Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10177 reads
Nietige verdeling nalatenschap (3:195 BW)
Eiser en gedaagde 2 zijn broer en zus van elkaar en de enige erfgenamen van hun moeder A. De eiser heeft op 30 oktober 2005 per brief aan de gedaagden verzocht mee te werken aan de afwikkeling van de nalatenschap. Gedaagde 1 en gedaagde 2 zijn in gemeenschap van goederen gehuwd geweest. Het huwelijk is door ontbinding geëindigd op 28 juni 2006. A had geen testament opgemaakt. Op 24 maart 2009 hebben eiser en gedaagde 2 ten overstaan van een notaris een verdelingsovereenkomst opgesteld, waaruit bleek dat de eiser een vordering op de gedaagde heeft wegens onderbedeling ten bedrage van €85.182, 30.
De eiser vordert van de gedaagden c.s. hoofdelijk een bedrag van €85.182,30. Volgens de eiser is ook gedaagde 1 gehouden tot deze betaling op grond van artikel 1:102 BW nu hij in gemeenschap van goederen met gedaagde 2 was gehuwd op het moment dat de verdeling van de nalatenschap plaatsvond. Hij stelt dat als moment van verdeling geldt het moment waarop de verdeling feitelijk is voltooid. Dat is volgens hem op 9 mei 2003 geweest, toen de laatste banktegoeden van de rekening van A door gedaagde 2 naar rekening van de gedaagden c.s. zijn overgemaakt. Gedaagde 1 voert aan dat de verdelingsovereenkomst is gesloten na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap waardoor er geen sprake is van een boedelschuld waarvoor hij aansprakelijk is. Daarnaast voert hij op verschillende punten aan waarom de verdelingsovereenkomst niet geldig of onjuist is.
De nalatenschap is opengevallen op 5 mei 2002. Hieruit volgt dat het onverdeelde aandeel in de nalatenschap aan de erfgenaam (gedaagde 2) toekomt en in de huwelijksgemeenschap van de gedaagden c.s. valt. Gedaagde 1 heeft dus ook recht op de helft van dit aandeel in de nalatenschap. Hij is mede-eigenaar geworden van het onverdeelde aandeel. De rechtbank beschouwt de verdelingsovereenkomst van 24 maart 2009 als het moment van verdeling van de nalatenschap. Het feit dat gedaagde 2 geld van de bankrekening van A naar de rekening van de gedaagden c.s. heeft overgemaakt, heeft veelal het karakter van beheer. Door de ontbinding van de gemeenschap is artikel 3:170 BW van toepassing dat bepaalt dat het beheer over de gemeenschappelijke goederen door de deelgenoten tezamen geschiedt. Dat betekent dat de gedaagden de verdeling van de nalatenschap met haar broer (eiser) had moeten vaststellen. De verdelingsovereenkomst is niet geldig en er zal een nieuwe verdeling vastgesteld moeten worden waaraan ook de gedaagde 1 zal moeten deelnemen. Daarnaast bepaalt artikel 3:195 BW dat een verdeling waaraan niet alle deelgenoten wier medewerking vereist was, nietig is tenzij zij is geschied bij een notariële akte. De verdelingsovereenkomst is in dit arrest weliswaar tot stand gekomen ten overstaan van een notaris, maar betreft niet een notariële maar een onderhandse akte.
De verdelingsovereenkomst is dus nietig op grond van artikel 3:195 BW. Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
603 |
Add new contribution