
Vragen
Vraag 1
Het aanvaarden van een erfenis is:
a) een eenzijdige gerichte rechtshandeling.
b) een tweezijdige rechtshandeling.
c) een eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling.
d) geen rechtshandeling.
Vraag 2
Ollie biedt Pim per email een gloednieuwe Playstation 4 aan voor € 44. Pim aanvaardt het aanbod per omgaande. Een dag later laat Ollie weten dat hij zich heeft verschreven. Het blijkt dat Ollie eigenlijk € 440 had willen vragen. Het apparaat kost in de winkel minimaal € 499. Pim houdt echter vast aan de eerstgenoemde koopprijs. Voor de vraag of er een overeenkomst tot stand is gekomen is van belang:
a) de wil van Ollie.
b) de eerste verklaring van Ollie zoals Pim deze heeft opgevat.
c) het verschil tussen de eerstgenoemde prijs en de gangbare winkelprijs.
d) Bovenstaande alternatieven zijn alle juist.
Vraag 3
Saladin koopt aandelen op aanraden van de Hollandsche Bank Unie (HBU). Het beleggingsadvies blijkt lichtvaardig gegeven te zijn en Saladin lijdt een schade waarvoor hij de HBU aansprakelijk stelt. De HBU beroept zich echter op een beding uit het contract, waarin staat dat iedere aansprakelijkheid voor eventuele schade in duidelijke bewoordingen uitgesloten is. De Hoge Raad oordeelt dat het niet altijd vrijstaat een beroep te doen op een dergelijke exoneratieclausule (HR 19 mei 1967, NJ 1967, 261; Saladin/HBU).
Welk instrument gebruikt de Hoge Raad?
a) De beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.
b) De aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid.
c) De wijziging van de overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden.
d) De uitleg van de overeenkomst.
Vraag 4
Het echtpaar Groeneweg bezichtigt een huis, dat te koop wordt aangeboden door Frans. Op de zolder zijn vochtplekken zichtbaar. Het echtpaar zien die wel, maar vragen er niets over. Zij denken dat de vochtplekken worden veroorzaakt doordat op zolder niet wordt gestookt. Ook Frans zegt er niets over. Nadat het echtpaar het huis voor € 450.000 hebben gekocht en er zijn ingetrokken, komen zij er achter dat de vochtplekken veroorzaakt worden doordat het houten dak rot is. Al het houtwerk moet vervangen worden, hetgeen een kostenpost van € 70.500 oplevert. Vast komt te staan dat verkoper Frans wist dat de staat van het dak zo slecht was. Het echtpaar Groenweg wil de koopovereenkomst vernietigen op grond van dwaling. Frans werpt tegen dat de kopers zelf onderzoek hadden moeten doen naar de staat van het dak.
Kan het echtpaar de koopovereenkomst vernietigen op grond van dwaling, als u uitgaat van het arrest Van Geest/Nederlof (HR 21 december 1990, NJ 1991/251)?
a) Ja, want zij kunnen de koopovereenkomst vernietigen op grond van art. 6:228 lid 1 sub a BW. Ook een onvoorzichtige koper wordt beschermd als de verkoper onjuiste inlichtingen verschaft heeft.
b) Ja, want zij kunnen de koopovereenkomst vernietigen op grond van art. 6:228 lid 1 sub b BW. Ook een onvoorzichtige koper wordt beschermd als de verkoper zijn mededelingsplicht geschonden heeft.
c) Nee, want zij kunnen de koopovereenkomst niet vernietigen, omdat op hen een onderzoeksplicht rustte. Op grond van art. 6:228 lid 2 BW blijft de dwaling voor hun eigen rekening.
d) Nee, want zij kunnen de koopovereenkomst niet vernietigen, omdat zij als ondeskundige kopers vragen hadden moeten stellen en een bouwkundig onderzoek hadden moeten laten doen.
Vraag 5
Victor heeft aan Kejlt de bevoegdheid verleend om, als Kjelt een fraai exemplaar van de prent ‘Guns and Roses’ van Herman Brood zou ontdekken, deze in naam en voor rekening van Victor te kopen voor ten hoogste € 2000. Kjelt aanvaardt wat dit betreft generlei verplichting. Na een paar maanden vindt Kjelt de prent bij Van Beek in Rotterdam. Kjelt koopt de prent in naam en voor rekening van Victor.
Welk van de onderstaande alternatieven is juist?
a) Hier is sprake van vertegenwoordiging, maar niet van een volmacht.
b) Hier is sprake van volmacht, maar niet van vertegenwoordiging.
c) Hier is sprake van lastgeving, maar niet van volmacht of vertegenwoordiging.
d) Hier is sprake van volmacht en vertegenwoordiging, maar niet van lastgeving.
Vraag 6
Vanwege drukte op zijn werk heeft Vink doordeweeks niet veel tijd. Hij verleent zijn 17-jarige zoon Oman daarom volmacht om in naam en voor rekening van hem een fiets te kopen voor maximaal € 400. Oman koopt de fiets voor € 300, in naam en voor rekening van Vink. Is Vink gebonden aan deze overeenkomst?
a) Ja, maar aangezien de rechtshandeling verricht is door een handelingsonbekwame is deze vernietigbaar.
b) Ja, want het kopen van een fiets door een 17-jarige is een rechtshandeling die in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is.
c) Ja, want een handelingsonbekwame gevolmachtigde is wel bevoegd een ander te vertegenwoordigen.
d) Ja, mits de rechtshandeling van Oman eerst door Vink bekrachtigd wordt.
Vraag 7
Arend en Berend zijn hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld van € 5000 ten aanzien van Cees. Ter delging van deze schuld betaalt Arend contant € 1500 aan Dennis, de wettelijk vertegenwoordiger van Cees. Nog dezelfde dag verliest Dennis dit bedrag in het casino waardoor betaling aan Cees uitblijft.
Welk van de onderstaande alternatieven is juist?
a) Cees kan met succes Arend aanspreken voor maximaal € 1000.
b) Cees kan met succes Berend aanspreken voor maximaal € 2500.
c) Cees kan met succes Arend aanspreken voor maximaal € 3500.
d) Cees kan met succes Berend aanspreken voor € 5000.
Vraag 8
Fabrikant Bart verkoopt en levert aan schoenmaker Alex een partij schoensmeer. Vervolgens koopt Henk van Alex een potje schoensmeer voor zijn zwarte brogues. Nadat hij zijn schoenen heeft behandeld, blijkt het leer te zijn aangetast door het schoensmeer. De smeer blijkt in de fabriek te zijn vermengd met een bijtende stof. Henk spreekt Alex aan voor de schade aan zijn schoenen. Alex verweert zich met een beroep op overmacht, omdat hij van mening is dat hem niets te verwijten valt. Volgens Alex ligt de fout namelijk bij Bart: deze heeft hem een ondeugdelijke partij schoensmeer geleverd. Vaststaat dat Alex de ondeugdelijkheid niet kende en ook niet behoefde te kennen. Heeft dit verweer een kans van slagen?
a) Nee, want schade dat veroorzaakt is door een gebrekkige hulpzaak komt voor rekening van de verkoper, dus Alex.
b) Nee, want de tekortkoming komt voor rekening van de verkoper Alex, ongeacht zijn bekendheid met het gebrek.
c) Ja, want toerekening aan Alex is in dit geval onredelijk, aangezien hem niets te verwijten valt.
d) Ja, want de toerekening aan Alex is in dit geval onredelijk, gelet op de inhoud en strekking van de rechtshandeling.
Vraag 9
Welk van de onderstaande alternatieven is juist?
a) Zonder ingebrekestelling treedt er geen verzuim in.
b) Ingebrekestelling is niet essentieel als nakoming blijvend onmogelijk is.
c) Wanneer een schuldenaar schriftelijk te kennen geeft dat hij niet zal nakomen, moet er toch een ingebrekestelling worden uitgebracht.
d) Wanneer een termijn afgesproken is, treedt verzuim pas in na de ingebrekestelling.
Vraag 10
Welk van de onderstaande stellingen is juist?
a) In het geval van niet-nakoming van een verbintenis uit een wederkerige overeenkomst door overmacht kan de overeenkomst niet ontbonden worden.
b) Bij de ontbinding van een overeenkomst op grond van art. 6:265 BW komt de rechtsgrond aan de al verrichte prestaties te vervallen.
c) Ontbinding van een overeenkomst op grond van art. 6:265 BW geeft de wederpartij de bevoegdheid zijn prestatie alsnog op te schorten.
d) Van een ongedaanmakingsverbintenis kan nakoming gevorderd worden.
Vraag 11
Willem verhuurt zijn DJ-draaitafel voor twee maanden aan zijn vriend Finn. Wanneer Finn erachter komt dat Willem kwaad over hem spreekt op Twitter, gooit hij boos een glas rode wijn over de gehuurde draaitafel van Willem. De daardoor ontstane schade aan de tafel is € 600.
Willem kan van Finn schadevergoeding eisen:
a) noch op grond van wanprestatie, noch op grond van onrechtmatige daad.
b) zowel op grond van wanprestatie als op grond van onrechtmatige daad.
c) niet op grond van wanprestatie, maar wel op grond van onrechtmatige daad.
d) alleen op grond van wanprestatie, dus niet op grond van onrechtmatige daad.
Vraag 12
Lex en Merel gooien na afloop van een voor hun voetbalclub rampzalig verlopen wedstrijd tegelijkertijd ieder een steen naar de nietsvermoedende voorbijganger Eva. Zij wordt door een van deze stenen geraakt en loopt hierbij hoofdletsel op. Eva kan niet aantonen wie de steen gegooid heeft die het letsel veroorzaakt heeft.
Eva kan:
a) zowel Lex als Merel aanspreken tot vergoeding van de hele schade.
b) zowel Lex als Merel aanspreken tot schadevergoeding, maar ieder slechts voor de helft van de gehele schade.
c) Lex noch Merel aanspreken tot vergoeding van de schade.
d) slechts één van beiden – Lex of Merel – aanspreken tot vergoeding van de gehele schade.
Vraag 13
Jan is als glazenwasser in dienst van Schoon BV. Terwijl hij de ramen schoonmaakt van een hoge flat, stoot hij per ongeluk tegen zijn emmer water. De emmer valt en komt terecht op het hoofd van Zara. Zij loopt hierdoor een hoofdwond en een hersenschudding op. De kosten van haar behandeling en verblijf in het ziekenhuis bedragen in totaal € 3600.
Wie kan Zara aanspreken en voor welk bedrag?
a) Zara kan alleen Jan aanspreken voor het gehele bedrag, want Schoon BV valt niets te verwijten.
b) Zara kan alleen Schoon BV aanspreken voor het gehele bedrag, want Jan handelde niet opzettelijk of bewust roekeloos.
c) Zara kan zowel Jan als Schoon BV aanspreken voor het gehele bedrag.
d) Zara kan zowel Jan als Schoon BV aanspreken, maar ieder slechts voor de helft van het bedrag.
Vraag 14
Op een zaterdagmiddag zit Bart in zijn woonkamer theee te drinken. Opeens hoort hij een harde klap. Ed blijkt met zijn auto tegen de winterharde bloempot in de voortuin van Bart aangereden te zijn. Vervanging van de bloempot kost € 690. Bart ziet van vervanging af, omdat hij uitgekeken was op de bloempot . Hoeveel schadevergoeding moet Ed betalen?
a) Ed hoeft niets te betalen.
b) Ed moet € 750 betalen, ongeacht het feit dat Bart de bloempot niet vervangt.
c) Ed moet € 750 betalen, onder de voorwaarde dat Bart de bloempot vervangt.
d) Ed behoeft de schade slechts ten dele te vergoeden, omdat hij er geen rekening mee behoefde te houden dat het om zo’n bijzondere, kostbare bloempot ging.
Vraag 15
Jacob heeft zijn buurvrouw Kelly gevraagd om, tijdens de vakantie van Jacob, voor zijn planten te zorgen. Wanneer Kelly de planten water gaat geven, treft zij het huis van Jacob in grote chaos aan. Er is ingebroken. Nadat Kelly de politie heeft gebeld, belt zij ook nog de glaszetter om het kapotte raam te repareren en een schilder die alle kozijnen zal schilderen. Wanneer Jacob van vakantie terugkomt, dient Kelly bij hem de volgende rekeningen in: € 1,50 aan telefoonkosten, € 230 voor het vervangen van de raamkozijnen en € 3.500 aan schilderkosten.
Welke kosten moet Jacob aan Kelly vergoeden?
a) Geen van bovengenoemde kosten.
b) Enkel de telefoonkosten.
c) De kosten voor de glaszetter en de telefoonkosten.
d) De telefoonkosten, de schilderkosten en de kosten voor de glaszetter.
Vraag 16
Kaj is op bezoek bij zijn buurman Arendsen. Arendsen heeft een hond die rustig in zijn mand bij de haard ligt. Als Kaj zegt dat hij de hond wil aaien, geeft Arendsen te kennen dat dit geen goed idee is omdat zijn hond dit niet fijn vindt. Kaj luistert niet en begint de hond te aaien. Deze is daar inderdaad niet van gediend en bijt Kaj in zijn been. Hij loopt een wond op en vraagt zich af, of Arendsen verplicht is de schade te vergoeden.
Welke van de onderstaande alternatieven is er juist?
a) Arendsen is aansprakelijk op grond van art. 6:179 BW. Eventueel wordt de verschuldigde schadevergoeding verminderd op grond van de eigen schuld (van Kaj).
b) Arendsen is aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW. Eventueel wordt de verschuldigde schadevergoeding verminderd op grond van eigen schuld.
c) Arendsen is niet aansprakelijk voor de schade, omdat er sprake is van overmacht.
d) Arendsen is niet aansprakelijk voor de schade, omdat hij Kaj gewaarschuwd heeft.
Vraag 17
Adriaan leent zijn skipak uit aan Charles die binnenkort op wintersport gaat. Vervolgens verkoopt en levert Adriaan zijn skipak per constitutum possessorium aan Bas. Bas en Charles komen op hetzelfde moment bij Adriaan om het skipak op te halen. Wie heeft er aanspraak op het skipak?
a) Bas, omdat hij eigenaar is.
b) Charles, omdat Bas slechts per constitutum possessorium geleverd heeft gekregen.
c) Charles, omdat hij een ouder recht heeft.
d) Bas en Charles hebben een gelijke aanspraak op afgifte.
Vraag 18
Een stil of bezitloos pandrecht kan niet gevestigd worden op een:
a) roerende zaak, niet-registergoed.
b) onroerende zaak.
c) recht aan toonder.
d) vorderingsrecht op naam.
Vraag 19
Hoe wordt het goederenrechtelijke verschijnsel betiteld op grond waarvan de rechthebbende van een goederenrechtelijk recht zijn recht kan uitoefenen ongeacht de vraag onder wie het voorwerp van zijn recht zich bevindt?
a) Het droit de suite.
b) Het exclusiviteitsbeginsel.
c) Het prioriteitsbeginsel.
d) De relatieve werking.
Vraag 20
In het Portacabin-arrest (HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97):
a) werd door de Hoge Raad een maatstaf voor duurzame verbondenheid in de zin van art. 3:3 lid 1 BW geformuleerd.
b) werd door de Hoge Raad bepaald dat er bij een constructieve afstemming van een goed sprake is van bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 lid 1 BW.
c) heeft de Hoge Raad nadere eisen aan de verkrijging te goeder trouw in de zin van art. 3:86 lid 1 BW gesteld.
d) werd door de Hoge Raad geoordeeld dat een portacabin een bedrijfsruimte in de zin van art. 3:86 lid 3 BW is.
Vraag 21
Op 1 april verkoopt Kevin zijn woning aan Janette. Op 5 april laten Janette en Kevin bij de notaris een akte van levering opmaken, die nog niet wordt ingeschreven in de openbare registers. Op 10 april verkoopt Kevin zijn woning ook aan Eduard. Nog diezelfde dag laten Kevin en Eduard een notariële akte van levering opmaken, die een dag later (11 april) in de openbare registers wordt ingeschreven.
Wie is op welke datum eigenaar van de woning geworden?
a) Janette, op 1 april.
b) Janette, op 5 april.
c) Eduard, op 10 april.
d) Eduard, op 11 april.
Vraag 22
Vinz heeft de scooter van Tim gestolen. Vinz zet vervolgens de scooter voor € 400 te koop in zijn winkel in de Rotterdamse binnenstad. Wijnand koopt de scooter een week na de ontvreemding voor de vraagprijs en krijgt hem feitelijk geleverd; hij heeft dan ook geen reden om te vermoeden dat het om een gestolen zaak gaat. Welk van de onderstaande alternatieven is juist?
a) Wijnand is eigenaar van de scooter; Tim kan de fiets niet opeisen.
b) Wijnand is eigenaar van de fiets, maar Tim kan de fiets nog drie jaar opeisen.
c) Tim is eigenaar gebleven en hij kan de fiets nog drie jaar opeisen.
d) Tim is eigenaar gebleven, maar hij kan de fiets niet opeisen.
Vraag 23
De rangorde bij verhaal wordt beheerst door een aantal regels.
Welk van de onderstaande alternatieven is onjuist?
a) De rechten van hypotheek en pand gaan in beginsel boven algemene en speciale voorrechten.
b) Algemene voorrechten hebben onderling een gelijke rang.
c) Algemene voorrechten moeten in beginsel wijken voor de speciale voorrechten.
d) Algemene voorrechten worden uitgeoefend in de volgorde waarin de wet hen plaatst.
Vraag 24
Hein verkoopt en levert een mobieltje aan Richard die de laptop op zijn beurt verkoopt en levert aan Kean. Kean schenkt en levert de mobiel vervolgens aan Victor. Een maand later wordt de tussen Hein en Richard gesloten koopovereenkomst vernietigd wegens bedrog. Kean was op de hoogte van het bedrog, maar Victor niet.
Wie is eigenaar van de laptop?
a) Hein.
b) Richard.
c) Kean.
d) Victor.
Vraag 25
Michel, eigenaar van een landgoed, is failliet. Op het landgoed treft de curator een tractor aan, waarop volgens de administratie een pandrecht rust ten gunste van de bank. Daarnaast treft de curator een machine aan, die door buurman Elbert aan Michel is uitgeleend. In de administratie duikt ook een onbetaalde schuld op van Michel aan zijn zus; het betreft een bedrag van € 9.000 dat hij van haar heeft geleend. Tot slot is op het landgoed een koetshuis aanwezig waarop een recht van vruchtgebruik rust ten gunste van de broer van Michel.
Wie dient zich ter verificatie aan te melden bij de curator?
a) De bank ter zake van het pandrecht op de tractor.
b) De eigenaar van de machine.
c) De broer van Michel ter zake van het vruchtgebruik van het koetshuis.
d) De zus die aan Michel € 10.000 leende.
Vraag 26
Beau geeft op 1 november 2014 aan haar goede vriendin Merel een horloge in bruikleen. Merel, die vanwege haar activiteiten in het Leidse leven een permanente behoefte heeft aan geld, vestigt op 1 december 2014 uit hoofde van een geldleningsovereenkomst door middel van een geregistreerde onderhandse akte een stil pandrecht op het horloge ten behoeve van de Bank, die te goeder trouw is.
Heeft de Bank op 1 december 2015 een geldig stil pandrecht gekregen?
a) Ja, want de Bank kan zich met succes beroepen op art. 3:86 lid 2 jo. lid 1 BW.
b) Ja, want de Bank kan zich met succes beroepen op art. 3:238 lid 1 BW.
c) Nee, want de Bank kan zich niet met succes beroepen op art. 3:86 lid 2 jo. lid 1 BW.
d) Nee, want de Bank kan zich niet met succes beroepen op art. 3:238 lid 1 BW.
Vraag 27
De vijventwintigjarige Simon heeft een relatie met de dertigjarige Benny. Simon verwekt op een goede dag een kind bij Benny. Wanneer Benny 19 weken zwanger is van dit kind, trouwt ze niet met Simon, maar met Floris. Floris weet dan dat Benny zwanger is van een ander. Op 15 september 2014 wordt het kind, Manon, geboren. Floris en Benny zijn dan 5 maanden met elkaar getrouwd.
Welke van de onderstaande alternatieven is er juist?
a) Floris is de juridische vader van Manon, maar hij kan dit vaderschap ontkennen.
b) Simon is de juridische vader van Manon.
c) Floris is de juridische vader van Manon en hij kan dit vaderschap niet ontkennen.
d) Zowel Simon als Floris zijn juridische vaders van Manon.
Vraag 28
Guus en Maike wonen ongehuwd samen. Zij hebben een zoon, Thomas, van 12 jaar oud, die door Guus is erkend. Guus is van beroep tandarts en heeft een goed inkomen. Maike heeft de dagelijkse zorg voor hun zoon op zich genomen en werkt een paar uur per week als vrijwilligster. Na 15 jaar met Maike te hebben samengewoond verbreekt Guus de relatie. Guus verlaat het huis en gaat ergens anders wonen. Jegens wie heeft Guus een verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud of tot het voorzien in de kosten hiervan?
a) Enkel jegens Thomas en dan alleen in het geval deze behoeftig is.
b) Zowel jegens Thomas als jegens Maike. De verplichting jegens Maike bestaat alleen als zij behoeftig is.
c) Enkel jegens Thomas.
d) Enkel jegens Maike.
Vraag 29
Wanneer echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden een Amsterdams verrekenbeding overeengekomen zijn, betekent dit dat:
a) echtgenoten periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) de overgespaarde, niet-verteerde inkomsten met elkaar moeten verrekenen. Een ieder krijgt zo de helft van wat ze samen hebben gespaard.
b) alle goederen die echtgenoten tijdens het huwelijk verkrijgen hun gemeenschappelijk eigendom moeten.
c) echtgenoten aan het einde van het huwelijk met elkaar moeten verrekenen alsof er tussen hen een algehele gemeenschap van goederen bestaat.
d) echtgenoten zijn overeengekomen dat in geval van echtscheiding tussen hen geen enkele verplichting tot verrekening van inkomen of vermogen zal bestaan.
Vraag 30
Roos en Boris zijn op huwelijkse voorwaarden met elkaar getrouwd. Op aandringen van haar vermogensadviseur koopt Roos van de Bank een pakket aandelen tegen een koopsom van € 60.000. Deze koopsom moet worden voldaan in vijf jaarlijkse termijnen van € 1.000. De slottermijn van € 55.000 moet in het zesde jaar worden betaald. De verwachting is dat de aandelen op dat moment sterk in waarde zijn gestegen. Echter blijkt na zes jaar dat de aandelen sterk in waarde zijn gedaald. Roos kan de slottermijn van € 55.000 niet betalen. Pas dan vertelt Roos aan Boris over de overeenkomst, die zij zes jaar geleden met de Bank gesloten heeft.
Kan Boris de overeenkomst met de Bank aantasten?
a) Nee, omdat hij geen contractspartij is.
b) Boris kan de overeenkomst ontbinden.
c) Boris kan de overeenkomst vernietigen.
d) Boris kan de overeenkomst door de rechter nietig laten verklaren, omdat Roos bestuursonbevoegd was.
Vraag 31
Sven en Yara zijn twintig jaar in gemeenschap van goederen getrouwd. Uit hun huwelijk zijn twee nog minderjarige kinderen geboren, Geert en Anne. Het huwelijk houdt geen stand. Een paar maanden na de echtscheiding herroept Sven zijn eerdere testament en benoemt bij uiterste wilsbeschikking zijn vriend Johannes tot enig erfgenaam. Een half jaar na het verlijden van deze wilsbeschikking overlijdt Sven. Hij laat uitsluitend een appartement na ter waarde van € 120.000.
Wie heeft waar recht op bij de verdeling van de nalatenschap van Sven?
a) Johannes erft de gehele nalatenschap. Yara, Geert en Anne krijgen niets.
b) Johannes erft de gehele nalatenschap, maar Yara, Geert en Anne krijgen een geldvordering op hem van elk € 20.000.
c) Johannes erft de gehele nalatenschap, maar Geert en Anne krijgen een geldvordering op hem van elk € 20.000. Yara krijgt niets.
d) Johannes erft de gehele nalatenschap, maar Geert en Anne krijgen een geldvordering op hem van elk € 30.000, Yara krijgt niets.
Vraag 32
Welke van de onderstaande stellingen is er juist?
a) Een legataris volgt de erflater op onder algemene titel en een erfgenaam onder bijzondere titel.
b) Een legataris volgt de erflater op onder bijzondere titel en een erfgenaam onder algemene titel.
c) Een legataris en een erfgenaam volgen beide de erflater op onder algemene titel.
d) Een legataris en een erfgenaam volgen beide de erflater op onder bijzondere titel.
Vraag 33
De zestienjarige wegens geestelijke stoornis onder curatele gestelde Jors maakt een testament. Dat testament is:
a) zonder meer geldig.
b) nietig.
c) alleen geldig met toestemming van de curator.
d) alleen geldig met toestemming van de kantonrechter.
Vraag 34
Een handelsnaam is:
a) niet overdraagbaar.
b) enkel overdraagbaar bij akte.
c) enkel overdraagbaar in verbinding met de onderneming, die onder die naam wordt gedreven.
d) enkel overdraagbaar in verbinding met het daarmee overeenstemmende merk.
Vraag 35
De belangrijkste ratio van het merkenrecht is:
a) het aanmoedigen van de creativiteit van het publiek.
b) het aanmoedigen van de kooplust van het publiek.
c) het voorkomen van verwarring bij het publiek.
d) het aanmoedigen van het investeren in merken.
Vraag 36
De rechthebbende op het merk OMA voor wisky kan tegen het gebruik van het teken OMOE voor scooters op grond van art. 2.20 lid 1 sub b BVIE:
a) immer bezwaar maken.
b) nimmer bezwaar maken.
c) bezwaar maken indien het publiek een verband legt tussen merk en teken.
d) bezwaar maken indien er bij het publiek gevaar voor verwarring bestaat.
Vraag 37
Een modelrecht kan nooit betrekking hebben op:
a) onderdelen van een voortbrengsel die nieuw zijn.
b) onderdelen die bedoeld zijn om tot een samengesteld voortbrengsel samengevoegd te worden.
c) onderdelen die exclusief door de technische functie worden bepaald.
d) onderdelen van auto’s.
Vraag 38
Een beweegreden van het auteursrecht is niet dat het wenselijk is dat de maker van kunst:
a) beschermd wordt.
b) beloond wordt.
c) aangemoedigd wordt.
d) aan overheidscontrole onderworpen wordt.
Vraag 39
De stand van de techniek wordt gevormd door al hetgeen vóór de indiening van de octrooivraag:
bedacht is.
industrieel toegepast is.
openbaar toegankelijk gemaakt is.
bij de gemiddelde consument bekend was.
Vraag 40
Voor de overdracht van een auteursrecht is:
a) een mondelinge overeenkomst voldoende.
b) op schrift stelling voldoende.
c) een akte vereist.
d) een notariële akte vereist.
Antwoordindicatie
1. C | 11. B | 21. D | 31. D |
2. D | 12. A | 22. A | 32. B |
3. A | 13. C | 23. B | 33. D |
4. B | 14. B | 24. A | 34. C |
5. D | 15. C | 25. D | 35. C |
6. C | 16. A | 26. D | 36. B |
7. C | 17. A | 27. C | 37. C |
8. B | 18. B | 28. C | 38. D |
9. B | 19. A | 29. A | 39. C |
10. D | 20. A | 30. C | 40. C |
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
966 | 1 |
Add new contribution