Sen t. Nederland - Arrest

Sen t. Nederland (EHRM 21 december 2001, JV 2002, 30)       

Deze zaak betreft de aanvraag van de ouders Sen om toelating van hun achtjarige dochter Sinem. De aanvraag was afgewezen omdat er geen sprake meer zou zijn geweest van een feitelijke band tussen de ouders en het kind.

Is er sprake geweest van een positieve verplichting de betrokkenen in staat te stellen hun gezinsleven op Nederlands grondgebied te onderhouden en te ontwikkelen?        

Het Hof overweegt uitdrukkelijk dat ‘Abdulaziz’ niet maatgevend kan zijn omdat die zaak gezinsvorming betrof, terwijl het in dit geval om gezinshereniging gaat. Bovendien had Sinem, gelet op haar jeugdige leeftijd, een bijzonder belang bij opname in het gezin van haar ouders, nu deze in staat en bereid waren voor haar te zorgen. Het gegeven dat Sinem’s ouders er ooit voor hadden gekozen haar in Turkije achter te laten doet hier niet aan af. Een dergelijke keuze kan immers niet worden opgevat als een besluit nooit meer samen in gezinsverband te gaan leven. Dat de ouders niet hebben kunnen aantonen dat zij financieel in Sinem’s onderhoud hebben voorzien is evenmin van betekenis.

Gelet op de lange duur van legaal verblijf van de ouders in Nederland en op het feit dat er inmiddels ook twee kinderen in Nederland zijn geboren die geen feitelijke banden hebben met Turkije, bestaan er ernstige bezwaren tegen hereniging in dat land. Derhalve is toelating van Sinem tot Nederland de meest aangewezen weg om gezinsleven tussen haar en haar ouders te effectueren, ook al is Sinem ingeburgerd in Turkije.

Door de ouders van Sinem te plaatsen voor de keuze: óf afstand nemen van het hetgeen zij in Nederland hebben opgebouwd, óf afzien van het gezelschap van Sinem, heeft de Nederlandse Staat verzuimd een rechtvaardig evenwicht te vinden tussen de belangen van de betrokkenen enerzijds en het belang dat wordt gediend door een geregelde immigratie anderzijds.      

De vraag of er andere familieleden zijn die Sinem in Turkije hadden kunnen verzorgen behoeft dan ook geen verdere behandeling.

Er is sprake van schending van artikel 8 EVRM.