Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Hoorcollege BPR 1 - week 1
Bestuursrecht 2a is het materiële deel, 2b gaat over rechtsbescherming.
Het bestuursorgaan
Bestuursrecht is van voor en tegen het overheidsbestuur. Legitimatie, instrumenten en waarborgen.
*Legaliteitsbeginsel: als bestuur(-sorgaan) heb je geen bevoegdheid zonder wettelijke grondslag. Niet perse wet in formele zin maar kan ook een verordening zijn, wettelijk voorschrift dus.
>verschil met privaatrecht: rechtssubject is bevoegd.
*Trias politica, bestuur is uitvoerende macht. Maar het bestuur is meer dan alleen de uitvoering van de wet.
*algemeen belang dient altijd te worden nageleegd. Nooit het eigen belang. Wat is dat nu precies? Samensmelting van allerlei belangen: milieu, volksgezondheid. Het is een compromis tussen de botsende belangen
*binding aan publiekrechtelijke normen > wet, abbb: zorgvuldigheid etc.
* invloed Europees recht
Wie hoort er tot het overheidsbestuur, de organisatie van de overheid.
Bestuursorgaan begrip artikel 1:1 AWB. Hierin worden a en b organen onderscheiden.
Orgaan krachtens publiekrecht (a)
Ander persoon met openbaar gezag (b)
Wat is overheidsbestuur? Publiekrechtelijk handelen: nemen van besluiten in de zin van art 1:3 awb. Kan ook privaatrechtelijk handelen zijn: contracten afsluiten. Of feitelijke handelingen: straat openleggen bijv.
Kenmerken van het bestuursrecht:
Uitoefenen publiekrechtelijke taak/bevoegdheid. Publiekrechtelijk wil zeggen: expliciet en exclusief aan bestuursorgaan toegekend.
Actoren: wie doen er aan mee: bestuursorgaan dient er te zijn (art 1:1 awb)
Doorgaans verticale verhouding tussen overheid-burger. Overheid heeft machtige positie. De overheid drukt zijn eigen besluiten door. De overheid beslist uiteindelijk. Er is niet sprake van onderhandelen zoals wel bij horizontale verhoudingen.
Algemeen-bijzonder bestuursrecht (fiscaal recht enz). algemeen staat in de awb. Bijzondere hebben hun eigen wetten.
Geschillen met de overheid: dan ga je naar de bestuursrechter. Alleen indien art 8:1 awb. Sector bestuursrecht bij de rechtbank. Hoger beroep: ABRVS CRVB CBB. Sprake van privaatrechtelijk handelen? Dan burgerlijk rechter en niet bestuursrechter.
Verschil privaatrecht:
Privaatrechtelijke bevoegdheden/rechten (OD, contract) artikel 2:5 BW
Actoren: natuurlijke personen, rechtspersonen (2:3 en 2:1)
Horizontale verhouding (gelijkwaardige partijen)
Eigen belang najagen mag
Geschillen komen terecht bij de burgerlijk rechter: rb sector civiel recht, hb enz.
Verschil strafrecht:
Opsporing enz strafbare feiten
Actoren: OM, verdachte, strafrechter
LET op: bestuurlijke boete is bestuursrecht.
Let op: 1:6 awb: strafbare feiten hoort niet onder bestuursrecht
Rechtbank sector strafrecht enz
Voorbeeld bestuursrechtelijk geschil: Free record shop en Nederlandsche bank. Bij FRS kon je nog wel met guldens betalen. De directeur van FRS komt met al die guldens bij de Nederlandsche bank, maar die weigert.
De DNB is een bestuursorgaan. 1:1
Lid 1: a: organisatorisch criterium, ben je een orgaan van een rechtspersoon krachtens publiekrecht? Rp krachtens publiekrecht: 2:1 BW. LID 2: formele wet
B orgaan: ander persoon of college, met openbaar gezag. Kan nooit a orgaan zijn. Openbaar gezag= de bevoegdheid om eenzijdig de rechtspositie van iemand te bepalen. (bestuursdwang, belastingaanslag, subsidie).
Lid 2 1:1 awb: uitzonderingen : trias politica / wetgevende macht / rechterlijke macht > deze hebben namelijk te maken met wetgeving / toezicht / rechterlijke macht.
Lid 3 : geeft weer de uitzondering op lid 2 : indien ambtenaar behelst.
A orgaan: altijd bestuursorgaan, overal. Je hoeft dan geen openbaar gezag te hebben.
B orgaan: hebben een specifieke taak of bevoegdheid. Openbaar gezag is juist enig criterium. UWV / AFM zijn voorbeelden. Alleen BO voor zover openbaar gezag.
Relevantie: normen van hoofdstuk 2 AWB, 3:2-3:4 ook van toepassing op feitelijk handelen a organen (3:1)
Orgaan ben je indien je een zelfstandige positie inneemt, of een taak. Orgaan ben je als je een zelfstandige rol speelt.
STREEP TUSSENZINNETJE DOOR IN ART 2:1BW: STAAT, PROVINCIE, GEMEENTEN WATERSCHAP IS RECHTSPERSOON.
Neemt die een besluit? 1:3 Is het een publiekrechtelijke rechtshandeling een een bo? Verandering is rechtspositie?
Belanghebbende? Rechtstreeks belang bij besluit? 1:2 awb
Art 8:1 (sector bestuursrecht) voorafgaand hieraan moet je 7:1 in bezwaar. 8:105: hoger beroep.
DNB is bestuursorgaan: bankwet: dnb is een nv. Directie bestuurt de bank. 2:3 privaatrechtelijke rp: nv, gesloten stelsel. Dus geen a orgaan. B orgaan: openbaar gezag? Kunnen ze rechtspositie veranderen? Exclusief bevoegd tot omwisseling, + ze kunnen redelijkerwijs beoordelen of het moet. Het zijn niet alleen feitelijke handelingen maar er gaan beslissingen aan vooraf. IC beoordeelde de rechter dat Breukhoven geen recht had op zijn euro’s. de bank mocht beoordelen of ze wel of niet zou inwisselen. Met deze taak zijn ze bestuursorgaan. Voor hoever ze deze taak uitoefenen.
Koning bestuursorgaan? Staat is het bestuursorgaan dat hierbij zou horen. Is de koning orgaan van de staat? 2:1 lid 1 staat, orgaan vd staat? 42 lid 1 GW: zelfstandige rol koning, regering is koning + ministers. Koning is a orgaan, orgaan van de staat. Maar dit moet een foutje zijn geweest, koning hoort tussen de uitzonderingen te staan in art 1:1 lid 2 vanwege de onschendbaarheid.
Korpschef: bo? Altijd als eerste: a orgaan? Politie wet bekijken, politie heeft rechtspersoonlijkheid 25 politiewet > dus rechtspersoon krachtens publiekrecht. Art 27: chef belast met leiding en beheer . chef dus orgaan van politie, polite rechtspersoon krachtens publiekrecht dus a orgaan 1:1 lid 1 onder a.
College toezicht op kansspelen: wet op de kansspelen, college is niet zelf rechtspersoon. Ze behoren tot de staat, want bij kb benoemd. Orgaan van de staat, want ze worden bj kb benoemd en hebben een taak: namelijk adviseren, dus orgaan. 2:1 lid 1 en 2 BW.
Ambtenaar: over het algemeen niet, want heeft geen specifieke taak. Wel bijvoorbeeld de ambtenaar voor belastingen. (zie gemeentewet).
Garagebedrijf: wvw, het is in ieder geval geen a orgaan dus b orgaan: openbaar gezag? Bij het afgeven van een keuringsbewijs bepaalt de apk garage jouw rechtspositie. Wel of niet op de weg rijden.
Relevantie: normen hoofdstuk 2, normen 3:1 lid 2 awb, wet openbaarheid bestuur.
Hoorcollege BPR 1 - week 2
Het besluit
Vorige week de organisatie besproken: wie behoort tot het bestuur?
Deze week: de functie van het bestuur. Nemen van besluiten (1:3 AWB). Maar bestuur doet nog meer dan alleen besluiten nemen. Je moet kunnen vaststellen of er een besluit of iets anders is genomen.
Nog iets over week 1 :
Bestuursorgaan: blijf op de hoogte van wetten die veranderen. De wet op kansspelen bijvoorbeeld bestaat niet meer. Nu: kans spel autoriteit. Gaat om toezicht op de kansspelen, wet op de kansspelen: art 3: er is een autoriteit, die heeft rechtspersoonlijkheid. Die is dus rechtspersoon krachtens publiekrecht. Dan kun je geen orgaan zijn. Art 33a: aan het hoofd van de autoriteit is de raad van bestuur. Art 33b noemt de taken daarvan: intrekken bijvoorbeeld van kansspel vergunningen en voorlichting geven. Hieruit afleiden dat de autoriteit rechtspersoon krachtens publiekrecht is en raad van bestuur is een orgaan daarvan.
Dan nu week 2:
Bestuursrecht functioneert binnen de sociale rechtsstaat. Volgens de Koning een participatie samenleving.
Taken voor de overheid van oudsher:
Ordenende overheidstaak: bijv. handhaven van de openbare orde (burgemeester in de gemeente). Ook de NL bank bij omwisselen guldens is een ordenende overheidstaak.
Presterende taak: medische zorg, onderwijs, sociale zekerheid (uitkeringen).
Sturende: economische wetgeving: mededinging
Arbitrerende: omgeving/milieurecht. Overheid kiest uit verschillende belangen.
Bestuur is niet alleen uitvoerende macht:
Bestuur komt neer op besluiten nemen. Besluit (1:3 AWB) is een publiekrechtelijke rechtshandeling: gespecifeerd op een wettelijke bevoegheid. Maar ook voert het bestuur feitelijke handelingen uit: in kader van specifieke wettelijke taak. Die feitelijke taken zijn geen rechtshandeling, hebben geen rechtsgevolg, er verandert niets in de rechtspositie. Die zijn dan ook geen besluit: bijv.: afsluiten van een straat voor riool, ook informatie verschaffen. Uitvoering van besluiten kan ook feitelijk handelen zijn: bestuursdwang 5:21 awb. Bij overtreden van bepaalde regels. Bijvoorbeeld indien je zonder vergunning een dakkapel bouwt.
Privaatrechtelijke rechtshandelingen: gebaseerd op art 2:5 BW. Hieruit kunnen we afleiden dat we als natuurlijk persoon dezelfde bevoegdheden als rechtspersonen hebben (contract afsluiten). Dus de gemeente bijv. heeft dezelfde bevoegdheden als een natuurlijk persoon. De rechtspersoon kan echter niet zelf handelen. Bijvoorbeeld college b&w handelt ogv. art 160 gemeentewet in naam van de gemeente. 1:1 4e lid awb : gemeente is aansprakelijk voor handelen van b&w.
Waarom is het onderscheid van belang?
Normering : hoofdstuk 3 AWB, die bepalingen gelden voor besluiten.
3:2 – 3:4 zijn soms van toepassing op feitelijke/privaatrechtelijke handelingen (3:1 lid 2 awb)
Rechtsbescherming: bij besluiten kom je terecht bij de bestuursrechter (8:1) , doorgaans eerst bestuurlijk voorprocedure (bezwaar of administratief beroep). Bij privaatrechtelijke kom je bij de burgerlijke rechter.
Strategisch besluitbegrip: rechter trekt de grenzen van een besluit ruimer. Bijvoorbeeld bij publieke taak criterium. Een bevoegdheid is meer dan een taak, daarmee kun je eenzijdig rechtspositie aanpassen. Soms wordt in het belang van de rechtsbescherming het begrip besluit opgerekt.
Privaatrechtelijk: De staat, provincie en gemeente zijn de grootste eigenaren van grond. De gemeente heeft daarover privaatrechtelijke bevoegdheden, bijvoorbeeld stuk grond verhuren. Altijd bedenken overheid als overheid of als privaat persoon? Zoals bij contract sluiten, dan is de overheid een privaat persoon.
Feitelijk: straten onderhouden, daadwerkelijke uitvoering van besluiten, informatie verschaffen en mededelingen doen.
Bestuurlijk oordeel is strikt genomen feitelijk handelen maar soms wordt het gelijkgesteld met een besluit.
Een besluit in de zin van art 1:3 awb eist :
Rechtshandeling: beoogd rechtsgevolg, je verricht een handeling met de bedoeling dat er een rechtsgevolg plaatsvinden: een wijziging in de rechtspositie
Wat er verandert moet publiekrechtelijk zijn, exclusief. Maar 1 orgaan mag het uitvoeren. Mag nooit een privaatrechtelijke bevoegdheid zijn.
Art 1:3 lid 2: elk besluit is ofwel een beschikking of een besluit van algemene strekking. Met inbegrip van de afwijzing daarvan, indien je iets aanvraagt en dat wordt afgewezen, dat is wel een beschikking en dus een besluit. Dat is van belang omdat je daar dan tegen beroep in kan.
Lid 3 : Een aanvraag is een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen. Bijvoorbeeld vragen om handhaving, voorkomen dat je buurman zonder vergunning een serre bouwt.
Lid 4: beleidsregel, van algemene strekking, gericht op een open groep personen. Dit staat tegenover een beschikking, die is bestemd voor een gesloten groep personen.
Besluit is een schriftelijke beslissing, bijvoorbeeld een brief of een e-mail, van een bestuursorgaan. Publiekrechtelijke rechtshandeling: rechtshandeling met beoogd rechtsgevolg: wijziging van bestaande rechtspositie. Altijd te maken met recht/bevoegdheid/plicht. Recht en plicht van burger, bevoegdheid voor een bestuursorgaan. Deze kan ontstaan of tenietgaan. Een vergunning creëert bijvoorbeeld een recht. 5:31 d BW: last onder dwangsom: ontstaat plicht. 10:13 delegatie is een voorbeeld van bevoegdheid creatie. 5:21 awb : bestuursdwang is een voorbeeld van bevoegdheid creatie.
Publiekrechtelijk: gebaseerd op exclusieve bevoegdheid. Artikel 1:7BW bv. Bv 174a gemeente wet, burgemeester heeft bevoegdheid in kader openbare orde. 2:4 WABO: omgevingsvergunning, art 20 vreemdelingenwet.
Besluiten kunnen ambtshalve of op aanvraag worden genomen. Aanvraag bijvoorbeeld voor bouwen/subsidie. Handhaving kan ook op aanvraag gebeuren (bestuursdwang / last onder dwangsom) maar meestal ambtshalve (zijn meestal belastend). Belastingaanslag is ook een bestuursbesluit.
Het besluit van DNB om guldens om te wisselen is een besluit: rechtsgevolg= recht op equivalent van guldens in euro’s. Het is geen feitelijke handeling, de zak geld is ter uitvoering van het besluit. Exclusieve bevoegdheid: art 3 : alleen DNB is ertoe bevoegd.
Belastingaanslag is ook een besluit, rechtsgevolg: betalingsplicht, de inspecteur is een orgaan van de staat, alleen hij mag het.
1:3 lid 2: Geldt een besluit voor een open groep personen? Dan is het een besluit van algemene strekking. Art 2.1 wabo bijvoorbeeld. Vergunning is echter persoonsgericht en dus een beschikking. Criterium: voor wie is het rechtsgevolg bedoeld?
Als een aanvraag wordt afgewezen wil je wel de mogelijkheid om naar de rechter te stappen: daarom is er art 1:3 lid 2. Dan wordt het gelijkgesteld met een besluit, voor de rechtsbescherming, ook al is het geen rechtshandeling en geen rechtsgevolg. Dan moet het wel gaan om een aanvraag van een beschikking en niet om een besluit van algemene strekking. Als je een vergunning aanvraagt maar die wordt afgewezen dan is er geen rechtsgevolg maar daartegen wil je juist in bezwaar kunnen.
Bestuurlijk rechtsoordeel: je vraagt dan aan bijvoorbeeld de gemeente ‘is dit artikel op mij van toepassing’? Het is een definitief oordeel van een BO over de toepasselijkheid van een wettelijk voorschrift. Meestal is het geen besluit dus heeft het geen rechtsgevolg maar soms wordt het met een besluit gelijkgesteld, in het kader van de rechtsbescherming. Het criterium daarvoor is: is het onevenredig bezwarend dat er een rechtsprocedure gevolgd moet worden? Bijvoorbeeld: een oordeel ogv artikel 2:1 onder a WABO. Als een BO oordeelt dat een container geen bouwwerk is dan hoeft er geen vergunning te worden aangevraagd. Als omwonende ben je het daar niet mee eens, maar de container kan elk moment komen. Moet je dan eerst vragen om handhaving etc? Kans dat de bestuursrechter dan oordeelt dat het ‘oordeel’ van het BO dat er geen vergunning nodig is voor de container gelijk gesteld wordt met een besluit (ondanks dat het geen besluit is, geen rechtsgevolg heeft) zodat de omwonende ertegen in bezwaar/beroep kan.
NIET een rechtsoordeel is het oordeel van de burgemeester over een bordeelvergunning, het oordeel heeft rechtsgevolg: want wel of niet verlenen van een vergunning?
Is een rijbewijs een besluit? Bekijk wegenverkeerswet. Schriftelijk: op papier, 116 WVW: burgemeester (BO) exclusieve bevoegdheid. Rechtsgevolg: door 107 wvw heb je het recht om te rijden, dat is ook beoogd.
Verklaring rijvaardigheid een besluit? Schriftelijk, BO: CBR, oefent openbaar gezag uit bij het geven van de verklaring, je rechtspositie door art 17: rijbewijs wordt afgegeven als je de verklaring toont, dus dan heb je recht op je rijbewijs. Plicht voor burgemeester om je rijbewijs af te geven.
Theorie verklaring: recht om deel te nemen aan het praktijkexamen.
UvA heeft rechtspersoonlijkheid (2:1 bw), dus rechtspersoon krachtens publiekrecht, organen van de uva zijn dus bestuursorganen (docent mag examenresultaat vaststellen, zelfstandige positie). BSA is dus ook een besluit. Publiekrechtelijk rechtsgevolg: plicht om je studie te stoppen, bevoegdheid om je weg te sturen. Publiekrechtelijk: alleen bestuur van de uva mag dat doen.
Bij de VU: VU is een privaatrechtelijke rechtspersoon. Maar art. 7.64 WHW College van Beroep oordeelt over beroep student tegen ‘beslissing’ orgaan bekostigde universiteit.
BA of Master een besluit? Door de bul krijg je het recht om je meester te noemen.
Tentamen een besluit? Bij uva wel: beslissing van een orgaan. Bij VU apart geregeld, beslissing wordt gelijkgesteld met een besluit.
Aanwijzen monument: BO: minister, exclusieve bevoegdheid ex artikel 3, rechtsgevolg: beoogd verbod om het gebouw dan te veranderen.
Aanwijzen veiligheidsrisico gebied: mogelijkheid tot fouilleren. (week 3 verder)
Hoorcollege BPR 1 - week 3
Het begrip belanghebbende
Bestuursorgaan en besluit zijn wetstechnisch. Belanghebbende daarentegen is casuïstisch, gespitst op de feiten.
Het begrip belanghebbende krijgt in de jurisprudentie steeds een ander betekenis, het begrip is in beweging, het is een rechtspolitiek begrip.
Ratio van het begrip: voorkomen dat de rechter overbelast raakt. Artikel 8:1 awb: iedereen die belanghebbende is kan beroep instellen, je moet ergens een grens stellen. Geen belanghebbende? Niet ontvankelijk, geen inhoudelijk oordeel. Ben je wel belanghebbende? Dan heb je het recht om argumenten bij de rechter naar voren te brengen. Het is dus in het belang van de rechtsbescherming. Zelfde geldt voor artikel 7:1, ook geen bezwaar indien je geen belanghebbende bent.
Bestuurlijke besluitvorming: je doet er pas toe als je belanghebbende bent. Vermindering van bestuurlijke lasten.
Besluitvorming: begrip belanghebbende komt steeds terug. Artikelen 1:3 lid 3, 4:13 verplicht beslissen. Artikel 3:2 awb: onderzoek naar relevante feiten (feiten en belangen van belanghebbende). Artikel 3:4 belangenafweging: bestuursorgaan weegt de belangen die bij het besluit betrokken zijn af, die van de belanghebbende.
Artikel 8:69a.
Artikel 3:41: persoonsgerichte beschikkingen.
Artikel 3:15: zienswijze naar voren brengen, inspraak voor derden.
Besluit van algemene strekking: 3:15 lid 2, inspraak voor alle belanghebbenden.
Tot 2005 in omgevingsrecht: actio popularis, in beginsel iedereen bezwaar/beroep. Dat past niet meer. Voortaan moet je belanghebbende zijn.
Nadeel van bezwaar, beroep enz. is dat het vertraging oplevert in de besluitvorming. Is een besluit dan wel of niet rechtsgeldig?
Algemene belangenorganisaties, hebben die recht? Ene kant negatief: soort quasi overheid. Andere kant: kunnen wel tegen besluiten opkomen (milieudefensie) waar een burger geen kans heeft.
Juridische discussie: artikel 6 en 13 EVRM : binnen redelijke termijn beslissen. Vertraging dient voorkomen te worden.
Maatschappelijke kosten: het gaat vaak om besluiten op aanvraag, artikel 4:13 awb 8 weken de tijd om besluit te nemen. Artikel 6:7 6 weken om bezwaar maken. Artikel 7:10 6-12 weken, afhankelijk van commissie van bezwaar. Beroep: 6 weken om beroepschrift in te dienen, uitspraak duurt 6 weken (of langer) hoger beroep: 6 weken de tijd.
Artikel 1:2 awb:
Lid 1 : algemene toegang. ‘degene’ = iedereen, natuurlijke zowel als rechtspersoon. Eerste lid gaat over ‘eigen belang’. In lid 3 zijn algemene/collectieve belangen per definitie niet eigen.
Bedenk je: welke besluit betreft het? Wat is het feitelijke belang? (geen rechtsbeschermd belang). Objectieve situatie bepalen.
Lid 2 en 3 zijn uitbreidingen van lid 1.
Lid 2: bestuursorgaan heeft geen eigen belang. Maar de hun toevertrouwde belangen zijn aan te merken als eigen belang.
Lid 3: voor rechtspersonen, collectieve en algemene belangen. Rechtspersoon moet op grond van statuten en werkzaamheden opkomen voor dat belang. Let op: rechtspersoon kan ook onder lid 1 vallen, als ze eigen belang hebben.
Onderscheid is vooral in soorten belangen. Lid 1: eigen belang, lid 2: bestuursbelangen, lid 3: algemene en collectieve belangen.
Lid 1: vraag je af: wat is het belang? Als je dat weet, kun je bekijken of dat belang rechtstreeks betrokken is. Voorbeeld: kapvergunning: belang op zicht op de boom. Café vergunning: geluidsoverlast. Veehouderij: stankcriterium. Verschilt dus per casus wat voor belang er is.
Lid 3: ‘in het bijzonder’ : de wetgever wilde niet dat politieke partijen zich bij de rechter konden melden als belanghebbende. De statuten moeten het belang verwoorden. Er moet voldoende verwantschap zijn tussen het belang uit het statuut en belangen van het concrete geval. Daarnaast: feitelijke werkzaamheden die het belang ondersteunen (louter procederen is niet voldoende voor 1:2 lid 3).
Lid 1: rechtstreeks: persoonlijk en rechtstreeks. Persoonlijk: moet kenmerkend voor jou zijn, en onderscheidend van een willekeurige derde. Een onderscheiden positie van een willekeurig iemand. Wat doet het besluit? Uitstralingseffect? (bouwen, café exploiteren) wat is dat effect? Hoe kan je daarmee werken? Gaat vaak om de afstand die je hebt, afstand tot een gebouw of afstand van zicht op een boom. Rechtstreeks en relevant zicht (niet op het dak moeten staan om de boom te zien). Of een concurrenten belang, zit je wel in de buurt bij de concurrent? Relevante overlast. Zelfde commerciële vijver. Zelfde segment.
Rechtstreeks: is er direct causaal verband tussen het belang dat je aanvoert en het besluit? Af te leiden uit rechtsgevolg van het besluit. (kapvergunning: zichtbelang). Het mag niet een indirect belang zijn, tussenschakel. Lijkt op: afgeleid belang: je leidt je belang dan af van het belang van degene waarmee je een contractuele relatie hebt. (bijv. stichting die subsidie ontvangt waarbij je werkt, als de subsidie wordt stopgezet raak je misschien je baan kwijt.
Objectief: het belang moet voorstelbaar zijn. Voorbeeld: afstand tot te bouwen brug. (valt onder rechtstreeks)
Actueel: belang niet afhankelijk van toekomstige onzekere gebeurtenis. (valt onder rechtstreeks).
Lid 3: algemene en collectieve als eigen belangen. Algemene: politieke en ideologische belangen (algemene belangen organisatie). Collectieve: gebundelde belangen: van een groep bijv. winkeliers. Je moet een rechtspersoon zijn, statuten zijn van belang, feitelijke werkzaamheden: niet slechts procederen, bijv. educatieve dingen doen om het doel te ondersteunen. In jurisprudentie wordt een verschil gemaakt tussen deze 2: afdeling is heel streng bij beoordelen van algemene belangen, territoriaal te breed dan is het als snel afgelopen ‘in heel Nederland’. Collectieve: daar is een rechter blij mee (gebundelde belangen van leden bijv.) want liever een gebundeld belang dan 100 losse beroepschriften. Als je als rechtspersoon opkomt voor het belang van je leden dan heb je al snel een collectief belang. Een vereniging kan dus belanghebbende zijn. Maar stichting (geen leden) ook indien in statuten opgenomen.
Vb: Rover (reizigersorganisatie) met name collectieve belangen.
Vb: kapvergunning boom. Is inwoner van Amsterdam belanghebbende? Nee, geen persoonlijk belang. Niet voldoende onderscheiden van willekeurig iemand. Bewoner op de Herengracht: afhankelijk van zicht/afstand. Stichting natuur en milieu? Lid 1? Eigen belang? Alleen indien ze gevestigd zijn tegen over die boom. Indien niet, dan lid 3: maar geen specifiek doel, ze zetten zich niet specifiek in voor groen (zowel functioneel als territoriaal (voor heel Nederland). Er dient congruentie te zijn tussen het belang en het besluit.
Aanwijzen veiligheidsrisico gebied: wat is het rechtsgevolg? Van belang om te bepalen wie belanghebbende is en met wat voor belang? 151b gemeentewet: bevoegdheid aanwijzen veiligheidsrisico gebied, wwm: preventief fouilleren. Wat is het rechtsgevolg dan? Officier is bevoegd om te gelasten dat de politie kan fouilleren, bevel van officier van justitie eerst dus. Het fouilleren is geen rechtstreeks gevolg van het aanwijzen van een gebied tot veiligheidsrisico gebied.
Vb: vereniging rijdend Nederland, komt op tegen kapvergunning. Statuten luiden: verbetering verkeer enz. kwam niet in het bijzonder op voor kappen van bomen.
Monumentenwet bepaalt wat een beschermd monument is enz. monumentenvergunning weigering is alleen voor de eigenaar van het pand van belang. Zonder vergunning kun je niks wijzigen aan je pand. Indien vergunning wel verleend wordt hebben ook omwonenden belang.
Begin altijd met artikel 1:2 lid 1!
Statutair belang moet dicht tegen het belang dat in het geding is liggen.
- 1 of 2153
- next ›
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution