fibrose
4. Astma

4. Een 20 jarige man met hemoptoe, maar zonder voorafgaande ziekten lijdt het meest waarschijnlijk aan:

1. cystic fibrosis
2. een vaatanomalie in de longen
3. alfa-1-antitrypsine deficientie
4. astma

5. Een man van 70 jaar, altijd gerookt, voelt zich al een tijdje wat minder. Op een bepaalde nacht wordt hij wakker met een borrelend gevoel in de thorax en vervolgens krijgt hij een massale hemoptoe. Wat is de mest voor de hand liggende diagnose?

1. tuberculose
2. bronchuscarcinoom
3. ziekte van Wegener
4. longoedeem

Thema: Pijn op de borst

6. Bij een vers myocardinfarct wordt vaak een fibrinolyticum gegeven. Daardoor ontstaat een bloedingsrisico. Welk van de volgende aandoeningen levert daardoor een strikte contraïndi- catie voor de fibrinolytische behandeling?

1. Een galblaasoperatie twee weken voor het infarct.
2. Een oppervlakkig wondje aan het been
3. Een geslaagde reanimatie in de ambulance met hartmassage.
4. Langbestaande maagklachten (momenteel rusitg) waarvoor dagelijks een antacidum wordt gebruikt.

7. Een vrouw van 55 jaar is sinds kort bekend met een longcarcinoom van de rechter onderkwab, naar de lever gemetastaseerd. Op een dag krijgt ze per acuut hevige pijn in de rug tussen de schouderbladen. Elke beweging doet pijn. Welke van de onderstaande mogelijke verklaringen voor deze acute pijn ligt het meest voor de hand?

1. aneurysma dissecans
2. onderwandinfarct
3. metastatische wervelinzakking
4. longembolie

8. Een vrouw van 25 jaar meldt zich op het Centrum Eerste Hulp met pijn links voor op de borst. De pijn is al uren aanwezig, ze maakt zich zorgen over haar hart. Welke kenmerken doen een functionele oorzaak voor deze klacht vermoeden? (één antwoord is goed)

a. uitstraling naar de kaken en naar de linker schouder

b. het tevens aanwezig zijn van hartkloppingen, duizeligheid en kortademigheid

c. het beklemmende karakter van de pijn

d. uitstraling van de pijn naar de rug.

Thema: Ritmestoornissen en collaps

9. Een patient met een DDD pacemaker heeft een eigen ritme. Welke van onderstaande beweringen is juist?

1. Het QRS-complex wordt gesenst en gepaced
2. De pacemaker hoeft noch te sensen noch te pacen
3. Zowel P-top als QRS-complex worden gesenst en gepaced
4. Zowel P-top als QRS-complex worden gesenst maar niet gepaced

10. Een man van middelbare leeftijd wordt op straat onwel en collabeert. Een passerende derdejaarsstudent geneeskunde constateert een ventilatie- en hartstilstand en begint met reanimeren. Wanneer de ambulance arriveert is de man nog steeds pols- en tensieloos. Wanneer moet een behandeling met een elektrische schok worden toegepast?

1. bij afwezige elektrische hartactiviteit en bij ventrikelfibrilleren
2. bij afwezige elektrische hartactiviteit maar niet bij ventrikelfibrilleren
3. niet bij afwezige elektrische hartactiviteit maar wel bij ventrikelfibrilleren
4. noch bij afwezige elektrische hartactiviteit, noch bij ventrikelfibrilleren

Thema: Dyspnoe

11. Een vrouw van 50 jaar, stevige rookster, hoest al lang blank sputum op. Zij heeft last van kortademigheid bij inspanning. Zij vertoont pursed lips breathing. Het exspirium is verlengd met rhonchi. De thoraxfoto toont ernstige hyperinflatie met verminderde longtekening. De pursed lips hebben te maken met:

1. Gemakkelijkere inademing
2. Luchtwegcollaps
3. a en b zijn juist
4. Pursed lips hebben niets te maken met het luchtwegprobleem

12. Een patient is akuut kortademig geworden. Welke fysisch-diagnostische bevindingen aan de aangedane zijde passen het best bij een pneumothorax?

1. normaal vesiculair ademgeruis; afwezige stemfremitus

2. afwezige stemfremitus; gedempte percussie

3. opgeheven ademgeruis; hypersonore percussie

4. opgeheven ademgeruis; gedempte percussie.

13. Vervolg op de vorige vraag. Bij longfunctieonderzoek verwacht u een stoornis die:

1. Reversibel is op bronchusverwijders
2. Reversibel is op prednison
3. A en b
4. Noch a noch b

14. Wanneer een patiënt met emfyseem zich met blauwe lippen en tong presenteert en perifeer oedeem aan de benen heeft, welke van de volgende bevindingen is dan voor de diagnose cor pulmonale de duidelijkste aanvullende aanwijzing?

1. eenhogepH met verlaagdearterielepCO2
2. een normale pH met verhoogd bicarbonaat
3. eenlagepH met verhoogdearteriëlepCO2
4. een verlaagde arteriële pO₂

15. Een patiënt heeft een verlaagd FEV₁(1-seconde waarde), een verlaagde VC (vitale capaciteit), verlaagde TLC (totale longcapaciteit), maar een geheel normale FEV₁/VC ratio. U beschrijft deze longfunktie als:

1. Een geheel reversibele obstructie
2. Een niet-reversibele obstructie
3. Een restrictieve stoornis
4. Een gecombineerde restrictie met obstructie

16. Een vrouw met COPD wordt behandeld met theofylline. Zij krijgt dan voor een bronchitis waarbij zij ook behoorlijk enkeloedeem ontwikkelt een kuur met een macrolide antibioticum en dubbel theofylline tegen de benauwdheid. Een dag later is ze zieker: misselijk, maagklachten en hartkloppingen. Wat is hiervan de verklaring?

1. geneesmiddeltoxiciteit door gestoorde leverfunctie
2. geneesmiddeltoxiciteit door overdosering
3. geneesmiddeltoxiciteit door interactie
4. a, b en c zijn alledrie mogelijk

17. Welk van onderstaande medicamenten zijn gecontraindiceerd bij patienten met COPD?

1. Verapamil
2. Nitraten
3. ACE-remmers
4. Beta blokkers

18. Welk van onderstaande bijwerkingen komen regelmatig voor bij een patient die recent een ACE-remmer heeft voorgeschreven gekregen?

1. Hoesten
2. Angioneurotisch Oedeem
3. Duizeligheid
4. Alle bovengenoemde alternatieven zijn juist

19. Van welk van de volgende medicamenten is het aangetoond dat ze de mortaliteit kunnen verlagen bij patienten met hartfalen?

1. Beta blokkers
2. ACE-remmers
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

20. Een man van veertig jaar blijkt een diffuus interstitieel longbeeld te hebben. Om bij deze man een specifieke oorzaak aan te tonen geeft het volgende de meeste zekerheid:

1. CTthorax
2. biopsie
3. Zorgvuldig lichamelijk onderzoek
4. Longfunctie onderzoek

21. Er wordt bij diezelfde man geen specifieke oorzaak gevonden. Op de diagnoselijst zal staan:

21. Idiopathische pulmonale hypertensie

22. Decompensatio cordis

23. Idiopathische pulmonale fibrose

24. Geen pulmonale afwijkingen

22. Diezelfde man moet behandeld gaan worden. Daarvoor komt in aanmerking:

1. bleomycine
2. salbutamol + theophylline
3. zuurstof
4. tripel therapie

Antwoorden

1. A

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 9 Small-cell lung cancer, blz. 473

2. C

Vindplaats: 3. Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15, Table 15.20, blz. 842 (HRZE = Isoniazide rifampicine pyrazinamide ethambutol)

3. C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Cystic fibrosis-diagnosis, blz. 819-822

4. B

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over Complications, blz. 820

5. B

Vindplaats:

• Diagnostiek van alledaagse klachten (3e druk), hoofdstuk 3 Gewichtsverlies, gedeelte over de betekenis van de anamnese, blz. 56-57

• Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Bronchial carcinoma, gedeelte over local effects, blz. 856

6. C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 8 Haematological disease, gedeelte over trombolytic therapy indications, blz 426

7. C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over metastatic spread, blz. 857

8. B

Vindplaats: Diagnostiek van alledaagse klachten (3e druk), hoofdstuk 27 Pijn op de borst, gedeelte over de betekenis van de anamnese, alarmsignalen, blz. 357-359

9. D

10. C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 14 Therapeutic procedures, advanced cardiac life support: Figure 14.32, blz. 693

11. B

Vindplaats: Boron WF, Boulpaep EL. Medical Physiology (2e druk) Philadelphia: Elsevier Saunders, 2009, hoofstuk 27 Static properties of the lung, gedeelte over; they exhale through pursed lips, blz. 651.

12. C

Vindplaats: Anamnese en lichamelijk onderzoek (6e druk), hoofdstuk 9 Thorax, gedeelte over de patiënt met een pneumothorax, blz. 111

13. D

Vindplaats: Boron WF, Boulpaep EL. Medical Physiology (2e druk) Philadelphia: Elsevier Saunders, 2009, hoofstuk 27 Static properties of the lung, gedeelte over; the smallest airways contribute only slightly to total airway resistance in healthy lungs, blz. 642-643

14. B

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over; pulmonary hypertension (cor pulmonale): investigations, blz. 815

15. C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over spirometry, blz. 803

16. D

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 8 E-chapter, Therapeutics: respiratory disease, gedeelte over Theophylline, mechanism of action

17. D

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over drug therapy, blz. 816

18.D

vindplaats: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/e/enalapril: bijwerkingen

19. C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 14 Heart failure, gedeelte over drug management, blz. 719

20. B

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over; diffuse disease of the lung: investigations, blz. 847

21. C

Vindplaat: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over; diffuse disease of the lung: Pulmonary infiltration, blz. 847

22. C

Vindplaats: Clinical Medicine, Kumar and Clark (8e druk), hoofdstuk 15 Respiratory disease, gedeelte over; diffuse disease of the lung: Idiopathic pulmonary fibrosis (IPF), prognosis and treatment, blz. 850