Hoorcollege blok 1 Inleiding Europees Recht

Hoorcollege 

Vijf delen: 

  • Intro: recht en politiek 

  • De Gemeenschappen (1950-1989) 

  • De Unie (1989/1993-heden) 

  • State of the Art na 12 crisisjaren 

  • Conclusie 

[note: de afbeeldingen uit het college zijn door de WorldSupporter redactie verwijderd wegens vermoedelijke inbreuk op het auteursrecht] 

Intro: 

  • Er zijn regels (positief recht), maar: 

  1. Regels zijn wel ontstaan --> eerst waren die er niet, wat zit daarachter? (motieven, conflicten, compromissen) 

  1. Elke wet kan worden gewijzigd (of verdwijnen) 

  • Dus recht is ook weerslag van politiek en geschiedenis 

Twee soorten activiteiten: 

  1. Regels instellingen, wijzingen --> Politiek (wetgever) 

  1. Regels uitvoeren, handhaven, interpreteren --> ambtenarij & rechterlijke macht 

  • Dus regelmakers vs. Regeltoepassers 

  • Belangrijke nuance: en gezaghebbende interpretatie kan regels soms wijzigen. IN het Europees recht is het EU-Hof in Luxemburg ook regel-maker 

Grootste deel gaat het over de toepassing en interpretatie van het recht: rechtsorde, rechtsbronnen, rechtsbescherming. 

Het Europees recht probeert de krachten en verhoudingen tussen de Europese staten een vorm te geven. Duitsland en Frankrijk voorop en te zorgen dat die staten hun burgers beschermen. 
Kortom: Europees recht = antwoord op Europa's politieke geschiedenis en gestalte geven aan Europese politiek 

_______________________________________________________________De Gemeenschappen (1950-1989): 

  1. De stichting 

  1. Verdrag en instelling 

  1. Europa als markt 

De stichting: 

  • Eeuwenlange conflicten 

  • 1871: Duitsland één rijk, hierdoor machtsevenwicht tussen Engeland, Frankrijk, etc. Niet meer houdbaar en daardoor twee wereldoorlogen 

  • Na eerste wereldoorlog als geprobeerd om verhoudingen tussen staten te crieëen, zoals Volkenbond. Maar dit leidde tot niets 

  • Na 1945: gingen ze het anders doen. Twee projecten: 

  1. 19 september: 1946Winston Churchill in Zürich. Hij houdt een pleidooi voor een Verenigde Staten van Europa.  
    Hierdoor uitmondde dit twee jaar laten tot het Europa Congres van Den Haag (7-11 mei 1948). Dit Congres mondde uit tot de Raad van Europa (1949). 

  1. De Schuman-verklaring van 9 mei 1950. Verklaring bedacht door: Jean Monnet. Appel: 9 mei 1950: Schuman in Parijs. Schuman roept namens de Franse regering de Europese landen, in het bijzondere Duitsland, op om zich te voegen tot een organisatie van Kolen en Staal. Hij wilde met iets kleins beginnen, maar dit radicaal doen. De soevereiniteit van Kolen en Staal werden overgedragen aan een Europees orgaan en dus een beleid kon maken over de landen. Dit was erg speciaal! De kern was om de productie van Kolen en staal onder de leiding van een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit te plaatsen. Twee belangrijke argumenten: 
    1. Het voorkomen van oorlog 
    2. Het stimuleren van economische groei in Europa 
    Eerst had Schuman in het geheim een boodschap gestuurd naar Bondskanselier in West-Duitsland: Konrad Adenauer. Hij was erg enthousiast voor het jonge Duitsland om weer mee te doen met de grote landen. Hij vond dat Frankrijk en Duitsland buren zijn en dus samen politiek moeten bedrijven. 
    Franse uitnodiging, Duits ja-woord, deelname Nederland, België, Luxemburg, Italië en Britse afhoudendheid. Dit leidt tot: Verdrag van Parijs van 18 april 1951 tot de oprichting van de Gemeenschap voor Kolen en Staal

Verdrag en instellingen: 

  • Gemeenschap betekent breuk met bestaand internationaal recht vanwege: 

  1. Het verdrag. Recht als middel voor politiek doel. In het verdrag werd veel hoop gezet 

  1. Instellingen, deels los van nationale regeringen: 
    - Commissie (was Hoge Autoriteit, bestaande uit 9 mensen die onafhankelijk moesten besluiten) 
    - Raad van ministers 
    - Parlement (aanvankelijk Vergadering, alleen adviserend) 
    - Hof van Justitie 

  • Verdrag van Parijs (1951): Europese Kolen en Staalgemeenschap 

  • Verdrag van Parijs (1952): Europese Defensiegemeenschap (strandt in Franse Assemblée nationale (1954). Aanleiding voor dit verdrag was de oorlog in Korea 

  • Verdragen van Rome (25 maart 1957): Europese Economische Gemeenschap en Euratom. NL had initiatief met België en Luxemburg al gestart. NL wilde graag zaken doen in Europa. Verdragen want twee verdragen. 
    EEG had enerzijds als ambitie om een gemeenschappelijke markt te vormen en anderzijds om sectoraal beleidsgebieden in te stellen. 

Europa als markt: 

  • Economische integratie: vanaf 1957. Niet ‘hoge politiek’ --> veiligheid. Maar ‘lage politiek’ --> economie. 

  • Twee aanjagers: 
    Jan Willen Beyen: Nederlandse minister, hij probeerde telkens ideeën door te zetten voor Europa. Herlancering van de Europese integratie 
    Paul-Henri Spaak: Meester van de Belgische compromissen 

  • Twee fases in de ontwikkeling van Europese markt: 

  1. 1e fase (1958-1985) --> Gemeenschappelijke markt & sectoraal beleid: 
    - Douane-unie 
    - Vier vrijheden 
    - Handelspolitiek 
    - Mededingingsbeleid 
    - Landbouw- en visserijbeleid 

  1. 2e fase (1985-1992) --> Interne markt & idem 
    Europese akte (1986), hierin werd bepaald dat de twaalf lidstaten om Europa in 1992 een Europa zonder grens te maken 
    - Cohesiefondsen 

  • Intrinsieke dynamiek van markt: aanpalende beleidsterreinen, milieu- en regiobeleid, personenverkeer, etc. Van het een komt het ander --> spill-over. 

  • Rol van Hof van Justitie. Jurisprudentie helpt de bouw van de markt, bijvoorbeeld Cassis de Dijon-arrest waarin een zwarte bessen likeur onterecht werd verboden op de Duitse markt  

  • Sfeer: mix van hoge roeping & bureaucratie 

  • Dempen van nationalisme en politieke passies 

  • Tegelijk uiterst technische regulering in onzichtbaarheid en anonimiteit, Europa = saai 

  • Regelfabriek 

  • Er kwam ook tegenspraak: Charles de Gaulle (1958-1969). Hij geloofde niet in Brussel. Het geloofde in Europa van de staten. Blokkeert supranationale doorgroei 
    Ook was er Margaret Thatcher (1979-1990). Voorstander van interne markt. Eurosceptisch manifest 

  • Kortom, periode 1952-1989: met zes, toen negen, toen tien, toen twaalf lidstaten die werkten aan het bouwen van één markt, onder Amerikaanse bescherming tijdens de Koude Oorlog 

De Unie (1989-heden): 

  • 9 november 1989: de val van de Berlijnse Muur 

  • Blijdschap en zorgen. Duitsland is vrij, maar wordt nu wel weer groot en gaat er dan niet weer een wereldoorlog beginnen 

  • Wat met Oost-Europa na val Sovjet-Unie? Gaan de Amerikanen vertrekken? Welke plaats voor de Gemeenschap? 

_______________________________________________________________De Unie: 

  1. De stichting 

  1. De verdragen 

  1. De instellingen 

  1. De uitbreidingen 

De stichting: 

  • Na de muur: kantelperiode 1989-1993 

  • Twee grote antwoorden: 
    - Oprichting Europese Unie, inclusief één munt (Verdrag van Maastricht, in werking 1 november 1993) 
    - Uitbreiding Unie met Centraal- en Oost-Europa (besloten met principebesluit in Kopenhagen, juni 1993) 

  • Hoofdrolspelers:  
    Helmut Kohl, Duitse eenheid. Hij lanceert in de Bondsdag (28 november 1989) het tienpuntenplan. Met uiteindelijk een Duitse hereniging 
    François Mitterrand, Europese inbedding. Hij probeerde door deze veranderingen Franse ideeën te implementeren, namelijk een munt. Hij maakte daarom een deal met Kohl die tot stand komt op de Europese Raad (8-9 december 1989).  
    De Euro werd dus eigenlijk een antwoord op het antwoord van de val van de muur. 
    Jacques Delors, oud-minister van Mitterrand. Hij ging te ver met de ideeën over Europa.  
    Margaret Thatcher, wilde juist minder doen. Zij wilde de beweging van de Duitse eenheid tegenhouden 

  • Top van Maastricht (9-10 december 1991), voorzitterschap Nederland 
    - Oprichting Europese Unie 
    - Vernieuwing Europese Gemeenschap 
    7 februari 1992: ondertekend door ministers Buitenlandse Zaken en financiën door alle lidstaten. Nu pas formeel verdrag en dus belangrijkste datum 
    - 1 november 1993: inwerkingtreding (na twaalf nationale ratificaties) 
    - Het verdrag van Maastricht is zowel een wijzigingsverdrag (bestaande verdrag Europese Economische Gemeenschap wijzigde in Europese Gemeenschap) als een oprichtingsverdrag (van de Unie). De Unie en de Gemeenschap bestonden juridisch naast elkaar en dit duurde tot 1 december 2009 (Verdrag van Lissabon, dan Europese Unie) 

  • Enkele hoofdpunten:  
    - Economische en Monetaire Unie 
    - Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid 
    - Justitie en Binnenlandse zaken 
    - Nieuwe beleidsterreinen: cultuur, gezondheidszorg, toerisme, burgerschap van de Unie 

Na verdrag van Maastricht, verfijning instellingen beleid: 

  • Wijzigingsverdrag van Amsterdam (1997) 

  • Wijzigingsverdrag van Nice (2001) 

  • Verdrag tot instelling van de Europese Grondwet (2004). Niet in werking getreden  

  • Wijzigingsverdrag van Lissabon (2007). Het verdrag van Lissabon (2007) nam het grootste deel van de inhoudelijke bepalingen over van de vorige verdragen, met als doel om Uniewetgeving en het functioneren van de Unie overzichtelijker te maken. 
    1. De pijlerstructuur werd afgeschaft: de EG werd opgenomen in de Europese Unie. Euratom bleef nog wel een aparte organisatie.  De pijlerstructuur is: In 1991 sloten de lidstaten het Verdrag van Maastricht. Daarmee ontstond de Europese Unie (EU), een vierde organisatie die de andere drie (EGKS, EEG, Euratom) overkoepelde. Er werd een pijlerstructuur geïntroduceerd: 
    1) pijler 1: de Europese Gemeenschappen (EGKS, EEG, Euratom); 
    2) pijler 2: het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid; en 
    3) pijler 3: samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. 

De reden dat de verschillende pijlers in het leven werden geroepen, is dat de lidstaten nog terughoudend waren met betrekking tot het overdragen van te veel macht op de gebieden van de 2e en de 3e pijler. Hier bleef de beslissingsbevoegdheid intergouvernementeel, terwijl in de 1e pijler de EU-instellingen meer bevoegdheden kregen. Inwerking getreden in 2009. Gemeenschapsverdrag wordt Werkingsverdrag (VWEU), Europese Raad krijgt vaste voorzitter en wordt instelling 2. EU kreeg door dit verdrag het Handvest van de Grondrechten van de EU bindende kracht (art. 6 VEU). 
3. Bovendien kreeg de Europese Unie pas op dit moment expliciete rechtspersoonlijkheid (art. 47 VEU), maar het had echter al de facto rechtspersoonlijkheid: zo was de Unie reeds partij geworden bij meerdere internationale verdragen. 
4. De medebeslissings- of codecisieprocedure is de gewoone wetgevingsprocedure geworden. Deze procedure houdt in dat zowel de het Europees Parlement als de Raad van Ministers een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces. Bovendien hebben beide instellingen de mogelijkheid om een voorstel aan te passen. (De andere procedures zijn een bijzondere wetgevingsprocedure die per verdragsartikel nader wordt uitgewerkt). Daardoor kreeg het Europees Parlement meer bevoegdheden op een aantal terreinen, bijvoorbeeld asielbeleid, landbouwuitgaven, structuurfondsen, vervoersbeleid, een deel van de samenwerking op het gebied van justitie en politie, handel, waar het Europees Parlement nu medewetgever, samen met de Raad van Ministers is. 
5. Versterking buitenlands beleid van de EU door: 
a. de instelling van een vaste voorzitter van de Europese Raad (die een instelling wordt); 
b. de nieuwe functie van gecombineerde Hoge Vertegenwoordiger / vicevoorzitter 
Commissie voor het buitenlandbeleid en vaste voorzitter van de Raad Buitenlandse Zaken; 
c. de oprichting van EDEO. 

Regelmakers uit de gemeenschap blijven: 

  • Commissie 

  • Raad 

  • Parlement 

  • Hof van Justitie 

Krijgen een nadrukkelijke rol in de Unie: 

  • Parlement (vertegenwoordiging burgers) 

  • Europese Raad (hoogste politieke gezag) 

Door de euro ook de ECB 

Stichters Gemeenschappen 1951/1957: ‘de Zes’ (Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Nederland, Luxemburg). Toetreders tot de Gemeenschap: 

  • 1973: VK, Denemarken, Ierland 

  • 1981: Griekenland 

  • 1986: Portugal en Spanje 

Stichters van de Unie 1992: ‘de Twaalf’. Toetreders tot de Unie: 

  • 1995: Oostenrijk, Finland, Zweden (drie landen die neutraal waren in Koude Oorlog) 

  • 2004: Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta 

  • 2007: Roemenië en Bulgarije 

  • 2013: Kroatië 

  • 2020: minus VK 

  • Kandidaten: Turkije, Noord-Macedonië, Montenegro, Albanië en Servië 

  • Wachtkamer: Bosnië-Herzegovina, Kosovo 

_______________________________________________________________State of the art na 12 crisisjaren: 

  • Twaalf crisisjaren (2008-2020) 

  • Vijf grote crises: 
    - Bankencrisis & eurocrisis (2008-2012) 
    - Conflict met Rusland over Oekraïne (2014-2015) 
    - Vluchtelingencrisis (2015-2016) 
    - Brexit (2016-2020) 
    - Covid-pandemie (2020-…) 

Institutionele gevolgen: 

  • Sommige voorspelden de instorting van de EU voorspelde, maar EU stortte niet in 

  • Geen grote Verdragswijzigingen: Verdrag van Lissabon houdt stand 

  • Wel ad-hoc reddingsoperaties en –instellingen. Tijdens de Eurocrisis was er bijvoorbeeld de Stabiliteitsmechanisme (ESM) en ECB-acties opgericht. En tijdens de migratiecrisis bijvoorbeeld grens- en kustwacht  

  • Europese Raad bevestigd als hoogste gezag en crisismanager 

Wel politieke gevolgen: 

  • Verschuiving van regelpolitiek naar gebeurtenissenpolitiek --> niet langer economische normen en marktregels centraal, maar snelle vaak controversiële besluiten, over munt, grens en macht 

  • Publieke opinie: meer kritische stemmen tegen beleid en inrichting EU en daardoor spanningen binnen de EU: Noord (gedwongen voelde het Zuiden te helpen)/Zuid (te veel bezuinigingen door Brussel), Oost/West (bijvoorbeeld bij migratiecrisis) 

  • Maar ook groeiend besef van betekenis EU-lidmaatschap bij politieke leiding en kiezers (bv hogere opkomst Europese Parlementsverkiezingen 2019, Nexit-motie) 

Plannen van toekomst EU: 

  • Klimaatdoelen 

  • Digitale economie 

  • Geopolitieke Commissie 

  • Conferentie over de Toekomst van de Unie 

  • Crises van toekomst EU: 
    - Rechtsstaat Hongarije en Polen (art. 7 VEU) 
    - Afronding Brexit 
    - Managen van de pandemie (volksgezondheid, grensverkeer, economische crisis) 

_______________________________________________________________Conclusies: 

Verschil Gemeenschap en Unie: 

  • Gemeenschap --> Europa als markt 
    Unie --> Europa (ook) munt, grens en macht 

  • Gemeenschap --> economie 
    Unie --> (ook) veiligheid 

  • Gemeenschap --> geduldig regels maken op basis Verdrag 
    Unie (ook) gezamenlijk, snel handelen: crises met buitenland, met munt (eurocrisis), aan grens (migratiecrisis) 

  • Gemeenschap --> Brussel, technocratie, saai. Wie staan centraal: ambtenaren, experts, stakeholders 
    Unie --> publiek wordt wakker. Wie staan centraal: kiezers, belastingbetalers, burgers 

Het recht is dus positief recht (kijk intro) maar het recht heeft een oorsprong en geschiedenis en kan in de toekomst weer veranderen (door bijvoorbeeld crises in de toekomst). Deze veranderlijkheid heeft een deel uit de oorsprong in de politieke verhoudingen tussen de Europese Staten met Frankrijk en Duitsland voorop. Unierecht (regels) is dus een weerslag van strijd, conflicten en dus compromissen. 

Unierecht is een dimensie (element) van het nationale recht geworden: 

  • Europees recht heeft zich mettertijd ontwikkeld van een afgesloten, autonoom puur economisch gebied tot een dimensie van vrijwel al het nationale recht. Vroeger had het Europese recht dus geen inspraak in het nationale recht en puur gericht op de markt 

  • Bijvoorbeeld heeft het Europees recht de volgende rechtsgebieden beïnvloed: milieurecht, familierecht, strafrecht, staatsrecht 

3 data: 

  • 9 mei 1950 (Schuman-verklaring) 

  • 25 maart 1957 (ondertekening Verdrag van Rome) 

  • 9 november 1989 (val van Berlijnse Muur) 

7 instellingen (art. 13 VEU): 

  • Parlement 

  • Europese Raad 

  • Raad 

  • Commissie 

  • Hof van Justitie 

  • Europese Centrale Bank 

  • De Rekenkamer 

10 verdragen (8 gelukte, 2 mislukte): 

  • Verdrag van Parijs --> EGKS 

  • Verdrag van Parijs --> EDG (mislukt) 

  • Verdrag van Rome & Verdrag van Rome (dus twee) --> EEG & Euratom 

  • Single Act --> wijziging EEG 

  • Verdrag van Maastricht --> EU & Wijziging naar EG 

  • Verdrag van Amsterdam --> Wijziging EU & EG 

  • Verdrag van Nice --> Wijziging EU & EG 

  • Grondwetsverdrag --> Grondwetsverdrag (mislukt) 

  • Verdrag van Lissabon --> Wijziging naar EU & VWEU 

13 Europese politici: 

  • Churchill --> 19 september: 1946: Winston Churchill in Zürich. Hij houdt een pleidooi voor een Verenigde Staten van Europa.  
    Hierdoor uitmondde dit twee jaar laten tot het Europa Congres van Den Haag (7-11 mei 1948). Dit Congres mondde uit tot de Raad van Europa (1949). 

  • Monnet --> De Schuman-verklaring van 9 mei 1950. Verklaring bedacht door: Jean Monnet. 

  • Schuman -> De Schuman-verklaring van 9 mei 1950. Verklaring bedacht door: Jean Monnet. Appel: 9 mei 1950: Schuman in Parijs. Schuman roept namens de Franse regering de Europese landen, in het bijzondere Duitsland, op om zich te voegen tot een organisatie van Kolen en Staal. Hij wilde met iets kleins beginnen, maar dit radicaal doen. De soevereiniteit van Kolen en Staal werden gebundeld. Eerst had Schuman in het geheim een boodschap gestuurd naar Bondskanselier in West-Duitsland: Konrad Adenauer. Hij was erg enthousiast voor het jonge Duitsland om weer mee te doen met de grote landen. Hij vond dat Frankrijk en Duitsland buren zijn en dus samen politiek moeten bedrijven. 

  • Adenauer --> De Schuman-verklaring van 9 mei 1950. Verklaring bedacht door: Jean Monnet. Appel: 9 mei 1950: Schuman in Parijs. Schuman roept namens de Franse regering de Europese landen, in het bijzondere Duitsland, op om zich te voegen tot een organisatie van Kolen en Staal. Hij wilde met iets kleins beginnen, maar dit radicaal doen. De soevereiniteit van Kolen en Staal werden gebundeld. Eerst had Schuman in het geheim een boodschap gestuurd naar Bondskanselier in West-Duitsland: Konrad Adenauer. Hij was erg enthousiast voor het jonge Duitsland om weer mee te doen met de grote landen. Hij vond dat Frankrijk en Duitsland buren zijn en dus samen politiek moeten bedrijven. 

  • Spaak --> Meester van de Belgische compromissen 

  • Beyen --> Nederlandse minister, hij probeerde telkens ideeën door te zetten voor Europa. Herlancering van de Europese integratie 

  • De Gaulle --> Hij geloofde niet in Brussel. Het geloofde in Europa van de staten. Blokkeert supranationale doorgroei 

  • Kohl --> Hij lanceert in de Bondsdag (28 november 1989) het tienpuntenplan. Met uiteindelijk een Duitse hereniging 

  • Mitterrand --> Hij probeerde door deze veranderingen Franse ideeën te implementeren, namelijk een munt. Hij maakte daarom een deal met Kohl die tot stand komt op de Europese Raad (8-9 december 1989).  
    De Euro werd dus eigenlijk een antwoord op het antwoord van de val van de muur. 

  • Delors --> oud-minister van Mitterrand. Hij ging te ver met de ideeën over Europa.  

  • Thatcher --> Ook was er Margaret Thatcher (1979-1990). Voorstander van interne markt. Eurosceptisch manifest 

  • Merkel --> 

  • Johnson --> 

27 lidstaten: 

  • 1951/1957: ‘de Zes’ (Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Nederland, Luxemburg 

  • 1973: VK, Denemarken, Ierland 

  • 1981: Griekenland 

  • 1986: Portugal en Spanje 

  • 1995: Oostenrijk, Finland, Zweden (drie landen die neutraal waren in Koude Oorlog) 

  • 2004: Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland, Litouwen, Cyprus en Malta 

  • 2007: Roemenië en Bulgarije 

  • 2013: Kroatië 

  • 2020: minus VK 

  • (Kandidaten: Turkije, Noord-Macedonië, Montenegro, Albanië en Servië) 

  • (Wachtkamer: Bosnië-Herzegovina, Kosovo) 

De Raad van Europa: 

  • De Raad van Europa werd sterk beïnvloed door de Tweede Wereldoorlog en Koude Oorlog die ze wilde voorkomen om nog een keer te laten gebeuren 

  • EHRM, Staatsburg 

  • 5 mei 1949 congres van Europa waarin regeringsleiders, premiers, ministers, etc die samen in de Ridderzaal samenkwamen om samen te werken. Dit werd militair (NAVO), economisch (EGKS), maar ook Raad van Europa 

  • De Raad van Europa wilde gezamenlijk mensenrechten, democratie en rechtsstaat te beschermen 

  • P.H. Teitgen minister van Frankrijk wilde een structuur in Europa die tussenbeide kan komen voor het te laat gaat. Niet alleen Duitsland maar ieder land. Hij had een grote vrees voor weer een wereldoorlog 

  • In 1950 werden steeds meer landen lid van de Raad van Europa (Griekenland, IJsland, Turkije) 

  • In 1989 valt de Berlijnse Muur en later valt Sovjet-Unie uit elkaar waardoor ook Oostelijke landen lid willen worden. Raad van de Europa vond die prima, mits zij wel democratisch zijn en de rechtsstaat respecteren.  

  • Nu 47 landen lid van Raad van Europa en 850 miljoen mensen 

  • Raad van Europa is niet hetzelfde als Europese Unie, Raad van Europa is groter want ook Rusland, Armenië, Azerbeidzjan, etc. Wit-Rusland niet. VK hoort wel bij Raad van Europa, maar niet meer bij de Europese Unie 

  • Raad van Europa is gevestigd in Straatsburg in Palais de l’Europe 

  • Raad van Europa is bezig met: 
    - Doel: bescherming mensenrechten, rechtsstaat, democratie 
    - Intergouvernementeel (alles gaat bij unanimiteit) 
    - Geen richtlijnen, verordeningen, beschikkingen, etc. (typisch Europese Unie om landen te dwingen). Maar verdragen (die binden wel, mits ondertekening en ratificatie) en aanbevelingen 
    - Twee organen: Parlementaire assemblee (Niet Europese Parlement, maar bestaat uit parlementariërs van lidstaten dus leden van Tweede Kamer en Eerste Kamer) en Comité van Ministers (belangrijkste orgaan, bestaande uit de ministers van buitenlandse zaken, bepalen beleid, stellen budget vast en belangrijke benoemingen) 
    - Straatsburg, Frankrijk gevestigd 
    - Werktalen: Engels, Frans 

EVRM: 

  • Klein aantal klassieke rechten (klassiek omdat al opgenomen in nationale constituties, onthoudingsverplichtingen --> iets niet doen, afdwingbaar voor de rechter) 

  • Maar 14 artikelen 

  • Andere rechten zijn 16 protocollen: bijlage bij het EVRM en voegen rechten toe. Deze moeten wel apart geratificeerd worden 

  • Art. 1 --> als een verdrag ratificeert moet je hieraan houden. Er staat dat “een ieder” beschermd wordt. Het maakt niet uit welke leeftijd, arbeidsongeschikt, lengte, etc. Dus een vluchteling die op Nederlands grondgebied is, krijgt ook die rechten 
    Ook staat er het woord “verzekeren”, dit is dus actiever dan “in acht nemen”. Als er dus sprake is van huiselijk geweld en de overheid van dat land weet dat, dan moet zij actief ingrijpen. Dit is dus niet meer puur onthouden, maar ook positieve verplichtingen 

  • Art. 13 --> moet mogelijk zijn te wenden tot een rechter. “Daadwerkelijk rechtsmiddel” dus naar een nationale rechter kunnen. De wetgever moet zijn nationale wetten dus in lijn brengen met het EVRM, het bestuur moet dit uitvoeren met inachtneming met het verdrag en de rechter moet de rechten verzekeren. Op grond van artikel 13 moet je dus kunnen wenden tot een rechter die jouw rechten beschermen 

  • Art. 19 --> dat er een Hof zal worden ingesteld. Het is van permanente basis. 

  • Art. 35 --> ontvankelijk van klachten. Pas nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Daarom dus artikel 13 dat de nationale rechter eerst moet, pas daarna naar het Hof 

Europees Hof rechten van de mens (EHRM) DUS NIET HOF VAN JUSTITIE: 

  • In Straatsburg 

  • In de zaak Salag Skeekh zou NL art 3 EVRM te hebben geschonden, NL regering wilde hoger beroep (rehearing) door de Grote Kamer (art. 43 EVRM). Verzoek wordt afgewezen (art. 46 EVRM) en dus wordt arrest Kamer bindend. Hij kreeg hierdoor verblijfsvergunning 

  • Hof heeft dus grote invloed op nationale rechtsorde. Nederlandse rechter verwijst dus ook vaak naar het EVRM 

  • 47 lidstaten en dus 47 rechters. Benoemd voor 9 jaar 

  • Bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen individuen, groepen, organisaties en landen een klacht indienen tegen een lidstaat 

  • Pas naar het EHRM als alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput (art. 13 jo. Art. 35) 

  • Hof kan niet zelf op zoek gaan naar misstanden. Dit komt door statenklachten (art. 33 EVRM) --> NL tegen Rusland MH-17 of individuele slachtoffers (art. 34 EVRM). Je kan alleen klagen tegenover staten en niet tegen individuen. Momenteel 60.000 zaken aanhangig gemaakt, meeste natuurlijk tegen grote landen door meer burgers maar toch Rusland en Turkije veel door problemen met mensenrechten --> ‘Big Sinners’ 

  • Als een klacht binnenkomt kijkt een rechter met een jurist van de griffie naar de klacht (rechter-rapporteur). Hij maakt een rapport over de klacht. Wanneer hij denkt dat het niet ontvankelijk wordt bepaald legt hij de zaak voor aan de Single Judge als het erg evident is dat de zaak niet-ontvankelijk wordt verklaard. Hij kan het ook doorsturen naar het Comité van 3 en zij kunnen ervoor kiezen de zaak unaniem niet-ontvankelijk te verklaren. Of zij bepalen dat er evident sprake is van een schending (kloonzaken). Als ze het niet eens zijn met elkaar, wordt het gestuurd naar de Kamer van 7. Daar zit ook een rechter bij van de lidstaat waar de klacht werd ingediend. Hij is dan de kenner van het recht. Deze kamer kan bepalen dat het niet-ontvankelijk is, kan constateren dat er een minnelijk schikking is getroffen of een arrest wijzen. 
    Ook is er de mogelijkheid tot de Grote Kamer van 17 rechters als het gaat over een nieuwe kwestie waar nog geen jurisprudentie over is. Dit zijn de voorzitters van de kamers, de president van het Hof, de nationale rechter. Een ander manier tot de Grote Kamer van 17 rechters te komen is als de Kamer van 7 een arrest heeft gewezen, waar een partij het echt niet mee eens is (rehearing, art. 43 EVRM) 
     

Procedure EHRM: 

  • Staten kunnen klachten indienen (art. 33 EVRM) maar ook door individuen (art. 34 EVRM). De rechter behandelt de verzoekschriften (art. 27-29 EVRM). 94% strandt hier. Voorbeelden, niet eerst bij nationale rechter geweest, geen slachtoffer, klacht te laat, etc. EHRM moet niet onderzoeken of de wet waarop het beroep is gebaseerd ertoe strekt recht en toe te kennen aan particulieren. Onder de margin of appreciation stelt het EHRM zich terughouden op in situaties waarin de nationale autoriteiten zich in een betere positie bevinden om belangen tegen elkaar af te wegen. Individuele verzoekschriften vereisten art. 34 EVRM: 

  1. Natuurlijk persoon (een groep van personen kan dus wel) 

  1. Niet gouvernementele organisatie (niet-gouvernementele organisaties moet zelf slachtoffer zijn) 

  1. Slachtoffer van schending 

  • Ontvankelijkheidsvereisten (art. 35 EVRM). Vereisten lid 1: 

  1. Nationale rechtsmiddelen uitgeput 

  1. Binnen termijn van zes maanden na nationale beslissing moet je verzoekschrift indienen 

  • Lid 2: 

  1. Niet anoniem zijn (Blondje t. Nederland

  1. Niet in wezen gelijk aan een zaak die reeds eerder door het Hof is onderzocht of reeds aan een andere internationale instantie voor onderzoek of regeling is voorgelegd en geen nieuwe feiten bevat 

  • Als voldaan aan lid 3 dan niet-ontvankelijk: 

  1. Het verzoekschrift niet verenigbaar is met de bepalingen van het Verdrag of de Protocollen daarbij, kennelijk ongegrond is of een misbruik betekent van het recht tot het indienen van een verzoekschrift; of  
    (Voorbeelden: een scriptie schrijven is dwangarbeid (art. 4 EVRM), maar voor de studie heb je vrijwillig gekozen en dit is belangrijk voor je studie. Of niemand wil met mij huwen en dus is dit een schending van art. 12 EVRM. De staat heeft de verplichting een vrouw te geven. Dit kan natuurlijk ook niet)  
    (Schuitemaker t. Nederland

  1. De verzoeker geen wezenlijk nadeel heeft geleden, tenzij de eerbiediging van de in het Verdrag en de Protocollen daarbij omschreven rechten van de mens noopt tot onderzoek van het verzoekschrift naar de gegrondheid ervan en mits op deze grond geen zaken worden afgewezen die niet naar behoren zijn behandeld dooreen nationaal gerecht. 

 

  • Zodra het ontvankelijk is op basis van art. 27-29 EVRM, kan de rechter bepalen of: 

  1. Bindend vonnis (art. 41-46 EVRM) 

  1. Of middellijke schikking 

  • Hof kan in zijn arrest twee dingen doen: 

  1. Een schending van het EVRM vaststellen 

  1. Schadevergoeding toekennen 

  • Het Hof kan dus niet iemand een verblijfsvergunning geven, een wet buiten werking plaatsen of iemand in vrijheid stellen. Dit zijn vervolgstappen die de staat alleen kan nemen onder toezicht van het comité van ministers. De specifieke dimensie heeft betrekking op de klager zelf. Het Hof kan in zijn arrest een “billijke genoegdoening” toekennen, d.w.z. vergoeding van de kosten gemaakt voor rechtsbijstand of van materiële en immateriële schade die door de klager is geleden. Een enkele keer voegt het Hof daar ook specifieke opdrachten aan toe: de klager moet bv. onmiddellijk worden vrijgelaten. Daarnaast wordt van de staat verwacht dat deze “restitutio in integrum” biedt, d.w.z. alle gevolgen van de schending wegneemt. Dat kan de heropening van een strafproces betekenen. De algemene dimensie ziet op beleid of wetgeving. Staten moeten herhaling van de geconstateerde schending zien te voorkomen. Als die schending geen incident was maar voortvloeit uit wet of beleid, dan zal een aanpassing van de wetgeving of van het beleid noodzakelijk zijn. Ook hier ziet het Comité van Ministers op toe. Let op! Het Hof kan niet een veroordeelde in vrijheid stellen; een vluchteling asiel verlenen of nationale wetgeving ongeldig verklaren. 

  • Barry t. Nederland --> schrappen verzoekschrift. Geen middellijke schikking, maar NL wist dat ze fout zat. Het Hof heeft het verzoekschrift van de rol geschrapt op grond van artikel 37 lid 1 sub a en b EVRM 

  • Blondje t. Nederland --> a. De partijen zijn klager Blondje (ook genoemd NN cel 07” “Nn.PI09.m.20081101.1100) en Nederland. Blondje wordt op 30 oktober 2008 gearresteerd op verdenking van het plegen van een misdrijf. Blondje weigert zijn/haar identiteit kenbaar te maken en wordt daarom o.g.v. art. 61a WvSv vastgehouden ter vaststelling van zijn/haar identiteit. Een dag later wordt hij/zij vrijgelaten maar direct overgedragen aan de Vreemdelingenpolitie, ook weer met het doel zijn/haar identiteit vast te stellen (art. 50 lid 2 en 4 Vw). Na 48 uur wordt hij/zij in vreemdelingenbewaring geplaatst met het oog op zijn/haar uitzetting. Op 3 november verklaart Blondje dat hij/zij de Nederlandse nationaliteit heeft, maar deze niet wil aantonen door middel van documenten. Op 5 november wordt hij/zij vrij gelaten. 

b. De bepalingen die worden ingeroepen door klager zijn artikel 5 (recht op vrijheid en veiligheid), 6 (recht op een eerlijk proces) en 14 EVRM (verbod op discriminatie). Verder is met name artikel 35 EVRM van belang dat ziet op ontvankelijkheidsgronden. 

c. Het Hof is van oordeel dat de klacht van Blondje niet-ontvankelijk is. Blondje heeft zijn/haar identiteit niet bekend gemaakt en heeft geen documenten overlegd waaruit zijn/haar identiteit blijkt. Op grond van artikel 35 lid 2 sub a EVRM is dat een grond om de klacht niet in behandeling te nemen en deze op grond van artikel 35 lid 4 niet ontvankelijk te verklaren. 

  • Schuitemaker t. Nederland --> a. De partijen zijn klager mevrouw Schuitemaker en Nederland. Mevrouw Schuitemaker is een werkloze filosoof. Zij krijgt sinds 1983 een bijstandsuitkering. Eerst op grond van de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers en sinds 1 augustus 1996 o.g.v. de Algemene Bijstandswet. Voorwaarde voor een uitkering op grond van deze regelingen is dat betrokkene bereid is passend werk te aanvaarden. Vanaf 1 januari 2004 geldt de Wet werk en bijstand. Voorwaarde voor een uitkering op grond hiervan is dat betrokkene bereid is om algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden. Per brief van 4 maart 2005 wordt mevr. Schuitemaker geïnformeerd dat ze vanaf vanaf 1 april 2005 aan deze voorwaarde moet voldoen. Niet voldoen aan deze voorwaarde betekent dat haar uitkering gekort wordt. Mevr. Schuitemaker gaat in bezwaar tegen de brief. Het bezwaar , beroep en hoger beroep worden afgewezen. 

b. Mevr. Schuitemaker beroep zicht op artikel 4 EVRM (verbod op slavernij en dwangarbeid). Verder zijn de art. 34 en 35 EVRM relevant. 

c. Het Hof stelt dat er verschillende mogelijke gronden zijn om de klacht als niet-ontvankelijk af te doen. Aangezien de uitkering van mevr. Schuitemaker niet daadwerkelijk is gekort zou betoogd kunnen worden dat ze niet voldoet aan artikel 34 EVRM: ze is geen slachtoffer van een schending. Anderzijds kan betoogd worden dat de regeling zelf een schending van har rechten oplevert, ook zonder dat deze op haar is toegepast. Het Hof vindt het niet nodig deze vraag te onderzoeken, omdat er een andere grond voor niet-ontvankelijkheid is. Het Hof stelt dat de klacht kennelijk ongegrond is (art. 35 lid 3 sub a en art. 35 EVRM). Het Hof geeft twee redenen: ten eerste mag een staat voorwaarden verbinden aan het verkrijgen van een bijstandsuitkering. De voorwaarde om algemeen geaccepteerd werk te aanvaarden is volgens het Hof niet onredelijk. Een dergelijke voorwaarde kan niet gelijk gesteld worden met dwangarbeid zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 EVRM, zeker niet omdat betrokkene nog steeds niet verplicht kan worden om arbeid te aanvaarden die niet algemeen aanvaard is of waartegen betrokkene gewetensbezwaren heeft. Ten tweede gaat het om een abstracte norm en heeft mevr. Schuitemaker niet geconcretiseerd wat voor soort werk zij eventueel dient te accepteren. Zonder nadere substantiering kan het Hof niet beoordelen of dit werk valt onder het verbod van artikel 4 lid 2. 

  • Khan t. Frankrijk --> a. Wat is er aan de hand? 
    - Wat zijn de feiten? 
    - Wie zijn de partijen? 

De partijen zijn klager Jamil Khan en Frankrijk. Khan is een 12-jarige niet-begeleide minderjarige vreemdeling uit Afghanistan die zich in Frankrijk bevindt. Voor een periode van zes maanden woont Khan, onder erbarmelijke omstandigheden, in de ‘jungle’ van Calais. De Franse autoriteiten, bekend met de onmenselijke omstandigheden waarin (zeer jonge en kwetsbare) migranten in deze buurt leven, ondernemen weinig tot niets om Khan hier weg te halen en veilig onderdak te bieden. De jongen bereikt uiteindelijk op irreguliere wijze het Verenigd Koninkrijk. Daar wordt hij opgevangen door de Britse diensten voor kinderwelzijn en bescherming. 

b. Wat zijn de relevante bepalingen uit het EVRM? Khan doet een beroep op art. 3 EVRM (verbod van foltering), art. 8 EVRM (recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven) in samenlezing met art. 1 van Protocol no. 1 (bescherming van eigendom) en op art. 41 EVRM (billijke genoegdoening). 

c. Is de klacht ontvankelijk? Wat is het standpunt van Frankrijk? Frankrijk voert aan dat de klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat Jamil Khan niet alle rechtsmiddelen heeft benut (r.o. 42). Het Hof oordeelt dat in de specifieke omstandigheden van dit geval het beroep van Khan op de Jeugd rechter genoeg was om te voldoen aan het vereiste van artikel 35 lid 1 EVRM en dat er dus geen reden is de klacht niet ontvankelijk te verklaren. 

d. Wat zijn de standpunten van de partijen t.a.v. de vermeende schending? 
Khan verwijst naar de zaak Rahimi t. Griekenland waarin het Hof heeft geoordeeld dat het falen van de nationale autoriteiten om te zorgen voor een alleenstaande minderjarige vreemdeling een schending van artikel 3 EVRM opleverde. Hij stelt dat Frankrijk niet genoeg heeft gedaan: de autoriteiten hebben niet gezorgd voor de naleving van de beslissing van de Jeugdrechter, ze hebben geen materiaal in de Jungle beschikbaar gesteld en ze hebben hem niet geholpen om in contact te komen met welzijnsinstellingen om onderdak te krijgen. De Franse regering stelt dat de niet-naleving van de beslissing van de Jeugdrechter aan Khan zelf is toe te schrijven. Khan is niet verschenen bij de zitting van de Jeugdrechter en zijn tijdelijke voogd of de instelling die hem ondersteunde en zijn advocaat hebben hem ook niet naar de opvang gebracht. De kinderwelzijnsdienst kon Khan niet vinden. Het feit dat Khan een maand na de uitspraak van de Jeugdrechter in het VK opduikt, betekent volgens de regering dat hij niet echt geïnteresseerd was in langdurige opvang in Frankrijk maar eigenlijk naar het VK wilden. 

e. Wat is het oordeel van het Hof en waarom? 
- Welke stappen zet het Hof? 
- Hoe motiveert het Hof zijn oordeel? 

Onder art. 3 EVRM: 

- r.o. 72-75: het EHRM schetst eerst het algemene beoordelingskader dat het in zijn eerdere jurisprudentie reeds heeft ontwikkeld om in soortgelijke zaken vast te stellen of de minimum drempel van ernst onder art. 3 EVRM bereikt is. - r.o. 76-95: het EHRM past vervolgens het algemene beoordelingskader toe op deze specifieke zaak. Om vast te stellen of de Franse autoriteiten in strijd hebben gehandeld met art. 3 EVRM neemt het EHRM o.a. de leeftijd (12) van Khan in acht (r.o. 76), zijn leefomstandigheden (r.o. 78 e.v.) en de duur van zijn verblijf in het tentenkamp (r.o. 85). Doorslaggevend voor het EHRM is het feit dat de overheid heeft gewacht totdat er een plaatsing werd bevolen door de rechtbank. Dit alleen al doet vragen rijzen over het respect voor haar verplichting, die voortvloeit uit art. 3 EVRM, om niet-begeleide minderjarige vreemdelingen te beschermen. Het stelt vast dat er tot de beslissing van de nationale rechter, geen enkele identificatie van de jongen heeft plaatsgevonden, dit terwijl hij zich al meerdere maanden in Calais bevond, en door zijn jonge leeftijd de aandacht had moeten trekken. Het EHRM stelt vast dat de minderjarigen zich niet altijd aan de opgelegde maatregelen houden, en erkent de complexiteit van de situatie. Het EHRM volgt hierbij echter de vaststellingen van de Défenseur des Droits (de Franse Ombudsdienst), dat de maatregelen niet altijd aangepast zijn aan de wereld van deze jongeren, en het geen excuus kan zijn voor de overheid om niet op te treden.  

Onder art. 8 EVRM en art. 1 protocol 1: 
- EHRM acht toetsing aan deze bepalingen na conclusie onder art. 3 EVRM overbodig. 

Onder art. 41 EVRM: 
- Khan krijgt 15.000 EUR morele schadevergoeding toegekend. 

  • Chaloub & Camara t. Nederland --> a. Wat is er aan de hand? 
    - Wat zijn de feiten? 
    - Wie zijn de partijen? 

De partijen zijn de klagers Mevr. Chaloub en haar dochter Latifa Camara en Nederland. Mevr. Chaloub en haar dochter hebben de Guineese nationaliteit en wonen in Rotterdam. De Nederlandse regering wil hen terugsturen naar Guinee. Zij klagen dat ze als ze teruggestuurd worden het reëel risico lopen dat de dochter vrouwenbesnijdenis moet ondergaan en de moeder een her-besnijdenis. De klacht is op 15 december 2017 aan de Nederlandse regering gecommuniceerd. De Nederlandse regering antwoordt op 29 juli 2020 dat zij aan mevr. Chaloub en haar dochter m.i.v. 12 augustus 2019 een verblijfsvergunning hebben verleend. Op 18 september 2020 laten klagers weten dat zij hun verzoek intrekken. 

b. Wat zijn de relevante bepalingen uit het EVRM? 
De klagers doen een beroep op artikel 3 EVRM (verbod op foltering, onmenselijke en vernederende behandeling). Daarnaast is artikel 37 EVRM van belang. 

c. Wat is het oordeel van het Hof en waarom? 
Het Hof schrapt het verzoek op basis van artikel 37 EVRM van de rol. Door verlening van de verblijfsvergunning en de intrekking van het verzoek door klagers is het geschil opgelost (art 37 lid 1 sub b EVRM). 

  • Pastörs t. Duitsland --> a. Wat is er aan de hand? 

  • - Wat zijn de feiten? 

  • - Wie zijn de partijen? 

  • - Hoe heeft de nationale rechter geoordeeld? 

De partijen zijn klager de heer Udo Pastörs en Duitsland. De heer Pastörs is parlementslid voor de Nationaldemokratische Partei Deutschlands (NPD) in de deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren. Op 28 januari 2010, de dag nadat de bevrijding van het vernietigingskamp Auschwitz was herdacht, zei hij in het parlement onder meer dat “de zogenaamde Holocaust gebruikt wordt voor politieke en commerciële doeleinden”. Ook sprak hij van “propagandistische leugens” hierover en van “Auschwitz projecties”. (r.o. 5). Nadat het parlement zijn parlementaire onschendbaarheid heeft opgeheven, wordt Pastörs op grond van deze uitspraken – het ontkennen van de Holocaust – vervolgd voor laster en het schenden van de nagedachtenis van de doden. Hij wordt in eerste instantie veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden (r.o. 7). Het proces krijgt een langdurig vervolg voor verschillende instanties (r.o. 8 e.v.). Uiteindelijk blijft de veroordeling overeind staan. Een bijzonderheid hierbij is dat een van de rechters die in eerste aanleg oordeelt over zijn zaak (rechter Y), getrouwd is met een van de rechters die zijn zaak in derde aanleg behandelt (rechter X) (r.o. 17). Pastörs meent dat zijn vrijheid van meningsuiting is geschonden, én vindt dat hij geen eerlijk proces heeft gehad omdat de vereiste onpartijdigheid van rechter X niet gegarandeerd zou zijn. Hij besluit deze klachten voor te leggen aan het EHRM (r.o. 1, 33, 50). 

b. Wat zijn de relevante bepalingen uit het EVRM? 
De heer Pastörs klaagt dat artikel 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) en artikel 6 (recht op een eerlijk proces zijn geschonden. De Duitse regering roept artikel 17 EVRM (verbod van misbruik van recht) in. 

c. Is de klacht ontvankelijk? 
De Duitse regering meent dat de klacht niet-ontvankelijk is. Primair betoogt Duitsland dat de uitspraken van Pastörs in strijd zijn met de tekst en geest van het EVRM (art. 17 EVRM) en dat hij daarom geen beroep kan doen op art. 10 EVRM. Subsidiair, in het geval het EHRM hier anders over denkt, stelt de regering dat het beroep kennelijk ongegrond dient te worden verklaard. Dit omdat de beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting van Pastörs te rechtvaardigen valt onder lid 2 van art. 10 EVRM (r.o. 34). Pastörs, daarentegen, meent dat zijn uitspraken verkeerd geïnterpreteerd/uit hun verband zijn getrokken en er geen sprake was van ontkenning van de Holocaust (r.o. 35). Het EHRM benadrukt dat een beroep op art. 17 EVRM slechts in uitzonderlijke gevallen kan slagen, en al helemaal wanneer ingeroepen in samenhang met art. 10 EVRM (r.o. 37). Dit zal per geval onderzocht moeten worden. Daarnaast krijgen lidstaten krijgen in de regel zeer weinig ruimte van het EHRM om de (politieke) uitspraken van parlementsleden aan banden te leggen (r.o. 38). Het EHRM is van mening dat er hier inderdaad sprake is van een inbreuk op het recht van vrijheid van meningsuiting van (r.o. 40) en zal nu moeten bepalen of deze inbreuk te rechtvaardigen valt onder lid 2 van art. 10 EVRM (r.o. 42) en welke rol art. 17 EVRM hier wel of niet in speelt. Het verklaart de klacht dus niet niet-ontvankelijk. 

d. Wat zijn de standpunten van de partijen t.a.v. de vermeende schending?e. Wat is het oordeel van het Hof ? 
- Welke stappen zet het Hof? 
- Hoe motiveert het Hof zijn oordeel? 

Wat Art. 10 (2) EVRM betreft: 
In r.o. 40 heeft het EHRM geoordeeld dat er sprake is van een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Omdat artikel 10 EVRM geen absolute bepaling is kijkt het Hof vervolgens na het tweede lid van artikel 10 EVRM om te beoordelen of de inbreuk een schending van artikel 10 oplevert. Het Hof volgt de stappen van het tweede lid: 

• Is de inbreuk voorzien bij wet? 

Ja, art. 187 en art. 189 wetboek van strafrecht Duitsland (r.o. 41). 

• Dient de inbreuk een legitiem doel? 

Ja, bescherming van de rechten en reputatie van anderen (r.o. 41). 

• Is de inbreuk noodzakelijk in een democratische samenleving? Onder deze laatste vraag gaat het Hof met name na of de inbreuk niet te ver gaat (proportionaliteit). De inbreuk gaat volgens het EHRM niet te ver. Het volgt het standpunt van de nationale rechters die ingaan gaan op de claim van de verdediging dat de uitspraken uit hun context zouden zijn gehaald. Dit is juist niet het geval, zo wordt benadrukt: de heikele woorden waren – in de woorden van de Duitse rechtbank – in de toespraak opgenomen “als vergif in een glas water, met de hoop dat het niet meteen zou worden opgemerkt”, aldus het EHRM (r.o. 43-45). Daarnaast was de toespraak voorbereid en mag er dus vanuit worden gegaan dat de heer Pastörs zijn woorden zorgvuldig had uitgekozen (r.o. 46). Volgens het EHRM biedt de vrijheid van meningsuiting geen bescherming tegen het ontkennen van de Holocaust, zoals gedaan door Pastörs. Als motivatie wordt genoemd dat het racisme van Holocaustontkenning zelf haaks staat op het EVRM (art. 17 EVRM!) (r.o. 46) en dat Duitsland in dit geval niet haar margin of appreciation heeft overschreden door Pastörs te veroordelen en vast te zetten (r.o. 48). 
Conclusie: er is geen sprake van een schending van art. 10 EVRM en dus verklaart het EHRM de klacht van de heer Pastörs kennelijk ongegrond. Klacht op basis van art. 10 EVRM niet ontvankelijk 

Wat Art. 6 EVRM betreft: 
Het EHRM is van mening dat er hier geen sprake is van partijdigheid in de zin van art. 6 (1) EVRM aangezien rechter Y betrokken was bij de zaak in eerste aanleg en rechter X bij de zaak in derde aanleg. Omdat de zaken dus niet achtereenvolgend waren, hoefde rechter X de uitspraak van het gerecht in eerste aanleg niet inhoudelijk te (her)evalueren om tot een eigen uitspraak te komen (r.o. 59-61). Ook vond er een onafhankelijk onderzoek plaats om zeker te stellen dat Pastörs rechten onder art. 6 EVRM in dit proces werden gewaarborgd (r.o. 67). NB: t.a.v. art. 6 EVRM geen unaniem besluit! Zie partly dissenting opinion van de rechters Grozev en Mits op pagina 24 en 25. Klacht wel ontvankelijk op basis van art. 6 EVRM.  

  • Corallo t. Nederland --> Wat is er aan de hand? 
    - Wat zijn de feiten? 
    - Wie zijn de partijen? 

De partijen zijn de klager dhr. Francesco Corallo en het Koninkrijk der Nederlanden. De heer Corallo heeft de Nederlandse nationaliteit en woont op Sint Maarten. Op 1 november 2016 wordt door Italië een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd. Op 13 december 2016 vraagt Italië om een voorlopige aanhouding. Op basis hiervan wordt hij op het politiebureau van Philipsburg in Sint Maarten in detentie genomen. Hij vecht een overplaatsing naar Curaçao aan. In januari 2017 komt het formele verzoek tot uitlevering. Uiteindelijk wordt hij na afwijzing van zijn beroep op 16 augustus 2017 uitgeleverd aan Italië. De zaak gaat over de condities waaronder hij in detentie zat op Sint Maarten gedurende de periode in afwachting van zijn uitlevering. 

b. Wat zijn de relevante bepalingen uit het EVRM? 
De klager beroept zich op artikel 3 EVRM (verbod op foltering, onmenselijke en vernederende behandeling en bestraffing), artikel 5 EVRM (recht op vrijheid en veiligheid), artikel 6 EVRM (recht op een eerlijk proces) en artikel 41 (genoegdoening). 

c. Is de klacht ontvankelijk? 
De beoordeling van de ontvankelijkheid van de klacht wordt eerst alleen voor artikel 3 EVRM gedaan (r.o. 34). Ten aanzien van artikel 3 EVRM stelt het Hof dat de klacht niet kennelijkongegrond is en dat er geen andere redenen voor niet-ontvankelijkheid zijn. 

d. Wat zijn de standpunten van de partijen t.a.v. de vermeende schending? 
De heer Corallo voert aan dat hij 114 dagen in een meer-persoons cel heeft gezeten en dat zowel die cel als de eenpersoons cel klein waren, er geen basisinrichting was, geen daglicht of goede ventilatie, geen dagprogramma en dat hij 23 uur per dag zat opgesloten. De Nederlandse regering voert aan er na het rapport van het CPT verbeteringen zijn doorgevoerd. Dat de omstandigheden niet ideaal zijn, maar dat deze niet zo ernstig zijn dat er sprake is van een schending van artikel 3 EVRM. 

e. Wat is het oordeel van het Hof ? 
- Welke stappen zet het Hof? 

- Hoe motiveert het Hof zijn oordeel? 

Artikel 3 EVRM 
In r.o. 37 stelt het Hof de algemene slechte omstandigheden in detentie vast. In r.o. 38 wordt kort het kader voor toepassing van artikel 3 EVRM t.a.v. de situatie in detentie geschetst. In r.o. 39 worden de specifieke omstandigheden getoetst aan het kader. Het Hof oordeelt dat er sprake is van een schending van artikel 3 EVRM. Te weinig ruimte voorgevangenen in een cel is een belangrijke reden om aan te nemen dat er sprake is van een vernederende behandeling in de zin van artikel 3 EVRM. Omdat de heer Corallo meer dan 8 maanden was gedetineerd in een detentie centrum, waarvan 114 dagen in een meer persoonscel, dat niet geschikt was voor detentie van langer dan 3 of maximaal 10 dagen volgens het rapport van het CPT, was artikel 3 EVRM geschonden. Artikel 5 en 6 EVRM Ten aanzien van de klachten over artikel 5 en 6 EVRM oordeelt het Hof anders. In r.o. 40-48 beargumenteert het Hof dat de klacht over deze bepalingen niet-ontvankelijk is. Het Hof stelt dat er geen enkel bewijs is voor willekeur bij de detentie in afwachting van de uitlevering, kwader trouw, misleiding of ongeoorloofde vertraging. Over de klacht over artikel 6 lid 2 EVRM (onschuld presumptie) zegt het Hof dat dit een recht is in het kader van een zaak over uitlevering en dit niet valt niet onder artikel 6 lid 1: recht op een eerlijk proces in strafzaken. Het Hof verklaart beide klachten niet-ontvankelijk o.g.v. art. 35 lid 3 en 4 EVRM. 

Artikel 41 EVRM 
Het Hof kende de heer Corallo een schadevergoeding toe van 5.000 EUR en was bereid zijn 
proceskosten te vergoeden voor een bedrag van 5.500 EUR (plus rente). 

______________________________________________________________
Instellingen van de EU: 

  • Art. 13 VEU: 
    - Het Europees Parlement 
    - De Europese Raad (dus niet de Raad van Europa) 
    - De Raad 
    - De Europese Commissie 
    - Het Hof van Justitie van de Europese Unie 
    - De Europese Centrale Bank 
    - De Rekenkamer 

  • De Europese Raad (regeringsleiders) is expres niet boven, want de burger is belangrijker 

Het Europees Parlement: 

  • Straatsburg en Brussel 

  • Samenstelling Europees Parlement (art. 14 VWEU): 
    - Direct gekozen sinds 1979 
    - Sinds Lissabon: 750 leden plus president. Na Brexit: 705 leden 
    - Minimaal 6 (Malta bijvoorbeeld), maximaal 96 (Duitsland) per land. NL: 29 zetels. Hoe groter de bevolking des te meer leden. Maar voor een Malta mag je meer Europarlementariërs sturen per 1 miljoen inwoners dan een Spanje 
    - Het zijn vertegenwoordigers van de burgers van de Unie en dus niet van de lidstaat 
    - Naar partijen in fractie geordend (en niet naar landen) 

  • Kernbevoegdheden (art. 14 lid 1 VWEU): 

  1. Medewetgever --> gewone wetgevingsprocedure (op gelijke voet met de Raad) en bijzondere wetgevingsprocedure 

  1. Vaststellen van budget (art. 314 VWEU) 

  1. Politieke controle (onder andere debat, benoeming en ontslag Commissie) 

De Europese Commissie (art. 17 VEU): 

  • Brussel 

  • Voorzitter Ursala von der Leyen. Zij heeft 6 belangrijke rollen (art. 17 lid 6 VEU): 

  1. Nomineert Commissarissen 

  1. Bepaalt de interne organisatie 

  1. Kan individuele Commissarissen ontslaan 

  1. Politieke sturing 

  1. Kan elke portefeuille overnemen 

  1. Vertegenwoordigende functie 

  • Hoge Vertegenwoordiger (vicevoorzitter art. 18 VEU) 

  • Eerste vicevoorzitter --> Frans Timmermans 

  • College van Commissarissen (Eén commissaris per lidstaat, NL: Frans Timmermans) 

  • Elk commissaris heeft een cabinets (7 à 8 mensen per commissaris, met een cabinet-chef als belangrijkste adviseur) 

  • 40 Directoraten-Generaal (25.500 ambtenaren in dienst) 

Benoeming Europese Commissie: 

  • President --> Verkozen door Europees Parlement op basis van voorstel Europese Raad 

  • Leden --> De Raad samen met de Voorzitter-elect stelt een lijst op van kandidaat-leden op basis van suggesties van de lidstaten. Europees Parlement moet de gehele Commissie goed of afkeuren. De Europese Raad benoemt de Commissie formeel 

Ontslag door Europees Parlement: 

  • Art. 17 lid 7 VEU jo. Art. 234 VWEU 

  • Motie van Afkeuring 

  • 2/3 stemmen 

  • Alles of niets: geen ontslag van individuele Commissarissen 

  • Maar, de voorzitter van de Europese Commissie kan wel een commissaris dwingen ontslag te nemen 

Kernbevoegdheden Commissie: 

  • Art. 17 lid 1 en 2: 

  1. Wetgevende bevoegdheden (recht van initiatief, delegatie en implementatie) 

  1. Uitvoering (budget, programma's, etc) 

  1. Handhaving (waakhond) in samenwerking met het Hof 

De Raad van Ministers (De Raad): 

  • Vertegenwoordigers nationale regeringen (ministers) 

  • Art. 16 lid 1 VEU: 
    - Wetgeving en budget (samen met Europees Parlement) 
    - Beleid en coördinatie 
    - Aansturing nationale handhaving 

  • Nationale uitvoerende macht (regering, want ministers) wordt onderdeel van EU wetgevende/uitvoerende macht! 

  • Grondregel van stemmen in met gekwalificeerde meerderheid (art. 16 jo art. 3-4 VEU). Toch veel besluiten formeel met unanimiteit. In de praktijk wordt er echter maar weinig gestemd, men zoekt consensus. Hierdoor zorgt het ervoor dat iedereen er wel in kan vinden. De stemregel is meer als drukmiddel als iemand onredelijk is bijvoorbeeld 

  • Verschillende samenstellingen: Raad algemene aken, Raad buitenlandse zaken, Raad milieu, etc. 

  • Voorzitterschap is een land (art. 16 lid 9 VEU jo. Art. 236 sub b VWEU): 
    - Roterend, voor zes maanden (Duitsland 1 juli-31 december, Portugal 1 jan-30 juni 2021, etc) 

  • Nederlands in de Raad: hangt af van de Raad. Raad buitenlandse zaken --> Stef Blok 
    Raad ecofin. --> Hoekstra 

Europese Raad: 

  • Art. 15 VEU: 

  1. Staatshoofden en regeringsleiders (NL heeft koning als staatshoofd, maar sturen regeringsleiders) 

  1. Voorzitter Europese Raad 

  1. Voorzitter Europese Commissie 

  • De Hoge Vertegenwoordiger is er ook bij 

  • Ze vergaderen tenminste tweemaal iedere zes maanden. In praktijk gemiddeld één keer per maand 

  • Geen wetgevende taak, maar in praktijk komt het soms wel dichtbij, met deadlines of geven hun mening hoe de verdragen eruit moet zien 

  • Voorzitter van Europese Raad: is het chairman (voorzitter die vergadering voorbereid) of Président (naast voorzitter ook een leider). Dit debat kon niet beslecht worden 

  • Voorzitter doet het voor 2,5 jaar en één keer verlengen, dus maximaal 5 jaar 

  • Drie belangrijke rollen voor voorzitter (art. 15 lid 6 VEU): 

  1. Leidt vergadering Europese Rad bereidt ze voor en zorgt voor continuïteit 

  1. Kan besluiten een top bijeen te roepen 

  1. Vertegenwoordigt de Unie extern of zijn niveau (in gesprek met bijvoorbeeld Putin, Biden, Erdogan, etc) 

  • Verschil met voorzitter Commissie: weinig formele bevoegdheden, weinig staf, geen begroting, geen wetgevingsinitiatief. Sterk afhankelijk van eigen gezag bij andere leiders 

Kerntaken: 

  • Geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten (art. 15 VEU) 

  • Geen wetgeving (dat doet de Commissie, Parlement en de Raad), wel verdragswijziging 

  • Maar politieke bundeling van macht (Chefsache --> probleemoplosser) 

  • Besluitvorming bij consensus (iedereen moet het ermee eens zijn, soort unanimiteit maar niet helemaal want ze stemmen niet) 

  • Voor NL: Mark Rutte 

Hof van Justitie van de EU: 

  • Art. 19 VEU 

  • Drie onderdelen: 

  1. Hof van Justitie --> elke lidstaat één rechter. Ook advocaten-Generaal.  

  1. Het Gerecht --> elke lidstaat twee rechters 

  1. Gespecialiseerde rechtbanken (art. 257 VWEU) 

Europese Centrale Bank: 

  • Art. 282-284 VWEU 

  • Frankfurt 

  • Voert monetaire beleid 

  • Geheel onafhankelijk 

  • Europees Stelsel van Centrale Banken 

  • Raad van Bestuur, voor NL: Klaas Knot 

  • Directie (6 man), voor NL: Frank Elderson 

De Rekenkamer: 

  • Art. 285-287 VWEU 

  • Controle van de uitgave van de EU 

  • 28 leden 

  • Zes jaar, herbenoembaar 

  • Al jaren zeer kritisch 

EU is geen staat, geen sterke centrale macht. De EU faciliteert besluitvorming tussen landen. Dit is collectieve besluitvorming. Voorzitters en presidenten zijn dus geen leiders, want EU geen staat. Maar bij voorzitter Commissie is er wel meer sprake van presidentialisering.  

Interacties tussen instellingen: 

  • De EU heeft 7 instellingen maar de crux zit in het formele en informele samenspel tussen de 4 politieke instellingen --> Europees Parlement, Europese Raad, Raad en Commissie 

  • Het Hof, ECB en de Rekenkamers zijn onafhankelijk 

Commissie & Parlement: 

  • Commissie en Europees Parlement: beschouwen zich als de aanjagers en uitdrukking van het project als Europese instellingen. Als verwezenlijking van de EU.  

  • Hun verhouding heeft trekken van die tussen een regering en een parlement in een Parlementair stelsel. Toch zijn er ook verschillen (vaste zittingstermijn Commissie) 

Parlement & Raad: 

  • Beide mede-wetgevers, dus tot elkaar veroordeeld. Want beiden moeten goedkeuren 

  • Komen wel uit andere werelden: 
    - Parlement --> Brusselse/Straatsburgse sfeer en zijn vertegenwoordigers van de burgers 
    - Ministers --> nationale regeringen en zijn vertegenwoordigers van de overheden 

  • Dit leidt tot clashes op privacy-wetgeving (Parlement burgerrechten beschermen maar ministers wil juist opsporing helpen) of klimaat 

  • Derde speler: Commissie, staat soms meer aan de ene, soms aan de andere kant 

Europese Raad & rest: 

  • Europese Raad en Commissie: voorzitter van de Commissie is lid van de Europese Raad (uniek). Von der Leyen zit bij de regeringsleiders 

  • Verhouding Europees Raad en Parlement: moeizaam 

  • Europese Raad (hoewel geen wetgevingstaak) stelt vaak deadlines aan de wetgevers, of roept andere instelling (Commissie, Raad) om iets te doen 

  • Als de Europese Raad de lidstaten vraagt iets te doen, spreken de leden in feite tot zichzelf 
     

Trias Politica in de EU: 

  • Jarenlang zeiden juristen en geleerden: Europese Gemeenschap is een ding apart en dus kan dit niet --> In Commissie en deels Raad liep alles door elkaar: wetgevend, uitvoerend en rechtsprekend 

  • Toch is duidelijk en vroeg Rechterlijke Macht ontstaan: het Hof van Justitie  

  • Daarna ook zichtbaar Wetgevende macht: een Parlement en een tweekamerstelsel (Parlement en Raad) 

  • Maar waar zit de Uitvoerende Macht? 

Visies op uitvoerende macht: 

  • De stichter in 1950 vonden dat dit niet nodig was 

  • Sindsdien twee denklijnen wie uitvoerende macht moet zijn: 

  1. Commissie wordt ooit een regering (Duitse/Belgische denklijn --> federatie, parlementair stelsel) 

  1. Nodig is samenbundeling van de lidstaten op het hoogste niveau, in de Europese Raad (Franse denklijn --> confederatie, presidentieel stelsel) 

Democratie in de EU: 

  • Formeel: alle wetgeving door democratisch verkozen en gecontroleerde politici aangenomen 

  • Dubbele vertegenwoordingslijn: direct en indirect: 

  1. Directe lijn --> Europese verkiezingen (samenstelling Europees Parlement, meerderheid Europees Parlement steunt Commissie) 

  1. Indirecte lijn --> Nationale verkiezingen (bepalen samenstelling nationale parlementen, schragen nationale regeringen, dat bepaalt samenstelling Raad en Europese Raad) 

De Tweede Kamer verkiezingen bepalen dus ook wie er namens NL zit bij Europese Raad en de Raad 

Waarom hardnekkige kritiek: 

  • Macht van onafhankelijke instellingen: (Commissie), Hof, ECB 

  • Stichters kozen bewust voor depolitisering: politieke conflicten veranderen in technische problemen 

  • Voorkeur voor stabiliteit en rechtszekerheid boven snelle keizersinvloed op politieke proces 

  • Afstand tot Brussel & constitutionele aard van EU versterken dit. In de EU is niet één regering en dus ook geen zichtbare oppositie 

Besluit: geen superstaat: 

  • Samenspel tussen EU-instellingen heeft soms trekken van nationale, parlementaire politiek 

  • Toch is de EU geen staat, laat staan super-staat 

  • Belangrijk formele grond: het attributie-beginsel. De Eu-instellingen kunnen alleen besluiten in domeinen waarvoor per Verdrag bevoegdheden zijn toegekend, niet op eigen houtje

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Abel-Jan Scheffer
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
921