Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10166 reads
HR 18 december 2012, NJ 2013, 54 (Verschenen getuige? II)
Essentie:
Een getuige die onaangekondigd ter terechtzitting verschijnt nadat bij de aanvang van de behandeling van de zaak door de voorzitter is vastgesteld welke personen ter terechtzitting zijn verschenen, geldt niet als ‘een meegebrachte getuige’ in de zin van art. 287 lid 2 Sv; het noodzakelijkheidscriterium is van toepassing.
Feiten:
In deze zaak wijst de raadsman op een ‘meegebrachte getuige’ nadat de voorzitter de zaak tegen de verdachte heeft doen uitroepen, de personalia van de verdachte met deze heeft doorgenomen, hem vervolgens heeft vermaand oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen, hem de cautie heeft gegeven, de advocaat- generaal de zaak heeft voorgedragen, de verdachte, die hoger beroep heeft ingesteld, in de gelegenheid is gesteld mondeling zijn bezwaren tegen het vonnis op te geven, de voorzitter mondeling de korte inhoud van de stukken van het dossier in deze strafzaak heeft meegedeeld, de verdachte, door de voorzitter ondervraagd, over de zaak verklaart, en de raadsman van de verdachte heeft opgemerkt dat ook getuige heeft verklaard over de relevante gebeurtenissen. In aansluiting hierop merkt de raadsman dan op dat ter terechtzitting een persoon is verschenen om als getuige te verklaren in deze zaak.
Hoge Raad:
Aangenomen moet worden dat de in het eerste lid van art. 287 Sv bedoelde vaststelling door de voorzitter welke personen als getuigen ter terechtzitting zijn verschenen, plaatsvindt onmiddellijk nadat de zaak door het openbaar ministerie is voorgedragen, en dat het tweede lid van art. 287 Sv betrekking heeft op die getuigen (r.o. 2.4) Gelet hierop en in aanmerking genomen dat het Hof heeft vastgesteld dat de getuige later en onaangekondigd ter terechtzitting is verschenen, alsmede dat blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep bij de aanvang van de behandeling van de zaak door de voorzitter is vastgesteld welke personen ter terechtzitting waren verschenen en dat door de raadsman van de verdachte toen niet is medegedeeld dat hij op grond van art. 260, vierde lid, Sv een getuige had meegebracht die hij op de voet van art. 287, tweede lid, Sv ter terechtzitting wenste te doen horen, geeft het oordeel van het Hof niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Door het verzoek tot het horen van getuige af te wijzen op de grond dat het Hof dit niet noodzakelijk acht, heeft het Hof de juiste maatstaf aangelegd.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
519 |
Add new contribution