Inleiding Staats- en Bestuursrecht - UU - Werkgroepopdrachten 2016/2017
- 1844 reads
Welke gerechten behoren tot de rechterlijke macht?
Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen:
Welke van de onderstaande beweringen is juist?
In het Harmonisatiewetarrest:
Welke van de onderstaande beweringen met betrekking tot de rechterlijke onafhankelijkheid is juist?
Het Benthem-arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft grote gevolgen gehad voor (de inrichting van) het stelsel van de rechtsbescherming tegen de overheid.
De Evangelische Vereniging Doetinchem (EVD) heeft een busje met een aanhangwagen langs de openbare weg staan. Op de aanhangwagen staat een groot bord met het opschrift:
“Jezus Leeft”. Het geheel is op een opzichtige wijze geparkeerd, midden op een rotonde, zodat de boodschap door iedereen die daar passeert, gezien wordt. Met gebruikmaking van artikel 170 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) wordt het busje namens het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) van Doetinchem weggesleept, omdat gevreesd wordt dat het de veiligheid op de openbare weg in het gevaar brengt. De EVD is woest en haar advocaat voert, na tevergeefs bezwaar te hebben gemaakt bij het college, in de procedure voor de bestuursrechter aan dat artikel 170 WVW in strijd is met hun recht op godsdienstvrijheid zoals neergelegd in artikel 6 van de Grondwet. Artikel 170 WVW houdt volgens hem ten onrechte geen rekening met groepen die hun religieuze overtuiging op deze manier te berde willen brengen. De advocaat dringt er derhalve bij de bestuursrechter op aan om artikel 170 WVW
m deze reden buiten toepassing te verklaren.
Hoe groot acht u de kans dat de bestuursrechter daartoe overgaat?
In de Marktverordening Utrecht 2014 zijn de volgende bepalingen opgenomen:
Artikel 6 Standplaatsvergunning
1. Het is verboden om een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
2. Het is verboden op het marktterrein te handelen zonder vergunning.
Artikel 7 Vereisten voor het toekennen van een standplaats
Voor toewijzing van een standplaats komt alleen een handelingsbekwaam natuurlijk persoon in aanmerking die:
Dirk Pieters is opgegroeid op een boerderij. Hij is 19 jaar en studeert in Utrecht. Om wat bij te verdienen wil hij graag op zaterdag een standplaats op de markt innemen, waar hij dan producten van de boerderij van zijn ouders wil verkopen: kaas, eieren en andere ambachtelijke producten. Hij dient bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag in voor een standplaatsvergunning, maar krijgt na 6 weken een brief waarin zijn aanvraag wordt afgewezen omdat er geen ruimte meer is op de markt voor een extra kraam.
a. Welke stap dient Dirk Peters eerst te ondernemen voordat hij naar de bestuursrechter kan?
b. Geef tot in hoogste bestuursrechterlijke instantie aan hoe Dirk Peters vervolgens kan procederen.
Na enige tijd krijgt Dirk Peters te horen dat er ruimte is vrijgekomen op de markt en dat hij een nieuwe aanvraag kan indienen. Dan ziet hij tot zijn schrik dat drie weken daarvoor de Marktverordening is gewijzigd. In de nieuwe verordening staat dat de minimumleeftijd voor een standplaatsvergunning 21 jaar is. Nu komt hij dus nog steeds niet in aanmerking voor een
vergunning. Dirk vindt de aanpassing van de verordening belachelijk. Volgens hem is het leeftijdsdiscriminatie en is er geen enkele reden om een hogere leeftijdsgrens te hanteren. Hij
wil de verordening bij de rechter aanvechten.
c. Bij welke rechter kan Dirk Pieters in beroep tegen de wijziging in de Marktverordening?
Actueel met betrekking tot het stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming is dat in het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ de volgende passage is opgenomen: ‘De Raad van State wordt
gesplitst in een rechtsprekend deel en een adviserend deel. Het rechtsprekende gedeelte wordt samengevoegd met de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB).’ In een brief van 26 juni 2014 (Kamerstukken II 2013/14, 29279, nr. 200) heeft het kabinet duidelijk gemaakt hoe het invulling wil geven aan het hierboven genoemde regeerakkoord (vergelijk ook Kamerstukken II 2014/15, 29279, nr. 220).
A
B
B
A
B
Meneer Benthem diende een klacht in bij het toenmalige Europese Commissie voor Rechten van de Mens in Staatsburg omdat als hij zijn tankstation zou verliezen hij failliet zou gaan en ook vond hij dat er een schendig van artikel 6 lid 1 EVRM plaatsvond. Zijn zaak was niet gehoord door een onpartijdig tribunaal. (gerechtelijke organen)
Volgens het Benthem-arrest kan het in het bestuursrecht ook vaak gaan om het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen in de zin van artikel 6 EVRM omdat die manier worden bepaald welke rechter bevoegd is tot het bekijken van de zaak. In het Benthem-arrest is die afweging, volgens Benthem, niet juist gemaakt. Niet de aard van het geschil (fundamentum petendi) is doorslaggevend maar het object van het geschil (objectum litis) is hier de vergunning, hij heeft de vergunning om zijn eigendom zo te kunnen gebruiken zoals hij dat wil (in de vorm van het lpg-station) de vergunning heeft een vermogensrechtelijk karakter, dus kan hij ook de vergunning overdragen als iemand zijn lpg-station overneemt (privaatrechtelijk karakter). Aard van het geschil is niet vaststellen van burgerlijk recht, maar het object van het geschil wel.
Administratief beroep kan wel een alternatief zijn voor een bezwaar omdat er bij een administratief beroep een heroverweging plaatsvindt bij een ander bestuursorgaan, vaak hoger bestuursorgaan. Bij een bezwaar vindt er ook een heroverweging plaats alleen dan bij hetzelfde bestuursorgaan. Administratief beroep mag alleen plaatsvinden als blijkens de wettelijke regeling blijkt dat er administratief beroep ingesteld mag worden. Een beroep wordt behandeld door alleen de bestuursrechter, die wordt geacht alleen de rechtmatigheid van het aangevallen besluit te beoordelen. Een bezwaar en een administratief beroep worden dus allebei behandeld door een bestuursorgaan en een beroep wordt behandeld door een bestuursrechter. Daarom kan een administratief beroep geen alternatief zijn voor een beroep en wel voor een bezwaar.
Artikel 170 WVW luidt als volgt: “Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, behoort de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met
het belang van de veiligheid op de weg, of
het belang van de vrijheid van het verkeer, of
het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.”
Artikel 6 GW luidt als volgt: “Ieder heeft recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
Artikel 170 WVW in strijd met art. 6 GW, de rechter mag volgens art. 120 GW een formele wet niet toetsen aan de grondwet. Dus de rechter kan hier niet over oordelen. Als het had gestaan dat art. 170 WVW in strijd was geweest met art. 9 EVRM dan had volgens art. 94 GW wel door een rechter getoetst kunnen worden. Formele wet mag wel aan het EVRM getoetst worden.
a. Dirk Peters moet een bezwaar indienen bij het bestuursorgaan wat zijn aanvraag heeft afgewezen. Art. 7:1 lid1 Awb.
8:1 Awb, tegen besluit kan je in beroep gaan -> eerste aanleg bij de Rechtbank
Hoofdregel is dat je eerst naar de rechtbank gaat, tenzij er een andere bestuursrechter in eerste aanleg is bevoegd hoofdstuk 2 bijlage 2 (H2B2).
b. Daarna kan je in hoger beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, tenzij een andere hogere bestuursrechter bevoegd is volgens hoofdstuk 4. Art. 8:105 AWB
c. Beroep is niet mogelijk. Op grond van Art. 8:3 lid 1 sub a kan hij niet in beroep bij de bestuursrechter, dus Dirk Pieters kan zich tot de burgerlijke rechter richten en zeggen dat er sprake is van een onrechtmatige daad (Guldenmond/Noordwijkerhout) objectum litis leer.
Striktere scheiding tussen de afdelingen. Hoe minder van de hoogste bestuursrechters je hebt hoe overzichtelijker het wordt. (Kleyn-arrest als iemand bij de advisering betrokken is geweest, mag hij nooit betrokken worden bij de rechtspraak van dezelfde zaak)
Art. 42 lid 3 wet van de Raad van State --> dubbele benoemingen;
Een AVV (Algemeen verbindend voorschrift) valt niet onder het toetsingsverbod van art. 120 GW. Dus een AVV kan wel aan de GW getoetst. Formele wetten en verdragen kunnen niet aan de grondwet getoetst worden volgens art. 120 GW. Kan in een proces aanspannen tegen een AVV bij een burgerlijke rechter/civiele rechter wegens onrechtmatige daad.
Een formele wet gaan wel aan het EVRM getoetst worden.
Beschikking (beschikking tegen één iemand, niet van algemene strekking art.1:3 lid2) – besluit (Besluit tegen grotere groep, wel van algemene strekking art.1:3 lid1)
Bezwaar – administratief beroep
Beschikking valt niet onder de uitzonderen van art. 8:1 Awb - Art. 8:2 – 8:5 Awb, dus is wel bevoegd om zich tot de bestuursrechter te richten.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1664 |
Add new contribution