HC 24 november 2015
Onderzoeksmethoden
Mook, Hoofdstuk 11 en 12
Overzicht
I. Validiteit van onderzoek
Voorbeeld: quasi-experimenteel onderzoek
Statistische validiteit, interne validiteit en construct validiteit
II. Externe validiteit en replicatie
H11
Case: Je date meenemen op een spannende date, adrenaline, misplaatste emoties
Experimenteel onderzoek
Onafhankelijke variabele – manipulatie Afhankelijke variabele – data
Ene helft bang maken
Andere helft niet
Quasi-experimenteel onderzoek
Onafhankelijke variabele – selectie Afhankelijke variabele – data
Bange mensen selecteren
Minder bange mensen selecteren
Soms zijn manipulaties niet mogelijk/wenselijk
Onethisch bv. invloed van roken op gezondheid
Onpraktisch bv. invloed van sesamstraat kijken op taalontwikkeling
Onnatuurlijk bv. invloed van uitstelgedrag op leerprestaties
Kijken naar natuurlijke manipulatie – quasi-experimenteel onderzoek
Artikel “Some evidence for heightened sexual attraction under conditions of high enxiety”
Helft angst (selectie) invloed op aantrekking (variatie)
Non-equivalent control group design
Groepen zijn niet perfect gelijk
Het zijn natuurlijke groepen
Daarom non-equivalent
Vragenlijst invullen op hoge brug (hoge angst) en lage brug (lage angst)
Aantrekking van (mannelijke) proefpersonen op (vrouwelijke) proefleider
Proefpersonen beschrijvingen geven van plaatjes, beoordelaar beoordeeld aantal ‘seksuele’ woorden in de omschrijving – hogere aantrekking
Proefleider geeft telefoonnummer (voor als proefpersonen nog vragen hebben)
Verwachting: hoge brug belt vaker terug dan lage brug
Statistische validiteit
H12 Verschillende validiteiten van een onderzoek
Laagste vorm van validiteit is statistische validiteit
Is er een significant verschil/effect ?
Interne validiteit
Is het effect causaal (geen oncounfds)?
Constructvaliditeit
Zegt het effect iets over de achterliggende constructen?
Externe validiteit
Kunnen we het effect generaliseren?
Toepasbaar op de ‘echte’ wereld
Validiteit & Case/onderzoek
IV. Statistische validiteit
Resultaten onderzoek
Significant effect: hoge brug belt vaker terug dan lage brug
Statistische validiteit is in orde
III. Interne validiteit
Zijn mannen op de hangbrug wel hetzelfde als de mannen op de lage brug
Bv. hoge brug veel stoere mannen/toeristen en lage brug bange mannen/local’s (praktische brug)
Je kan niet uitsluiten dat de mensen op de verschillende bruggen op allemaal externe variabelen variëren
Interne validiteit niet helemaal in orde er blijft een alternatieve verklaring voor de resultaten
Bedreigingen bij écht experiment
Geen random groepen (ipv random groepen)
Manipulatie beïnvloedt meerdere variabelen (ipv 1 variabele)
(Systematische) proefpersoon uitval
Bij quasi-experiment voldoen aan minimaal drie regels voor causaliteit
Correlatie: er moet een verschil zijn tussen de twee groepen (statistische validiteit)
Oorzaak eerder dan gevolg: temperal precedence (causaal verband kan niet terug in de tijd gaan)
Geen third variables
Aantonen door
Longitudinaal design (verband door de tijd heen)
Voorbeeld agressie op tv en geweld in de klas over tijd
Richting van het verband
Corrigeren en toetsen voor third variables
Toetsen
Verband tussen totale duur pauze en gedragsproblemen
Binnen elke groep kijken (bv. arme, middel en rijke scholen) – bij verband in ieder geval 1 derde variabele uitgesloten
Regressie analyse: statistische techniek om dit te doen – corrigeren voor meerdere variabelen
Corrigeren
Uitsluiten van derde variabele
Theorie en predictie
Bijv. verband tussen roken en longkanker
Alternatieve verklaringen: bijv. mensen met stress gaan eerder roken, stress kan ook longkanker veroorzaken etc.
Theorie: kijken naar het proces wat achter het causale verband schuil gaat
Voorspellingen die volgen op de theorie
Voorspellingen toetsen – hierdoor hypothesen (/alternatieve verklaringen) uitsluiten
II. Constructvaliditeit
Zegt het effect iets over de achterliggende variabele?
In het voorbeeld: zegt het opbellen echt iets over aantrekking of is het dat angst een positief effect heeft op het geheugen
I. Externe validiteit
Voorbeeld
Between-subject design
“bewust/onbewust kiezen voor de beste auto met neppe autonamen”
Bewuste conditie – bewust nadenken en onbewuste conditie – taakje doen
Resultaten: onbewust nadenken conditie kozen de beste auto
Generalisatie
Is dit toepasbaar op het dagelijks leven?
In welke mate is een experimenteel effect generaliseerbaar naar:
Andere afhankelijke variabelen
Andere populaties
Andere onafhankelijke variabelen
Andere situaties
Generalisatie model
Alle operationalisaties, settings, metingen en proefpersonen moeten representatief zijn voor een bepaalde populatie
Altijd bij frequency claims – hoe vaak iets voorkomt
Altijd in culturele psychologie – geeft het het ware verschil tussen twee culturen weer (steekproef Aziaten moeten echt representatief zijn voor de Aziaten)
Soms bij causale verbanden – effectiviteit therapie en marketing
Generaliseerbaarheid gaat verder dan alleen de populatie!!
Theoretisch model
Toets associaties en causale verbanden met het doel een bewijs voor een theorie te vinden
Interne validiteit belangrijker dan externe validiteit
“Dit causale verband kán zich voordoen”
Externe validiteit onderzoeken: replicatie
Directe replicatie
Een onderzoek wordt in exact dezelfde onderzoekssettings gerepliceerd
Toevallige resultaten detecteren
Richt zich niet direct op generaliseerbaarheid en externe validiteit
Systematische replicatie
Een aspect uit onderzoekssetting wordt veranderd
Indicatie voor externe validiteit van het effect
Conceptuele replicatie
Toets dezelfde onderzoeksvraag maar in een geheel nieuwe setting
Sterk bewijs voor externe validiteit van het effect
Je test eigenlijk alleen de onderzoeksvraag, maar in een geheel nieuwe setting
HC 26 november 2015
Mook Hoofdstuk 13 en 14
Significantie
Statistisch significante resultaten worden vaak geassocieerd met ‘goede onderzoekers’ en ‘gelukte experimenten’.
Rosenthal zegt: “In wetenschappelijke tijdschriften hebben 5% van de studies een type-I fout”.
Opbouw
Wetenschappelijke integriteit
Problemen met de p-waarde
Ethiek
1. Wetenschappelijke integriteit
File drawer problem
Onderzoekers doen niks met een niet-significant resultaat. Deze resultaten worden ‘in de la’ weggestopt. Als er wel een significant effect wordt gevonden wordt deze ineens wel gepubliceerd. Het ‘ware’ effect betreffende een bepaald onderwerp is dus anders dan het effect dat je leest in de literatuur.
Kijk in de literatuur, zoek alle artikelen met hetzelfde onderwerp (bijv. risicogedrag tussen mannen en vrouwen) en zoek van elke studie de effect-size. Zet deze uit in een funnelplot.
Funnelplot: op de x-as staat de grote van de steekproef en op de y-as de effect-size. Opvallend is dat kleine studies meer spreiding hebben, wat inhoudt dat de effect-sizes van kleine studies ver uit elkaar liggen. Dit komt omdat kleinere studies een grotere onzekerheid hebben. De standaard afwijking in kleine studies is groter.
In de funnelplot wordt ook het gewogen gemiddelde gegeven. Het gemiddelde van de resultaten van alle studies. Hierbij worden grote studies zwaarder meegewogen.
De stippellijn in de funnelplot is de 0-lijn, wat betekent dat er geen effect is.
De bovenste rode lijn is de bovengrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval van het gewogen gemiddelde. De onderste lijn is de onderste grens.
Alles tussen deze twee lijnen is níet significant. Alles boven de lijnen is wél significant.
Publication bias: er worden weinig kleine studies gepubliceerd die geen significant effect vinden. Een andere vorm van publication bias is, wanneer er een tegengesteld significant effect wordt gevonden, dit niet wordt gepubliceerd (bijv. normaal vertonen mannen meer risicogedrag, maar in jouw studie vertonen vrouwen significant meer risicogedrag).
Vaak worden deze effecten veroorzaakt door steekproeffluctuaties.
Je verwacht in je funnelplot punten symmetrisch om het gemiddelde. Wanneer dit niet zo is, is er sprake van publication bias.
Data dredging
Onderzoekers gaan ‘graven’ naar een effect.
Bijvoorbeeld een onderzoek naar pre-cognition (negen studies naar of mensen in de toekomst kunnen kijken, waarbij een significant effect werd gevonden!).
Het onderzoek: De proefpersoon ziet op zijn computerscherm 2 gordijnen. Achter 1 van de gordijnen zit een plaatje. Er zijn verschillende soorten plaatjes (bijv. romantische of negatieve) in verschillende impact versies (hoog/laag).
De proefpersoon moet het gordijn aanwijzen waarvan hij denkt dat er een plaatje achter zit.
Je verwacht dat mensen het in 50% goed doen (gebaseerd op gokkans). Bij erotische plaatjes werd er echter een significant effect gevonden (53.1%).Je hebt 5% kans (0.05) om de 0- hypothese ten onrechte te verwerpen (type-I fout). Bij 8 testmogelijkheden (zoals in het pre-cognition onderzoek) is dat
8x0.05 = 0.4 = 40%. Hierdoor is de kans dus erg groot op een type-I fout!!
Het op zoek gaan naar toevallige resultaten wordt kanskapitalisatie genoemd.
Toevals-effect vergroten:
Je doet eerst je geplande analyse
Effect of geen effect
Bij geen effect kies je een andere variabele
Effect of geen effect
Bij geen effect: verwerpen van wat proefpersonen
Effect of geen effect
Weer terug naar a of b
Effect of geen effect
Bij geen effect: nog meer proefpersonen eruit gooien
Effect of geen effect
Bij geen effect extra proefpersonen toevoegen
Bij wel een effect (op elk niveau, a t/m f) wordt het effect gepubliceerd.
DOE HET DUS NIET ZO!
HARK-ing
Hypothesizing After the Results are Known
Geen specifieke hypothese maar zoeken in de data. De hypothese wordt achteraf pas bedacht. Dit is exploratief onderzoek.
Dit moet je conformeren/toetsen in een confirmatief onderzoek.
Exploratief onderzoek mag je niet ‘verkopen’ als confirmatief onderzoek.Kruisvalidatie: het gebruiken van een nieuwe vergelijkbare dataset (en doe hier een confirmatief onderzoek mee) of hak je data in tweeën (kijk exploratief in de ene helft, en confirmatief in de andere helft)
Kanskapitalisatie: in sommige gevallen móet je meerdere tests doen (bijv. in de geneeskunde bij de mortality rate of bij genome wide association studies) of is kruisvalidatie praktisch onmogelijk.
Dus: exploratief onderzoek moet altijd gevolgd worden door een confirmatief onderzoek!!Corrigeren voor kanskapitalistatie door het toepassen van de Bonferroni-correctie.
Het significantie-niveau delen door het aantal tests. Hierdoor krijg je het significantie-niveau dat je per test moet nemen. Bijvoorbeeld: 0.05 delen door 8 (de acht plaatjes in het pre-cognition voorbeeld) = significantie niveau van 0.006. Met deze correctie zou er dus géén significant effect zijn gevonden.
Fraude
Diederick Stapel: data verzinnen in overeenstemming met de hypothese. Viel door de mand dat de betrouwbaarheid van de vragenlijst negatief was. Normaal is de betrouwbaarheid áltijd positief.
Jens Förster: de resultaten waren zéér onwaarschijnlijk. Maar men is er nog steeds niet achter wat hij heeft gedaan.
Je verwacht nooit perfect lineaire lijnen in een onderzoek. Dit wordt veroorzaakt door steekproeffluctuatie. Bij Jens werden er nagenoeg perfect lineaire verbanden gevonden.
2. Problemen met de p-waarde
Nulhypothese-toetsing (bijv. t-toets, ANOVA etc.)
Problemen bij nulhypothese toetsing:
Statistische significantie is géén praktische significantie.
Bij grote samples wordt er bij elk heel klein verschilletje wel een significant effect gevonden. (Bijv. bij volle maan worden meer misdaden gepleegd. Met een zeer grote steekproef wordt er een significant effect gevonden, dit is natuurlijk onzin).
Significantieniveau is arbitrair
Definitie arbitrair: bepaald door willekeur
Bijv. p = 0.049 of p = 0.051
Er is geen enkele reden waarom we p = 0.05 als grens zouden gebruiken.
Niet intuïtief
Onderzoekers spreken over ‘bewijs voor Ha’ en ‘de kans dat H0 waar is’.
Máár de p-waarde is “de kans op de data of extremere data gegeven dat H0 waar is”!!!!
3. Ethiek
Top 6 onethische experimenten in de psychologie
6. Asch-experiment
5. The Monster Study: bij kinderen, goed of slecht commentaar geven aan kinderen
Stanford Prison Experiment: Gevangenen vs. bewakers – mensen verloren zich in hun rol
3. The monkey drug trials: aapjes geleerd hoe ze zichzelf drugs moeten toedienen. Aapjedraaiden helemaal door.
Landis’ Facial Expressions Experiment: mensen moesten nare dingen doen waar werd gekeken naar hun gezichtsuitdrukking (in bakken kikkers graaien en een rat onthoofden).
Millgram Experiment
Ethiek mensen
De volgende regels gelden:
Informed conscent: deceptie met minimaal risico
Debriefing: achteraf uitleg over de manipulaties
Altijd mogen stoppen
Anonimiteit
De ethische commissie
Hier wordt toestemming gevraagd of je een bepaald onderzoek mag doen.
Zij doen een risico/baten analyse (wetenschappelijke relevantie vs. tijdelijk ongemak)
Voor dieren ethiek is een speciale commissie
- 1 of 2153
- next ›
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution