Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
- College 1 - Jongens en meisjes - Martine Delfos
- College 2 - Uit de Taboesfeer - Paul Schnabel
- College 3 - Seks, waarom eigenlijk? - Jelle Reumer
- College 4 - Willem Koops - Het ontbrekende hoofdstuk (seksualiteit van kinderen)
- College 5 - In het verkeerde lichaam - Peggy Cohen-Kettenis
- College 6 - Voorlichting nieuwe stijl - Channah Zwiep
- College 7 - Jeugd, cultuur en seks - Ine Vanwesenbeeck
- College 8 - Bestaat de Puberteit - Geert Mommersteeg
College 1 - Jongens en meisjes - Martine Delfos
Waarom kunnen seksualiteit/sekse verschillen niet duidelijk zijn? Omdat er zo veel omheen en vanaf hangt dat we het moeilijk vinden om hier eerlijk over te zijn. Voorbeeld: schilderij Jan Bouwman. Op dit schilderij is de seksualiteit van mannen en vrouwen uitgbeeld en laat zien dat deze seksualiteit heel verschillend is.
Ontwikkelingsschema's van seksualiteit. Dus hoe ontwikkelt seksualiteit binnen jezelf:
- Van in naar sekse: Je moet van jezelf naar een (seksueel) ander
- Van nieuwsgierig (wat is dat?) naar verbazing
- Van een aangenaam gevoel alleen, naar een seksueel gevoel
- Van een seksueel gevoel alleen, naar een orgasme samen
- Van masturbatie naar geslachtsgemeenschap
- Van kunnen naar het onbegrijpelijke
- Van intimiteit naar seksualiteit en vice versa
Het is een buitengewoon ingewikkeld onderwerp. Vandaag gaat ze ook iets proberen te vertellen over sekseverschillen in o.a. de evolutietheorie (Darwin).
Mannen en vrouwen, jongens en meisjes zijn verschillend en hetzelfde. Als ze verschillend zijn, kunnen ze nog wel hetzelfde doen. Maar dan kiezen ze niet altijd hetzelfde. Er moeten ook evolutionaire argumenten te vinden zijn:
- Voorkeursgedrag: Die zie je het snelst in seksualiteit en agressie. De biologische ontwikkeling verschilt. Bij vrouwen weet je niet wanneer de eisprong is. Het zaad moet er daarom altijd zijn. Dit verklaart de verschillen in lust tussen mannen en vrouwen. De lust bij vrouwen moet dus ergens anders vandaan komen (niet biologisch dus).
- Adolescentie:
· Adolescenten zijn erg gevoelig voor afwijzing door leeftijdsgenoten.
· Het geheugen is gevoelig voor emotie. Zeker als het positief is met een positief gevolg.
· Sekseverschillen in emotie en geheugen. Voorbeeld: filmpje van cabaretier (man's brains and woman's brains). De theoretische bodem van dit stukje is bijvoorbeeld het verschil in witte stof tussen verschillende hersendelen bij mannen en vrouwen. Vrouwen hebben een betere verbinden tussen de linker en rechter hersenhelft. Mannen hebben een betere verbinding tussen de voorste en achterste hersendelen. Je verbaast je hierdoor over wat de andere sekse kan. Bij jongens is de regels dat alles wat je niet zegt mag.
We hoeven het niet te begrijpen, zolang we maar begrijpen dat we het niet begrijpen. Hierdoor gaan we respectvoller met elkaar om. Als we allemaal toegaven dat we seksualiteit niet begrijpen en dat het ingewikkeld is, dan zou het een stuk makkelijker zijn.
Geheugen en emotie werkt samen. Dit is een groot verschil tussen mannen en vrouwen. Eigenlijk zouden mannen en vrouwen elkaar ervaringen daarin moeten kunnen delen. Emotiewisselingen bij mannen is redelijk stabiel en afhankelijk van wat ze meemaken. Bij vrouwen is het mede afhankelijk waarin ze in een menstruatiecyclus zijn.
Evidence-based: meestal wordt er gezegd: bewezen door goed onderzoek. Maar daarnaast is ook de kennis, kunde en ervaring van de behandelaar van de professionals belangrijk. En de kennis en ervaring van de mensen waar het omdraait. Alle kennis die je hebt moet je ook toetsen.
· Sekseverschillen in drive
- Jongens zijn gericht op: Zich neerzetten en een aangenaam gevoel hebben. Bijvoorbeeld: jongens zijn bereid om hun huiswerk niet te doen om geen onvoldoende te hebben en het geleerd te hebben.
- Meisjes zijn gericht op: verbonden zijn en een aangenaam gevoel vermijden. Bijvoorbeeld: meisjes zijn bereid om de ramen te zemen om niet de viespeuk van de straat te zijn. Nog een voorbeeld: de basisreactie op gevaar. Was eerst 'fight or flight' bij mensen en beesten, maar dit alleen voor mannen niet voor vrouwen. Voor vrouwen is het 'tend or befriend'. Zij heeft er voor vrouwen ook 'Nice or Victom' van gemaakt: vrouwen willen graag lief gevonden worden. Op ten duur wil je geen rekening meer houden met anderen, maar wordt je slagtoffer. Je valt namelijk niet aan, dus dat is veilig.
· Kwaadheid geeft bewustzijnvernauwing. vb: iemand die boos is zegt: 'Als ik kwaad ben, dan weet ik zeker dat ik gelijk heb'. Doordat je boos bent, ben je niet meer voor rede vatbaar. Je kunt iemand beter even laten afkoelen voordat je een gesprek aangaat.
Seksuele en relationele situatie in de wereld?
Martine Delfos heeft zelf ooit een keer een lezing gegeven op 8 maart, nationale vrouwendag (veel feministen). Hierbij vertelde ze overdreven een verhaal over vrouwen: 9 van de 10 ruzies wordt geïnitieerd door vrouwen. Maar als de man het goed wil maken, mag dit nog niet. Want hij moet wachten totdat het bed goed staat. En dan maakt zij het goed en zegt 'ik ben altijd degene die het goed moet maken'. Man heeft een slecht kortetermijn geheugen en weet al lang niet meer hoe het gaat, maar weet zeker dat er iets niet klopt.
Als mensen iets doen is dat niet perse wat ze willen, dat ze het begrijpen.
Mannen kunnen heel makkelijk zijn seksualiteit voelen, want het hangt buiten zijn lichaam. Een vrouw niet. Die moet zich enorm concentreren op haar lichaam.
Vloek en zegening van de seksuele revolutie
Eerste seksuele revolutie - Midden negentiende eeuw
· Huwelijk en liefde aan elkaar verbonden.
· Revolutie van de gegoede burgerij
- Financiële zekerheid (hebben we ervoor nodig)
Zegen: Verbintenis komt dichterbij
Vloek: Liefde is niet genoeg
Tweede seksuele revolutie - Midden twintigste eeuw (Revolutie van de Jeugd)
· Huwelijk en seksualiteit aan losgekoppeld
· Revolutie van de jeugd
- Anticonceptiepil (hebben we ervoor nodig, want voortplanting is nog gekoppeld aan het huwelijk)
Zegen: seksualiteit moet ontwikkelen (dat is er niet vanzelf
Vloek: Schijneerlijkheid in seksualiteit. Voorbeeld: krantenartikel die tijd. Een koppel woonde al 5 jaar bij elkaar, en trouwde. Ze scheidde gelijk na 2 dagen getrouwd te zijn geweest. Dit kwam in de krant omdat we dachten dat als we onszelf eerst seksueel zouden ontdekken, dat dan het huwelijk vanzelf zou gaan.
Derde seksuele revolutie? - Zitten we nu middenin, eenentwinstige eeuw
· Seksualiteit en relatie worden losgekoppeld
· revolutie van het volk (alles moet kunnen)
- Ego-ontpoffing (enorm op jezelf gericht zijn) en internet hebben we ervoor nodig
Vloek: seksualiteit kan los staan van verbinden.
Zegen: ?
Gevoelige periode voor relatievormen...?
Ze is bang dat de puberteit de gevoelige periode is voor seksualiteit. Voorbeeld: vroeger (jaren 60) moest je heel lang zoeken naar 'vieze boekjes'. Het slechte daaraan is dat je te lang moest zoeken, het goede eraan is dat je het pas tegenkwam als je er naar opzoek ging. Nu krijg je het al als je er niet aan toe bent.
Voorbeeld: Martine Delfos werd in haar pubertijd verliefd op een jongen en dacht dat dit voor de rest van haar leven zou zijn, maar dit was niet zo. Ook de tweede keer dat ze verliefd werd dacht ze dat het voor de rest van jaar leven was, terwijl het niet zo was. Het is in de puberteit, terwijl je jezelf ontdekt, heel fijn om te denken dat je iemand kunt kiezen voor de rest van je leven. Dat hebben we ze afgepakt, want ze moeten lekker gaan experimenteren en carrière maken. Wanneer moeten ze dan die kinderen krijgen? En die relatie maken? Ze is bang dat de puberteit de gevoelige periode is om je beeld over seksualiteit en relaties te maken.
Hoe komt het dat we een partner voor de rest van ons leven willen? Dat is omdat we dat alvast hebben, is dat afgevinkt. We zoeken veiligheid. Ook krijgt een nieuwe partner niet alles van je leven mee, je geschiedenis.
Jongeren willen seksualiteit ontdekken. We vinden dat leuk, maar ook eng. Zoals bijvoorbeeld twee jongentjes die hadden zitten piemellikken. Er was al ingegrepen etc, voordat Martine Delfos werd gebeld. Je probeert seksualiteit uit met een bekend vriendje. Opvoeden helpt hierbij.
College 2 - Uit de Taboesfeer - Paul Schnabel
Tot 50 jaar geleden werd er niet gesproken over seks. Men had de woorden er ook niet voor; er waren alleen maar medische en hele platte woorden voor seks. Voorbeeld: Paul zag een programma op tv waarin jongeren op vakantie medisch worden geholpen. Hierbij had een jongen zijn rechterhand gebroken en vertelde aan de dokter dat hij niet meer kon rukken. Dit had je 50 jaar geleden absoluut niet op televisie gezien
Taboe: Er niet over kunnen/willen praten. Met niemand niet, dus ook niet je partner of hulpverlener. Bijvoorbeeld Seks. Het gebeurd natuurlijk wel.
Voorbeeld: Bisschop uit de jaren 60. In die tijd kwam er de pil, maar volgens het geloof mocht je geen anticonceptie gebruiken. Echter, gaven veel geestelijke, zoals de bisschop uit het voorbeeld wel hun goedkeuring. Dit gebeurde niet via directe taal, maar het was voor iedereen duidelijk wat er bedoeld werd. Dit is ook heel opvallend voor de voorlichting boekjes uit die tijd. Het werd nooit letterlijk benoemd.
Seksueel misbruik 50 geleden, waarom werd daar niets aan gedaan?: Men wist het vaak wel, maar kon er niet over praten. Vooral de slachtoffers niet. Je kon het niet vertellen in woorden, maar vooral kon je de schuld niet geven aan iemand die boven je staat in de kerk. Het werd vanuit de kerk wel erkent dat het slecht was, maar er mocht niet over gepraat worden.
Voorbeeld: Arie Boomsma met het programma: 'Uit de kast'. Mensen vinden het ook lastig om direct de woorden te gebruiken dat ze homofiel zijn. Ze gebruiken vaak de woorden als: 'Ik val op jongens'.
Nieuw taboe: Pedofielen. Dit onderwerk is nu onbespreekbaar en onacceptabel. Vroeger in de jaren 60 was dit nog niet zo. Het was niet goed gedrag, maar men kon er wel over praten. Voorbeeld: In die tijd was er een man die er van overtuigd was dat pedofilie goed was voor de ontwikkeling van jongens. Hij was natuurlijk zelf pedofiel. Hij had een eigen bibliotheek die naar eigen zeggen veel wetenschappelijke bewijzen bevatte, maar eigenlijk was het een grote pornografische bibliotheek met kinderporno.
Waarom is pedofilie nu dan wel een taboe?: Wij accepteren niet meer dat er ongelijkheid bestaat tussen partners. Dus ongelijkheid tussen kind en volwassene.
Jaren 60: Eerder mocht er niet over dingen gepraat worden. Dit gaf aan het onderwerp seks bijvoorbeeld een soort van onschuld. Ook in het onderwijs en in de medische wereld.
In de jaren 70 draaide alles om. Je moest ineens over allen kunnen/mogen praten. Er waren organisatie zoals het NVSH (Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming) die probeerde om de taboe van seks af te halen. Meer dan 200.000 leden, met tijdschrift. Dit tijdschrift heette eerst 'Verstandig Ouderschap' en veranderde in de jaren 70 haar naam naar 'Seksstand'. Het belangrijkste onderdeel was de vragenrubriek (over seks, anticonceptie etc). Dit was de eerste plek waar eigenlijk openlijk over dit soort zaken werd gesproken. Ook moest hiervan lid zijn om goede voorbehoedsmiddelen zoals condooms te krijgen. Het was namelijk verboden om deze middelen te verkopen in bijvoorbeeld een drogist. De pil heeft dit doorbroken.
Waar komt het taboe vandaan?: Seksualiteit is namelijk steeds verder weggedrongen uit het persoonlijke en publieke leven. Dit komt ook door het Christendom, want die wilde het zo veel beheersen. Daarnaast komt het ook door het civilisatieproces: Het geleidelijk aan steeds pijnlijker worden van de lichamelijkheid/ lichamelijke verdichtingen van de mensen (seks, boeren, winden, naar de wc te gaan). Dit deed je niet in het publiek. Dit vinden we nog steeds pijnlijk.
In 19e eeuw het 'Burgelijke beschavings offensief: 'Keeping up appearances'. Er komt hierbij een scheiding van de seksen bij. Seks is iets voor mannen. Vrouwen heb je hierbij wel nodig, maar horen hier niets mee te hebben. Het was voor vrouwen meer een schaamte/schuldcultuur. Vrouwen mochten het niet lekker/leuk vinden. Het naakte lichaam mocht ook niet meer gezien worden.
Freud: Doorbrak een beetje de schaamtecultuur. Hij bracht de seksualiteit weer terug bij kinderen en volwassenen. Dit heef veel invloed gehad op het denken in de Pedagogiek en seksuele opvoeding.
1969: Veel veranderd. Er was al ontwikkeling. In dit jaar kwam het eerste standjesboek.
We zijn ook gepornografiseerd: Het is bijvoorbeeld de standaard geworden om je hele lichaam te scheren. Dit was vroeger nog niet zo. Het is bijna pervers om te kijken naar een ongeschoren lichaam.
Wij zijn pil-land nummer 1! In Amerika nog wel een taboe. Gevolg: veel tienerzwangerschappen daar, weinig hier.
We zijn ineens van een onthoudingsmoraal (Seks bestaat niet, doe je niet, geniet je niet van) naar een vormgevingsmoraal ( je moet veel, genieten, samen klaarkomen) gegaan. Voorbeeld: Dit is net zoals vasten en koken: vasten is makkelijk, want je eet gewoon niet, maar koken in knap ingewikkeld.
Tegenwoordig t.o.v. vroeger: Tatoeages, scheren. Vroeger was dit niet denkbaar. Dit geeft hints naar jezelf als seksueel wezen. + Het verdwijnen van de dubbele moraal: Seks is nu hetzelfde voor jongens al meisjes.
Jaren 60: Het aan het licht komen van seks. Maar ook dingen als jaloezie of de donkere kant van seks. Bijvoorbeeld: misbruik, pedofielen, mensenhandel
Seksuele Revolutie:
- Positief: Normalisering seks
- Negatief: Bang om te falen.
College 3 - Seks, waarom eigenlijk? - Jelle Reumer
De biologie achter seks.
Het leven is doordringt met seks. Waarom doen we het eigenlijk? --> Evolutionair perspectief
Seks: we zijn allemaal het product van seks. Het leven is doordringt met seks. Bijvoorbeeld: film, tv, humor & reclame.
Constante bevruchting van mens op aarde + alle dieren ook nog.
Waarom al dat gedoe? Kan het zonder? --> NEE. De variatie zorgt er voor dat we niet uitsterven
VSR algoritme --> Variatie/Selectie/Reproductie. Ieder individu ziet er anders uit (vb: oren). Dit is ook bij dieren het geval. Ieder individu is verschillend; er is variatie. Als de omgeving/het milieu veranderd, kan het zijn dat er selectie plaatsvindt op kenmerken; bepaalde kenmerken functioneren beter in de nieuwe omstandigheden. Na de selectie komt de reproductie van de 'goede' genen. Bijvoorbeeld: de opwarming van de aarde heeft er voor gezorgd dat bepaalde dieren hun eieren eerder zijn gaan leggen omdat het voedsel eerder aanwezig is.
De zin van seks is het doorgeven van de variatie van de ene generatie op de andere
DNA: Er zijn 3.000.000.000 basisparen in het DNA. Dit beval dus heel veel unieke informatie, wel 714 bijbels. Ook bij het kopiëren van DNA komen er 'schrijffoutjes' voor. Bijvoorbeeld het verdubbelen of verdwijnen van informatie.
Recombinatie: het bij elkaar komen van celdeling. Dit zorgt ervoor dat alle eicellen en zaadcellen anders zijn
Ongeslachtelijke voortplanting: Zinloos om genetisch materiaal door te geven. Vooral planten doen dit. Vb: De Japanse Duizendknoop is meegenomen door een wetenschapper uit Japan. Deze plant bleek hier heel goed te leven en plant zich makkelijk ongeslachtelijk voort. Dit zorgt dus eindelijk voor 1 groot individu in ons hele land. De plant in Groningen heeft hetzelfde DNA als de plant in Maastricht.
Geslachtelijke voortplanting: Het individu sterft, maar de soort blijft voortbestaan. De cyclus bij geslachtelijke voortplanting bestaat uit: ontmoeten, samensmelten (conjugeren) en uit elkaar gaan. Dit gaat makkelijk bij 1 celligen. Deze stoppen enkel hun kerninhoud bij elkaar. Eigenlijk zijn alle wezens grote klompen 1 celligen. Wij zorgen er ook voor dat slechts 1 cel per persoon samensmelt met 1 cel van de andere persoon (zaad- & eicel).
Voortplantingsstrategien:
- K - Kariing Capacity (Draagkracht): stabiel milieu. Weinig nakomelingen, bijvoorbeeld broedzorg bij vogels. Heel lang zorgen voor nakomelingen. Ook zoogdieren hebben vaak deze strategie. vb: oliefanten of mensen.
- r - Reproduction: onstabieler milieu. Er zijn veel nakomelingen en weinig aandacht. Schieten met hagel in de hoop dat het raak is. Voor nakomelingen is er weinig kans op overleving. Voorbeeld: vissen, amfibieën/reptielen (kikkers), zoogdieren: muizen.
Vrouwen --> K strategie --> 500 eicellen produceren in een leven
Mannen --> R strategie --> 100.000/200.00 cellen produceren per dag.
Gedragsverschillen tussen mannen en vrouwen: Vrouwen produceren dus weinig eitjes in vergelijking met de zaadcellen van mannen.
Soorten kunnen niet met elkaar voortplanten. Soorten hebben daarvoor het 'Sleutel en Slot' principe uitgevonden. Voorbeeld: insecten (vb: spinnen hebben palpen) en knaagdieren hebben geslachtsorganen die precies passen in het andere geslacht van dezelfde soort. Mochten verschillende soorten toch dezelfde geslachtsorganen hebben, dan kan er geslachtsgemeenschap plaatsvinden. Echter, zijn ze vaak incompatibel; kunnen cellen dan vaak niet samensmelten (conjugeren). Als dat dan wel lukt kunnen er 'Hybriden' ontstaan die onvruchtbaar zijn vb: muilezel (combinatie tussen paarden en ezels).
Aantrekking: hormonen (het liefdeshormoon: oxitocine), neurotransmitters om er voor te zorgen dat de seksen elkaar ontmoeten.
Concurrentie: Jij wil dat jouw genen voortzetten en niet die van andere. Er bestaan bijvoorbeeld een slak die zijn penis afbijt zodat er niet een ander mannetje met het vrouwtje kan paren. Of infanticiden: kinderen van voorganger worden gedood. Vreemdgaan is ook een strategie om zo veel mogelijk van je genen door te geven.
Darwin: seksuele selectie als basisprincipe in de evolutieleer. Hij observeerde de meeste uitdossingen en gedragingen bij mannelijke dieren. Vaak heel risicovol, maar laten zien hoe goede genen hij heeft. Voorbeeld: pauwenstaart, geelste merelsnavel of grootste gewei. Met zo'n mannetje is goed nageslacht gegarandeerd. Voorbeeld: 3 parende herten. Het hert met het grootste gewei mag het vrouwtje dekken, maar die wordt vervolgens gedekt door een jonger, minder imposant mannetje. Waarschijnlijk is dat oefenen en niet homoseksueel.
Homofilie: komt ook vaak voor in het dierenrijk. Is natuurlijk niet reproductief, er zijn geen nakomelingen. Verklaringen zijn o.a. het bevorderen van sociale cohesie, agressie vermeiding of oefenen/ de kunst afkijken. Maar deze verklaringen zijn vaak slecht onderbouwd en slecht onderzocht. Het is geen ziekte en heeft het succes van ons dierensoort niet in de weg gestaan.
Slakken zijn hermafrodiet (ongeslachtelijk). Deze hebben beide geslachtsdelen en schieten pijltjes in elkaar ter stimulatie.
Kip en ei vraagstuk volgens Richard Dawkins: Het zijn niet de kippen of de eieren die zich voortplanten, maar de genen die zich voortplanten. Menselijke genen (het genoom) gebruiken mensen (de tijdelijke verpakking) om nieuwe pakketjes mensengenen te maken. Maar zijn wij onze genen? Net als de discussie van Wij zijn ons brein. Alles ligt aan het brein. Dus alle verantwoordelijkheid ligt buiten jezelf. Als je je gedrag zou afdoen op je genen
Slotconclusie: Seks in overal, seks in onvermijdelijk, seks is een enorme bron van humor en plezier en dat zou het ook moeten blijven. Het gevolg is 7.000.000.000 mensen is wel veel. Een kindje minder kan geen kwaad.
College 4 - Willem Koops - Het ontbrekende hoofdstuk (seksualiteit van kinderen)
De boeken uit de boekkast van Willem Koops gaan vooral over ontwikkelingspsychologie. Deze boeken lijken allemaal op elkaar. Er staat echter nooit een hoofdstuk in over seksualiteit. Misschien wel een paragraaf in de adolescentie, maar dit blijft heel klein.
Waarom niet dieper in gaan over erotische emoties etc bij kinderen? Hiervoor moeten we naar de geschiedenis van de visie op kinderseksualiteit kijken:
Ooit was er sprake van ontkenning van kinderlijkheid. Kinderen zijn historisch gesproken steeds meer kind geworden --> Infantilisatie/infantilization: The increasing duration of the childhood stage. Vindt plaats tussen de 14e en 20e eeuw. Voorbeeld: kinderen worden steeds kinderlijker afgebeeld op schilderijen tussen de 14e en 20e eeuw. Koops heeft zelf een meting gedaan met deze schilderijen op anatomische aspecten van kinderlijkheid (groot voorhoofd etc) en vond inderdaad hetzelfde.
Het toppunt van infantilisatie was tussen 1850 en 1950. Bijvoorbeeld de Kindergarten die is bedacht door Freubel. Dit is een kleuterschool. Sindsdien houden we kinderen weg uit 3 gebieden van volwassenheid. Deze gebieden worden te eng, bedrijgend traumatiserend geacht voor kinderen:
1. Geweld/agressie: Rousseau: kinderen zijn van nature geweldloos en lief. Voorbeeld: boek Emile. Verdorven dingen worden ze geleerd door volwassenen d.m.v. modeling --> Bendura. Inmiddels weten we door onderzoek dat 2-jarigen de meest agressieve medemensen zijn op de wereld. Ook blijkt uit onderzoek dat fysieke agressie over tijd afneemt. Indirecte (verbale) agressie neemt juist toe.
2. Geboorte/dood: In de 18e eeuw was er nog wel direct contract tussen kinderen en de doden. Dat is nu al lang niet meer zo. Ook de geboorte wordt al lang uit de wereld van kinderen gehouden. vb: het sprookje over de ooievaar die de baby brengt is verzonnen.
3. Seksualiteit: We hebben grote moeite gekregen om kinderen en seks met elkaar in verband te brengen. In de 18e eeuw was seksualiteit nog een openbare aangelegenheid. Veel erotisch getinte schilderijen waren te vinden op alle slaapkamers van nette jongedames. De seksuele ontwikkeling van kinderen in die tijd. Voorbeeld: van Ussel (1968) schreef een boek. Daarin voorbeeld van een prinsje Lodewijk die zijn geslachtsdeel aan iedereen laat zien en regelmatig zoentjes erop krijgt. Ook lag hij tijdens het vrijen van zijn ouders bij hun in bed. Hij liet zijn kamermeisje uitkleden. Daarnaast masturbeerden veel dienslieden de kinderen om ze in slaap te krijgen.
Verandering komt einde 18e eeuw --> victoriaanse mentaliteit in Europa. 19e eeuwse relatie tussen man en vrouw is preuts en heeft dubbele moraal: de man mocht weten wat seksualiteit inhield en de vrouw niet. Man mocht wel verhoudingen hebben voor het huwelijk, de vrouw niet.
Freud: begin 20e eeuw: einde vistoriaanse mentaliteit door zijn publicaties.
· Die Traumdeutung (1900): Onze dromen zitten vol verlangens die seksueel van aard zijn.
· Zur psycholathologie des alltaglebens(1901)(van alle dag): Feurdiaanse vergissingen: we maken vergissingen en fouten zijn ook onbewust seksueel van aard.
· Drei Abhandluigen zur Sexualheorie: de vroeg kinderlijke seksualiteit wordt volledig herkent.
Nog een voorbeeld die de Victoriaanse tijd heeft beëindigd:
· De vrouwen die vroeg om seks werd gezien als neurotisch/gek. Na deze tijd vroegen steeds meer vrouwen hier wel om.
Freud zag 3 krenkingen van de mensheid:
1. Kosmologische krenking van Pernicus: De aarde is niet meer het middelpunt is waarom alles draait, en dus ook de mens niet.
2. Biologische krenking door Darwin: De mens is niet de schepping, maar gewoon het jongste telg uit het dierenrijk.
3. Door Freud zelf: De mens is niet de baas in eigen huis, maar wordt beheerst door onbekende krachten.
Seksuele ontwikkeling van Freud:
· (0-1): De orale fase: bestaat uit de oraal narcistische (hij is niet in staat om een object of persoon van zichzelf te onderscheiden. Hij ziet de moederborst als iets van zichzelf, maar het is soms niet aanwezig dus dat leidt tot frustratie.) en de oraal kannibalistische fase (bijten in de borst).
· (1-3): De anale fase: de anus kan ook lust geven. Ook de beloning van goede feedback voor het poepen. Freud maakt de vergelijking tussen poep en geld.
· (+3): De urethrale fase: het lozen van urine kan lust geven
· (3-6): De fallische fase: geslachtsorgaan (van de man). Voor man en vrouwe ongelijk. Jongen ervaart lust in de periode. Richt dat op moeder waardoor het rivaal wordt van vader. Bang om gecastreerd te worden door vader. Hoe lost hij dit op? Door zich te identificeren met vader. Bij meisje iets soortgelijks
· (6-12): Latentietijd: ontwikkelt bijna niets op seksueel gebied behalve het uber ich: het geweten. Door identificatie met ouders neemt het kind ook de waarden over.
· (12+): Puberteit/Adolescentie: drang om samen te komen het andere geslacht. Het zegenvieren is ook weer voor jongens.
Moeten we Freud geloven?
Nee. De belangrijkste bestrijder van Freud was: Popper (1992-1995). Hij was wetenschapsfilosoof en zette kritische kanttekeningen bij de theorieën van Freud. Wel blijft op cultuurhistorisch gebied Freud heel groot:
· Hij heeft ons dagelijks leven gevuld met seksualiteit
· Hij heeft er voor gezorgd dat vrouwen als seksuele wezens werden gezien.
· Hij heeft de seksualiteit terug gebracht in onze samenleving als een soort universele verklaringsbron voor psychopathologie: altijd is seks bij Freud verbonden aan psychopathologie. Rond 1900 kwam hij erachter dat dit niet klopte, maar kon dit niet toegeven. Hij heeft toen als oplossing een nieuwe theorie bedacht: Oerscene --> hij verschoof het trauma van seksuele ervaringen in de kindertijd naar onze voorouders in de oertijd (totaal bizar verhaal over totummaaltijden waarbij vaders dochters verkrachten en zonen daarom hun vaders vermoorden en opaten).
Bolby (1907-1990): Attachment theorie. Moeders krijgen de schuld. Als kind niet goed hecht volgt er psychopathologie.
Ainsworth: Grondlegster van de attachment theorie: Bedacht een onderzoeksstrategie: 'The stainge situation': moeder loopt weg bij kind en er wordt gekeken naar de reactie van het kind om de mate van hechting weer te geven.
Freud's traumata theorie heeft zo'n grote invloed gehad dat we tot vandaag bang zijn voor seksualiteit en kinderen. Er is weinig onderzoek hiernaar geweest. Mogelijk zouden evt. trauma ook versterkt kunnen worden door onze reacties erop. vb: politieverhoor, de pers erbij. Dit alles zeer geëmotioneerd en met vage, niet directe taal.
Wat volgens Koops kan helpen om natuurlijker, spontaner en minder angstig om te gaan met seksualiteit en kinderen is het beëindigen van de infentilisatie.
In 1950 liep de infentilisatie, zoals in het begin van dit college genoemd, al af. Postman zegt in zijn boek 'The dissapearing of childhood' dat zonder scholen er geen kinderen bestaan. In een niet geletterde wereld, zoals de middeleeuwen, is het niet nodig om de volwassen- en kinderwereld te scheiden. Dit komt mede door de komst van de drukpers, waardoor volwassenheid (en dus lezen) iets prestatieus werd en niet alleen een biologisch gegeven. Door de komst van veel uitvinden zoals de telefoon, televisie en het internet (veel gebruik van beeldtaal) is informatie niet alleen voor volwassenen, maar ook voor kinderen beschikbaar.
Inmiddels is de ruimte voor seksualiteit wel ruimer geworden. Veel jongeren hebben een groter sociaal netwerk door sociale media. Ze hebben veel kennis over voorbehoedsmiddel en gebruiken deze ook. Ouders verbieden seks niet en stimuleren voorbehoedsmiddelen. Dit is een wereld van veerschil in vergelijking met de jaren 60. Echter, is er nog steeds weinig kennis over de seksuele ontwikkeling van kinderen onder de 12 jaar.
College 5 - In het verkeerde lichaam - Peggy Cohen-Kettenis
Tegenwoordig negatieve associatie met transseksualiteit. vb: iets van de laatste tijd, ordinair, iets van onze cultuur. Het genderproblemen zijn geen modegril, want:
- Het is een heel oud verschijnsel.
- Het is niet alleen een westers verschijnsel. vb: In Iran vinden de meeste operaties plaats in de wereld.
- Het komt voor bij zowel mannen als vrouwen. Wel valt het bij vrouwen minder op dan bij mannen, dus daardoor langer in het geheugen blijft staan.
- Het komt voor in zowel de kinder- als volwassenheid. Ook jongeren melden zich aan om behandeld te worden.
Er is veel misinformatie en vooroordelen over Transseksualiteit Voorbeelden hiervan zijn:
- Stigmatisering
- Discriminatie
- Uitstoting (uit gezin)
- Geweld
Vroeger werd de term Transseksualiteit veel gebruikt, maar nu is dat Gendersdysforie.
- Genderdysforie: Lijden als gevolg van discrepantie tussen 'ervaren gender' (genderidentiteit) en 'toegewezen gender' (meestal geboortegeslacht).
- Al lang gebruikte term (Fisk, 1974). Clinici gebruiken dat best wel veel.
- Gender: psychische; sociale en juridische kanten van man- of vrouwzijn
- Geslacht: lichamelijke kanten van man- of vrouwzijn.
Classificatiesystemen: De DSM en de ICD classificatiesystemen worden allebei veel gebruikt in de wereld:
- DSM-V: Genderdysforie. Sinds mei 2013 in DSM-V. Vroeger was het 'transseksualiteit, later 'genderidentiteitsstoornis'. Maar dit sluit niet goed aan, dus vandaar de nieuwe verandering in Genderdysforie
- ICD: Nu nog 'Transseksualiteit en 'Genderidentiteitsstoornis in de kindertijd, maar wordt Gender Icongruentie. In deze term zit niet zo zeer het lijden (dus ten onder gaan) duidelijk in de term inbegrepen.
Genderdysforie diagnose (huidige classificatiedystemen zoals de DSM). De indicatoren die hiervoor gebruikt worden verschillen per leeftijdscategorie
- Marked incongruence between one's experienced gender and addigned gender, as manifested by 6 (C) or 2 (A/A) indicators (de incongruentie van je ervaren en toegewezen geslacht a.h.v. een aantal indicatoren.
- Clinically significant distress or impairment (elende van ondervinden, of belemmering in je functioneren).
Indicatoren van Genderdysforie (kinderen)
1) A strong desire to be of the other gender or an insistence to be the other gender
(2-6) Behavioral criteria (e.g. preference for cross-dressing, cross-gender roles, toys, games, playmates, clothing; rejection of typically masculine (feminine toys etc.)
7) A strong dislike of one's sexual anatomy
8) A strong desire for the primary and/or secondary sex characteristics that match one's experienced gender
Gendervariant gedrag VS Genderdysforie: Niet elk kind wat zich een beetje gedraagt zoals het andere geslacht heeft genderdysforie. vb: jongetjes kunnen we van poppen of nagellak houden. De gedragscriteria alleen zijn niet voldoende om de diagnose te kunnen stellen. Kinderen moeten echt de andere gender rol willen aannemen, en als je ze daarvan beroofd is er sprake van leiden.
Indicatoren van Genderdysforie (adolescenten en volwassenen)
1) a marked incongruence between one's experienced gender and primary and/or secondary sex characteristics
2) a strong desire to be rid of one's primary and/or secondary sex characteristics because of a marked incongruence with one's experienced gender
3) a strong desire for the primary and/or secondary sex characteristics of the other gender
4) a strong desire to be of the other or another gender
5) a strong desire to be treated as the or another gender
6) a strong conviction that one has the typical feelings and reactions of the other gender
Verschil tussen DSM-IV en DSM-V
- GD spectrum (soorten genderdysforie). Vroeger had je het of had je het niet (dichotoom). Nu wordt het veel meer gezien als een spectrum, en kun je het dus in bepaald mate hebben.
- Genderdysforie mild - extreem --> gradaties. Niet iedereen heeft als behandelwens alleen een volledige geslachtsaanpassing
Er zijn 2 soorten/ontwikkelingspaden. Deze termen zijn er al vanaf het begin van het begrip transseksualiteit.
1. 'Early onset': Kindertijd
2. 'Late onset': Volwassenheid
Kun je voorspellen als kinderen Genderdysforie hebben, of ze het als volwassen ook hebben? --> Nee, de meeste kinderen zijn later een Desister (verlater).
- Persister: volwassenen met GD (20%)
- Desister: volwassenen zonder GD (80%)
Voorspellers van blijvende Genderdysforie
- Intensiteit van Genderdysforie (hoog)
- Geslacht (vrouwelijk)
- Leeftijd (ouder)
Late onset:
- Later begin (na puberteit)
- Latere aanmelding
- Minder cross-gender gedrag als kind (komt ook vaker voor bij mannen)
- Seksualiteit speelt vaak een rol (voelen zich seksueel opgewonden bij het verkleden in vrouwekleren en langzamerhand wordt dat minder en komt het genderstuk meer naar voren.
- Uitkomsten geslachtsaanpassing ongunstiger?
Klinische/ sociale presentatie volwassenen. Sommige mensen willen niet de hele verandering, maar een gedeelte ervan bijvoorbeeld.
- Afhankelijk van type en intensiteit van de Gender dysforie --> niet altijd 'klassieke transseksueel'
- Sommigen geen dysforie
Genderdysforie diagnose: subtypen --> Met of zonder DSD (Disorders (differences) of Sex Development)
- Geslachtsdifferentiatie
- Psychoseksuele differentiatie
Voorbeeld DSD: Androgene ongevoeligheidssyndroom (compleet): vb: Individu begint helemaal aan de mannelijke kant: XY, testes en tostestoron, maar het lichaam kan niets met de testostoron omdat er een genetisch defect is. Hierdoor ontwikkelen de uitwendige genitaliën van mannen niet (vrouwelijk dus), maar wel de inwendige. Hierdoor krijgt het kind de vrouwelijke gender toegewezen.
DSD (Disorders (differences) of Sex Development)
- Discrepantie tussen
- Chromosomen
- Gonadale
- Genitale geslacht
- Heterogene verzameling aandoeningen (er zijn ongeveer 40 verschillende diagnoses mogelijk)
- Soms ambique genitalia geboorte (verschillende gradaties): je kunt hierbij helemaal niet zeggen of het een jongen of meisje is.
Hebben mensen met DSD ook gelijk Gender dysforie? --> Hoeft niet perse, kan wel. Sommige willen wel of niet van geslacht wisselen. Maar in deze context is geslacht wel een rare term, want soms is het niet duidelijk bij deze mensen. Het is afhankelijk van welke DSD-aandoening je hebt.
Wat zijn de oorzaken van Gender Dysforie? Dit zijn mogelijke theorieën. Echter, er is nog weinig goed onderzoek over dit onderwerp gedaan.
- Verstoorde moeder-kind relatie
- Wens kind van andere geslacht
- Versterking van gendergedrag van 'andere sekse'
- Biologische oorzaken
- Geslachtschromosomen: geen afwijkingen
- Circulerende geslachtshormonen: geen bijzonderheden
- Genetische oorzaken: in tweelingenonderzoek lijkt er wel een genetische component te zijn. Ook zouden polymorfismen in genen die betrokken zijn bij de geslachtshormonen een rol kunnen spelen.
- Prenatale hormonen: Veel onderzoek de laatste tijd. Deze theorie zegt dat de hersenen van mensen met GD zijn blootgesteld aan ongebruikelijke hormoonspiegels voor de geboorte. Hierdoor is de hersenontwikkeling anders.
- MRI studies: Blijkt dat de hersenstucturen van GD's heel erg lijkt op de hersenstructuren van het andere geslacht
Gender Dysforie zoder DSD: prevalentie. Wel gebaseerd op mensen die zich in klinieken aanmelden. Dus waarschijnlijk alleen de ernstige gevallen en niet de milde of andere vormen.
- Mannen --> 1 : 11.500
- Vrouwen --> 1 : 30:000
Behandeling (nog niet 100 jaar oud)
- Magnus Hirschfeld: Die Transvesttiten (1910): omschreef als eerste travestieten/GD. Hij heeft ook als eerste iemand doorverwezen naar een chirurg voor een operatie.
- John Money: Transsexualism & Sex Reassignment, (1969) De eerste Amerikaanse kliniek opgericht vor transsexuelen. Maar veel mensen waren het niet met hem een, en moest zijn kliniek sluiten.
- Harry Benjamin: The transsexual phenomenon (1966): bedacht de hormoonbehandelingen met geslachtshormonen.
Transseksualiteit in Nederland
Pioniers:
- Dr. Woudstra, plastisch chirurg (1960): De eerste man die een transsexuele-operatie deed in Nederland. Kreeg veel kritiek over zijn artikel die hij vervolgens in een wetenschappelijk tijdschrift plaatste, dat hij geen operatie meer durfde te doen.
- Dr. I. de Vaal (kinderarts), Dr. A. Veschoor (Psycholoog), Dr. Ph. Lamaker (plastisch chirurg) hebben vervolgend de eerste behandelingen in Nederland vormgegeven
Standards of Care WPATH: is een zorgrichtlijn.
- diagnostische fase: is er sprake van GD? Is er genoeg draagkracht --> kan de persoon het aan?
- real life experience: proberen ze uit hoe het is om in die andere rol te leven (+- een jaar)
- hormoonbehandeling
- chirurgische ingrepen
- juridische aanpassing: je moet onvruchtbaar zijn om een operatie te mogen en je te kunnen inschrijven als iemand van het andere geslacht in het geboorteregister. Deze wetgeving gaat veranderen; Je mag straks je ook inschrijven in het geboorteregister zonder dat je geopereerd bent o.i.d.
Behandeling in de Puberteit: veel controverse over
- Mensen worden steeds jonger als ze de behandeling willen hebben.
- Je mocht eerst niet beginnen aan de behandeling voor je 18e jaar, nu is dat 16 jaar. Omdat als je jonger behandeld het resultaat ook gunstiger is. Je kunt de uiterlijke en bijv. stemveranderingen in de puberteit nog beperken.
Voordelen puberteitsremming (platleggen: hypofyse, dus er worden geen geslachtshormonen aangemaakt)
- Effecten omkeerbaar
- Meer tijd om na te denken over geslachtsaanpassing zonder tijdsdruk is een diagnostische hulp (je groeit niet verder, dus meer tijd)
- Korte termijn: beter functioneren in adolescentie
- Lange termijn: beter psychische en fysieke uitkomst
Criteria voor start GnRH analogen (Puberteitsremmers)
- Levenslange genderdysforie
- Meer/ Intensere genderdysforie bij start puberteit
- Geen ernstige psychopathologie
- Ouders/ opvoeders steunen en participeren
- Stabiele omgeving
- Leeftijd > 12 jaar
- Tanner (Puberteit) staduim moet 2/3 zijn (dus enige ervaring met puberteit)
Resultaten Behandeling
- Genderdysforie verdwijnt
- Psychische stabiliteit verbetert
- Bij volwassenen 2-3% spijt
- Resultaat afhankelijk van functioneren voor behandeling
- Sociaal / Maatschappelijk nog veel discriminatie bij volwassen. Situatie jongeren gunstiger (waarschijnlijk omdat het minder opvalt).
College 6 - Voorlichting nieuwe stijl - Channah Zwiep
Het is vreemd dat veel pedagogen weten niet hoe ze moeten omgaan met seksuele ontwikkeling en hoe ze het moeten ondersteunen.
Help, mijn kind speelt doktertje! Seksuele opvoeding is een leuke maar ook lastige taak. Vanavond gaat ze in op:
· Hoe 'doen' ouders/opvoeders in Nederland het?
· Welke vragen hebben ouders?
· Wat vraagt seksuele opvoeding van ouders?
· Hoe kun je hen hierbij concreet ondersteunen?
Waarom seksuele ontwikkeling?
· Seks gaat je hele leven mee . Het begint ook al heel vroeg. Jongere kinderen ontdekken en experimenteren al.
· Ontwikkeling draagt bij aan een seksueel script. Dit zijn waarden, normen, ideeën, gevoelens over seksualiteit die je meeneemt je hele leven. Kun je wel bijstellen, maar is wel belangrijk.
· Seks is leuk mits.. Praten is belangrijk, ook in volwassen relaties. Positieve ervaringen dragen bij aan een prettige beleving etc. Doktertje spelen als kind kunnen ze veel van leren.
Belang van seksuele opvoeding:
· Bijdragen aan gezonde seksualiteitsbeleving.
· Kennis vergroten. Seksuele opvoeding kan bijdragen aan de seksuele ontwikkeling van kinderen. Hierin hebben ouders een belangrijke rol. Eerst was de seksuele rol van ouders alleen voorlichting, maar we weten nu dat het meer is dan dat. Je moet ook praten met je kind, kennis overdragen en daarnaast de hele dag door bewust en onbewust seksueel opvoeden. Bijvoorbeeld met je kind in bad gaan, de toilet open laten staan, naakt in huis rondlopen. etc.
· Socialisatie. Je begeleidt kinderen met hun socialisatieproces. Dus hoe we met elkaar samenleven met intimiteit en seksualiteit. Ben je bijvoorbeeld wel of niet close met je partner of je collega, dat geef je aan je kind mee. Hele jonge kinderen hebben geen idee dat als je op iemands schoot zit je niet in iemands borst mag knijpen, bij oudere kinderen kan dat niet. Dit vertellen we kinderen op een gegeven moment.
· Bijsturen van omgang met zichzelf en elkaar. Bij het vormen van een mening bij pubers kun je in dialoog gaan etc. Bijvoorbeeld een werkstuk maken met je kind, daarbij kom je plaatjes tegen die over seks gaan. Je kunt dan hiermee als ouder met je kind in gesprek gaan.
· Stimuleren weerbaarheid en autonomie
In onderzoek over ouders en seksuele opvoeding blijk dat de ene ouder voorlichting heel moeilijk vindt en de andere heel makkelijk. Seksuele voorlichting geeft een ouder vaak een ongemakkelijk gevoel. Terwijl seksueel opvoeden veel breder is.
Hoe zit het met Nederlandse ouders?:
· Staan overwegend positief tegenover seksuele ontwikkeling. Veel ouders zijn bang voor bijvoorbeeld 'breezer seks' of loverboys en willen hun kinderen daartegen beschermen.
· Missen kennis over welk gedrag bij welke leeftijd past. Doordat er weinig kennis is, is het moeilijk om daarover te praten met andere ouders. Je wilt niet dat je kind afwijkt van de norm.
· Zij zijn zich bewust van het belang van seksuele opvoeding
· Vinden seksuele opvoeding soms lastig
· Reageren overwegend ad hoc op gedrag of vragen
· Missen praktische handvatten voor begeleiding
· Groot deel voelt zich onzeker over seksuele opvoeding
· Er is behoefte aan overleg met ouder of professionals
Veel ouders bereiden zich niet goed voor op seksueel getinte (onverwachte) situaties. Bijvoorbeeld: een kind zit met een potlood in de billen van een ander kind. Er is dus behoefte aan een bepaalde mate van steun, ook professioneel. Die je dus vertelt dat het een normale manier van ontwikkelen is en je handvatten geeft hoe te reageren.
Doordat school en ouders vaak niet weten wat te doen met seksueel gedrag van jonge kinderen wordt het geproblematiseerd. Iets begint bijvoorbeeld met een onschuldig dokterspelletje, maar escaleert in een enorm drama. Bijvoorbeeld: Ouders willen niet meer dat hun kind met een ander kind speelt, ook niet op school.
- Ouders hanteren allerlei mythes om seksuele opvoeding/voorlichting uit te stellen. Van dit uitstel komt soms afstel. Voorbeelden van argumenten die ouders geven:
· Mijn kind is niet geïnteresseerd in seksualiteit. (Maar kinderen zijn hier vaak wel mee bezig, ook al delen ze dat niet met ouders)
· Mijn kind is er veel te jong voor
· Je moet de kat niet op het spek binden. Je moet dus niet kinderen over seksualiteit vertellen, want dan gaan ze het juist doen
· Mijn kind komt wel aan informatie via anderen.
Wat vraag seksuele opvoeding van ouders? Oftewel hoe ondersteun je kinderen zo zodat het kan bijdragen aan hun seksuele beleving, hun seksuele script etc. Ouders moeten anticiperen op wat gaat komen en nadenken over opvoedingsdoelen. Daarnaast moeten ze nadenken over hun eigen waarden en normen en die laten aansluiten op wat kinderen moeten leren. Veel ouders vinden vooral respect belangrijk. Bij jongetjes willen ouders vaak dat ze respect hebben voor meisjes. Veel ouders hebben een ander idee van waar grenzen liggen, dit is heel lastig voor scholen en kinderopvang. Vroeger was het bijvoorbeeld heel normaal dat kinderen bloot met elkaar speelden. Nu mag dat niet meer omdat er veel gedoe is geweest met ouders. Ze zijn bang dat kinderen begluurd worden etc. Hierdoor worden kinderen bang en angstig over het onderwerp seksualiteit, terwijl dat niet de manier is om er nu en later van te genieten. Je kunt ook kinderen weerbaar maken op een positieve manier door bijvoorbeeld de zeggen dat kinderen de baas zijn over zijn/haar eigen lijf. Ook kun je zelf een actieve houding aannemen door in te gaan op situaties die met seksualiteit te maken hebben. Bijvoorbeeld dat je samen met je kind een zwangere vrouw op straat tegenkomt en vraagt aan het kind of hij/zijn weet hoe die baby in de buik is gekomen. Daarnaast ook goed grenzen stellen.
Hoe ondersteun je ouders?
Door bij te dragen aan kennis van de seksuele ontwikkeling en aan opvoedingsvaardigheden. Veel ouders hebben behoefte aan voornamelijk praktische handvatten voor vragen van kinderen of grenzen stellen. Dit kun je doen door ouders bij elkaar te laten komen op bijvoorbeeld ouderavonden. Daarnaast kun je ook een luisterend oor bieden, ouders geruststellen, bewust maken en bevestiging geven. Ouders vragen vaak of het gedrag van hun kind 'normaal' is. Dit is natuurlijk een weerspiegeling van onze maatschappij. Geruststelling is vaak al genoeg. Ouders moeten net zoals bij elke andere opvoedingssituatie goed regels en grenzen bieden aan kinderen. Bijvoorbeeld elke keer zeggen dat het kind niet op de bank mag rijden, maar wel op bed. Ook voor professionals is voorlichting belangrijk. Zij weten vaak wel dat seksueel gedrag bij kinderen bestaat, maar hebben op hun beurt weer te maken met ouders. In de kinderopvang moet de organisatie zelf een beleid handhaven bij dit soort situaties en terugkoppelen aan de ouders. Hierbij kunnen sommige ouders het er nog steeds niet mee eens zijn, maar dan kun je terugvallen op het beleidsplan.
College 7 - Jeugd, cultuur en seks - Ine Vanwesenbeeck
Introductie
Seks klinkt zo makkelijk, maar waar hebben we het eigenlijk over? Onderzoek laat zien dat de meeste mensen bij seks aan de geslachtsstaat denken en niet aan de emotionele aspecten. Seksualiteit is natuurlijk heel breed lopende kerndimensie van het mensenleven.:
· Biologisch geslacht
· Gender (mannelijkheid en vrouwelijkheid)
· Seksuele identiteit en oriëntatie
· Erotiek
· Hechting
· Intimiteit
· Reproductie
Seksualiteit wordt beleefd en vormgegeven in:
· Gedachten
· Fantasieën
· Emoties
· Cognities
· Relaties
· Rollen
· Normen
Seksualiteit krijgt vorm in seksuele interacties, maar ook in allerlei andere processen zoals bijvoorbeeld dit college.
Ine is een sociaal psycholoog, dus haar verhaal is vanuit dit perspectief. Hierbij is ze vooral geïnteresseerd in de sociale omgang die seksueel getint of gemotiveerd is --> socioseksueel verkeren
Één van de grootste misvattingen van seks is dat het privé is. Het is doordringt met cultuur en gekleurd door maatschappelijk omstandigheden. Wetten, economische verhoudingen, gezondheidszorg, educatieve voorzieningen etc, of juist de afwezigheid daarvan, zijn van invloed op wat wij als onze persoonlijke seksualiteit zien.
Heteroseksuele dubbele moraal
Het heteroseksuele dubbele moraal is het geheel van normatieve opvattingen over wat gepast seksueel gedrag is voor mannen versus vrouwen. Het bestaat uit stereotype voorstellingen over mannelijke en vrouwelijke seksualiteit die als radicaal tegengesteld worden gezien. Dat heet digotomisch denken. Het komt er op neer dat mannen het mogen en het zelfs moeten, maar dat vrouwen er heel voorzichtig mee moeten gaan en het ook niet zo zouden hoeven. Seksueel verlangen is mannelijk en het passieve en verleidelijke is vrouwelijk. Dus mannen zijn typisch seksueel en vrouwen zijn typisch sexy.
Traditioneel wordt de vrouwelijke seksualiteit beschouwd met grote ambivalentie, een dubbelheid op zich, ook wel het Hoer / Madonna onderscheidt genoemd. Enerzijds vertegenwoordigen vrouwen de ultieme seksuele aantrekkelijkheid, anderzijds zijn ze beknot in seksueel gedrag en initiatief
Voor de 18e eeuw mochten vrouwen niet genieten van seks. Het culturele residu daarvan is een opvatting van goede vrouwelijke seksualiteit als fundamenteel terughoudend, dienstbaar en kwetsbaar. Die eigenschappen komen overeen met de eigenschappen die aan normale en goede vrouwelijke eigenschappen wordt gekoppeld, zoals bescheiden- en zorgzaamheid. Van mannen wordt verwacht dat ze assertief en zakelijk zijn. Echter, verschillen mannen en vrouwen op deze punten veel minder dan dat men doet geloven.
Ook zijn er nog andere culturele kwesties die invloed hebben op het de seksuele norm voor mannen en vrouwen, zoals het romantische ideaal, eer en maagdelijkheid, de commerciële seksualisering van vrouwen en het onrealistische schoonheidsideaal
Termen
Gendertypisch: de mate waarin iets in overeenstemming met gendersteriotypen is
Genderseksnormativiteit: is ook wel het dubbele moraal die net genoemd is. Oftewel het geheel van normatieve voorstellingen over gender en seksualiteit. Dit leidt tot typische of normatieve genderseks.
Nadelen dubbele moraal
Het blijkt uit onderzoek dat de dubbele moraal ongezond is voor mensen.
Vrouwen -> ondervinden de grootste schade van de dubbele moraal. Dit komt voornamelijk door de ambivalentie van de vrouwelijke seksualiteit (Hoer / Madonna). Als deze vrouwen sterk geloven in die dubbele moraal, lopen ze meer risico op:
· Reputatieschade en seksueel geweld.
· Zichzelf te kort doen door bijvoorbeeld schuld of schaamte te voelen bij seksualiteit. Dit kan leiden tot een negatieve seksuele identiteit.
· Minder plezier hebben in seks. Ze stellen zich vaker passief op
· Minder kennis over seks
· Moeite om over seksualiteit te communiceren met hun partner
· Weten zich minder goed te beschermen tegen grensoverschrijding
· Minder anticonceptiegebruik
De dubbele moraal is het recept voor ongelijkwaardigheid
De dubbele moraal verleiden vrouwen tot verwacht van blijvende intense emoties en mannen tot hoop van blijvende seksuele passie. Onderzoek laat zien dat heterokoppels die gendertraditioneel zijn het minst tevreden zijn over hun relatie.
De Adolescentie
Tijdens de adolescentie lijken de effecten van genderseksnormativiteit op seksualiteitsbeleving en seksuele gezondheid extra groot. Dit komt omdat seksualiteit in deze periode centraal staat en invloed heeft hoe adolescenten zichzelf beleven en hoe ze in de wereld staan. De dubbele moraal werkt ook in op de algemene identiteitsontwikkeling van adolescenten.
Primaire ontwikkeltaak adolescenten: het ontwikkelen van een balans tussen de autonomie en verbondenheid. De relaties die in deze periode worden aangegaan zijn het oefenterrein voor de relaties is de rest van je leven.
Hefboom effect
De seksualiteit van adolescenten fungeert als een hefboom naar de ontwikkeling naar identiteit en intimiteit. En de dubbele moraal is dus ook een hefboom in de identiteitsontwikkeling van adolescenten.
Jongens: de dubbele moraal legt de druk op jongens op heteroseksuele masculiniteit te ontwikkelen. Dit beperkt de ontwikkeling van emotionaliteit, responsiviteit en openheid. Wat weer effect heeft op alle relaties. Wanneer deze masculiniteit zich ontwikkeling tot machogedrag, wordt het weer geassocieerd met agressiviteit
Meisjes: de dubbele moraal staat de ontwikkeling van autonomie in de weg, doordat ze assertiviteit en seksuele subjectiviteit (bepaalde rechten hebben als seksueel wezen) niet ontwikkelen. Dit leidt tot de objectiveringstheorie
Objectiveringstheorie: De dubbelemoraal dringt meisjes vooral hun objectkant te ontwikkelen. Je ziet je lichaam meer als een object waar iets mee gedaan wordt dan als iets wat iets doet. Hierdoor kunnen meisjes minder goed algemeen optreden in de wereld, ook op seksueel gebied. Ook hebben ze vaak minder ambities op professioneel gebied.
Wel moet er nog gezegd worden dat conformeren aan de norm ook comfortabel is. Dit levert interne consistentie op; een prettig gevoel. Je krijgt goedkeuring en waardering omdat je binnen de maatschappelijk geaccepteerde genderrol past.
Een half vernaderde wereld
We leven volgens Vanwesenbeeck in een half veranderde wereld wat betreft normatieve genderseks. De moraal is veel minder eenduidig dan het ooit was, maar de nieuwe ideeën zijn nog fragmentarisch. Meisjes initiëren eisen veel meer op seksueel gebied dan vroeger. Ook hebben steeds meer meisjes en vrouwen lesbische gevoelens dan vroeger.
Genderbanding: alle jongeren experimentele veel meer met seksuele rollen en voorkeuren
De rol van jongens wordt steeds meer dubbel. Aan de ene kant wordt nog steeds verwacht dat ze seksueel competent zijn, maar machogedrag wordt steeds minder gewaardeerd. Dus jongens moeten nu ook gevoelig, verantwoordelijk en voorzichtig zijn. Jongens zijn de nieuwe meisjes --> achterstanden op gebied van onderwijs en de arbeidsmarkt groeien, vooral bij etnische minderheden. Doordat de financiële en sociale positie van mannen onder druk staat is de mannelijksnorm in het geding, wat sekserolstress kan opleveren en ervoor kan zorgen dat mannen zich meer macho gaan gedragen
Hoe gendertypisch is de seksualiteit van jongeren nu?
· De meerderheid hanteert de traditionele genderrollen
· In Nederland zijn gevoelens bij meisjes van onzekerheid, schaamte en schuld geenszins verdwenen. Meisjes nemen nog steeds minder initiatief tot seks dan jongens
· 17% van de meisjes en 4,5% van dejongens tussen de 12 - 25 jaar zegt ooit gedwongen te zijn tot seks
· 1 op de 20 meisjes rapporteert regelmatig pijn tijdens de seks
· Meisjes maken steeds meer een inhaalslag op jongens over de hele wereld. Ze worden mondiger en laten minder met zich sollen. Ook criminaliteit onder vrouwen verhoogt
· Traditionele genderrollen blijven, zoals op het gebied van bijvoorbeeld gelijkwaardigheid. Voorbeeld: videoclips, internet etc.
Traditionele rolverdeling komt juist veel voor in de adolescentie. Omdat de druk van peers (groepsdruk) extra hoog is en jongeren bang zijn om afgewezen te worden door hun peers. Ook is het prettig om in deze onzekere periode houvast te hebben deze traditionele rolverdeling. Dit effect is sterker bij heteroseksuele stellen, omdat hierbij je gender automatisch op de voorgrond treed.
Impliciete Attituden
Het hebben van gendertypische normen gaat vaak onbewust bij jongeren, dit komt door onbewuste automatische hersenprocessen die vroeg in onze jeugd zijn vastgelegd, ook wel impliciete attituden genoemd. Niemand zal bijvoorbeeld zeggen dat ze racistisch zijn, maar met onderzoek naar die impliciet attituden wordt het wel gemeten. Mogelijk is dit hetzelfde met de heteroseksuele dubbele moraal.
Recycling van stereotypen
Datgene wat conform stereotype is, recyclet zichzelf steeds in het dagelijkse sociale verkeer van mensen. Mensen dragen onbewust normen uit naar anderen en ze wekken ook wederzijdse verwachtingen waar ze vervolgens ook wederzijds aan voldoen. Daarom is het ook wel een self-furfilling prophesy --> ze bevestigen zichzelf steeds omdat gedrag wat er mee overeenstemt vanzelfsprekender is, sneller gezien wordt door andere, sneller herkent wordt en serieuzer wordt genomen. Hierdoor blokkeren ze de weg naar alternatief gedrag.
Vliegwiel
De dubbele moraal fungeert als een vliegwiel in een doorlopend proces van impliciete wederzijdse verwachtingen en het automatisch tegemoetkomen daaraan. Daardoor realiseert men constant datgene waarvan hij/zij denkt dat het zo hoort.
Sociale Afstemming
Er is ook sprake van sociale afstemming. We stemmen ons af aan de sociale situatie waarin we ons bevinden. Bijvoorbeeld een onderzoek over een vrouwen die zich anders voordoet bij een man omdat haar van te vore is verteld dat hij traditionele opvattingen heeft. Hierdoor gaat zij zich automatisch ook traditioneler opstellen.
'The giant wardrobe of self': We passen ons steeds aan elke nieuwe situatie aan. We gedragen ons in verschillende situaties anders. Het vliegwiel waar net over gesproken is draait dus in de ene situatie harder dan in de ander. Dat is dus een ultiem argument tegen het niet veranderen van de genderverhoudingen.
Biologische grondslag?
Natuurlijk spelen biologische aspecten ook een rol, maar veel weten we nog niet op dit gebied. Het lijkt er steeds meer op dat onze biologie ook wordt beïnvloed door onze sociale wereld en dus mede door cultuur en ervaringen wordt gevormd. Bijvoorbeeld voor de hormonale en genetische systemen en het brein. Dit is bijvoorbeeld bewezen doordat er veranderingen in de hersenstructuren is aangetoond na seksueel misbruik in de jeugd.
Neuroplasticiteit: we hebben een flexibel en lerend brein.
Waarschijnlijk wordt er vaak naar biologische verklaringen gegrepen omdat de sociale processen zo onzichtbaar verlopen.
Conclusie
· Onze natuurlijke seksualiteit wordt sterk beïnvloed door culturele factoren
· Dat een normatief systeem, dat gepast gedrag voorschrijft voor vrouwen en mannen, daarin cruciaal is.
· Het seksgendersysteem/ de dubbele moraal is ongezond, want het is het recept voor fundamentele ongelijkwaardigheid in relaties. Het staat haaks op socioseksuele competentie en de ontwikkeling van seksuele autonomie van meisjes en vrouwen. Daarnaast staat het haaks op de ontwikkeling van emotionaliteit en verbondenheid bij jongens en mannen
· Er wordt hedendaags op allerlei manier aan het seksgendesysteem getornd en afgeweken wordt. Tegelijkertijd is de dubbele moraal nog steeds aanwezig en heel goed herkenbaar in het seksuele gedrag van jongens en meisjes.
· In een context van onervarenheid, ontdekken en experimenteren van seksualiteit die bij adolescenten eigen is, kan een standaardscript houvast bieden.
· Dus we leven hooguit in een halfveranderde wereld waarin het soms lijkt alsof traditionele normen en waarden weer aan kracht winnen
· Toch verklaren veel jongeren dat ze geen dubbele moraal hanteren en dezelfde normen hanteren voor jongens en meisjes. Dat zou kunnen komen omdat normatieve attituden vaak impliciet e attituden zijn en normen met betrekking op seksualiteit vaak op onbewust niveau plaatsvinden.
· Op basis van sociopsychologische inzichten m.b.t. stereotypen is er een beeld gefundeerd van een dubbele moraal die als vliegwiel fungeert in een doorlopend dagelijks sociaal proces van impliciete wederzijdse verwachtingen en het automatisch tegemoetkomen daaraan.
· Echter, dit effect is niet overal even sterk. Er is namelijk sprake van sociale afstemming waarbij we handelen naar wat we denken dat er in een bepaalde context of van een bepaalde persoon van ons wordt verwacht.
College 8 - Bestaat de Puberteit - Geert Mommersteeg
Cultureel Antropoloog
Dit hoorcollege bevat vrij weinig seks.
We weten allemaal vrij veel over de Puberteit; de periode waarin jongens en meisjes geslachtsrijp worden. De vraag is echter of ook de pubertijd bestaat? Is het over de hele wereld hetzelfde; een universele tijd? Is het overal 'storm and stress'? Omdat dit een verwarrende term is zal hij de term adolescentie gebruiken. Dit is namelijk een bredere definitie en houdt het hele proces van volwassen worden in.
De hoofdvraag van dit college is dan ook: Is de problematiek van de adolescente 'storm and stress' ,zoals die in veel literatuur beschreven wordt, een contante in alle samenlevingen? Hebben we hier te maken met een biopsychologische constante of is het eigenlijk meer cultuurlijk? Dus nature of nurture? Eigenlijk staat niet deze vraag centraal, maar de controverse die deze vraag opgeleverd heeft.
Deel 1 - Wie is Margaret Mead?
Wie was Margaret Mead (1901 - 1978)? Ze raakte gefascineerd door een cursus van F. Boaz, vader van de Amerikaanse Antropologie. Ze wilde naar Polynesië om daar culturele veranderingen te bestuderen, maar dit mocht niet van haar mentor Boaz. Hij wilde dat ze in Noord- Amerika bleef omdat het veel te gevaarlijk was om daar buiten te werken. Uiteindelijk ging ze studeren in het Amerikaanse gedeelte van Polynesië op een klein eilandje. Ze heeft daar 6 maanden veldwerk gedaan, om vervolgens in Amerika haar onderzoeksrapport te schrijven. Ze wilde graag haar onderzoek meer begrijpelijk voor het algemene publiek opschrijven wat resulteerde in het boek: Coming of Age in Samoa. Het boek is erg romantisch beschreven, dus daar is kritiek op gekomen van andere wetenschappers.
Conclusie Mead: er is in Samoa geen enkele vorm van 'Storm und Drang' (of 'Storm and stress'). In tegenstelling tot Amerikaanse tienermeisjes, die vaak onzeker of opstandig zijn en met zichzelf in de knoop liggen, hebben de Somoaanse meisjes geen last van een geestelijke crisis. Ze gaan zorgeloos door het leven. Dus de westerse cultuur is de oorzaak van tienerstress.
Waarom hebben Samoaanse adolescenten geen 'storm and stress'?
1) De ongedwongenheid van de Samoaanse samenleving
2) De volledige bekendheid van de Samoanen met de seksualiteit. Hierdoor zijn ze ook in staat deze op de juiste waarden te schatten.
Het boek Coming of Age in Samoa kunnen we daarom zien als utopisch. Amerikanen zouden namelijk iets over zichzelf kunnen leren door te kijken naar de Samoanen. Hier is echter veel kritiek op omdat volgens vele Mead dat utopische samenvoegde met de etnografische data. Dit deed ze om zo de kloof tussen het publieke en het professionele te verkleinen. Ook dacht ze zo een groter publiek te bereiken dan alleen wetenschappers.
Mead werd verder gezien als een goeroe. Ze verscheen veel op radio en televisie. Had een maandelijkse column, gaf lezingen over seksualiteit, burgerrechten, de legalisering van marihuana. Er zijn scholen en kraters op Venus naar haar vernoemd. Toen ze overleed was ze 1 van de drie bekendste vrouwen van de VS. Ook in een filmpje is te zien dat ze een groot gewaardeerd publiek figuur was.
Deel 2 - Kritiek op Marareth Mead door Derek Freeman
Na het overlijden van Mead verschijnt er in 1983 een schrijft Derek Mead een boek die de beweringen van Mead compleet onderuit haalde. Derek Freeman was een antropoloog uit Nieuw-Zeeland die ooit als een bewonderaar van Mead naar Samoa ging, maar er daar achter kwam dat haar beweringen niet klopte. Hij vond dat de Somaanse samenleving helemaal niet flexibel was maar heel hiërarchisch. Hij benadrukt juist hoe belangrijk die maatschappij de maagdelijkheid vindt en de bij Victoriaanse moraal. Ook beweerd hij dat de criminaliteit onder jongeren in Samoa even hoog is als in Chicago. Ook stelt hij dat verkrachting tot de 5 meest voorkomende misdaden behoort, terwijl Mead zei dat ongewenste seksuele handelingen nauwelijks voorkwamen op Samoa. Hij had vooral veel kritiek op haar onderzoeksmethoden die niet wetenschappelijk zouden zijn. Hij zegt dat het beeld Mead heeft over Samoa wordt bepaald door een cultureel deterministische vooroordeel. Daarnaast sprak ze de taal niet goed (en hij wel). Dat komt volgens hem omdat Mead leerling was van Boaz. Boaz was een fel tegenstander van de eugenetica (rassenverbetering) wat toen erg in de wereld speelde, waardoor hij wilde bewijzen dat niet ras biologie bepalender was, maar cultuur.
Kloos (hoogleraar Leiden) gaf argumenten voor de verschillen in bevindingen van Mead en Freeman:
1) Tijd. Mead deed haar onderzoek in 1925 en Freeman in de jaren 1940-1960. Er kan dus flink wat veranderen in die tussentijd.
2): Plaats. Mead en Freeman hebben allebei op andere eilanden in Samoa onderzoek gedaan.
3) Perceptie. Er is verschil in wat de Samoanen zeggen wat ze doen, en wat ze doen. Freeman was geeerd door de Samoaanse bevoling als 'Cheef', waardoor hij zich in de hogere kringen bevond binnen de Samoaanse bevolking. Ook was hij een man en geen vrouw. Daardoor zal hij andere dingen gezien kunnen hebben dan Mead.
Waar het volgens Berret in feite om draait zijn de onverenigbare uitgangspunten. Mead haar uitgangpunt ligt in de cultuur en die van Freeman in de sociobiologie. Oftewel ze bekeken hun onderzoek vanuit hun eigen perspectief en praten langs elkaar heen.
Uiteindelijk heeft de kritiek van Freeman veel gedaan met de reputatie van Mead. Ze staat nu in het algemeen bekend als de antropoloog waar iets mee was of die de boel heeft belazerd.
Deel 3 - Kritiek op Freeman door Shankman
We vinden het boek van Mead op de lijst van 'The 50 worst books of the 20th century' en nog vele andere negatieve lijsten. Wel zijn er nog wetenschappers zoals Shankman die kritiek hebben op Freeman om Mead's reputatie nog enigszins te redden. Hij zegt dat Freeman het werk van Mead heeft verdraaid en verkeerd interpreteert. Hij maakt selectief gebruik van informatie, gebruikt op creatieve wijze onvolledige citaten en laat relevante informatie weg. Freeman zag zichzelf al held die het Mead-paradigma onderuit haalde, maar Shankman beweerd dat er helemaal geen Mead-paradigma is.
Film: Tails of the jungle, aflevering Mararet Mead. Waarin we Freeman samen met Mary Catharine Bateson (dochter van Mead) zien. Daarna wordt er een filmpje laten zien van een pro-Freeman film waarin een oude vrouw uit Samoa verteld dat ze Mead voor de gek hebben gehouden. Hier schrijft hij ook nog een boek over.
Shankman heeft, na het verschijnen van het tweede boek van Freeman, toegang gekregen tot de interviews die de basis waren van dit boek. Hij concludeert dat ook hier weer selectief geciteerd is en dat de vrouw van 86 niet meer een heel goed geheugen had. Zo sprak ze zichzelf tegen.
Deel 4
Holmes heeft zelf ook onderzoek gedaan op Samoa om alle argumenten van Mead nog eens na te gaan (een replicastudie). Zijn conclusie was dat Mead wel te veel generaliseerde, dat situatie ook anders geïnterpreteerd had kunnen worden, dat sommige paden voor haar afgesloten waren door haar leeftijd en sekse, maar dat haar algemene karakterisering van de aard en dynamiek van de Somaanse cultuur juist was. Dus dat de adolescenten in Samoa inderdaad met minder stress opgroeien. Wel vindt hij dat de adolescenten in Samoa minder seksuele vrijheid hebben dan dat Mead beweerd, maar dat het ook niet zo preuts is als wat Freeman beweerd.
Nicole Grand heeft expliciet aandacht besteed aan Samoaanse seksuele praktijken. Zo kwam zij er achter dat er een verschil was in interpretatie van seks. Freeman beweerde namelijk dat de Samoaanse adolescenten geen seks hadden voor het huwelijk omdat er weinig ongewenste zwangerschappen waren. Echter, blijkt uit het onderzoek van Grand dat in de jaren 20 iets anders onder seks verstaand werd, namelijk niet geslachtsgemeenschap maar orale en manuele seks. De Samoanen maken onderscheidt tussen seks en voortplanting. Jongens werden als slecht gezien als ze meisjes zwanger maakten, maar alle andere niet-reproductieve handelingen mochten wel. Ook seks met vrouwen die al in hun menopauze zaten, en dus niet zwanger konden raken, mocht.
- 1 of 2153
- next ›
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution