Automatische stabilisator

Bij hoogconjunctuur gaat de opbrengst van de belastingen omhoog, waardoor men naar een zwaardere belastingschijf gaat, Dat zorgt op den duur voor verhoging van de opbrengst van de inkomstenbelasting. Daarnaast verhoging van btw opbrengst.

Afwenteling

1) Bij indirecte belastingen: de bedoeling van de wetgever is dat de afnemers de belasting dragen. 
2) Bij directe belastingen: ondernemers/werknemers proberen hier ook de last op anderen te schuiven.

Analytische inkomstenbelasting

Alle opbrengsten van de verschillende bronnen
gerangschikt in een van de drie boxen, belast met verschillende tarieven (dit is nu zo? Bedoel je: Het huidige systeem).

Aandeelhouder

Rechthebbende in een bv, nv of open commanditaire
vennootschap. Diegene is zelf geen ondernemer, dus het winstaandeel is geen winst, maar inkomsten uit
vermogen.

Aandelenvennootschap

Dit kan een NV, een BV of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsfiguur zijn.

At arms length beginsel

Art. 8b Wet VPB 1969. Dit beginsel is neergelegd voor
met elkaar verbonden lichamen. Zulke verbonden lichamen dienen volgens dit beginsel dezelfde prijzen en voorwaarden te hanteren, en daarmee hun fiscale winst moeten bepalen, als ze zouden doen bij transacties met onafhankelijke derden.

Art. 10a Wet VPB 1969

Dit artikel bepaalt dat rentebetalingen niet aftrekbaar zijn als deze voortvloeien uit schulden aan verbonden lichamen of personen en verband houden met:
a. Een winstuitdeling of teruggaaf van gestort kapitaal
aan een verbonden vennootschap of persoon.
b. Kapitaalstorting in een verbonden vennootschap.
c. De verwerving of uitbreiding van een belang in een
verbonden vennootschap.

Afdrachtsbelastingen

Belastingen die niet via een aanslag worden geheven, maar die aan de bron worden ingehouden. Zoals de loon- en dividendbelasting.

Aangifte

Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting zijn belastingplichtigen verplicht om aangifte te doen; invullen van een aangiftebiljet of langs elektronische weg. (Art. 8 lid 1 AWR). Bij dit soort aanslagbelastingen is de aangifte een hulpmiddel voor de inspecteur, dat hij kan gebruiken bij het vaststellen van de hoogte van de aanslag.

Acte clair

Van een bepaling is apert duidelijk wat ermee bedoeld wordt.

Acte éclairé

Er is sprake van een bepaling die reeds een keer door het HvJ uitgelegd is. Aftrekrecht: een recht waar men aanspraak op kan maken indien de aangeschafte goederen of diensten gebruikt worden voor belaste handelingen.

Belastingen

Vier kenmerken:

1) Het is een inkomensoverdracht; verplicht betalen, deel van het inkomen afstaan of vermogensoverdracht (bv erfbelasting).

2) Geen individueel aanwijsbare tegenprestatie.
3) Geen straf; opbrengst van de boetes zijn niet-belasting middelen.

4) Betaling vloeit voort uit belastingwet.

Bentham-progressie

Deel van het inkomen blijft onbelast en over het meerdere is een vast (proportioneel) tarief verschuldigd; gemiddelde belastingdruk neemt toe.

Bestemmingsheffing

Opbrengst van de desbetreffende heffing dient specifiek ter bestrijding van de kosten die zijn gemoeid met het verminderen van water, lucht en bodem.

Belastingontwijking

Legale vermindering van fiscale verplichtingen. Bijvoorbeeld consumptiepatroon aanpassen.

Belastingontduiking

Illegale vermindering van fiscale verplichtingen; belasting frauderen.

Bronnentheorie van Fuisting

'Inkomen zijn voordelen die uit een duurzame bron voortvloeien. Een waardestijging van de bron zelf is geen inkomen'.

Belastingvlucht

1) Mensen verhuizen naar landen met een milder fiscaal klimaat.

2) Zetel rechtspersonen verhuizen.

3) Kapitaalstromen, winsten en vermogensopbrengsten omleiden via belastingparadijzen.

Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Voor- en nadelen die toevallen aan aandeelhouders met een belang van 5% of meer in het geplaatste kapitaal van een aandelenvennootschap. Belast tegen een tarief van 25% (art. 4.6 Wet IB 2001).

Binnenlandse belastingplicht

De lichamen die in Nederland zijn gevestigd – een toepassing van het woonplaatsbeginsel. Belasting verschuldigd over de totale winst.

Buitenlandse belastingplicht

De niet in Nederland gevestigde lichamen, die Nederlands inkomen genieten. Gebaseerd op het bronbeginsel; de winst die buitenlandse ondernemingen in Nederland behalen behoord voor dat gedeelte ook in Nederland te worden belast.

Beroep in cassatie

Deze kan worden ingesteld:
- Tegen een uitspraak van het gerechtshof of van de voorzieningenrechter. (Art 28 lid 1 AWR).
- Van uitspraken op verzet van de rechtbank (Art 28 lid 2 AWR)
- Op de gronden genoemd in art. 79 Wet RO.

Belastingaanslag

Deze aanslag formaliseert de materieel
bestaande belastingschuld.

Bezwaar

Het formeel belastingrecht kent een gesloten stelsel van rechtsmiddelen; slechts in de door de wet gewezen gevallen kan bezwaar worden gemaakt. Art 26 AWR; bezwaar is mogelijk tegen alle belastingaanslagen, echter niet tegen
voorlopige aanslagen inkomsten- en
vennootschapsbelasting.

Beroep

Tegen een uitspraak van de inspecteur op een bezwaarschrift staat binnen een termijn van zes weken (art 6:7 AWB) beroep open bij de belasting-kamer van de rechtbank. (Art. 26 lid 1 AWR)

Belastingconcurrentie

Een ontwikkeling waarbij landen elkaar
beconcurreren door steeds gunstiger fiscale faciliteiten te bieden aan investeerders,
vermogensbezitters en hooggekwalificeerde arbeidskrachten.

Bronbeginsel

Wanneer binnen de landsgrenzen een bron van inkomen van voldoende omvang aanwezig is, belast de staat het op zijn grondgebied verdiende inkomen.

Belastingverdragen

Door twee of meer landen gesloten en wijzen de heffingsbevoegdheid toe; ze bepalen welk van de verdragsluitende landen gebruik mag maken van de in de nationale wet van dat land neergelegde
heffingsbevoegdheid.

Bijzondere verbruiksbelastingen

Zij rusten enkel op bepaalde goederen, zoals accijnzen op bier en benzine.

BTW

Een afkorting afgeleid van de term ´belasting over de toegevoegde waarde´.

Business to business

Diensten voor ondernemer

Business to consumer

Diensten verricht voor niet-ondernemers

Collectieve lasten

Belastingen + sociale premies

Conserverende belastingaanslag

Belastingplichtigen hoeven niet (direct) met de fiscus af te rekenen, invordering blijft (voorlopig) achterwege. Zulke aanslagen worden pas ingevorderd wanneer zich bepaalde omstandigheden voordoen. Deze kunnen na een enige tijd ook kwijtgescholden worden.

Dubbel dividend

Zowel schonere leefomgeving (milieubelasting) als
uitbreiding van de werkgelegenheid (bestaande belastingen verlagen).

Draagkrachtbeginsel

Sterkste schouders dragen zwaarste lasten, ook rekening houden met persoonlijke omstandigheden.

Degressief tarief

Des te meer je verdient, des te minder je moet afdragen aan belasting; het tarief is een dalend percentage van de grondslag, naarmate de grondslag stijgt.

Dienstbetrekking

Drie voorwaarden: (Art. 7:610 BW)

1) Gezagsverhouding tussen werknemer en werkgever.
2) Verplichting van het persoonlijk verrichten van arbeid.
3) Verplichting van werkgever om werknemer te belonen.

DGA (Directeur-grootaandeelhouder)

Ondergebracht in een afzonderlijke categorie belastingplichtigen met inkomen uit AB.

Dividend

Na de vennootschapsbelasting komt de winst toe aan de aandeelhouders (de eigenaren van de vennootschap). Deze
winst wordt uitgedeeld in de vorm van dividend; een bedrag per aandeel. Dit dividend is op grond van art. 10 Wet VPB 1969 niet aftrekbaar bij de berekening van de fiscale winst.

Dubbele heffing

Er wordt eerst vennootschapsbelasting geheven over de winst van vennootschap. Nadat het is uitgekeerd, in de vorm van
dividend, betaalt de aandeelhouder inkomstenbelasting over het door hen te ontvangen dividend. Hierbij wordt er geen rekening gehouden met de al eerder over de winst geheven vennootschapsbelasting.

Doorstroomlichamen

Art. 8c Wet VPB 1969. Dit zijn lichamen die binnen een concern rente- en royaltyvergoedingen ontvangen en dit door lenen aan een ander lichaam, zonder dat zij ter zake per saldo reële risico’s lopen. Treden op als doorgeefluik.

Deelnemingsvrijstelling

Dochtermaatschappijen keren hun winsten als dividend uit aan de moedermaatschappij. Deze vrijstelling regelt dat deze winst (de dividend) niet twee keer wordt belast en dus wordt vrijgesteld. Deze vrijstelling geldt alleen als de moedermaatschappij 5% of meer van de aandelen in een vennootschap bezitten. Deze deelnemingsvrijstelling geldt voor dividend, verkoopwinsten en –verliezen.

Doelmatige formalisering

De inspecteur heeft op basis van art. 64 AWR de bevoegdheid de belastingschuld anders vast te stellen dan op grond van de wettelijke bepalingen formeel zou moeten.

Dubbele heffing (juridisch)

Hetzelfde inkomen van een persoon of de winst van een onderneming wordt door twee of meer staten belast.

Dubbele heffing (economisch)

De winst die een dochtervennootschap als
dividend uitkeert aan haar moedervennootschap, is eerst bij de dochter al belast. Vervolgens wordt het ontvangen dividend ook nog eens bij de
moeder belast (als er geen maatregelen hebben plaatsgevonden).

Diensten

Prestaties, niet zijnde de levering van goederen.

Estate Planning

Het regelen van de vermogensoverdracht naar de volgende generatie op fiscaal gunstige wijze. (Successiewet)

Erfbelasting

Geheven van de waarde van al wat krachtens erfrecht is verkregen door het overlijden van iemand (in Nederland).

Eigen vermogen

Op aandelen gestort kapitaal (inclusief agio en informeel kapitaal) en in het verleden door winstinhouding gevormde reserves. De beloning van de verschaffers van eigen vermogen (dividend voor de aandeelhouders) komt niet voor aftrek in aanmerking.

Effectieve belastingdruk

Het deel van hun inkomen dat zij daadwerkelijk aan de fiscus afstaan.

Formele belastingschuld

Aanslagenbelastingen; de reeds bestaande materiële belastingschuld zo goed mogelijk vaststellen.

Fictieve vervreemdingen

Rechtsfeiten en rechtshandelingen die met
vervreemding gelijk worden gesteld. (Art 4.16)

Fiscale eenheid

De twee lichamen worden als een belastingplichtige behandeld. Om een fiscale eenheid te vormen, moet het concern aan een aantal eisen voldoen, die staan beschreven in artikel 15 VPB.

Formeel belastingrecht

Op welk moment de belastingschuld ontstaat, wie het bedrag vaststelt, hoe dat gebeurt, hoe de vaststelling van de belastingschuld na daartegen gemaakt bezwaar kan worden herzien, regels voor de rechtsbescherming van belastingplichtigen etc.

Hoofdzakelijk te vinden in zes wetten:

• de Algemene wet bestuursrecht

• de Algemene wet inzake rijksbelastingen

• de Algemene Douanewet

• de Wet op de accijns

• de Invorderingswet 1990

• de Kostenwet invordering
  rijksbelastingen.

Fraus legis

Wanneer de gekozen constructie in hoge mate in strijd komt met doel en strekking van de wet, ook wel wetsontduiking genoemd.

Financieel kapitaal

Spaargeld, geld belegd in aandelen, de
investeringen van hedge fondsen.

Gelijkheidsbeginsel

Zo min mogelijk belastingprivéleges in de belastingwet inbouwen.

Going concern

Zaken die horen tot een bedrijfs- of beroepsvermogen moeten als geheel worden gewaardeerd; de waarde als going concern. (Art. 21 lid 12 SW)

Genietingstijdstip

Het moment wanneer de belasting ‘in’ gaat, van een voordeel.

Reguliere voordelen: Deze worden belast op het moment wanneer het dividend binnen is, wanneer je de beschikkingsmacht erover hebt.
Vervreemdingsvoordelen: Belast op het moment van het sluiten van de overeenkomst van de verkoop

Goederen

alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, net als gas, warmte, koude etc. (art. 3 lid 7 Wet OB 1968).

Heffingsgrondslag

Erfbelasting wordt geheven van wat ieder verkrijgt, niet de nalatenschap wordt belast. Na aftrek van eventuele schulden, legaten en lasten. Deze belasting wordt betaald door de erfgename.

Hybride lening

Bij zo een lening is het niet duidelijk of de lening eigen vermogen of vreemd vermogen betreft. Vaak wordt deze in het buitenland (lening aan een bv in het buitenland)
aangemerkt als vreemd vermogen, waardoor er dus rente wordt betaald, die aftrekbaar is. In Nederland wordt zo een lening aangemerkt als eigen vermogen,
waardoor er dividend op gang is, die is vrijgesteld door de deelnemings-vrijstelling.

Historische methode

De wetsuitleg knoopt hier aan bij de
voorafgaande ontwikkeling van de rechtspraak dan wel bij de parlementaire geschiedenis van het tot stand komen van de wet.

Hardheidsclausule

De minister van Financiën kan aan onbillijkheden van overwegende aard die zich bij de toepassing van de belastingwet mochten voordoen tegemoetkomen, hij kan dan ingrijpen. (Art. 63 AWR).

Holding

Het houden van aandelen in andere vennootschappen.

Inkomstenbelasting

Werkgevers houden van het brutoloon van de werknemers loonbelasting in, waarbij geen rekening wordt gehouden met fiscale aftrekposten. Deze loonbelasting werkt als een voorheffing op de inkomstenbelasting. Werknemers die wel fiscale aftrekposten hebben, kunnen de inspecteur verzoeken om voorlopige teruggaaf, via negatieve aanslag. De fiscus betaalt dan loonbelasting, die de werkgever teveel inhoudt, als voorschot uit aan de werknemer. De definitieve aanslag wordt berekend door middel van de voorlopige teruggaaf te verrekenen met de (te veel) ingehouden loonbelasting. Dit heeft tot gevolg dat de inkomstenbelasting vrijwel nul euro is.

Investeringsaftrek

Op belastbare winst mag een bepaald percentage van de bedrijfsmiddelen in geïnvesteerde bedragen in vermindering worden gebracht.

Inflatiespiraal

Lonen en prijzen stijgen om de beurt.

Inkomenseffect

Belasting motiveert om BV overuren te maken.

IB-onderneming

Ook wel een eenmanszaak genoemd. Betaalt inkomstenbelasting, met een progressief tarief van maximaal 52%. Hier zijn geen uitdelingen van dividend zoals in een BV.

Integrale belastingplicht

Art 2 lid 9 Wet VPB 1969; De belastingplicht blijft dan niet beperkt tot het ondernemingsdeel, maar geldt voor alle activiteiten van het lichaam.

Informeel kapitaal

De ene vennootschap (de moeder) houdt de aandelen van een andere vennootschap (de dochter). Zo kan de moeder de dochter willen bevoordelen. Dit voordeel moet volgens de Hoge Raad worden belast bij diegene die het voordeel verstrekt, op grond van art. 3.8 Wet IB 2001)

Drie voorwaarden:

1) De lening is slechts schijn, partijen hebben in werkelijkheid kapitaalverstrekking beoogd.
2) De lening is onder zulke voorwaarden verstrekt dat de geldverstrekker met het uitgeleende bedrag deel heeft in de onderneming van de geldnemer.
3) Bij de verstrekking al duidelijk is dat de lening niet (ten volle) zal worden terugbetaald.

Ingangsinkomen

Het inkomen waarboven het toptarief wordt geheven.

Inlichtingenverplichting

De fiscus heeft de beschikking over een
doeltreffend samenstel van bevoegdheden voor het instellen van controles en om inlichtingen bij belastingplichtigen en derden in te winnen.

Inkeerregeling

Het opleggen van een vergrijpboete kan door de belastingplichtige worden voorkomen door tijdig van zijn fiscale dwaalwegen terug te komen (in te keren), en alsnog juiste aangifte te doen. Dit moet hij wel doen voordat hij wet of redelijkerwijs
moet vermoeden dat de Belastingdienst met de onjuistheid bekend is/bekend zal worden.

Koopoptie

Het recht om een aandeel te verwerven.

Kasrondje

Hiervan is sprake wanneer een vennootschap eigen vermogen in een verbonden lichaam (dochter- of zustervennootschap) stort, dit vermogen vervolgens terug leent en daardoor een renteverplichting tegenover dat lichaam krijgt. Deze rente is aftrekbaar van de winst (die wordt betaald). Sprake van winstdrainage.

Loonbelasting

Zie inkomstenbelasting

Materiële belastingschuld

Deze ontstaat rechtstreeks uit de wet. De wet omschrijft de voorwaarden waaraan het feitencomplex moet voldoen; het belastbare feit moet zijn gebeurd en een belastingplichtige moet zijn aan te wijzen.

Mede-gerechtigde

Commanditaire vennoten, quasi-ondernemers.

Motorrijtuigenbelasting

Ook wel wegenbelasting genoemd.

Meesleepregeling

Aandelen en koopopties moeten afzonderlijk aan het 5%-criterium voldoen; als belastingplichtigen een AB hebben in een vennootschap, dan worden winstbewijzen van of andere aandelen in
die vennootschap, beschouwd als onderdeel van het AB. (Art 4.9 Wet IB)

Meetrekregeling

Wanneer een belastingplichtige aandelen heeft in vennootschap die op zichzelf geen AB vormen, maar iemand anders in de rechte lijn van de familie (bv opa) wel in dezelfde vennootschap, worden de aandelen van belastingplichtige ook voor hem aangemerkt als AB. (Art 4.10 Wet IB
2001)

Materieel belastingrecht

De wetgever regelt wie onder welke omstandigheden hoeveel belasting verschuldigd zijn.

Medepleger

Ook een ander dan de belastingplichtige zelf kan als medepleger aan het begaan van een beboetbare feit een boete krijgen. Hierbij plegen twee of meer personen samen een delict.
Vereiste: bewuste samenwerking en
gezamenlijke uitvoering.

Modelbelastingverdragen

De verdragen die de landen met elkaar sluiten, lijken veel op elkaar, omdat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling daarvoor modellen heeft opgesteld.

Navorderingsaanslag

Dit gebeurt wanneer een aanslag ten onrechte achterwege is gebleven of tot een te laag bedrag is vastgesteld, de inspecteur kan dan de te weinig geheven belasting onder bepaalde voorwaarden navorderen.

Nominale tarieven

De tarieven hoe ze in de wet zijn opgenomen.

Nationaliteitsbeginsel

Een land belast personen of lichamen naar het wereldinkomen.

Overheidsorganisatie

Het Rijk (centrale overheid), de provincies en de gemeenten (decentrale overheden), de waterschappen en de instanties die de wettelijk verplicht gestelde sociale verzekeringen uitvoeren.

Onderneming

Duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee door deelname aan het economische verkeer winst wordt beoogd.

Overheidsprijzen

Prestaties vloeien niet direct uit een overheidstaak, ook particuliere bedrijven kunnen dit doen.

Onttrekkingen

Uitgaven die niet als bedrijfskosten zijn aan te merken (niet in art. 9 Wet VPB 1969 opgesomd) – niet aftrekbaar. Onttrekkingen zijn geld en andere zaken die aan het bedrijfsvermogen worden onttrokken voor
bedrijfsvreemde doeleinde, zoals privégebruik.

Oorsprongbeginsel

Een land eigent zich het heffingsrecht toe. Er is een scheppende oorzaak aanwezig; inkomen is in dat land ontstaan.

Omzetbelasting

Een algemene verbruiksbelasting. Zij belast alle consumptie van particulieren en gelijkgestelde afnemers.

'Onder bezwarende titel'

Dit houdt in dat tegenover de te verrichten prestatie een tegenwaarde bedongen is.

Ondernemer

Een ieder die een bedrijf of een beroep zelfstandig uitoefent (art. 7 lid 1 Wet OB 1968).

Profijtbeginsel

Belasting heffen over mensen die van de overheidsdienst profiteren en naar de mate waarin zij daarvan profiteren.

Progressief tarief

Des te meer je verdient, des te meer je moet afdragen aan belasting. Dus des te groter de grondslag, des te meer belasting.

Proportioneel tarief

Het tarief is een onveranderlijk percentage van de grondslag, dit zorgt ervoor dat de gemiddelde belastingdruk hetzelfde blijft.

Resultaat uit overige werkzaamheden

Bronvoorwaarden toetsen:
(Art 3.90 Wet IB 2001)

1) Arbeid

2) Deelname aan het economisch verkeer

3) Voordeel beogen

4) Voordeel verwachten

Retributies

Heffingen voor prestaties die specifiek op het terrein van de overheid liggen. Ook wel rechten genoemd, bijvoorbeeld een paspoort.

Reguliere voordelen

Voordelen die worden getrokken tot een AB
behorende aandelen/winstbewijzen; dividend. Inclusief verkapte en vermomde dividend.

Rendementsgrondslag

De waarde van de in aanmerking te nemen bezittingen, verminderd met de waarde van de in aanmerking te nemen schulden (Art 5.3 Wet IB)

Bezittingen: Roerende goederen horen alleen dan tot de rendementsgrondslag wanneer ze niet zijn bedoeld voor persoonlijk verbruik van de bezitter, tenzij ze als belegging dienen.

Rangorderegeling

Entiteiten die in box 1 of 2 al worden belast, mogen in box 3 niet nog een keer worden belast. (Art 2.14 Wet IB 2001)

Rente aftrekbeperkingen

Rente is in beginsel wel aftrekbaar. Maar in sommige gevallen niet, de zogenaamde anti-misbruikmaatregelen;
- Jurisprudentie over schijnleningen, deelnemerschapsleningen, bodemloze putleningen.
- Art 10 lid 1 onderdeel d – hybride geldlening.
- Art 10a – Geldlening i.v.m. kasrondjes en verhangingen binnen concernverband.
Er zijn meerdere uitzonderingen in de wet te vinden.

Relatieve simulatie

Achter de schijnhandeling gaat een andere,
werkelijke rechtshandeling schuil. Vaste regel voor zulke gevallen: de schijn is niet beslissend, maar het komt aan op de verhoudingen die in werkelijkheid tussen de partijen bestaan.

Reparatiewetgeving

De handelingen van belastingbesparende
constructies zijn in de wet opgenomen en
strafbaar gesteld, door de wetgever. Gevolg: gedetailleerde wetten en telkens kans op het ontstaan van nieuwe mazen.

Richtige heffing

Dit is geregeld in art. 31-36 AWR. Dit is een
algemeen wapen van de fiscus voor het
bestrijden van constructies op het terrein van de directe belastingen en de inkomstenbelasting.

Substitutie-effect

Weigeren om 'voor de fiscus te werken' en de voorkeur geven aan vrije tijd (dat is onbelast).

Synthetische inkomstenbelasting

Alle opbrengsten opgeteld en dat belast met hetzelfde tarief (dit was vroeger zo).

Subjectieve vrijstellingen

Over de verkrijgingen geen erfbelasting verschuldigd (ANBI/SBBI). Andere vrijstellingen zijn geregeld in Art32SW.

Schulden

Verplichtingen met waarde in het economisch verkeer. Met uitzondering van belastingschulden (behalve erfbelasting-schulden, en 2900Euro per belastingschuldige).

Schijnhandeling

In tegenstelling tot wetsontduiking (gerichte
handelingen) is deze handeling niet werkelijk gewild.

Systematische methode

Bij deze methode vormt het systeem van de wet het richtsnoer.

Totale winst

Alle winst die wordt behaald gedurende het gehele bestaan van een onderneming met resultaten verkregen bij overdracht/liquidatie van de onderneming.

Transparance fiscale

Voor de belastingheffing wordt als het ware door het lichaam heen gekeken, de jaarwinst wordt aan de vennoten
toegerekend naar hun aandeel en bij ieder van hen belast met inkomstenbelasting. Dit geldt voor maatschappen, vof’s en
commanditaire vennootschappen; deze betalen geen vennootschapsbelasting.

Tax planning

Hierbij wordt de winst in zijn geheel weggepoetst zodat er helemaal geen vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden. Dit kan op verschillende manieren:
1) Nederlands concern neemt Nederlands of buitenlands concern over.
2) Buitenlands concern neemt Nederlands concern over.
3) Financiering met hybride middelen. Dit wordt ook wel een tweeslachtige lening genoemd, of een double dip.

Tekstuele methode

De wetsuitleg knoopt hier rechtstreeks aan bij de tekst van de wettelijke bepaling.

Teleologische methode

Deze methode zoekt aansluiting bij het beoogde doel of bij de strekking van de regel in het maatschappelijk verkeer.

Uitdelingen

Zie onttrekkingen

Unilaterale regelingen

Staten zien eenzijdig af van de in hun nationale wet neergelegde heffingsbevoegdheid. Hier is er geen sprake van allocatie (toedeling).

Vervroegde afschrijving

Deel van de aanschafprijs van de bedrijfsmiddelen mag eerder worden afgeschreven; dit zorgt voor uitstel van
belastingheffing.

Verzamelinkomen

Deel van de aanschafprijs van de bedrijfsmiddelen mag eerder worden afgeschreven; dit zorgt voor uitstel van
belastingheffing.

Vermogensvergelijkingstheorie van Schanz

Inkomen is de groei van het vermogen in een bepaald tijdvak, vermeerderd met wat er in dat jaar geconsumeerd is.

Vermogensetikettering

Het gezamenlijke bedrag van de inkomens uit de drie boxen.

Vervreemdingsvoordelen

Deze worden gerealiseerd bij vervreemding van aandelen die deel uitmaken van een
aanmerkelijk-aandelenpakket.

Vervreemdingsvoordeel

Overdrachtsprijs minus verkrijgingsprijs. (Art 4.19,4.20, 4.22 Wet IB 2001).

Vermogensrendementsheffing

Heffing over inkomen uit sparen en beleggen. (Art 5.2, 5.3 Wet IB 2001). Het forfaitaire rendement bedraagt 4% (door wetgever vastgesteld), waarover 30% belasting wordt betaald.

Vruchtgebruik

Het recht op het gebruik en de vruchten van een goed. De vruchtgebruiker heeft geen beschikkingsrechten op het goed; hij mag het niet verkopen/slopen/schenken.

Vennootschapsbelasting

De behaalde winst wordt belast met deze belasting. Geheven over rechtspersonen, bedraagt 25%. Wie belastingplichtig zijn
voor deze heffing staat beschreven in artikel 1, 2 en 3 VPB. Er is sprake van afzonderlijke belastingplicht; elk lichaam is
afzonderlijk belastingplichtig (tenzij er sprake is van een fiscale eenheid).

Vreemd vermogen

Door crediteuren verschaft krediet, leningen van de bank of van obligatiehouders. De vergoeding voor vreemd vermogen (rente), komt bij de winstbepaling als kosten in vermindering. Dit kan leiden tot overfinanciering met vreemd vermogen, of tot het ‘vermommen’ van eigen vermogen als vreemd vermogen en van dividend als
rente. Deze rente is aftrekbaar.

Verrekenprijzen

Zie arms length beginsel

Verhanging van vennootschappen

Een vennootschap heeft 2 dochter- of
zusterlichamen. De vennootschap geeft een lening uit aan dochterlichaam 1. Met dit geld doet dochterlichaam 1 een koopsom aan de vennootschap en koopt zo dochterlichaam 2. Dochterlichaam 1 betaalt rente over de lening aan de vennootschap. Zo is de winst van dochterlichaam 1 met het bedrag van de rente.

Voorlopige aanslag

Dit is een aanslag die door de inspecteur
voorlopig is opgelegd tot het vermoedelijke
bedrag aan het eind van het jaar. De definitieve aanslag wordt dan verrekend met de voorlopige en verminderd met de voorheffingen.

Vergrijpboete

Deze bedraagt maximaal 100%, bij box 3 zelfs 300%. Deze boetes zijn te vinden in art. 10a AWR, art. 67d AWR, art. 67 e AWR.

Verzuimboete

Deze kan opgelegd worden als ook na
aanmaning niet of tijdig aangifte wordt gedaan (art. 67a AWR). Of als de in artikel 67ca AWR opgesomde verplichtingen niet worden nageleefd. Maar ontbreekt alle schuld, zelfs de lichtste, dan mag er geen boete worden opgelegd.

Voldoeningsbelastingen

Zie afdrachtsbelastingen

Winst uit onderneming

Drie eisen: (Art 3.4 Wet IB 2001)
1) Er moet sprake zijn van een onderneming (objectief).
2) Onderneming moet voor risico van de belastingplichtige worden gedreven.
3) Belastingplichtige moet rechtstreeks worden verbonden voor verbintenissen betreffende de onderneming (subjectief).

Werknemer

Drie definities:

1) In dienstbetrekking tot een inhoudingsplichtige.
2) Van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een vroegere dienstbetrekking van hem zelf.
3) Van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een bestaande dienstbetrekking van een ander.

Wet van de fiscale gravitatie

Een ervaringswet, die zegt dat het inkomen en de winst naar het laagst belastende punt stromen.

De wig

Loonbelasting en alle sociale premies als
percentage van de arbeidskosten van de werkgever.

De werknemerswig

Loonbelasting en werknemerspremies voor de sociale verzekeringen als percentage van het brutoloon van de werknemer.

Woonplaatsbeginsel

De eigen inwoners en de in eigen land
gevestigde lichamen worden belast op basis van hun totale inkomen, ongeacht waar in de wereld ze dat hebben verdiend.