Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
2 april 2013
door Trudie Krijn
Sociologie van de laat-moderniteit: de postindustriële samenleving leidt tot nieuwe identiteiten en verbanden. Van een maak-industrie naar een kenniseconomie in de noordwesterse landen. Kennis belangrijker dan handenarbeid. Dit heeft invloed op de arbeidsdeling: meer hoogopgeleiden nodig, productie zit in de hoofden van mensen en heeft meer virtuele verbanden.
- Van tradities naar rationaliteit en reflexiviteit
- Reproductie van sociale ongelijkheid
- Individualisering, kennis en vertrouwen
- Sociale samenhang in een laatmoderne samenleving.
Dit leidt tot nieuwe verbanden:
- Democratisering van kennis en informatie: kennis voor steeds meer mensen toegankelijk en kan door iedereen gedeeld worden, denk aan Wikipedia.
- Reflexiviteit als kenmerk van identiteitsvorming: In tegenstelling tot de rationaliteit, doelgerichtheid die domineerde in de moderne industriële samenleving, komt in de postindustriële samenleving op losse schroeven te staat: liquiditeit van verhoudingen, posities. In een samenleving met flexibele arbeidsdeling, waarbij heel veel vaste posities niet meer bestaan, zoals familieverhoudingen, maar zelf gecreëerd worden, moeten we steeds nadenken over wie zijn en willen zijn.
- Van sociale categorieën naar zelfgemaakte biografieën: Veel meer dan 50 jaar geleden moet je nu zelf je levensloop plannen en er bij stilstaan of dit het leven is wat je wilt leiden. Betekent ook dat je zelf een verhaal maakt over wie je bent en wat er in je leven gebeurd is en gaat gebeuren. Denk aan Facebook.
- Risicosamenleving, door de mens veroorzaakte risico’s: Beck: We zijn ons ervan bewust dat de grootste risico’s door ons zelf worden gecreëerd. Tsunami is overmacht, maar de kerncentrales aan de kust met veel risico hebben we er zelf neergezet. Verkeer, oorlogen, medicijnen, watertoevoer.
Giddens (in reactie op Franse filosofen die zeggen dat we nu moeten spreken van een postmoderne samenleving, ip. Laatmodern. Er bestaat geen waarheid meer zoals kennis die de werkelijkheid representeert. Er bestaat alleen taal, waarmee we alles benoemen.):
Maar, de belangrijkste dynamische krachten van de moderniteit blijven bestaan:
- Expanderend kapitalisme
- Ontwikkeling van de wetenschap en technologie
- Ontwikkeling van democratie: denk aan Arabische lente: willen is niet bereiken: dictaturen omgooien en strijden om zeggenschap. Je ziet dat democratie zich wil uitbreiden.
Deze drie elementen hebben de moderne samenleving bepaald en gekenmerkt, en bestaan nog steeds, hoewel in een andere vorm.
Het idee van rationaliteit en kennis is in de jaren 60/70 verloren gegaan, we begonnen alles te betwijfelen: de autoriteiten van kennis, macht, gezin, kerk. Het vertrouwen in de mensen met de meeste kennis begon in die tijd te vervagen. De productiesystemen veranderen tegelijkertijd. Dit zorgde ervoor dat we veel meer dan geloof in rationaliteit, geconfronteerd werden met reflexiviteit.
Pierre Bourdieu (1930-2002) De structurele analyse van ‘Het Onderscheid’ Hij hoort niet bij de postmodernisten, maar is een socioloog van de oude stempel, gelooft in goed onderzoek. Heeft altijd oog gehad voor sociale stratificatie.
Onderscheid in voornamen naar inkomensgroep: laag vaak Amerikaanse, Islamitische namen, hoog vaak Frans en Scandinavisch. Verschuiving in structurele patronen: sommige namen raken ‘uit’. Illustratie van Bourdieu: sociale stratificatie wordt in stand gehouden doordat de elite zich continu en blijvend onderscheidt van de lagere klassen. Zelfs als Mark een populaire naam wordt in de lagere groep, dan verdwijnt hij in de hogere groep.
“La Distinction” 3 soorten kapitaal:
- Economisch kapitaal (inkomen, vermogen, erfenis)
- Sociaal kapitaal (sociale netwerken, wie kent wie, relaties)
- Cultureel kapitaal (onderwijs, kennis van cultuur - literatuur, musea, theater -, kleding, voedsel, omgangsvormen, smaak en voorkeur).(Misschien wel het belangrijkst)
Bourdieu: Habitus = de internalisering van een willekeurige culturele standaard via de opvoeding. Willekeurig omdat er geen absolute maat is, de; maat wordt bepaald door de dominante groep; de elite. Het patroon is niet voor iedereen hetzelfde, afhankelijk van je omgeving. De elite is in staat om een willekeurige standaard te zetten voor wat ‘goed’ is, willekeurig omdat deze niet objectief is. Dit is
- Symbolisch geweld omdat de standaard via macht wordt vastgelegd.
Elite: via opvoeding verwerven van ‘vaardigheden’ én middelen om die te realiseren (luxe smaak). Men drukt zich uit via wat schaars en moeilijk toegankelijk is; wordt het minder exclusief, dan zoekt men een alternatief (verre reis desnoods in tent, klassieke muziek liefst zelf beoefend, abstract theater en kunst, (privaat) onderwijs, vintage kleding).
Lage klasse: kan zich alleen veroorloven wat nuttig en betaalbaar is, dat met er ‘netjes’ uitzien en ‘iets’ voorstellen, en ‘iets’ betekenen. (all inclusive resort, populaire muziek, herkenbaar theater en kunst, vmbo, nieuwe kleren)
Middenklasse: onderscheiden van lagere klasse en nabootsing elite. Scherp bewustzijn van statuswaarde, daarom spelen met rollen (à la Goffmann);de wereld is een schouwtoneel.
Anthony Giddens (1938-heden) Van socioloog tot partij-ideoloog (New Labour)
Reflexiviteit volgens Giddens
Wat op het eerste gezicht een zuiver intellectuele kwestie lijkt – namelijk het feit dat [...] alle waarheidsclaims aanvechtbaar zijn (inclusief elke metaclaim ten aanzien van die claims) – is een existentiële toestand geworden in moderne samenlevingen. De consequenties voor het individu, en voor de cultuur als geheel, zijn tegelijkertijd bevrijdend en verontrustend. Ze zijn bevrijdend, omdat het geloof in één enkele bron van autoriteit onderdrukkend is; zij zijn verontrustend, omdat het tapijt onder de voeten van het individu wordt weggetrokken’
Als individuen worstelen wij allemaal met de waarheidsclaims. Wat is waar, is dat morgen nog steeds waar? Het raakt ons allen aan ons bestaan.
De moderniteit heeft twee fasen:
- Simpel-moderniteit: De moderne samenleving
-Laatmoderniteit
Hyper-individualisering als laatmodern verschijnsel: zelf je pad en structuur zoeken: De instituties verbrokkelen.Individuen maken en kiezen kennis. Wat maakt het verschil? wij móeten kiezen: gedoemd tot vrijheid. Je kunt ook een verkeerde keuze maken en dan is het je eigen schuld.
--Modernisering en kennis
- Waar komt kennis vandaan
-Wie beheerst de kennis
--Laatmoderniteit en individualisering
- Individuele keuze als noodzaak.
Giddens:
Guardians of truth: de autoriteiten weten wat waar is en hoe je je behoort te gedragen.
Rationalisering (Weber, Durkheim): kennis baseren op wetenschap.
Aura of authority: degenen die de kennis produceerden hadden autoriteit: zij hebben het onderzocht en weten de waarheid.
Individuele keuze is noodzaak.
- Posttraditionele (laatmoderne) samenleving: de abstracte aanwezigheid van autoriteiten en tradities.
- Onzekerheid en de onvermijdelijkheid van (tijdelijk) vertrouwen in kennis.
- Identiteit: het schrijven van je eigen biografie
Bourdieu: De machtsstructuren tussen de bepaalde groepen onderling zijn bepalend voor hoe we ons tot elkaar verhouden. Bourdieu is cynicus: wat er ook gebeurt, sociale ongelijkheid blijft bestaan.
Giddens: Verhouding agency en structuur: Individuen en groepen mensen zijn ook in staat om structuren te veranderen. Politicus: Maakbare samenleving.
Add new contribution