Inleiding Privaatrecht: Verbintenissenrecht - UU - Oefenmaterialen
- 3057 reads
Wat is het belangrijkste verschil tussen een abstract stelsel van overdracht ten opzichte van een causaal stelsel van overdracht?
Motiveer of het bij vraag 1a genoemde verschil terug te voeren is op het Justiniaanse Romeinse recht (Corpus Iuris Civilis).
Leg (kort) uit aan de hand van een voorbeeld waarom in een abstract stelsel van overdrachten de verkoper soms minder bescherming geniet dan in een causaal stelsel.
Bespreek gemotiveerd of de volgende stellingen juist of onjuist zijn.
De verkrijger onder bijzondere titel van het eigendomsrecht van het heersende erf verkrijgt tevens een eerder ten behoeve van dat heersende erf gevestigd recht van erfdienstbaarheid.
De geldige vestiging van vruchtgebruik op een appelboomgaard vereist onder meer inschrijving van een notariële akte in de openbare registers.
Indien de pandhouder van een later gevestigd vuistpand niet op de hoogte was en ook niet op de hoogte hoefde te zijn van een eerder gevestigd stil pandrecht, dan gaat het eerdere pandrecht teniet.
De volgende vraag heeft betrekking op het recht van de 13e penning en de uitspraak van de Hoge Raad dd. 20 februari 2015 (vindplaats; RvdW 2015/346).
Hoe kan door middel van een kettingbeding een met het (oude) recht van de 13e penning vergelijkbaar resultaat worden gerealiseerd? Is deze constructie even sterk als het (oude) recht van de 13e penning?
Halbe laat op een aan haar toebehorend stuk grond een huis bouwen door Mark. De dakpannen van het huis worden op 1 februari door Mark gekocht bij Azmani B.V. In de koopovereekomst is een beding opgenomen waaruit volgt dan Azmani B.V. eigenaar blijft van de dakpannen totdat de door Mark verschuldigde koopsom ten aanzien van de dakpannen is voldaan. Op 8 februari levert Azmani B.V. De dakpannen af op het adres van Mark. Op 15 februari legt Mark de dakpannen op het dak van het huis dat hij in opdracht van Halbe bouwt. Op 22 februari betaalt Mark de factuur van Azmani B.V.
Wat is de goederenrechtelijke positie van de hierboven genoemde personen (Mark, Halbe en Azmani B.V.) ten aanzien van de dakpannen op 10 februari.
Dancepro start met de voorbereidingen van een aantal evenementen. Voor het eerste festival dat op 25, 26 en 27 maart zal plaatsvinden (2016) wordt onder ander DJ Tiësto gecontracteerd.
Om de exploitatie te financieren heeft Dancepro op 3 januari 2016 een krediet van € 100.000 verkregen van de Rabbibank. Tot zekerheid voor de nakoming van dat krediet vestigt Dancepro een pandrecht ten behoeve van de Rabbibank op de volgende roerende zaken: tenten, apparatuur, inventaris.
Wat is de geldige vestigingshandeling voor het hier beoogde zekerheidsrecht?
Omdat de kaartverkoop voor het festival waarvoor Tiesto was gecontracteerd erg tegenvalt komt Dancepro in de problemen. Verscheidene schuldeisers kloppen op de deur met openstaande rekeningen. Daaronder zijn inbegrepen: Timmert, dat als eenmansbedrijf heeft meegewerkt aan de opbouw en inrichting van het mobiele podium en daarvoor nog een rekening heeft openstaan ten bedrage van €10.000; ZekerVeilig BV, dat extern ingehuurd is voor de beveiliging van het festival en terzake van diverse voorbereidingswerkzaamheden maakt aanspraak op € 20.000. Omdat Dancepro niet aan haar betalingsverplichtingen voldoet, wordt zij failliet verklaard.
De volgende schuldeisers willen zich verhalen op de boedel van Dancepro: X Bank voor € 350.000, Rabbibank voor € 110.000, Timmert voor € 10.000 en ZekerVeilig BV voor €20.000.
De omvang van de netto-executieopbrengst betreft:
Grond inclusief bebouwing van het festivalterein: €330.000
Het mobiele podium: €20.000
Tenten, apparatuur en inventaris: € 110.000
Geef aan op welke goederen de genoemde schuldeisers verhaal kunnen halen en in welke rangorde. Bespreek hierbij ook hoeveel iedere schuldeiser zal ontvangen.
In een abstract stelsel (zoals bijvoorbeeld in Duitsland) is de beschikkingsbevoegdheid onbelangrijk, zolang het overdraagbare goed maar in de macht van de verkrijger komt. In Nederland, met haar causale stelsel, is dit wel van belang. In het arrest Damhof/Staat werd bevestigd dat de beschikkingsbevoegdheid (eis voor overdracht artikel 3:84 lid 1) wel noodzakelijk is voor om de overdracht door te laten gaan. Ook een geldige titel is noodzakelijk.
In het Justiniaanse Romeinse recht was er al een causaal stelsel. De drie vereisten voor overdracht die in het Nederlandse BW (artikel 3:84 lid 1 BW: geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid) waren toen ook al nodig, wilde een geldige overdracht plaatsvinden.
Als verkoper/vervreemder A in een abstract stelsel beschikkingsonbevoegd is, is de overdracht toch geldig. Oorspronkelijke eigenaar B (de beschikkingsbevoegde) kan de vervreemde zaak met geen mogelijkheid revindiceren van de verkrijger C. In een causaal stelsel is dit wel mogelijk, aangezien C hier geen eigenaar is op grond van droit de suite/revindicatie (artikel 5:2 BW).
Eigendom kan wel gerevindiceerd worden als je het eigendom niet verliest (behoudens goeder trouw). Bij verlies van eigendom ben je in een abstract stelsel je eigendom en recht tot revindicatie verloren.
Volgens artikel 3:80 lid 3 BW verkrijgt men goederen onder bijzondere titel door overdracht etc. Bij verkrijging van eigendom verkrijgt men het meest omvattende recht op een zaak (artikel 5:1 lid 1 BW).
Erfdienstbaarheid (artikel 5:70 BW) is een afhankelijk recht (artikel 3:7 BW). Dit houdt in dat het recht zodanig verbonden is aan een ander recht (het eigendomsrecht in dit geval), dat het niet zonder dat recht kan bestaan. Het heersende erf heeft alleen wat aan erfdienstbaarheid als het betrekking heeft op het eigendomsrecht van het heersende erf. Volgens artikel 3:82 BW volgt het afhankelijke recht het recht waaraan het verbonden is. Het afhankelijke recht “erfdienstbaarheid” gaat dus mee naar de verkrijger van het eigendomsrecht in geval van overdracht van eigendom.
Voor geldige vestiging van een beperkt recht op een onroerende zaak:
Vruchtgebruik is een beperkt recht krachtens artikel 3:8 jo. artikel 3:201 BW. Vestiging gaat eerst volgens artikel 3:98 BW (dezelfde wijze als overdracht), vervolgens naar artikel 3:84 lid 1 BW.
Volgens artikel 3:84 lid 1 BW zijn de vereisten een geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid. Levering bij onroerende zaken gaat via artikel 3:98 BW. In dit artikel staat dat er inderdaad inschrijving van notariële akte in openbare registers moet plaatsvinden. Omdat het beperkte recht gevestigd wordt op een onroerende zaak, vindt de levering op overeenkomstige wijze plaats. De stelling is dus juist.
Het gaat hierbij om de eventuele bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandgever, wat een vereiste is voor een geldige vestigingshandeling (krachtens artikel 3:89 jo. artikel 3:84 lid 1 jo. artikel 3:236 lid 1 BW).
Als er een nieuw pandrecht (vuistpand) op een goed is gevestigd, terwijl er eigenlijk al een stil pandrecht op zat, is er geen sptrake van de pandgever als eigenaar, dus is hij niet beschikkingsbevoegd krachtens het vereiste bevoegd om te beschikken (artikel 3:84 lid 1 BW).
De 'nieuwe pandhouder' (die dus eigenlijk geen pandhouder is, maar wel in deze veronderstelling verkeerd) kan zich beroepen op artikel 3:328 BW (bescherming). Daarvoor moet hij wel te goeder trouw zijn krachtens lid 1. Volgens artikel 3:11 BW betekent dit niet op de hoogte zijn en niet op de hoogte hoeven te zijn.
De stelling is dus juist.
Heden ten dage kan dit resultaat worden gerealiseerd door een kettingbeding in een koopakte op te nemen, waarvan de tekst een vergelijkbare strekking van de 13e penning vertoont. Het kettingbeding kan uitkomst bieden als de figuur van de kwalitatieve verplichting niet van toepassing is. Dat is het geval als er sprake is van een verplichting om juist iets wél te doen of te geven; de kwalitatieve verplichting leent zich daar niet voor.
Hiermee wordt er voor gezorgd dat degene die een goed onder bijzondere titel verkrijgt nog steeds het recht krijgt dat ander niet mee zou gaan na verkoop.
Onder eigendomsvoorbehoud (artikel 3:92 BW) zijn de dakpannen op 10 februari in de macht van een ander (Mark).
Mark is geen eigenaar, want het eigenaarschap van de dakpannen verplaatst zich pas na betaling volgens het in de koopovereekomst met Azmani B.V. geplaatste beding. Mark heeft de dakpannen wel onder zijn beheer (in zijn macht) en is dus tot betaling onmiddellijk houder.
Halbe heeft nog geen goederenrechtelijke positie ten aanzien van de dakpannen.
Azmani BV is gewoon eigenaar (of middelijk bezitter) totdat de som door Mark is betaald.
Het beoogde zekerheidsrecht is pand (artikel 3:227 jo. Artikel 3:236 BW). Het is op een roerende zaak, dus het gaat via de vestigingshandeling van artikel 3:98 BW (de vestiging is overeenkomtig de overdracht), artikel 3:83 BW (overdraagbaar, want het betreft beperkt recht) en 3:84 lid 1 BW. Is vestigingshandeling vereist, dan loopt dit via artikel 3:236 lid 1 BW (vuistpand): hetgeen wordt gevestigd door de zaken in de macht van Dancepro te stellen.
Bij deze vraag is helaas geen volledige antwoordindicatie beschikbaar. Enkele punten die in het antwoord terug kunnen komen zijn:
Volgens artikel 3:276 BW kan een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van de schuldenaar verhalen en heeft elke schuldeiser een gelijk recht op de netto opbrengsten (minus de executie kosten), artikel 3:277 lid 1 BW.
Er zijn wel bepaalde schuldeiser die voorrang genieten. Dit vloeit voort uit pand, hypotheek, voorrect en wet (artikel 3:218 BW). Pand en hypotheek gaan boven voorrecht.
Beroep op aanneming van werk (artikel 3:285 BW)
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Deze bundel bevat oefenmaterialen bij het vak Inleiding Privaatrecht: Verbintenissenrecht aan de Universiteit Utrecht.
De extra oefenvragen zijn gebaseerd op de werkgroepen.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2476 |
Add new contribution