Hoorcolleges Bestuurs en Procesrecht

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

Hoorcollege 1

De structuur van het proces
De procedure kent een bestuurlijke en een rechterlijke fase. Dit is een heel ander uitgangspunt dan de andere rechtsgebieden.

Voorbeeld: Een bedrijf A wil een subsidie hebben van de minister van economische zaken. De procedure begint met de aanvraag van de subsidie, daarop wordt beslist en komt er dus een antwoord op de aanvraag. Een afwijzing van een beschikking is een besluit. Je kunt tegen een besluit in beroep, maar je moet eerst in bezwaar. Bezwaarschrift richt je in dit geval aan de minister van de economische zaken. Je bent nu dus nog niet bij de rechter terecht, alleen nog maar bij de bestuurlijke besluitvorming. De minister maakt dan een beslissing op dit bezwaarschrift. Dit is dan ook weer een besluit. Er zijn dus nu al 2 besluiten in dit voorbeeld. Het primaire besluit en het besluit op bezwaarschrift. Dit betekent niet dat het 2e besluit in de plaats komt van het eerste besluit. Het primaire besluit, de afwijzing van de subsidieaanvraag, blijft dus bestaan. Het 2e besluit is de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift. Het bedrijf A gaat nu in beroep en komt dan terecht bij de rechtbank. De rechtbank toetst het bestreden besluit aan het recht. Als de rechtbank het eens is het met het bedrijf, dan verwijt de rechtbank de minister dat hij bijvoorbeeld art. 3:2 geschonden heeft. Het besluit wordt daarom vernietigd. De uitspraak houdt dus in: de vernietiging van het bestreden besluit. Dit blijft dat het besluit wel blijft liggen, maar juridisch gezien wordt gedaan alsof het besluit niet bestaat. Dit is een fictieve aangelegenheid, want in de wereld van het recht wordt het besluit weggedacht.

Gevolgen: Er is nu geen besluit op bezwaarschrift meer. Er bestaat dus nu alleen nog een bezwaarschrift en het primaire besluit. Er is nu nog geen beslissing op het bezwaarschrift. Na de uitspraak van de rechter moet er opnieuw een besluit op het bezwaarschrift genomen worden.

De rechter lost dit niet in 1 stap op, omdat de rechter vaak helemaal niet kan beslissen of er bijvoorbeeld wel of niet een vergunning wordt geleend. Er moet namelijk vaak een beleidskeuze worden gemaakt. Bestuursorganen hebben beleids- en beoordelingsvrijheid. De rechter kan niet zelf de beleidskeuzes maken.

Voorbeeld: Er is kamernood, dus wordt er een vergunning verleend om studentenwoningen te bouwen. Er zitten juridische kanten aan, waar de rechter naar kan kijken. Als dat toelaatbaar is, is het aan de gemeente om wel of niet studentenwoningen te bouwen.

Voorbeeld: Driehoeks geschil over een vergunning: het bestuursorgaan heeft een vergunning verleend aan X. Een concurrent, Y, die dezelfde producten verkoopt dient een bezwaar en beroep schrift in. Dit is een driehoeks geschil, want er zijn 3 partijen. Het bezwaarschrift wordt gegrond verklaard. Dit betekent dat de vergunning wordt herroepen. Dit heet dus niet het vernietigen, maar het herroepen van zijn eigen besluit. Een herroeping doet een bestuursorgaan als het zijn eigen besluit ongedaan maakt. Vernietiging is als het ene orgaan een besluit van een ander orgaan ongedaan maakt. Art. 7:1 jo art. 6:13 Awb: je hoeft geen bezwaarschrift meer in te dienen, als een ander dat al gedaan heeft. Je kunt nu dus in beroep gaan tegen herroeping van de vergunning en zo kom je dus bij de rechtbank. Als de rechtbank het nu met je eens is, dan wordt het besluit op bezwaar vernietigd. Dit besluit op bezwaar wordt dus weg gedacht en wordt de herroeping dus weg gedacht. De vergunning heeft X nu dus weer terug. (Y kan nu natuurlijk wel weer in hoger beroep gaan)

Voorbeeld: Je wilt een uitkering en die is geweigerd (primair besluit). Het bezwaarschrift wordt ongegrond verklaard. Dan ga je in beroep bij de rechtbank en die vernietigt het bestreden besluit. Dat betekent dat er een nieuw besluit op bezwaar genomen moet worden. In de tussentijd gaat het bestuursorgaan echter in hoger beroep, omdat hij het niet eens is met de rechter. Als de hoger beroepsrechter het dan eens is met het bestuursorgaan, moet de hoger beroepsrechter de uitspraak van de rechtbank vernietigen. Dat is dus de vernietiging van een vernietiging. Dat is de herleving van het oorspronkelijke besluit op bezwaar. Het bezwaarschrift is weer ongegrond en zo heb je dus geen recht op een uitkering. In de tussentijd is er wel weer een besluit op bezwaar genomen en is er wel een uitkering verleend, deze kan dan weer ongedaan gemaakt worden.

Situatie waarin er geen bezwaarschrift procedure wordt genomen, maar de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV). Dit is een procedure van afdeling 3.4 van de Awb. Er wordt eerst een ontwerp besluit genomen, daar kunnen mensen inspraak op uitoefenen en daarna wordt pas het echte besluit genomen. Hier wordt dus maar 1 besluit genomen, maar gaat er een ontwerpbesluit aan vooraf. Dit bestaat, omdat bijvoorbeeld in het milieurecht het belangrijks is om eerst te kijken wat anderen er van vinden. Zij kunnen dan hun zienswijze naar voren brengen. Art. 7:1 Awb: als deze UOV wordt doorlopen, hoef je niet eerst meer door de bezwaarschriftprocedure heen, maar ga je gelijk naar de rechter, omdat het anders een herhaling zou zijn van wat er al is geweest.

Verschil tussen het bestuur en de rechter
Er zit een hele duidelijke rolverdeling tussen de rechter en het bestuur. Het bestuur mag en moet meer doen dan de rechter. Als het bestuursorgaan een besluit neemt: beleidskeuzes en rechtmatigheid. Het bestuursorgaan heeft een primaat. Die moet eerst de beleidskeuzes maken. Bijvoorbeeld: de gemeente gaat studentenwoningen bouwen. Daar zitten beleidskeuzes in en dat is ook mogelijk want de gemeente kan beleidskeuzes maken en heeft beoordelingsvrijheid. Er zijn wel grenzen aan en die staan in de wet. De rechter doet niks anders dan toetsen en beslist dus niet of er wel of niet studentenwoningen komen. Hij bekijkt het besluit dus in zijn geheel. Het bestuur doet 3 dingen:

- Bepalen van een doel

- Maken van beleid en keuzes

- Het in acht nemen van rechtsregels

De rechter kijkt alleen maar naar het laatste punt. In de fase van de bestuurlijke besluitvorming moet je als advocaat dus ook naar het doel en de beleidskeuzes kijken.

Historie bestuursprocesrecht
Er waren geen beginselen van behoorlijk bestuur. Pas vanaf de jaren 50 zijn deze beginselen opgenomen. Daarom dacht men ook tot lange tijd dat een bestuursrechter helemaal niet nodig was. In 1994 is de Awb gekomen. Daarin staat dat je tegen alle besluiten in beroep kunt gaan bij de bestuursrechter. Natuurlijk zijn daar wel allemaal uitzonderingen op gemaakt. Als je niet bij de bestuursrechter in beroep kunt, kun je altijd nog bij de burgerlijk rechter in beroep.

Hoorcollege 2

Drie functies van het bestuursprocesrecht:

- Handhaving van het objectieve recht (de jaren 80 en ervoor). De bestuursrechter heeft vooral als functie te controleren dat de overheid geen fouten maakt.

- Individuele rechtsbescherming, nieuwere invalshoek

- Geschilbeslechting.

Toegang tot het proces
Als je de handhaving als de belangrijkste taak van de rechter ziet, dan moeten er veel mensen in beroep kunnen gaan, zodat er veel fouten gecorrigeerd kunnen worden. Vroeger kon dan ook een ieder in beroep, actio popularis. Er waren natuurlijk ook besluiten waar niet een ieder tegen in beroep kon gaan, maar over het algemeen gold actio popularis. De toegang tot de rechter moet dan laagdrempelig zijn. In 1994 toen de Awb in werking trad, is er vooral een impuls gegeven aan functie nummer 2: het bieden van individuele rechtsbescherming. Dat betekent wel dat je dan een belang moet hebben om toegang te krijgen tot het proces, want anders kan je belang ook niet beschermd worden. De actio popularis zijn op die manier ook afgeschaft. De functie van de burger ten opzichte van de overheid is daarmee veranderd. De toegang moet nog steeds laagdrempelig zijn, maar dan vooral omdat op die manier ook mensen met weinig geld, enz. naar de rechter kunnen stappen. Dit hoort dan ook bij de individuele rechtsbescherming. Als je kijkt naar de functie van de geschilbeslechting zie je dat de toegang tot de rechter minder laagdrempelig wordt. Men is namelijk van mening dat je zelf kiest of je naar de rechter stapt of niet.

Laagdrempelige toegang:
- Geen verplichte procesvertegenwoordiging
- Relatief lage griffierechten. Ook al gaat dit wel veranderen.
- Burger wordt in beginsel niet veroordeeld in de proceskosten van het bestuursorgaan of de derde partij.

Dit lijkt heel mooi, maar toch komen er nog meer kosten bij kijken dan je denkt. Het Awb is heel ingewikkeld en vaak kom je er zonder advocaat niet uit. Daarnaast moet je ook zelf vaak nog een deskundigenrapport bijdragen. Mensen maken dus toch vaak kosten om te procederen. Als je dan wint, wordt een gedeelte wel weer vergoed, art. 8:75. Dit is echter alleen maar een tegemoetkoming, want de echte kosten zijn vaak aanzienlijk hoger.

Toegang tot de rechter is beperkt

 - Men kan alleen tegen een besluit in beroep.

 - Alleen als belanghebbende kan je in beroep gaan.

 - Je kan 6 weken in beroep gaan, dat is een hele belangrijke beperking.

 - Je moet eerst door de bestuurlijke voorfase (bezwaarschriftprocedure)

 - Griffierecht

Wie kan er in beroep?
Een belanghebbende kan in beroep tegen een besluit. Ook bestuursorganen kunnen belanghebbende zijn. Een bestuursorgaan kan echter niet in beroep gaan tegen een besluit van een ander bestuursorgaan. (art. 1.1 Crisis en herstelwet). Verenigingen of stichtingen kunnen ook in beroep, art 1:2 lid 3 Awb. De beroepsgerechtigden zijn dus vrij ruim, maar wel enigszins begrensd. Van de actio popularis is 1 ding overgebleven: in de bestuurlijke voorprocedure kan een ieder zijn zienswijze naar voren brengen en dan pas wordt het definitieve besluit genomen. Alleen belanghebbenden kunnen dan vervolgens naar de rechter stappen.

Waarom is dat? Wij zijn aan het Europese verdrag gebonden.
Wat nou als er in 1 vergunning heel veel wordt geregeld, bijv: art 2:1 Wabo? Als iemand in beroep gaat, kijkt de rechter natuurlijk naar alle stukjes van de vergunning. Als de advocaat nou opmerkt dat er bij al die stukjes van de vergunning 1 fout is gemaakt, kan de belanghebbende zich dan op dat stukje van de vergunning beroepen? Nee, want diegene is dan geen belanghebbende in alle opzichten.

Waarom beperkte toegang?
Zoals al eerder gezegd veranderen de functies van het recht. De nadelen zijn dat procedures rechtszekerheid kunnen aantasten. Ook kan een teveel aan procedures het openbaar bestuur belemmeren. Procederen kost natuurlijk ook geld. Zowel voor de overheid als voor de burgers. Het geld kun je ook aan andere gebieden uitgeven.

Belanghebbende en de relativiteitseis
Moet je niet aan het belanghebbende begrip een relativiteitseis koppelen? Zover is het niet gekomen. De situatie: Als je ergens woont en naast je wordt een vergunning verleend voor een bouwwerk. Jij wil dit bouwwerk niet en gaat in bezwaar en in beroep. Als je zegt dat je uitzicht wordt verpest, zal je de procedure niet winnen, want er staat nergens in de wet dat je geen lelijk uitzicht mag hebben. Als de plafonds bv te laag zijn, kun je vanaf 1 januari jl ook de procedure niet meer winnen. De rechter zal dan namelijk zeggen dat de plafonds inderdaad te laag zijn, maar tegenwoordig bestaat art. 8:69. Het besluit wordt zo niet vernietigd, maar je bent wel belanghebbende. Wat heb je daar dan aan? Als het gebouw bijvoorbeeld brandgevaarlijk is, dan ben je wel belanghebbende, want als in het gebouw brand is, kan dat ook op jouw eigen huis overslaan.

Procesbelang
Dit wordt vaak verward met de vraag of iemand belanghebbende is. Het procesbelang heeft echter een ander doel. De indiener moet een belang hebben bij het resultaat bij het bezwaar of de beroepschrift procedure. Bij de belanghebbende heb je belang bij het besluit. Dat is iets anders dan over de procedure bij het besluit. Er moet wel echt sprake zijn van een geschil. Het procesbelang kan tijdens de procedure verloren gaan. Als je bijvoorbeeld een woning huurt en er wordt een vergunning verleend om een zendmast naast de woning te zetten. Vervolgens ga je dan in bezwaar en in beroep. Als je dan verhuist (om andere redenen), heb je geen procesbelang meer. Als het besluit wordt gewijzigd kan je ook je procesbelang verliezen. Het procesbelang wordt ex nunc geregeld.

Bestuurlijke voorprocedures
Art. 7:1 Awb: Hoofdregel: eerst een bezwaarschrift indienen, dan pas kan je naar de rechtbank. Uitzonderingen zijn genoemd in sub a t/m g van art. 7:1 Awb.

Bezwaarschriftprocedure
Volledige heroverweging, waarbij alle soorten vragen aan de orde komen.

Hoofdfuncties van de bezwaarschriftprocedure zijn:

  1. Verlengde besluitvorming

  2. Rechtsbescherming

  3. Tegenwoordig is het ook nog zo dat de bezwaarschriftprocedure een efficiënte manier is om het geschil op te lossen.

Daarnaast is ook de zeefwerking van belang. De geschillen hoeven dan niet allemaal naar de rechter. Veel geschillen kunnen op die manier door de partijen zelf worden opgelost.

Nadelen bezwaarschriftprocedure

  1. Vertragingsprocedure

  2. Herhaling van zetten (soms) art. 7:1a – bezwaarschriftprocedure overslaan. Wanneer er geen behoefte is aan heroverweging kan het gelijk naar de rechter.

Casus
Brug naar volgende week: In de bezwaarschriftprocedure moet een besluit worden genomen met in acht neming met alles wat veranderd is in de tussentijd. Als je niet in aanmerking komt voor een vergunning ten tijde van het primaire besluit, maar op het moment van besluit op bezwaar wel, krijg je alsnog de vergunning. Casus:

Een meneer was net afgestudeerd en had geen baan en kreeg een bijstandsuitkering. Hij werd er van verdacht zwart te werken en diende een bezwaarschrift in en na een paar maanden kreeg hij alsnog een hele goede baan. Een halfjaar later is de behandeling van zijn bezwaarschrift. Hoe loopt dit af?

Hoorcollege 3

Procedure bij de rechtbank
Procedure zoals geregeld in H8 van de Awb: is het toets moment ex nunc of ex tunc? In de bezwaarschriftprocedure wordt ex nunc heroverwogen. Hoe werkt dat nu bij de rechtbank? De rechter toetst ex tunc, op het moment dat het bestreden besluit werd genomen.

Bezwaarschriftprocedure
Art. 7:11 Awb: gaat over de bezwaarschriftprocedure:

  • Geen reformatio in peius: de indiener van het bezwaarschrift mag er niet op achteruit gaan in de bezwaarschriftprocedure. Dat betekent niet dat burgers nooit kunnen verliezen in de procedure. Een vergunning kan wel worden herroepen, maar dat is dan omdat een derde een bezwaarschriftprocedure heeft opgesteld.

  • Het bestuursorgaan mag zich in beginsel beperken op die onderdelen en die aspecten van het besluit waar het bezwaarschrift betrekking op heeft. In de procedure kan wel blijken dat het een met het ander samenhangt en dat er meer overwogen moet worden (ultra petitum). Je hoeft dus in beginsel niet meer te doen dan dat er wordt gevraagd. Het orgaan moet echter wel alles ruim uitleggen en dan de juiste rechtsnormen toepassen. In de bezwaarschriftprocedure mag een burger zich gewoon uitdrukken en hoeft er geen rechtsregels bij te halen, daar zijn de juristen voor en het bestuursorgaan moet dit ook zelf doen. Het bestuursorgaan moet de burger dus helpen met procederen.

Rechter
Je moet je eerst dus altijd afvragen in welke fase je zit. In de bezwaarschriftprocedure, bij de rechtbank of in hoger beroep. De rechter is geen bestuursorgaan. Bestuursorganen hebben ook de taak om rechtsregels toe te passen. Het gaat bij de rechter alleen nog maar om de rechtmatigheidskanten van het verschil.

  • Primair besluit: ex nunc, welke feiten, omstandigheden en regels zijn er op dat moment. Er kan best een jaar tussen zitten, maar je moet ex nunc kijken.

  • Besluit op bezwaar: ex nunc. Als burger ben je afhankelijk van het moment wanneer op het bezwaarschrift wordt beslist. Als de omstandigheden ondertussen veranderen, moet er toch rekening worden gehouden met de nieuwe omstandigheden. Waarom is dat dan? Besturen is vooruitzien. Als je nu een besluit neemt, dan moet dat wel een actueel besluit zijn, anders wordt er bijvoorbeeld hinder gegeven in de omgeving. De burger kan er dus ook eventueel door benadeeld worden. Er zijn natuurlijk wel uitzonderingen op deze hoofdregel.

  • Rechtbank: ex tunc. Men kijkt naar de regels, omstandigheden en feiten toen het bestreden besluit werd genomen. Er zijn natuurlijk ook hier wel uitzonderingen op.

Uiteindelijk moet er een nieuw besluit op bezwaar worden genomen. En dat moet dan wel weer ex nunc worden getoetst.

Welke onderdelen van het besluit mag je aanvechten bij de rechter?
Het aanknopingspunt hier is art. 6:13 Awb. Bij de rechter mag je alleen procederen over de onderdelen welke je ook in de bestuurlijke voorfase naar voren hebt gebracht. Je mag er geen nieuwe onderdelen meer bij halen. Wat is dan een onderdeel van een besluit? Het belangrijkste voorbeeld: de omgevingsvergunning (WABO), art. 2.1 WABO. Jurisprudentie heeft gezegd dat elk van die activiteiten opzich een onderdeel is van een besluit. Tot aan 2011, (zaak Boxmeer), was het anders. Toen was het zo dat je een aparte milieuvergunning moest hebben. Nu is dat allemaal samengegaan in de WABO.

Onderdelen en gronden
Beroepsgronden mag je wel nieuw aanvoeren bij de rechter. Beroepsgronden en onderdelen moet je wel goed uit elkaar houden. Met beroepsgronden kun je wel te laat zijn. Je mag namelijk niet de goede procesorde verstoren. De goede procesorde houdt in dat je als procespartij je standpunten naar voren moet brengen op een zodanige manier dat je de wederpartij haar rechten niet schaadt, maar dat je ook het beëindigen van het geschil niet onnodig vertraagd. Dit heeft te maken met tijdigheid en met hoor en wederhoor. Je kunt dus iets te laat naar voren brengen en dit kan in strijd zijn met de goede procesorde. Hier gaat het beroepsgronden en niet om onderdelen. Dit kan ook te maken hebben met bewijsmiddelen die worden aangevoerd.

De omvang van het geding
Waar moet de rechter over oordelen en wat moet hij daarbij betrekken? Je kunt dit het beste in 4 stappen opdelen.

  1. Ambtshalve beoordeling van kwesties van openbare orde. De rechter oordeelt in beginsel alleen wat de partijen inbrengen. De eerste vraag is echter: zijn er ook nog aspecten van de zaak die de rechter moet bekijken los van wat de partijen willen? Bijvoorbeeld: verkeerde plaats van het gaan naar de rechter.

Belangrijk: bevoegdheidsvragen en ontvankelijkheidsvragen (bijvoorbeeld wanneer een burger het beroepschrift te laat indient). De rechtbank bewaakt ook ambtshalve de termijnen voor indienen van bezwaarschriften bij het bestuursorgaan, dit is dus nog een fase eerder. Als je hierbij als burger te laat bent bij het indienen van je bezwaarschrift en je eindigt uiteindelijk bij de rechtbank, dan zal de rechtbank het besluit op bezwaarschrift vernietigen. Het bezwaarschrift had eigenlijk niet ontvankelijk moeten worden verklaard. Dat betekent dat het besluit op bezwaar helemaal verdwijnt en er komt niks voorin de plaats. Zo kan er wel reformatio in peius voorkomen. Dit is omdat de termijnen heel belangrijk zijn. Daarnaast zijn er ook nog essentiële regels over de omvang van het geding en de intensiteit van de rechterlijke toetsing en de meest fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging. Hele fundamentele principes worden in hoger beroep wel gecontroleerd. Praktisch gesproken gaat deze ambtshalve beoordeling alleen over de bevoegdheid en ontvankelijkheidsvragen.

  1. Art. 8:69 lid 1: de rechter moet oordelen op grond van wat er op de zitting naar voren is gekomen, mondeling en in het dossier. Anders zou er strijd zijn met het beginsel van hoor en wederhoor en andere beginselen. Dit impliceert ook dat de rechter zich moet beperken tot de punten van geschil die partijen hem hebben voorgelegd. De rechter mag niks zeggen over wat er niet wordt geëist. Dat betekent dat de rechter niet ultra petitum (buiten de eis) moet gaan. De rechter mag ook niet een reformatio in peius veroorzaken. Er zijn hier wel weer uitzonderingen op. Dit kan allemaal niet rechtstreeks afgeleid worden uit art. 8:69 lid 1, maar het wordt er wel mee bedoeld. De rechter moet natuurlijk wel altijd blijven kijken naar de ambtshalve beoordeling.

  2. Grondslag van het geschil, dat is waar het de partijen om gaat. Je moet gaan kijken wat feitelijke en juridische beweren zijn. Vervolgens ga je als rechter dit interpreteren. De grondslag van het geschil is dus wat men eigenlijk bedoelt, dan gaat het nog niet om de feitelijke of juridische kanten. Als dat gedaan is, moet op die grondslag van het geschil de rechter de rechtsgronden aanvullen, art. 8:69 lid 2. Dit heet dan ook wel het aanvullen van rechtsgronden, want de rechter wordt geacht het recht te kennen. Ius curia novit: de rechter kent het recht. De goeie rechtsgronden moeten dus erbij gezocht worden.

Wat betekent nu op de grondslag van het geschil?

  • De rechter blijft binnen de door de partijen getrokken grenzen, tenzij het een kwestie van openbare orde ambtshalve beoordeelt.

  • Toepassing Europees recht: de Nederlandse rechter moet gewoon zijn nationale procesrecht toepassen. Een nationale bevoegdheid in het procesrecht betekent een Europees rechtelijke verplichting.

Arrest van der Weerd: het is de Nederlandse rechters toegestaan dat ze alleen Europees recht toepassen, wanneer de burgers zelf iets aanvoeren wat te maken heeft met het Europese recht.

  1. Art. 8:69 lid 3. De rechter kan ook de feiten aanvullen.

Hoorcollege 4

Bewijs in het bestuursprocesrecht
Het hele woord bewijs komt helemaal niet voor in de Awb. Er is bewust voor gekozen om het bewijsrecht niet te regelen. In het bestuursrecht is een actieve rechter nodig. Hij moet niet uitgaan van wat partijen stellen en de rechter moet dus niet lijdelijk zijn. De reden waarom men in de Awb uitgaat van een actieve feitenrechter:

  • Handhaving van het objectieve recht

  • Rechtsbescherming en ongelijkheidscompensatie. Hierbij gaat het om de ongelijkheid tussen de burger en de overheid in het bestuursprocesrecht. In 1997 is deze ongelijkheidscompensatie wel veranderd. Tegenwoordig moeten de mensen zelf meer ondernemen. Zo moeten ze bij de rechter zelf deskundigen gaan inroepen.

Terminologie
Bewijsomvang: welke feiten moeten er worden bewezen en welke niet? Dit is verder niet geregeld in het bestuursprocesrecht. In de praktijk is het zo dat de rechter impliciet hetzelfde doet als in het burgerlijk recht. Als de ene partij feiten stelt en de andere partij hier tegen in gaat, moet de partij die dit stelt wel bewijzen. Omdat het niet in de wet staat, kan dit echter wel tot onzekerheid leiden.

Bewijsvoering: wie moet het bewijs vergaren?
Bewijslast: wie draagt het risico als feitelijke stellingen niet waar zijn?
Bewijsmiddelen: de middelen die je gebruikt om het bewijs aan de rechter voor te leggen.
Bewijswaardering: hoe wordt het bewijs beoordeeld?
Bewijsfasering: In welke fase kan het bewijs nog worden geleverd?

Bewijslast in het bestuursprocesrecht
In de wet lezen we ook hier weer niks over. Je kunt echter niet procederen zonder dat er een bewijsrisico is. In de wet kom je daarom wel iets tegen wat het begin van het bewijsrisico in zich draagt: art. 3:2 en 4:2 Awb. Art. 3:2 Awb: dat betekent dat als het bestuursorgaan niet goed de feiten onderzoekt en de rechter hier de vinger op legt, het bestuursorgaan het bewijsrisico heeft indien het de procedure verliest. Art. 4:2 Awb: dit gaat over het aanvragen. Bijvoorbeeld over het aanvragen van een subsidie. De aanvrager moet dus de gegevens aanleveren en niet het bestuursorgaan. De aanvrager draagt dus het bewijsrisico.

Art. 3:2 en art. 4:2 in toepassing: In de jurisprudentie zijn echter belangrijke beslissingen genomen. Er zijn eigenlijk 4 ervaringsregels waar rechters zich door laten lijden. Het zijn geen harde rechtsregels, maar gewoon richtlijnen:

  1. Wie zich op een uitzondering beroept, draagt de bewijslast (adstructieplicht)

  2. Eigen handelen of nalaten van een partij kan gevolgen hebben voor de bewijslast.

  3. Partij die het eerder in de hand heeft gehad de gegevens voor het latere bewijs te vergaren of te bewaren draagt de bewijslast

  4. Wie heeft de beste mogelijkheden om het bewijs te leveren?

Tenslotte wat je ook nog wel eens tegenkomt, voorbeeld: er was een campinghouder in Noord Holland langs het duingebied en deze campinghouder wilde zijn camping uitbreiden. Het gemeentebestuur zei vervolgens dat hij die vergunning wel zou krijgen en dat de campinghouder maar alvast moest beginnen met zijn uitbreiding. Een milieu organisatie ging hier tegen in en toen kwam er een last onder dwangsom waarin stond dat hij onmiddellijk moest ophouden met het uitbreiden van zijn camping terrein. De campinghouder deed een beroep op het vertrouwensbeginsel. De belanghebbende beroept zich dan dus op een zelfstandige norm. De zelfstandige norm is hier dus het vertrouwensbeginsel.

Taakopvatting
Retrospectieve benadering: Het gaat hier om wat wist het bestuursorgaan of behoorde te weten?

Integrale benadering: de Centrale raad van beroep neigt vaak naar deze benadering. Welk besluit had uitgaande van wat de rechter nu weet over de feiten toen genomen moeten worden?

Deze twee benaderingen moet je goed uit elkaar houden. In de praktijk bestaan deze twee benaderingen naast elkaar.

Jurisprudentie bewaarprei: Een boer had bewaarprei op zijn land staan en na een periode van heel veel regen ging zijn oogst verloren. De boer deed een aanvraag voor een tegemoetkoming. Hij kreeg ook een tegemoetkoming wegens het verloren gaan van zijn prei. De boer diende een bezwaarschrift in en zei dat het in casu niet normale prei was, maar bewaarprei en dit was meer waard dus had hij een grotere tegemoetkoming moeten krijgen. De bezwaarschriftencommissie deed een besluit op bezwaarschrift en zei dat de boer niet bewezen had dat het werkelijk bewaarprei was. De bestuursrechter heeft toen geoordeeld dat het bestuursorgaan de boer niet heeft geholpen, wat wel had gemoeten (beginselen van het behoorlijk bestuur).

Het bestuursorgaan verloor deze zaak en het besluit werd vernietigd. Conclusie: het bestuursorgaan moet wel de burger de gelegenheid geven om bewijs te leveren.

Subjectivering in het bestuursprocesrecht
De functie van het bestuursprocesrecht verschuift steeds meer richting de individuele rechtsbescherming en de geschilbeslechting. Er zijn op 1 januari 2 wijzigingen in de Awb aangebracht die hierbij interessant zijn:

  1. Art. 6:22: Als niemand nadeel ondervindt van een inhoudelijke fout, hoeft het besluit niet te worden vernietigd.

  2. Relativiteitsvereiste, art. 8:69a Awb: het moet gaan om een situatie waarin iemand zich beroept op schending van een rechtsregel, terwijl deze rechtsregel niet de bedoeling heeft om zijn belangen te beschermen.

Om te winnen in een bestuursrechtelijke procedure kun je niet meer volstaan met het aanwijzen van een rechtsnorm die geschonden is, maar het moet ook nog gaan om je eigen belangen. Een eiser kan alleen maar winnen als hij zich op zijn eigen belangen beroept en als hij een rechtsregel kan aanwijzen die zijn benadeling had kunnen voorkomen.

Hoorcollege 5

Finale geschilbeslechting
Art. 6:19 is een gemakkelijke manier om het geschil op te lossen. Het komt vaak voor dat een procedure wat langer duurt. Ook hebben bestuursorganen vaak de mogelijkheid om een besluit te veranderen, zoals het intrekken of het aanscherpen van een besluit. Hier gaat art. 6:19 over. In lid 1 staat dat het bezwaar of beroep dat aanhangig is zich mede richt tegen het nieuwe besluit, tenzij je daar onvoldoende belang bij hebt. In hoeverre moet het oude besluit nu nog worden beoordeeld? Art. 6:19 zegt hierover dat het oude besluit nog kan worden vernietigd, indien je daar belang bij hebt. Bijvoorbeeld: bij schadevergoeding. In deze voorbeelden heeft het bestuursorgaan zijn eigen fout al erkend en daarom is dit een makkelijke manier om een geschil op te lossen.

Als een rechtbank vindt dat het beroep ongegrond is, dan wordt het besluit niet vernietigd. Het gevolg hiervan is dat het bestreden besluit onaantastbaar is geworden. Je kon er tegen in beroep, maar dat heb je al gedaan en zo wordt het bestreden besluit onaantastbaar. Het geschil is dan finaal beslecht. Bij een niet ontvankelijk verklaring is het effect hetzelfde. Ook dan kun je niet opnieuw in beroep gaan.

Als de rechtbank het besluit wel vernietigd, dan is het beroep dus gegrond. Normaal gesproken is het zo dat het bestuursorgaan een nieuw besluit moet nemen. Een nieuw besluit op bezwaar wordt dit dan genoemd. Er zijn echter situaties in de wet waarin het definitiever kan. De rechtbank zegt dan dat het besluit een fout heeft en dat de rechtbank deze fout zelf kan herstellen. Bijvoorbeeld: een niet goed gemotiveerd besluit. Zo kunnen de rechtsgevolgen wel in stand worden gelaten. Er hoeft dan dus niet een nieuw besluit genomen te worden.

Ook kan het zo zijn dat het besluit wel andere rechtsgevolgen heeft. Als in de wet waaruit staat hoe bijvoorbeeld het voorschrift moet zijn, kan de rechter dit net zo goed zelf doen. De rechter mag echter niet op de stoel van de wetgever gaan zitten.

Belemmeringen finale geschilbeslechting
Er zijn een aantal belemmeringen die het tegenhouden om tot meer finale geschilbeslechting te komen: een belemmering betekent niet dat het onmogelijk is om deze te overwinnen. Belemmeringen zijn:

  • Beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid.

  • Inhoudelijke deskundigheid.

  • Ex nunc en ex tunc toetsing.

  • Bepaalde besluitvormingsprocedures die zijn voorgeschreven. Bijvoorbeeld: voor het maken van een bestemmingsplan gelden bepaalde procedures. Dit kan de rechter zelf niet zo maar doen.

  • Belangen van derden die geen partij zijn verder.

  • Mandaat bij de zitting.

  • doorlooptijden: de tijd die nodig is om te komen van de indiening van het beroep tot de einduitspraak.

  • Werklastverdeling van de rechter en het bestuur.

  • Zittingsgerecht werken.

De laatste drie belemmeringen zijn van heel groot praktisch belang.

Er zijn nieuwe uitspraken van bestuursrechters gekomen, om meer finale geschilbeslechting te krijgen. Bij vernietiging van een besluit moet je de mogelijkheden van finale geschilbeslechting onderzoeken:

  • Rechtsgevolgen in stand laten?

  • Zelf in de zaak voorzien?

Er zijn dus situaties waarin het bestuursorgaan nog keuzeruimte heeft en wanneer je dan als rechter toch nog het geschil finaal kunt beslechten.

De Centrale Raad van Beroep denkt er eigenlijk op dezelfde manier over en zegt:

de bestuursrechter dient eerst na te gaan of de rechtsgevolgen van een te vernietigen besluit in stand kunnen worden gelaten dan wel of hij zelf in de zaak kan voorzien. Ligt een van deze mogelijkheden redelijkerwijs niet binnen bereik, dan dient de bestuursrechter na te gaan of een – formele dan wel informele – bestuurlijke lus een reële mogelijkheid is.

Bestuurlijke lus
Het grote verschil met de normale procedure is dat de rechter, als die constateert dat er een fout in het besluit zit, deze niet meteen vernietigd, maar een tussenuitspraak doet. Hierbij geeft hij het bestuursorgaan een gelegenheid om de fout te herstellen. Daarna doet de rechter een einduitspraak. Hierbij oordeelt hij zowel over het oude als het nieuwe besluit. Als het nieuwe herstel van het besluit dan ook weer fout is, dan kan de rechter zeggen dat het bestuursorgaan dit weer opnieuw moet doen. De rechter kan er dan ook voor kiezen om de bestuurlijke lus niet meer toe te passen en het besluit te vernietigen zonder de fout te herstellen. De burger wordt hier natuurlijk ook niet mee geholpen. De burger had namelijk eigenlijk gelijk, maar door de herhaaldelijke fouten van het bestuursorgaan moest het besluit wel vernietigd worden. Het is op deze manier nog steeds mogelijk dat een procedure met een open einde eindigt.

Lichtere variant bestuurlijke lus
De rechter kan dan in de tussenuitspraak zeggen dat er een nieuw processtuk moet worden opgesteld. Verder verschilt het niet van de bestuurlijke lus. Hierbij wordt dus niet een nieuw besluit genomen tijdens de bestuurlijke lus.

Nog lichtere variant bestuurlijke lus
De rechter doet hierbij geen tussenuitspraak, maar doet alleen maar een verzoek om nog eens iets op te helderen. Dit wordt de informele lus genoemd, omdat er niet eens een tussenuitspraak wordt gedaan.

Voorkeursvolgorde
Sinds 1 januari is er een wet in werking getreden, waarin art. 8:41a is ingevoegd. Daarin staat dat de bestuursrechter het geschil zo mogelijk finaal moet beslechten. Dat betekent dat hij niet meer mag volstaan met vernietiging en alleen maar zelf in de zaak voorzien of rechtsgevolgen in stand laten als er iets bijzonders aan de hand is. Hij mag echter niet op de stoel van het bestuursorgaan gaan zitten. Daarom staat in de memorie van toelichting dat de rechter niet meer mag ingrijpen in de bevoegdheid van het bestuursorgaan dan nodig is om tot een rechtmatige uitkomst te komen. Eerst moet de rechter dus kijken of de rechtsgevolgen in stand kunnen worden gelaten en daarna mag hij dus pas zelf in de zaak voorzien, want daarbij grijpt hij meer in bij het bestuursorgaan.

Functies van het Hoger Beroep:

  • Rechtseenheidsfunctie: 1 hogere beroepsinstantie kan ervoor zorgen dat er eenheid in de jurisprudentie ontstaat.

  • Herkansingsfunctie: komt er op neer dat partijen een nieuwe kans krijgen om hun standpunten door een rechter te laten beoordelen.

  • Controlefunctie: De hoger beroepsrechter vraagt zich dan af of de rechtbank een juiste uitspraak heeft gedaan en of de procedure in eerste aanleg goed is gegaan.

Als de controlefunctie centraal staat vraagt men zich af: heeft de rechtbank een fout gemaakt? Dit past bij de retrospectieve benadering. Hierbij kun je dus niet met nieuwe gronden komen in hoger beroep. Als je de herkansingsfunctie centraal stelt, wordt er volledig beoordeeld. De goede procesorde blijft wel belangrijk hierbij. Welke benadering moet je nou kiezen? De Centrale Raad van Beroep kiest vooral voor de volledige beoordeling en de afdeling bestuursrechtspraak vooral de retrospectieve benadering.

Nieuw besluit hangende hoger beroep
Als er in hoger beroep de rechter zegt dat de rechtbank het fout heeft gedaan, dan betekent dat dat de rechtbank het besluit niet had moeten vernietigen. In de tussentijd heeft het bestuursorgaan al een nieuw besluit genomen. Dit besluit had dan achteraf helemaal niet genomen hoeven worden. In hoger beroep moet ook weer dit nieuwe besluit worden overwogen en kan ook dit weer vernietigd worden.

Brummen
In het kort weergegeven: besluit op bezwaar, vervolgens beroepschrift met grond a, b en c. De rechtbank beoordeelt de gronden en zegt dat grond a terecht is aangevoerd en vernietigt vervolgens. Grond b wordt verworpen en grond c wordt niks over gezegd. Er moet nu een nieuw besluit op bezwaar worden genomen waarin gebrek a moet worden hersteld. Gebrek b is geen gebrek en moet dus niet worden hersteld. Grond c is niks over gezegd en hier weet je dan ook niks over. In een nieuw beroep kan hij alleen nog maar beginnen over grond a en niet over grond b. Je moet om dit te voorkomen in hoger beroep gaan tegen de verwerping van grond b. Als je niet in hoger beroep gaat tegen de verwerping van grond b, kun je later niet meer over grond b beginnen. Dit is de essentie van de brummen lijn.

Hoorcollege 6

Relatie tussen het bestuursprocesrecht en de burgerlijke rechter
Burgerlijke rechter is het vangnet achter de bestuursrechtelijke rechtsbescherming.

Een bestuursorgaan kan verschillende soorten handelingen verrichten:

  • Appellabele besluiten: bijvoorbeeld: een vergunning omdat je een bedrijf wilt beginnen. Je gaat in bezwaar en daarna in beroep, komt bij de bestuursrechter en deze zegt dat de vergunning helemaal niet afgewezen had mogen worden. Na die uitspraak van de bestuursrechter is de uitspraak van de weigering van de vergunning dus onrechtmatig. Als je vervolgens schadevergoeding wilt als gevolg van deze weigering van de vergunning, dan kun je naar de bestuursrechter zelf en daar procederen. Dit is art. 8:73 Awb. De 2e mogelijkheid is dat je vervolgens wel naar de bestuursrechter gaat, maar niet art. 8:73 wil gebruiken. Art. 8:73 kun je alleen maar gebruiken als de procedure nog voortduurt. Deze 2e mogelijkheid kun je dan gebruiken bij een zelfstandig schadebesluit. Als 3e mogelijkheid kun je ook nog bij de burgerlijk rechter procederen.

Arrest Groninger/Raadgever: zegt dat je in een geval waarin het gaat om schade die je lijdt door een appellabel besluit je dan zowel naar de bestuursrechter kunt, maar dat je ook mag kiezen voor de burgerlijk rechter. Keuzevrijheid voor de rechter. Dit komt verder helemaal niet voor.

  • Niet- appellabele besluiten. Je kunt ook schade lijden bij een niet appellabel besluit. Bijvoorbeeld: je hebt een bedrijf en er komt een algemene verordening waardoor je bedrijfsuitoefening wordt bemoeilijkt. Je kunt tegen deze verordening niet in beroep en je kunt in zo’n geval niks anders doen dan naar de burgerlijke rechter gaan.

  • Ander handelen en stilzitten (feitelijke handelen, privaatrechtelijk handelen, totaal stilzitten): als je maar stelt dat het een onrechtmatige daad is of wanprestatie enz. dan kun je altijd naar de burgerlijke rechter.

Bij de appellabele besluiten is het zo dat je niet in alle gevallen naar de burgerlijke rechter kan. De Hoge Raad heeft daarom gezegd dat als je met je vordering bij de bestuursrechter terecht kan, je bij de burgerlijke rechter niet ontvankelijk bent. Op die manier slokt de burgerlijk rechter niet alles op en treedt dan terug door iemand niet ontvankelijk te verklaren. (Uitzondering in arrest Groninger/Raadgever, wel eraan denken dat je eerst wel naar de bestuursrechter moet om het besluit te laten vernietigen. Voor de schadevergoeding kun je dan vervolgens naar de burgerlijk rechter)

Schade als gevolg van een appellabel besluit
1e vraag is dan : is er dan een onrechtmatige daad?

Arrest Van Gog/Nederweert: Met de vernietiging door de bestuursrechter is de onrechtmatigheid gegeven. Ook de toerekenbaarheid van de onrechtmatige daad is aan de dader gegeven zodra het besluit vernietigd is. Het impliceert dat de overheid ook aansprakelijk is als ze er helemaal niks aan kan doen. Deze regel wordt zowel door de burgerlijk als bij de bestuursrechter toegepast.

Onrechtmatige besluiten bij herroeping
Het is heel vaak zo dat in de bezwaarschriftprocedure de burger al gelijk krijgt. Als je dan ook schadevergoeding wilt hebben, dan moet het gaan om het primaire besluit. Herroeping in bezwaar: bij het primaire besluit is onrechtmatig gehandeld indien het op rechtmatigheidsgronden is herroepen. Een primair besluit is dan dus niet automatisch onrechtmatig in dit geval. Het hangt er maar vanaf op welke gronden het wordt herroepen. Dit dus over de bezwaarschriftprocedure.

Als een besluit is vernietigd is het onrechtmatig, maar jegens wie?
Arrest Kaveka/Apeldoorn: als een besluit wordt vernietigd is het niet onrechtmatig jegens iedereen, maar alleen tegen degene die succesvol in beroep is gegaan. Het vernietigde besluit is rechtmatig jegens degene die wel in bezwaar en beroep kon gaan, maar dat niet heeft gedaan.

Beginsel van formele rechtskracht
Als iemand in beroep kon gaan of een bezwaarschrift kon indienen, maar dat niet heeft gedaan, dan kan dat later tegengeworpen worden. Als een besluit niet met succes in aangevochten is het rechtsgeldig geworden. (indien het besluit wel appellabel was) Dit kan je dan wel alleen zeggen tegen degene die ook daadwerkelijk belanghebbende was.

Uitzonderingen formele rechtskracht
De regel van de formele rechtskracht is voor het eerst heel duidelijk geformuleerd in het arrest Heesch/vd Akker. De aan de regel verbonden bezwaren kunnen door omstandigheden zo klemmend worden dat op dat beginsel een uitzondering moet worden aanvaard. Wanneer deze uitzondering dan plaats vindt, hangt af van de bijzonderheden van het gegeven geval.

Uitzondering van de erkenning
Dit is wanneer het bestuursorgaan zelf heeft erkend dat het besluit onrechtmatig was. Dan kun je later als ze over schadevergoeding beginnen de burger niet tegenwerpen dat ze maar in bezwaar of in beroep had moeten gaan, want het bestuursorgaan had dit zelf erkend (zie arrest Oedenrode/van Aarle) De erkenning moet wel gedaan zijn op een moment waarop bezwaar/beroep nog kon worden ingediend of doorgezet.

Andere uitzondering formele rechtskracht

  • Gevallen waarin de burger niet kan worden aangerekend dat hij geen bezwaar in beroep heeft ingesteld omdat dat door het bestuursorgaan kwam: arrest Heesch/van den Akker.

  • Ook is er een uitzonderingsmogelijkheid wanneer zich voordoet dat er strijd is met een fundamenteel rechtsbeginsel in de bestuursrechtelijke rechtsgang: arrest Paul/Den Haag.

Schade t.g.v feitelijk handelen voorafgaand aan het besluit
Als het besluit wel rechtmatig is, kan de feitelijke handeling onrechtmatig zijn, namelijk, als de mededeling onafhankelijk van de inhoud van het besluit onrechtmatig is, zie arrest Staat-Bolsius. Dit geldt niet wanneer de mededeling samenhangt met het beoogde besluit. Dan draagt de mededeling een onzelfstandig karakter, zie arrest Kuipers/Valkenswaard.

Belang van het nieuwe besluit na vernietiging
Bijvoorbeeld: als je een bedrijf hebt en op dat bedrijf staan containers met chemische stoffen en het bestuursorgaan keurt dit af en legt je een last onder bestuursdwang op. Je hebt intussen wel een bezwaarschrift ingediend, maar dit wordt ongegrond verklaard. Dan kom je vervolgens bij de rechter en de rechter zegt dat het besluit een fout bevat en dat de containers daar dus eigenlijk wel mochten staan. Als de rechter niet zelf in de zaak voorziet moet er een nieuw besluit op bezwaar worden genomen. Vaak blijft dit echter achterwege, want waar je mee te maken hebt is dat de containers al verwijderd zijn en de rechter heeft gezegd dat dit eigenlijk helemaal niet had gehoeven. Dit betekent dat het primaire besluit nooit meer wordt herroepen en als dit nooit meer wordt herroepen is dat een besluit met formele rechtskracht en zo’n besluit wordt geacht rechtmatig te zijn. Jij hebt echter schade geleden door dit primaire besluit, dus je moet de schade toerekenen aan het primaire besluit. Dit is toch wel heel raar en daarom wordt er in bepaalde gevallen anders op gereageerd:

Als uit de uitspraak volgt dat ook het primaire besluit rechtens niet juist was, dan moet je na de vernietiging ook kijken naar de schade en gevolgen van het primaire besluit.

Onrechtmatigheid van het primaire besluit volgens de burgerlijke rechter
Met de vernietiging van het besluit op bezwaar is niet de onrechtmatigheid van het primaire besluit gegeven. Als het primaire besluit onherroepelijk is geworden, is voor de burgerlijke rechter het uitgangpunt dat het primaire besluit rechtmatig is. Dit is dus een verschil met wat de bestuursrechter doet! Arrest Bouwvergunning verpleeghuis Pniel. De burgerlijke rechter hanteert de formele rechtskracht dus veel strikter.

Causaal verband
Op grond van het burgerlijk recht om van aansprakelijkheid te kunnen spreken moet er ook een causaal verband zijn tussen de gestelde schade en de onrechtmatige daad. Heeft het bestuursorgaan op het moment waarop het onrechtmatige besluit werd genomen een rechtmatig besluit kunnen nemen met dezelfde gevolgen? Arrest Doorsteek Lange Raarberg Meerssen: Het causaal verband ontbreekt wanneer indien ten tijde van het nemen van het rechtens onjuiste besluit een rechtmatig besluit zou hebben kunnen worden genomen, dat naar aard en omvang eenzelfde schade tot gevolg zou hebben gehad. De bewijslasten hiervan moeten bij het bestuursorgaan worden gelegd.

Relativiteit
Arrest Duwbak Linda: Geen bescherming voor een in beginsel onbeperkte groep van derden tegen de vermogensschade die op een vooraf veelal niet te voorziene wijze kan ontstaan. Juist een tegenovergesteld arrest is Vie d’Or. Je moet dus elke zaak apart bekijken.

 

 

Access: 
Public

Image

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1016